X
No. 1100.
Woensdag 10 Maart 1807.
12' Jaarff.
Nieuws-
Advertentieblad
v o o r
Zeeuwse h - Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Ruitcnlaiid.
FEUILLETON
Voor honderd jaren.
Een drentsch verhaal.
Landbouw.
MM
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzondert, numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Het verhoor van Rhodes is afgeloopen.
Chamberlain en andere gecharterde vrienden
hebben door hun vragen vele antwoorden
uitgelokt, welke de Transvaal in een on
gunstig licht plaatsen.
Rhodes verklaarde dat de tegenwoordige
regeering van de republiek een gevaar
voor den vrede in Zuid-Afrika is, en her
haaldelijk de belangen van Kaapland be
dreigt.
De vragen van Chamberlain wekten
den schijn alsof hij een ingrijpen op dit
oogenblik zou willen rechtvaardigen. Ge
ruchten dat in die richting maatregelen
worden beraamd, doen reeds de ronde.
Een deel der onafhankelijke pers in
Eng land en in Frankrijk zwenkt.
Wie zou dat betalen
De Spaansche overheid heeft een Car
listische bende verrast en van de 45 man
38 gevangen genomen. De waakzaamheid
wordt verscherpt.
Er liepen de laatste dagen geruchten
over moeilijkheden, welke de Fransche
regeering in den weg zou leggen aan prins
Hendrik van Orleans, thans, op reis naar
Abyssinië. Een der bladen sprak dit tegen.
De regeering zou integendeel last hebben
gegeven den prins bij te staan. Thans
wordt weer gemeld, dat een Fransch
officier den p.ins nareist, om hem uit
naam der regeering te verzoeken terug te
keeren.
Bijzonderheden worden niet gemeld.
Maar het is niet te denken, dat hier bin
nenlandsche politiek achter steekt.
Door een niet vermelde aanleiding heb
ben opgeschoten jongens te Neuwied on
geregeldheden veroorzaakt, ruiten verbrij
zeld, en de politie aangevallen. Een agent
is zelfs vrij ernstig gekwetst. De rumoer
makers riepen »leve de anaichie."
Het besluit tot ontbinding der Italiaan
sche kamer is verschenen. 21 Maart heb
ben de nieuwe verkiezingen plaats, 28
Maart de herstemmingen en 5 April bij
eenkomst der nieuwe kamer.
Bij de indiening zijn r begrooting heeft
de Spaansche minister vau marine voorge
steld het effectief der matrozen op 28.000,
dat der mariniers op ll.OOOman te brengen.
De Spaansche vlootwas nooit sterker
dan nu.
De Spanjaarden worden door de regee
ring erop voorbereid, dat de koloniale
oorlogen niet te voeren zijn zonder verhoo
ging der belastingen.
In afwijking van de gewoonte vindt een
radicaal blad te Sofia in het bezoek van
koning Alexander aanleiding een krachtig
artikel tegen Servië te schrijven. De
andere bladen zijn het daarmede echter
niet eens en begroeten, evenals de Ser
vische pers, de samenkomst als een ver
zoening na den oorlog van '85.
100 leden van het lagerhuis (meer hand
teekeningen werden niet aangenomen! heb
ben koning George een telegram gezonden,
waarin zij hem hulde brengen voor de
diensten, door zijn regeering en volk be
wezen aan de beschaving van het eiland
Kreta, en het beste wenschen voor de
veiligheid en de welvaart van Griekenland.
Balfour verklaarde in het Lagerhuis,
dat aan deze manifestatie geen ernstige
gevolgen waren te wachten.
Gladstone seinde naar Engeland, dat
het verdrijven der Grieken en het ver
richten van politiedienst voor den sultan
het aanzien van de mogendheden nog
meer zal doen dalen.
Kolonel Mitaxos, de nieuwe minister
van oorlog in Griekenland, staat bekend
als een der beste officieren van het Griek
sche leger tot dusver had hij zich niet
met de staatkunde ingelaten en geen zetel
in de Kamer gehad.
De nabijheid van de vertegenwoordigers
der groote mogendheden heeft, naar het
blijkt, nog geen invloed op de Turksche
ambtenaren.
De gouverneur van Kanea kwam bij de
consuls zijn nood klagen. De gendarme
rie moest betaald worden en er was maar
de helft van het benooligde. Als de
consuls, die toch nog geld in kas hadden
(nl het fonds tot ondersteuning der slacht
offers), zoo vriendelijk wilden zijn een
beetje te leencn. Juist was men gereed
aan dit verzoek te voldoen, toen bij toeval
bleek, dat de gouverneur, die beweerd had
maar 65.000 piaster in kas te hebben,
werkelijk 280.000 piaster bezat.
Natuurlijk dal do man nu naar buis kon
gaan met een standje en met den raad
onmiddellijk te zorgen dat drie maanden
soldij betaald werden.
Op de Igrens van Marokko en Algiers
hebben tusschen twee stammen bloedige
botsingen plaats gehad. Men vreest voor
erger en neemt maatregelen
01
Schoon 'k Grieden wal best liên mucht
en ze mi hard ofgaan is gunk er toch
geen dag urn, dat 'k neet an Wemeltien
en er kind docht. Maor, wé durst er nao
vraogen, o, dat was een dink, dat mi bie-
ster piende. Zoo dat 'k doomnij mit en
woord van waarheid zeggen ken, dat 'k
halt blide was, do Gnetien 'ter to dée,
want hei mense had, zie daor, niks an
mi, jao, 't was begreutliek, want ze was
zoo good, zoo best veule beter dan
ik
De spreker werd bij deze herinneringen
dermate week, dat hij in tranen uitbarste
en een oogenblik ophield, om zijne aan
doeningen te bedwingen.
»Doomni) wet," vervolgde hij daarna,
j dat ik kort na Grietier.s begraffenis en
da» mennig neet in hoes we,t bin. Geen
mense het weten waar 'k doe beu west
bin, en doomnii is d'eerste, dé 'k het zeg.
'k Ben doe ben de graafschap west 't
was dat Wemeltien daor woonde bi heur
oom j. want," en hier ver
haalde hij de ontmoeting jinet Herman, die
de lezer zich nog herinneren zal
»maor," ging hij verder, „doe 'k dao
kwam, heurde ik dat die oom van heur
en zien wief al en jaor mennig dood
waren en dat Wemeltien der van dan was
zonder dat men wus waoi hem. Doomnij
ken begripen hoe mistieustig ik wuir. 'k
Dacht wal dat doomnij er wat van zol
weten doch 'k duurde er neet nao viaogen.
Nou heur ik eren wal tot mien groot ge
nugen dat doomnij wet waor ze is, ei
daorura neet zumen, as 't kun alles
te verdoon
De spreker poosde ais wenschte en
hoopte hij daaidoor den leeraar een woord
van aanmoediging te ontlokken toen d -ze
evenwel zwteg, vervolgde hij:
Doomnij mug daarom zoo good zm en
dchiieven an Wemeltien, ho 't mit mi
st-lt is, dat 'k de vrouwe dood heb en
heur nou wal giaag
Alfing koude of wilde het woord tron
wen niet uiten.
»Zij kan uwe vrouw niet meer wor
den," sprak Reinhoff met zijne zachte, ge
voelvolle stem »want zij is sedert jaren
reeds gehuwd."
De hoogroode kleur elke als een ge
volg van zijne aandoeningen en opgewekte
hoop Alfings wangen bedekte, verdween
plotseling en maakte Yoor doodeltjke bleek
heid plaats.
»'k Was er al bange veur," hernam lui
met een diepen zucht, terwijl hij de krib
bels van zijne knieën wierp en opstaande
naar een met karnemelk gevulde to.i giüg
BEMESTING.
Over dit onderwerp hield Zaterdag al
hier in het hotel »Het guldeD Vlies"
de heer I. G. J. Kakebeeke, rijks land-
bouwieeraar te Goes, een voordracht,
daartoe uitgenoodigd door het bestuur
der vereeniging »Vooruitgang is ons stre
ven." Hoewel de toegang ook voorniet
leden vrij was, waren, jammer genoeg,
slechts weinig belangstellenden tegen
woordig. Onder de aanwezigen was de
heer H. F. J. van Bijleveld, landbouw-
onderwijzer te Westdorpe, metzijne leer-
lingen.
Allereerst wierp spreker een terugblik
in het verledene en maakte daarbij eei
vergelijking tusschen voorheen en thans
waarbij hij tot de conclusie kwam, dat
die vergelijking voor wat het tegenwoor
dige betreft niet meevalt. Verschillende
oorzaken werken daartoe mede, zooals de
groote en onbeperkte concurrentie, ge
makkelijke verkeerwegen, verlaagde ta
rieven, vreemde markten zooals de tarwe
uit Ameiika, Australië en Britsch Indië,
invoer van paarden, uitvoerpreniiën in
vreemde landen en wanneer het spoor
weg net in Siberië voltooid zal zijn, zal.
het Rusland gemakkelijk vallen ook bij
ons invloed op de markt uit te oefenen.
Geen wonder dus, dat men nog dikwijls
hoort klagon en zuchten over dien goeden
ouden tijd.
Een gevolg van eon en ander is, dat
men een open oog heeft gekregen voor
het nieuws op landbouwgebied, dat mon
met die nieuwe zaken meemoet, dat men
overtuigd is geworden dat kennis macht
is en dat men meer waarde is gaan hech
ten aan het landbouwonderwijs, getuige
de landbouwcursus te Westdorpe.
Daarna begon spreker met de behan
deling van zijn onderwerp.
om zijne drooge lippen te laven.
»'k Heb 't verdeend, doomnij," ving bil
hoofdschuddende weder aan >evenswal
zei ik doon wat 'K nog ken en bin vast
besleuten dat Wemeltien en heur kiend,
na mien dood, al mien geld en good zul
len hebben."
Na dit gezegd te hebben verzocht hij
den leeraar om hem Wemeltien* verdere
geschiedenis in alle bijzonderheden te wil
ien mededeelen aan welk verzoek wel wil
lend voldaan werd.
Telkens als de leeraar in zijn veihaal
van Herman gewaagde zijne schoone ge
stalte en innemend voorkomen roemde,
zijn gedrag en kundigheden prees, flik
kerde er een ongekend vuur in Alfings
oogen maar toen Reinhoff den jongeling
schetste zoo als Wouter hear, geschilderd
had. als nuttig lid in de maatschappij,
als een mar, volkomen berekend voor het
vak dat hij Z'ch uitgekozen had, daarbij
gloeiende van dankbaarheid jegens zijnen
weldoende) en levende in de zoete hoop
van weldra het meisje zijner keuze geluk
kig te zullen maken toen smolt Alfing in
tranen weg, en des leeraars hand vattend'
riep bij
Doomnij, ik munt den jonge zeen."
ïLaat ons met bedachtzaainheid]te werk
gaan, Alfing."
»Zeg mij maor, doomnij, waor hij
woont."
»Dat moet voor u nog eenigen tjjd ge
heim blijven, mijn vriend het zou
niet goed zijn om den jongeling te ont
moeten voordat bij daarop een weinig
voorbereid was. Vooral om den wil zijner
moeder dient bier met de grootste om
zichtigheid gehandeld te worden. Daarom
zal ik mijne vrienden, die niet de zaak
bekend zijn, er over schrijven en hunnen
raad waarop ik zeer v el prijs stel, dien
aangaande trachten in te winnen, en ver
zoek u dus tot zoo lang geduld te
hebben."
»'k Had liever dat doomnij 't mij ïech-
tevoort maor zé," sprak Alfing met het
hoofd schuddende.
Dring er nn niet nader op aan, Alfing
wat ik u beloofd heb, hoop ik zoodra
mogelijk te vervullen meer km ik voor
t oogenblik niet doen.'
Voor de eerste maal verjaarde de dag,
waarop Herman Brinkniejjrr zich te Z.
als geneesheer gevestigd had.
Er zijn dagen in ons huiselijk en maat
schappelijk leven, waaraan wij, hoezeer zij
werkelijk in niets van andere dagen vel
schillen, eene bijzondere waarde hechten.
Dit was bij Herman en de zijnen met
boven genoemden dag het geval.
Wordt vervolgd.)