No. 1088.
Woensdag 27 Januari 1897.
12e Jaarg1.
Nieuws- en Advertentieblad
00 J voor Zeeuwse h - Vlaanderen
F. DIELEMAN,
Rnitenl ïnd.
FEUILLETON
Voor honderd jaren
Een drentscb verhaal.
AXELSMIG
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor Bislgië 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van ltot 4 regels 25 oent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Nog sterker dan Dinsdag bleek Dond t-
dag in de Fransche kamer d« weerzin om
de suikernijverheid ten doode op te schrijven,
door beperking van haar debiet. En een
zeer krachtige strooming ten gunste van
de geh^ele vrijlating van deze nijverheid
vertoonde zich. Ongelukkig is de suiker
belasting een der kurken, waarop het
Fransche belastingstelsel drijft, zoodal
ernstige bezwaren in den weg staan aan
het streven naar dit ideaal.
Ribot heeft in zijn reeds kortelijk ver
melde rede nog in het licht gesteld, dat
het voorgestelde ontwerp een maatregel
van 's lands verdediging ismen mag,
naar hjj betoogde, de zaak daarom niet
bezien uit een fiscaal, een politiek of een
commercieel oogpunt, Frankrijk is aange
vallen, het moet zich verdedigen.
Maar zoo werd gevraagd hoe
dan als Duitschland, als antwoord op de
verhooging der Fransche premie, weer
meer gaat geven
De Fransche kamer heeft Vrijdag de
algemeens beraadslaging over de suikerwet
ten einde gebracht. Ook nu wa» schering
en in®lag de noodzakelijkheid zich te ver
dedigen tegen Duit®chlands pogen om de
wereldmarkt voor zijn nijverheid te ver
overen.
Meline berekende, dat de prjjsverhooging
der geconsumeerde suiker maar 25 centi
mes per hoofd en per jaar zou bedragen
hij drong op aanneming van het ontwerp
aan, wijl dit de Fransche nijverheid ver
dedigt, en de regeering wapent tegen den
tijd dat de internationale conferentie
bijeenkomt.
De afloop van het dynamiet-proces heeft
50
»Zie me dien kleinen guit eens aan,'
sprak hjj, „hij steekt mij zoo waar zijne
mollige armpjes reeds toe.'
Maria glimlachte, zoo als eene gelukkige
vrouw en moeder dat alleen kan doen.
»Hij geljjkt u reeds op en uit," zeide
«j
»Wel zeker," schertste bij, »alsof hij
moeders neus en oogen niet had."
»En dat voorhoofdje en die mond dan
vroeg ze schalks.
Moeder weet er niets van mijnjongske,
hernam Reinhoff, en den kleine van Maria s
schoot nemende, sprong hij er de kamer
mede rond. De kleine kraaide het uit
van pret.
»Och, hij zal koud woiden geef hem
mjj terug," riep Maria.
>Hjj wil niet bjj u zijn,'' schertste Rein
hoff. »Zie maar hoe hjj mij vasthoudt, hp
denkt in 't geheel niet aan uhjj is pa's
jongen alleen niet waar, mjjr
Ventje
Daar ging de deur van 't vertreK open
en het genot der gelukkige ouders werd
verstoord.
een voor de overheid zeer ongunstigen
indruk gemaakt. Men begint nu eenigs-
zins te gclooven, dat het wel waar kan
zijn, dat de poli ie m er van de zaak wist,
een beschuldiging zóó afg-zaagd. dit het
bijna niet der moeite waard zou zijn haar
te herhalen.
Maar na de schandalen in Duitschland
kan het niet anders, of men moet in dit
opzicht wat sceptischer worden. De Ier
Healy heeft in het Lagerhuis aangedrongen
op een onderzoek naar de houding door
de politie, vooral door die van Scotland
Yard", aangenomen in deze en anderezaken.
Er is geen dynamiet complot of er is een
politieagent in betrokken.
Davitt viel de iOgeering aan, wijl zij
de te Rotterdam gearresteerden niet had
opgevraagd, hoewel onze regeering tot de
uitlevering bereid was. Maai Ridley, de
Secretaris voor binnenlandsche zaken, ont
kende dat, daar de bestaande verdragen
geen grond voor uitlevering gaven.
Davitt vroeg daarop of de uitl-vering
niet was gevraagd. Zeker, luidde het
antwoord, maar bij nader onderzoek bleek
dat men geen recht had op uitlevering
aan te dringen
De Berlijnsche gemeenteraad gaf Vrijdag
een stormachtig tooneel ten aanschouwe,
toen een voorstel aan de orde kwam om
20.000 M. beschikbaar te stellen, om
100,000 schoolkinderen op 22 Maart een
exemplaar van een levensbeschrijving van
keiz-r Wilhelm I te geven. De socialist >n
protesteerden tegen alle personen-vergoding
en noemden de bedoelde levensbeschrijving
een met de geschiedenis sti jjdende lofrede.
Eeu der socialisten zeide dat een keizer,
die de socialistenwet hal bekrachtigd, geen
aanspraak had op de erkentelijkheid van
het Berlijnsche proletariaat. Het crediet
is toegestaan.
Groote onrust bij de Duitsche conser
vatieven en nationaal liberalen.
Na een langdurige, geheime voorbereiding
heeft het spoorwegpersoneel een grooten
bond gevormd, welker bestaan geheel on
verwacht bekend is geworden. Vooral de
door Bismarck geïnspireerde bladen wijzen
op het groote gevaar, dat zulk een organisa
tie kan medebrengen, vooial in tijd van
oorlog.
Frankrijk heeft zich door een bijzondere
wet tegen zulk een gevaar gewapend, maar
Duitschland nog niet, zoodat elk ingrijpen
der regeering onmogelijk is.
Van verschillende zijden wordt op maat
regelen aangedrongen, een streven, dat bij
de vrijzinnigen en de volkspartij spot of
ontstemming wekt.
Over den tocht naar Benin zijn thans
eenige bijzonderheden bekend, welke zeker
niet van belang zijn ontbloot. Men had
aan de Engelsche regeering verlof gevraagd
voor een militaire expeditie naar 's konings
hoofdstad, maar dit verlof was, verstandig
»Doomneer,'' sprak de dienstmeid door
de geopende deur glurende, baas Koulstra
er."
»Laat Koolstra binnen komen. Zwaantje,'
antwoordde R-intioff, terwijl hjj den kleine
eder op Maria's schoot zette en een stoel
voor Koolstra bjj den haard plaatste.
Koolstra trad binnen met eene hengsel
mand aan zjjnen arm en nam plaats, nadat
het gebruikeijjk »goe'u avond, doomneer,
goe'n avond, jufier,*) nog gezond wark,"
en >goeden avond, Koolstia, wjj zijn wel
u ook," gewisseld was.
„Ik kwam de juffer 't goed brengen,
dat ze mij besteld had en dat ik gister
mee uit Asser, bracht heb," begon Koolstra,
terwijl hij het bestellingslijstje uit den zak
haalde en zijn mandje van een aantal zakjes
met winkelwaren ontlastte.
»Ma r dat is waar ook, hernam hjj, »ik
heb voor dominé ook nog een brief in de
tasse," (zak) en na Reinhoff den blief over
handigd te hebben, ging hij weder voort
om Maria van bet uitvoeren der hem op
gedragene commissies verslag te doen.
»Gg zult mjj wel niet kwalijk nemen
Koolstra, dat ik den brief eens even
inzie
>Toch niet, dominé, ga uw gang," ant
woordde Koolstra, het hoofd even uaar den
spreker wendende.
Over 't algemeen betitelt de drentsche
landman alle dames met den naam van
juffer, al zjjn ze ook gehuwd.
genoeg, 0a
Toen besloot men, om toch zjjn doel te
bereiken, een vreedzame ongewapende
expeditie te zenden, en deze rijke geschen
ken voor den koning mede te geven.
Waarschijnlijk had de vorst gehoord van
de krjjgslustige plannen van den Engel-
schen vertegenwoordiger en de ongewapende
expeditie aangezien vooi eeu macht welke
hem kwam beoorlogen. Kort en goed,
da expeditie werd door in hinderlaag lig
gende strijders van Benin vermoord.
Er zjjn berichten van de expeditie van
de Royal Niger Company." Deze zou
de strijdmachten, welke zij tegenover zich
Maria richtte geljjktijdig hare blikken op
Reinhoff als wilde zij hem daardoor vragen
is het de verwachte
Reinhoff kmkte toestemmend en verdiepte
zich daarna geheel in de lezing van den
langen epistel.
»Da. is eeo raar geval bij Alfing," sprak
Koolslra, nadat bij met Maria afgedaan
en Reinhoff dun brief gelezen had.
Wat is dat dan, baas?"
Wel, wel, heeft dominé daar nog niets
van hoort?" vroeg Koolstra verwonderd,
„Alfing is van nacht bestolen, eu men
zegt voor meer dan vjjf duizend gulden
aan baar geld."
»Och, zou dat wel waar zjjn
»Ja, dat hg bestolen is, is maar al te
waar."
»Wel, hoe is 't mogelijk," zeide Maria
»ik meemle, dal Alfing zoo'n kwaadaardigen
hond had."
»Dat leeft hjj ook, juffer, en evenwel
heeft die hond, waar ieder bang voor was,
geen kik gegeven, en van morgen hing
hjj dood aan een appelboom in de goren
(tuin.)"
»Maai van wie hebt gjj die berichten
vroeg Reinhoff.
„Van Olf Segers, Alfings naasten buur
man, en deze had het van den bestolene
zeiven. De dieven zei hij waren
door het dak ingekomen en hadden he
geld onder de bedstee weggehaald, waar
Willem en Grietje sliepen."
>Wel, dat is brutaal," hernam Reinhoff,
verwachtte, geheel verspreid hebben gevon
den, zoodat er nog niet gevochten was.
Een later bericht meldt dat de expeditie
naar Bida is getrokken, de hoofdstad van
den te tuchtigen stam. Deze plaats ligt aan
den linkeroever van de rivier. Deze wordt
nu door kanonneerbooten bewaakt, om te
voorkomen, dat de Foulas de rivier over
steken.
Over de Benin-expeditie wordt thans
nog nader gemeld, dat men was begonnen
den koning een onderhoud ta vragen, wat
door deze geweigerd was. Nauweljjks
waren de boodschappers met dit antwoord
weer aan de kust gekomen, toen een bode
des konings verscheen met de mededeeling
dat de vorst de heeren over twee dagen
toch verwachtte. In allerjjl werden toen
maatregelen voor den tocht genomen, maar
nog was men geen 10 mjjl op weg, toen
de overrompeling plaats had. Honderden
inboorlingen met stokken, lansen en ge -
weren waren daartoe verzameld. Deze
lezing van het gebeurde verklaart het
feit dat er weinig voorzorgsmaatregelen
waren genomen.
Tusschen Engeland en Italië wordt
onderhandeld over een onverwjjlden aanval
op de Derwischen. Daar Engeland eerst
tegen hbt najaar had gerekend op een
tocht ten Zuiden van Dongola, is het
moeilijk terstond een geheele expeditie
gereed te hebbenmaar toch kunnen de
beschikbare troepen reeds vooruit rukken,
in de hoop dat de Derwischen die Kassala
of Agordat bedriegen, zullen worden terug
geroepen.
De sultans van Zanzibar sterven nog
al dikwijls tegenwoordig. Said Hamo6d,
voor vijf maanden door Engeland op zoo
ruwe wijze op den troon geplaatst, is zeer ziek.
Alfing moet net als een bezetene wezen,"
vervolgde Koolstra»hjj scheurt zich de
haren uit het hoold en roeptonophoudeljjk
dat hg een verloren man is men is
bang, dat hg stapel gek worden zal."
En heeft men ook op iemand vermoeden
vroeg de leeraar.
„Of een ander 't heeft, weet ik niet,"
antwoordde Koolstra, „maar ik heb het
wel
»Gjj, en op wien
»Wel, op wien anders dan op Leffeit."
»Baas, baas, een verstandig mensch zet
eene wacht voor zjjne lippen."
,,'k Zal 't ook aan geen ander zeggen,
dominé, want ik ben „gloeiend" bang voor
de heeren in Assen."*)
»Buiteudien
„Nu, dat is tot daar aan toe maar ik
geloof het, en de tjjd zal 't leeren of ik
't mis heb."
»Maar gjj moet toch eenigen grond voor
uw vermoeden hebben.*
„Dat heb ik ook, dominé."
„Gij zult dien grond toch niet willen
zoeken in het verschil, dat er thans tus
schen Alfing en Lettert aanhangig is, en
ten gevolge waarvan de laatste met Mei
van de plaats te Wesup moet vertrekken
„Dat wilde ik juist Domiué zal
toch weten, dat Leffert bij stnkleggings-
brief eene keuterjj in Gees gekocht heeft
„Dat heb ik gehoord.*
d. i. Voor het gerecht.