UWUUIIÜJ
Beetwortelcontract 1897.
1097.
Zaterdag 27 Februari 1897.
12' Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
A X L.
Ruiteiiland.
FEUILLETON
Voor honderd jaren.
Éen drentsch verhaal.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor Bklgiï 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Brusselsche Soir meldt, dat, als de
kamer den ouden tekst van de wet Core-
mans-De Vrienat herstelt, de senaat
het ontwerp zal laten waar het is en
niet aan de orde stellen. Er zijn, zoo
verneemt men bij deze gelegenheid, nog
ontwerpen welke al 40 jaar op afdoening
wachten.
De prins van Wales gaat voort door
zijn aanwezigheid in de zaal, waar de
er.quete-commissie vergadert, een beetje
invloed te oefenen op het oordeel over de
directie van de Ch. Cy. Op de derde zit
ting heeft hij Rhodes in een nieuwe ge
daante gezienlucntiger en onbeschaam
der. Veel nieuws lekte niet uit. Ook nu
stelde hij den inval van Jameson weer
gelijk met den tocht der Grieken naar
Kreta.
Labouchère was zoo ondeugend Rhodes
te vragen of er op Kreta ook goudmijnen
zijn een vraag welke de Rhodesianen
zeer verbitterde.
Tot dusver wisten wij niet, dat de
Transvalers de uitlanders bij duizenden
hadden vermoord en hun dorpen hadden
verbrand, en evenmin wisten wij, dat
Rhodes souverein vorst was van bet oor
spronkelijke vaderland der uitlanders
De Noorsche Odelsthing nam een wet
aan waarbij hel allen werkgevers, op
poene van gevangenisstraf, wordt verbo
den, door bedreiging met ontslag, ver
mindering van verdiensten, of andere
maatregelen, in te grijpen in het optreden
van hun ondergeschikten op slaat kundig
gebied, of deelneming aan het vereeni-
gingsleven buiten den arbeidstijd.
Met belangstelling zal men zeker tege
moet zien naar bijzonderheden over de
wijze, waarop dit beginsel in een wet is
uitgewerkt.
Nathalie is weer te Belgrado aange
komen. Men beschouwt haar komst als
een waarborg tegen alle plannen, welke
Milan met het oog op den toestand in
het Oosten mocht hebben.
De Turksche diplomatie is de Euiopee-
sche weer eens te slim af geweest. Nau
welijks was bekend, dat er verschil
bestond tusschen de mogendheden, of de
Turksche minister van buiteniandsche
zaken ging naar de ambassadeurs om te
vragen wat de heeren nu eigenlijk wilden:
de Porte verkeert in het onzekere wat
op het oogenblik te doen.
Volgens de Temps kreeg Tewfik pacha
ten antwoord, dat de sultan zelf moest
weten wat hem te doen staatDat heeft
Abdoel Hamid nog nooit gehoord.
Gisteren namiddag hield dhr Vorster
man van den Oijen van Aardenburg in
het hotel ,,Het gulden Vlies" alhier eene
voordracht betreffende den verbouw van
beetwortelen voor do campagne 1897,
als een gevolg van de door de gezamen
lijke fabrikanten gestelde voorwaarden in
hunne contracten.
Nadat dhr P. van Hoeve dhr Vorster
man met een enkel woord had ingeleid
en dhr Vorsterman verzocht had gedu
rende de rede niet te rooken werd de
aandacht verzocht van alle aanwezigen,
waaraan dan ook welwillend werd vol
daan.
Dhr Vorsterman Met het doel, waar
om ik hier gekomen ben, behoef ik u
niet meer bekend te maken, dat is ge
noeg uit de verspreide circulaires bekend.
Toch zou men mij kunnen vragen, waar
om niet eerder zulk eene vergadering
gehouden, en het antwoord daarop is:
omdat we niet wisten, wat de fabrikan
ten wilden, en ook kunnen we niet te
overhaast te werk gaan.
Ik dacht eerst dat de fabrikanten zou
den beginnen om voor f9.— te contrac
teeren," maar jawel, ze kwamen met
f 8,50 voor den dag, wat ik wist uit een
contract, dat ik ter inzage kreeg van een
goed vrind, met het verzoek om alle
landbouwers in Zeeuwsch-Vlaanderen op
te roepen, ten einde wijziging in die
contracten te verkrijgen.
Het staat vastde onderlinge fabri
kanten hebben een zekere macht, bezit
ten een enorm kapitaal, en nu is er maar
éen middel om dat kapitaal renteloos te
maken, en dat is eene groote werkstaking.
Wij moeten zeggen als bietenverboüwers,
dat we geen bieten zullen verbouwen
dan onder door ons gestelde voorwaarden.
Dat de fabrikant veel verdienen w:l
dat is zijn zaak, maar dat de boeren den
fabrikanten het vel over de ooren willen
halen, dat zal hun ook niet kwalijk ge
nomen worden.
Het eenige middel is nu om uitdrukkelijk
te zeggen Wij verbouwen geen beeten
onder die voorwaarden, welke de fabrikant
nu stelt. A
En nu moet dat niet één boer ot 10
boeren zeggen, want dat geeft niets, neen
dat moeten allen zeggen ook in alle
streken van ons land, want niet alleen
de boer heett voordeel bij de bietencul
tuur, maar de geheele maatschappij drijft
er op, ambachtslui, arbeiders enz.
Het leelijkste wat in de contracten
voorkomt is het verbieden van het wegen
op de fairbank. Wel mag gewogen
worden op de tairbank aan de fabriek en
van de overige beeten, die niet direct
aan de fabriek worden geleverd, wordt
het bruto gewicht vastgesteld door de
kleine bascule. Zoo ook met de fabriek
van La Ruche te Geut. Deze staat wel
toe de beeten te doen wegen op hunne
eigen weegbruggen en die van den tram
weg. De kleine bascule is daarevtnwel
afgeschaft. In Aardenburg en Schoondijke
mag niet worden gewogen,
Bespreking der voorwaarden. Spreker
geeft lezing van de conditiën, die gesteld
zijn door de landbouwers te Oostburg.
Deze luiden
De ondergeteekenden, domicilie kiezende
te Oostburg verbinden zich hoofdzakelijk
a. geen suikerbieten te teelen
b. geen land voor beeten te verpach
ten, dan tegen den prijs, die bij onder
linge overeenkomst bepaald is op ƒ9.—
per 100C KG. netto en onder de voor
waarden, waarop in vorige jaren tot 1896
door fabrikanten steeds gecontracteerd is.
Deze verbintenis wordt aangegaan voor
het jaar 1897 en vervalt, wanneer zich
vóór 7 Maart e.k. niet zooveel eigenaars
of pachters hebben "aangesloten, dat het
aantal H.A. tot minstens 10.000 komt.
Zij die van een ot meer dier voor
waarden afwijken, verbinden zich tot be
taling eener boete van 25.—per gemet
dat door hem met beeten bezaaid wordt
ot dat zij voor beetencultuur aan anderen
57
Terwijl Maria dit met een aanminnig
een weinig schalksch lachje zeide en Rein-
hoffs blikken de hare ontmoetten, sprak
de leeraar, zich tot zijnen gast wendende
»Niet alle haren zijn als de onze grijs
geworden."
»Neen, velen werden het van verdriet,
hernam Wouter; „ik ken voorbeelden,
die
»Ja, ik kan," viel Reinhoff m,»u hier
ook iemand aanvijzen, dien ge bijna niet
meer zoudt kennen van wege zijne grijsheid
en uitwendig verval, beiden door kommer
en verdriet veroorzaakt."
Waarschijnlijk doelt gij op Wemeltiens
verleider o, zeg mij hoe gaat het hem
„Hij gelijkt een zeventigjarigen grijsaard,
die" bij wijlen geheel wezenloos schijnt."
Ik heb een innig medelijden met hem,"
sprak Maria»verbeeld u, hij heeft al
zijne kinderen verloren.
»Dat heeft Reinhoff mij geschreven, en
ik beklaag hem zeer, hoewel hij
»Och, lieve Wouter, val hem niet hard
meer." voer Maria voort»ik weet, hij
heett ten opzigte van Wemeltien zeer
verkeerd gehandeld, maar, o! naar den
mensch gesproken, heeft hi] er ook reeds
zwaar voor geboet, en nog is de kastijdende
hand niet boven zi]n hoofd weggenomen."
»Hoe dan
Ach, zijne vrouw is krank en zal waar
schijnlijk niet lang meer leven zij heeft
den dood van 't haar laatst overgebleven
kindje, zich zoo hevig aangetrokken, dat
zij van stonden aan begonnen is te kwjjoen.
»Zij heeft de tering," hernam Reinhoff;
gister beu ik nog bij haar geweest en
toen heeft zij mij niet onduidelijk te ken
nen gegeven, dat zij gevoelde eerlang te
moeten sterven."
»En was haar man daar bij tegenwoor
„Lichamelijk ja, doch of lip het met
zijne gedachten was, betwijfel ik wel suf
en als verstompt zat hij in een hoek de
kamer."
»Die arme man."
Ja, ik vrees het ergste voor hem,
vervolgde Reinhoff; »is de slag, die hem
schijnt te wachten, daar, o, dan zal liij
zich der wanhoop welligt in de aimen
werpen, want hij mist den eenigen stal,
waarmede hij zijn door rampen gebogen
lichaam zou kunnen steunen, den stal der
godsdienst; de netstok, dien hij daarvoor
houdt, zal zijne hand doorboren.'
Hoe ongelukkig 1" riep heel Wouter.
De kinderen kwamen binnen dartelen
en het gesprek nam een einde.
„Daar komt ook nog een oude kennis
van u aan," sprak Reinhoff op eene wande
ling, welke hij met Wouter naar Dalen
deed.
_,Wie is het?" vroeg Wouter »ik her
inner hem mij niet meer."
Meester Berend Jan Tabing.
Ah meester notoor, ja, nu zie ik het
ook."
Inmiddels was Tabing de beide heeren
genaderd, die hij met een deftigen zwier
groette, waarna Wouter hem hunne vroe
gere kennismaking herinnerde.
t Wel ja, dat is immers waar ook,"
antwoordde Tabing „nu herinner ik mij
alles weêr, 't was toen met dat geval
ei, ei, is manheer dat, en waar woont
manheer nu, en wat doet manheer voor
de kost, en blijft manheer hier wat.
Nadat Wouter deze en meer dergelijke
vragen, allen getuigende van des meesters
steeds bestaande nieuwsgierigheid, beant
woord had, vroeg hij wederkeerig
»En zijt gij nog altijd hier in de buurt
onderwijzer
»Neen ik," antwoordde Tabing, »ik heb,
notoor, mijn tijd gehadde nieuwe wet
op 't onderwijs maakte het mij veel te
lastig, ik kan'mij aan al die nieuwigheden
niet wennen Had ik in 't oude spoor
kunnen blijven voortgaan, ik was, notoor,
onderwijzer der jeugd gebleven, want ik
had er seni voor; maai u 't groote liane
boek en de »koetong" 45) voor nieuwei
»spul plaats moesten maken, heb ik er
voor bedankt maai' 't zal te bezien
staan of het nu veel beter zal worden.
.Gjj leeft dus nu stilletjes van uwe
renten
»Dat gaat hier zoo gemakkelijk niet,
manheer. Neen, ik ben nu geheel en al
boer en heb eene plaats van neve Willem
Alfing gekocht 't wondert mij dat
dominé u dat niet reeds veihaald heeft."
En nu juist aan Tabings woning genaderd
zijnde, noodigde hij de béide heeren om eens
»op te stikken" en zijne boerderij in oogen-
schouw te nemen.
Dat willen we liever later doen," sprak
Reinhoff; „wij zijn op weg naar Santhorst
en hebben alzoo onzen Ujd hoog noodig.
Met zichtbare vreugde zag Wouter het
zoo viiendelijk gelegen Santhorst weder,
en vond er voor hel uitwendige nog mets
aan veranderd. Ook toen hij er binnen
trad, vond hij daar nog veel als vroeger.
Ot o Weeninck was nog altijd de zeltdo
bedaarde, hartelijke vriend, die hij steeds
geweest was. Nog altijd ongehuwd, leelde
hij alleen voor zijn beroep en letterkundige
studiën. Den armen wel ie doen bleef
zijn lust, en had bij in de laatste jaren
zich meer toegelegd op het ontginnen van
gronden en het verbeteien zijner landerijen,
zoo was dit meer gebeurd om den eij
veren daglooner work te verschafte! dan
wel om aan eene bepaAft» neiging v-ior
den landbouw te voldoen.
De heer van Wijdenés liet :n het geheele
huis geen enkel plekje onbezocht. Ook
den tuin doorkruiste hij in alle ngtiugen,