IV». 1092. Woensdag 10 Februari 1897. 12' Jaarg, Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen F. DIELEMAN, KIESWET. FEUILLETON Voor honderd jaren. Een drentsch verhaal. AXELSCHE Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor Bblgié 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Men denke er om15 Februari wordt de termiju voor de aanvrage van het kiesrecht en daarmee de gelegenheid om nog dit jaar op de kiezerslijst te worden geplaatst, voor goed gesloten. Op elk gemeentehuis zijn formulieren voor aanvrage om kiezer te worden koste loos verkrijgbaar. De Burgemeester der gemeente Axel Gelet op de artt. 11, 12 en 13 der Kieswet van 7 September 1896 (Stbl. no. 154.) Noodigt de mannelijke inwoners dezer gemeente uit, om zoo zij in eene andere gemeente over het volle laatstverloopen dienstjaar in eene der Rijks directe be lastingeii zijn aangeslagen, wat de grond belasting betreft in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen, tot een bedrag van ten minste één gulden, daar van door overlegging der, overeenkomstig het bepaalde bij art. 1 o der Kieswet, voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór deu 15 Februari a.s. te doen blijken. Nog worden de mannelijke inwoners, die op grond vata het bepaalde bij het derde lid van art. 2 der wet aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór den 15 Februari a.s. aan gifte te doen, evenals de mannelijke inwoners die krachtens art. 1 b der wet meenen aanspraak te kunnen maken. Krachlens ürt. 1 a worden in 1897 allééu ambtshalve op de Kiezerslijst ge plaatst zjj, die zijn aangeslagen in de grondbelasting (voor een bedrag van ten minste een gulden) over het dienstjaar 1896 in de vermogens- of in de bedrijfs belasting over het dienstjaar 1 Mei 1895 1 Mei 1896 voorts krachtens art. 163 zij, die zijn aangeslagen in de pursoneele belasting over het dienstjaar 1 Mei 1895 1 Mei 1896 een en ander, mits het ter dier zake verschuldigde tijdig zij voldaan. De formulieren tot het doen van aan gifte zijn kosteloos verkrijgbaar ter ge meentesecretarie. Axel, den 3 Februari 1897. De Burgemeester voornoemd D. J. OGGEL. 54 »En gemakkelijker een ander te .zien helpen, dan zelf eene band uit tesleken," grauwde Koolttra hem toe. »'t Wondert mij,'dat jy je zoo uitgesloofd hebt," sprak een ander; kerel, 't was niet zonder gevaar wat je deed hu, ik »gries" er nog van, en anders ben je met Willem toch zoo groot niet." »Als er nood is, wie vraagt dan naar de personen, die zeiven of wier goed in gevaar is," hernam Koolstra het zweet van zijn gloeiend gelaat regende De omstanders zwegen beschaamd. »Hoe of de brand aangekomen is „Ja, wie zal dat zeggen." »'k Zou deuken, dat het met opzet ge beurd is," sprak Lute Peters. »Op grond waarvan vroeg Reinhoff, die het groepje ongemei kt genaderd De toer, tot wien die vraag gericht, was, aarzelde te antwoorden, 't Was hem aan te zien. dat hij er spjjt van had, zoo teeder eene snaar aangeroerd te hebben Daar aller oogen intusscben op hem ge vestigd waren en niemand een woord uitte zeide hy itiiiteul ind. Zeer ernstige tijdingen zijn van Kreta ontvangen. Wel komen deze alle over Athene, dus uit zeer partijdige bron Maar er is helaas geen reden meer om te twij felen, of er heeft weer een van die schan delijke moord- en brandpartyen plaats gehad, welke zoo vele deelen van het Turksche rijk tot een hel maken. Donderdag is er in de straten der hoofd stad ernstig g-vochten. De Mohammedanen hebhen de Christenen aangevallen en hun woningen in brand gestoken. Het vuur breidde zich snel uit en bedreigde bij het afzenden van de laatste berichten h-t paleis van den Griekschen aartsbisschop. De Turksche troepen schaarden zich aan de zijde der aanvallers en openden een vuur op de Christenen De paniek was groot en velen zochten een toevlucht in de con sulaten. Deze waren aanvankelijk verlaten door de consuls, die juist te Haleppa ver toefden. Maar de vertegenwoordigers der Mogendheden kwamen over zee terug en namen allen in hun bescherming. •Och, dominé, ik was daar wat »ral (gauw) met den mondmaar my dacht het zoo, want daar is geen onwer aan de lucht geweest en daar is, zoa 'k denken ook niets anders dat er er aanleiding toe gegeven beeft." Toen Reinhoff eenige oogenblikken later naar huis wandelde, volgde Lute Peters hem „Dominé," zeide hy, den ieeraar op zijde tredende, »'kzal 't dominé in vertrouwen zeggen wat ik ei van weetik durfde daar zoo aanstonds niet doen, want ik be bang om voor de »bauk" ('t gerecht) te komen." „En wat weet gy dan, Peteis." »Houd het voor je zelt, dominé, wan ik bon bang voor ongemak »Nu »Snieder Rieks heeft aan Olf Segers verteld, dat toen men de achterdeur wilde openen om nog wat te redden, er een hoop verbrande lappen even als tonder onder dak weggevallen was, en dat er by d achterdeur een stok gevonden moet zijn met een lederen handvatsel, omwonden met koperdraad. „En waar is die stok gebleven »!)at weet ik niet; maar 't vuurslag, dat er dicht bij op den grond gevonden is, heeft Olf, naar 't zeggen van Rieks, meegenomen." »Ik dank u, Peters, nu weet ik ge noeg „Ja, maar dominé moet het vooral niet Ook de vreemde ooi logsschepen, van waar men den brand van Kanea waarnam, hebben vele vluchtelingen opgenomen en naar Milo doen overbrengen. Het geweervuur hield den ganschen dag en den daaropvolgenden nacht aan; eerst Vrijdagochtend te zeven uur hield het op. Juist den vorigen dag hadden de mo gendheden hun eskaders in de wateren van Kreta versterkt, terwijl de Por te had last gegeven 2000 man soldaten te zenden, daar de gouverneur geen voldoende macht had. In deze berichten worden, gelijk van de Grieken te verwachten is, de Christenen als arme slachtoffers van Turksch gewpld voorgesteld. Een Woensdag uit andere bron verzonden belicht geeft echter een verklaring van den aanval, welke er op wijst dat de Christenen allerminst zulke lammetjes zijn. Gewapende benden Chris tenen, van naar schatting 3000 man, waren in de omstreken van Kanea. Zij hadden het Mohammedaansche dorpje Taratro aan gevallen en verbrand, uit weerwraak over bet in de asch leggen van Galata. BeDden Mahomedanen trokken daarop Woensdag uit Kanea en verbrandden de dorpen Moer nies en Teikalaria ten deele. In het geheel waren in de laatste dagen zes dorpen in vlammen opgegaan. De vraag wie in deze de meeste schuld heeft, doet echter minder ter zake, daar de eerste woelingen uitgingen van do Mo hammedanen, die door de Turksche overheid tegen de hervormingen waren opgezet. Zelfs de Konstantinopelsche correspon dent van de Temps seint, dat de mede plichtigheid der Tu, ken bewezen is. Mah moed Djelaleddiua, de oud-gouverneur van het eiland zou de voornaamste aanstoker van de ongeregeldheden zijn. De te Kon- stantinopel geattacheerde Fransche en Russische kolonels zijn naar Kreta ver trokken De bevelhebbers der Europeesche eskaders hebben een groote vrijheid van handelen gekregen. De jongste berichten over de gebeurte nissen te Kanea maakten te Athene na tuurlijk een geweldigen indruk en wekten groote opgewondenheid. Delyannis deed in de kamer mededeeling van den toestand, en verklaarde, onder luide uitingen van geestdrift, dat drie oorlogsschepen naar Kreta worden gezonden om de Grieksche onderdanen te beschermen. De minister president verklaarde verder dat de regeering hoop heeft dat de mogend heden de moeilijkheden zullen overwinnen, welke aan de invoering van de hervormin gen in den weg staan. Mocht die hoop niet verwezenlijkt worden, dan zou de zaak een ander aanzien krijgen en zou een nieuwe toestand intreden. Daarover nu te beslissen ware voorbarig; zoo noodig zal de kamer geroepen worden zich over de te volgen politiek uit te spreken. Bijna de geheele Christenwyk van Kanea staat in orand. Toen de bewoners de vlucht namen, om te trachten zich op de vreemde oorlog schepen te bergen, werden zy door de Mohammedanen aangevallen, met het ge volg dat 300 Christenen werden gedood en velen gewond. Het aantal vluchtelingen, dat door een Italiaansch oorlogsschip naar Milo is ge bracht, bedraagt 750. De Fransche oorlogsschepen hebben troe pen aan wal gezet, die de katholieke kerk en de scholen beschermen. >m een ander zeggen.'' »Dat moet ik wel, Peters; de Scholte moet het onverwyld weten." „Mag 'k u bidden, dominé, doe dat niet »Wat men heden bij Alfing heeft durven doen, kan morgen bij u of mij gebeuren en daarom dient zulk een gruwelijk mis drijf zoo veel mogelijk te keer gegaan en gestraft te worden. Reinhoff had de zwakke zijde des land mans getroffen. „Ja, dat 's ook waar, zeide hy morgen konden ze 't bij mij eens in den brand steken evenwel, als 't kon, moest dominé mijn nuara er bniten laten'-' »Wij zullen zien, Peters." Reinhotf keerde in zyne woning terug maar hoe was daar alles plotseling ver anderd. Waar nog voor weinige uren niets dan orde en netheid was op te merken, heerschte thans eene volslagene wanorde. Yan de voorkamer tot in de kóuken en schuur was alles in beweging. Alle uit den brand geredde goe,deren had men naar de pastorie gebracht en naar gelang hunner waarde hier en elders neder gezet. Alflngs dienstboden waren even als hnnne meesteresse in de pastorie opgeno men en terwijl de eeisten de laatste ge durig kwamen vragen, hoe met dit of dal te moeten handelen, werd Grietje en haar kind met de uiterste zorgvuldigheid door Maria en baren echtgenoot verzorgd. Maria had een legertje voor den kleine opgeslagen en na de wonden van het jongake verbonden te hebben, het daarop neergelegd. Hoewel het kind spoedig insluimerde, was zijn slaap evenwel onrustig, terwijl een aanhoudend gekreun te kennen gaf, hoe pijnlijk het zich gevoelde. Hoe menschkundig de pogingen ook waren die Reinhoff aanwendde om Grietje tot bedaren te brengen en als aan haar zelve terug te geven, bleet zij nochtans eene onverschilligheid aar. den dag leggen die schier aan wezenloosheid grensde. Eene krachtiger stem dan die der rede en godsdiensl en roerender klanken dan die des gevoels en medelijdeus schenen er noodig om haar uit dien toestand te wekken. Weldra werden die krachtiger stemmen en klanken vernomen, toen Koolstra eu Hilbert de uit den brand geredde geldzakken naai de pastorie brachten en ze in de huishoud kamer nederlegden. Zoodra Grietje het gerammel der scliy- ven hoorde, begonnen hare oogen lang zamerhand weder te flikkeren, en Imre tong, als ontboeid, begon eensklaps vaar dig te worden om te spreken. En als zij nu bet verslag der beide mannen met aan dacht aangehoord had en menigen uitroep en vraag daar tusschen had geworpen, riep zy des leeraars hulp in om de geredde schatten te bergen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1897 | | pagina 1