No. 1099. Zaterdag 6 Maart 1897. 12' Jaarar. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaanderen T. DIELEMAN, Uit de pers. FEUILLETON. Voor honderd jaren. Een drentsch verhaal. i.sc.ii: COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Eenige bladzijden uit de geschiedenis der liberale partij sedert 1887. Prof. d'Aulnis de Bourrouill heeft, »ter voorbereiding van de algemeene verkiezin gen van Juni 1897", »eenige bladzijden uit de geschiedenis der liberale pai tij sedert 1887" geschreven, die in biochurevorm zijn verschenen bij Gebr. Belinante in Deu P^g- De heer d'Aulnis wijst er in zijn inleiding op, dat het liberale ministerie Röell de uitbreiding van het kiesrecht heeft tot stand gebracht, waartoe de grondwetsherziening van 1887 de bevoegdheid gaf: nl. een kiesrecht, dat ook den gezeten werkman oinvat. Dan geeft hij aan wat ai moeilijk heden dit heeft gekosteerst de jaren 1888 tot 1891 toen de liberale partij in de rnin- 1 derheid was, toen die waarin de krachten aan belastinghervorming werdeu besteed. Vlak daarop, helaas moest de partij een strijd aanvaarden ons te beletten, dat het kiesrecht veel verder werd uitgebreid dan zij door s'lands belang geboden en door de Grondwet geoorloofd achtte. Bij d<- herinnering aan het doorgestane leed valt gelukkig te wijzen op een grond van troost. Wie nagegaan beeft hoe dezer dagen de kiesvereenigingen hebben getobd om de personen, die slechts krachtens eigen aan gifte op de kiezerslijst worden geplaatst, tot de aangifte over te halen, lip zal zich de vraag hebben gesteld wat het wel zou geweest zijn, indien ieder man, wilde hij kiezer worden, zich had moeten begeven naar het gemeentehuis om daal' een schrijf proef af te leggen Ook welke verras- 60 »Neen, n*e»j,dominé, daar is het verre af," barn schreiend uit. Het bin.iwlKomen der buurvrouwen, die het lijk moesten afleggen en verkleeden, verhinderde de voortzetting van bet gesprek en Reinhoff vertrok oudei de herhaalde belofte van spoedig terug te zullen komen. Met een gevoel van reine dankbaarheid sprak Reinhoff tot de zijnen over zijn be zoek bij Alfing. „Bedlieg ik mij met." zeide hij, »dan nadert de ongelukkige het keerpunt waarop hij een geheel ander mensoh zal worden.' »Hoe jammer dat Wemeltien thans ge huwd is." merkte Maria eenigen tijd latei' aan. Die vrouwtjes, die vrouwtjes, hoe ze zich in die dingen toch altijd gelijk blij ven 1" sprak Wouter glimlachend. Wat Reinhoff verwachtte en vurig hoopte scheen vervuld te zullen worden. Alfing begon merkelijk te veranderen. De man die vroeger voor niets anders scheen te leven dan om zich op aarde schatten te vergaderen bekreunde zich weldra in steeds mindere mate om zijne tijdelijke goederen singen dan de stembus, in Juni 1897 en gedurende tal van jaren in den vervolge, niet zou hebben gebracht Deze vragen herinneren aan het voorjaar van 1894, toen het werkprogram van het ministerie Röell Van Houten het stellige voorteeken geworden is, dat hetgeen de partij voor een dunrzame en gestadige ont wikkeling van het staatkundig leven der natie noodig achtte, spoedig in vervulling zou gaan. En het ministerie heeft zijn belofte gehouden. De eenige dreigende wolk was de poging veler zich uoemende „vooruitstrevenden" om veel nieuws en goeds tegen te houden. Dat herinnert den schrijver aan de af scheiding van ds beer en Pyttersen c. s. van de Borgesius Club. Die afgescheidenen brengt hij een eeresaluut »met hen valt te werken". De heer d'Aulnis lioopt dat de anderen zullen volgen, en dat dö on gelukkige oorlogsverklaring, in het twee ledig program urgent en nieturgent der Liberale Unie uitgesproken, bij nader beraad ter zijde zal worden gelegd. Is er een stellig verschil in staatkundige wen- schen, latendan die anderen een nieuwe partij vormen omder een nieuwen naam. Doch geen ste khoudende grond bestaat voor verdeeldheid, zoo deze enk< 1 rust op beschuldigingen en grieven ter zake van het verleden. Hierop kan de partij met eere terugzien.. Zij heeft getoond uitne mende waarborgen aan te bieden dat in Nederland goed wordt geregeerd. Dan gaat de schrijver de wording der verdeeldheid na. De geschiedenis der Li berale Unie gaf hem den door vrees voor een, hoofzakehjk te Amsterdam, ontwakend radicalisme, en dat men gepoogd heeft het Andere bezigheden en hoogere belangen hielden hem onledig Hij kwam geregeld ter kerk, maar werd op geen vroom ge zeischap meer gezien. Gaarne sprak hij over de godsdienst, doch zelden anders dan met Reinhoff. Dei armen wel te doen al was het niet al tjjd nog naar zijn vermogen werd hem eene behoefte. Maar al begonnen zijne enkels ook eiken dag steviger te staan op den nieuwen weg, dien hij ingeslagen had, toch was hij er nog verre af, van die kalmer rust te ge nieten die de ware Christen alleen mag smaken. De gedachte aan het jegens We meltien gepleegde onrecht bleef hem on ophoudelijk pijnig n en wekte te gelijk de herinnering op aan zijne Ratste ontmoeting met Peete. En s honk het vurig gebed hem ook bij wijlen verademing, toch bleef de worm der zelfbeschuldiging aan zijn hart knagen. Wel had hij veel van zijne vroegere ongezelligheid en stroeven omgang afge legd wel was hij meer openhartig ge word n jegens hen, die hij vroeger min achting had toegedragen, of om deze of gens reden getracht had te vermijden, maar hij miste nog steeds de klacht om hun zijn geheel vertrouwen te schenken, door hun datgene te openbaren, wat hij vruchteloos voor Reinhoffs doordringend oog poogde te verbergen. Eerst lang nadat Wouter en de zijnen meesier te blijven door zich in de voor hoede daarvan te plaatsen. De leiders der Unie verloren de eigen troepen uit het oog. Bij de nieuwe bondgenooten was grove teleurstelling hun deel. De Liberale Unie was opgericht in 1885 om door alle geoorloofde middelen van voorlichting en samenwerking de toe passing der liberale beginselen te bevor deren. Uit de openingsrede van den voorzit ter, mr. Van Hamel, bleek, dat er geen door het bestuur klaar gemaakt program zou worden voorgelegd, te bekrachtigen door meerderheid tegen minderheid, 't geen .een ijdel werk" zou zjjn, „dat niet een maal zou opleveren »wat zjj, die er naar verlangen, zich voorstellende splitsing der liberale partij in twee scherp getee- kende deelen. Men herinnere zich slechts wat bekende liberalen over de onderschei den vraagstukken denken om te weten dat dezelfde personen vour de eene quaestie in de eene groep zouden staan, voor de andere naai eene andere groep zouden moeten worden verplaatst"... De Unie, haai naam getuigt het, is bestemd tot ver eenigen, niet tot verdoelen. Eerst publiceerde zij een nota ten be hoeve van kiesrechtuitbreiding, hervorming van belastingen, tempering van den school strijd, sociale wetgeving. En voor de verkiezingen van Maart 1888 trad zij op met het program, door de vergadering van 25 Februari tot manifest veiheven, dat de grondslag is geworden van de staat kunde der partij tot heden toe. Uit dit manifest big kt, dat reeds toen hnel de partij, voor zoover de Unie haar orgaan was, actieve sociale politiek voor stond, hervorming van belastingen en uit- uit Drenthe huiswaarts gekeerd waren, opende hjj voor Reinhoff zijn hart. »Ik had wel half in de rekening, do miné," sprak hg een vorsohenden blik op dezeD werpende, »om een maak (testa ment) te doen." »Welnu," sprak Reinhoff phlegmatiek, ,doe dat." »Ja, maar, doomnij, kiek, ik weet haast niet aan wie 'k mien goed zal maken." doomnjj weet na bloed*) heb ik niet Niet?" sprak Reinhoff op vragenden toon, terwijl hij zijne blikken zoo vol uit drukking op den spreker vestigde, dat deze de zijnen nedersloeg. Terwijl Alfing eenige kribbelt (doornen) van den grond opraapte op eene wijze, die van zijne verlegenheid getuigde, hernam hij met iets bevends cn haperends in zgne stem >Wist ik slechts of die eene nog leefde dan „Die eene, of die twee Alle beide, doomnij," antwoordde Al fing zacht. „Welnu, dan kan ik u zeggen, dat bei den leven, en »0, doomnij, wat zeg ie o, waar zint ze »Dat mag ik u voor als nog niet zeg gan doch beiden zijn voor zoo ver ik weet d. i. Geene hem na in den bloede be staande vrienden. breiding van het kiesrecht op breederen grondslag. H'ermee werd bjj art. 80 der grondwet bedoeld uitbreiding tot de grens, die een gezeten werkman van den proletariër scheidt. Over de noodzakelijkheid om die grens te trekken waren zelfs de leden, die in later dagen elkanders bestrijders zouden worden, het eens. En de radicale partjj, die alge meen stemrecht wenschte, drong dan ook op een nieuwe grondwetsherziening aan, die in 1891 moest plaats hebben. Het uittreden der radicalen was voor het Unie- bestuur geen aanleiding om zijn circulaire te wijzigen. Wie zou destijds hebben dnrven voor- jpellen, vraagt de schrijver dat binnen drie jaren datzelfde bestuur, met woorden, welke nagenoeg letterlijk aan het manifest van Amsterdam waren ontleend, het Algemeen Stemrecht zou vooistellen zonder herziening der Grondwet, dat dus het bestuur ten aanzien der quaestie, waarin de basis der politiek is gelegen (1), zelfs de stoutste wenschen der radicalen zou overtreffen? De uitslag der algemeene verkiezingen in 1888 was een nedeilaag voor de libe rale partij, die windstilte bracht in de Unie. Op 5 Maart 1891 verraste het bestuur de natie plotseling met het concept van een manifest, uitermate uitvoerig over allerlei onderdeelen van staatsbeleid, en »allereerst een nieuwe kieswet eischende, tot invoe ring feitelijk van het algemeene stemrecht". Aanvankelijk meende de schrijver, dat het Uniebest uur door een wat al te toegefelijke houding trachtte de Amsterdamsche radi calen te werven als bondgenooten bjj het groote liberale leger. Maar later is ge- gezond en gelukkig." »Dan ban alles nog weêr in order ko men," nep Alfing plotseling uit. »raits doomnjj ons wil helpen." „Wat ik kan wil ik gaarne, even wel 'k Zal doomnjj zeggen hoe 'k er over docht 'k Heb er altied spiet van bad, dat 'k Wemeltien beb laten loopen 'k bad nooit naar oome Wessel en Peete muten beuren evenswal 'k heb 't daon en doe ik 't daon bad en trouwd was, v ol ik 't an Je k^gte-zetten. maor 't gung neet. Je hebt ^verkeeM daoD, reup mien hart, of zol 'tlBien gajjfeten west hebben, maor 't dut M ook n»t to; 'kEad van 't eerste beguiraf gq(Frust 'meéï en toe- vei dans (van lie verb de) wuir bei Slimmer, 'k Heb daogen en nachten west, doomng, dat 'k docht, laot mi in de put springen, en menigmaol heb ik op 't andtien staon maoi 't nooit durven waogen Had ik mi maor wat meer an doomng holden en mi neet zoo mit Leffert ofgeven, 'i had ia oo goed west. Doe ooze Fenna slurf was ik puur dol in den kop, 'k wol graag bidden, maor kun neet. En doe oos jon- gieu nut de tied raakte was 'k neet min der dolzinnig, alhoewel 'k doe docht dat het zoo wezen mus de vluuk van 't olde wief lag er op. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1897 | | pagina 1