(lemengjd Xieuws.
Of zich gezamenlijk verzetten tegen
een dergelijk plan
Wij vreezen het eerste.
Dan begrijpen de beetwortelverbouwers
elders het beter.
Dat zy in de Rijnprovincie een bond
stichten, meldden wij reeds vroeger. Nu
komt eene zelfde tijding uit Boheraen.
Ook daar hebben de beetwortelverbou
wers dezer dagen eene vereeniging gesticht
met het doel bunn9 belangen te behartigen
tegenover de suikerfabrikanten. Uit elke
gemeente van Bohemen zullen een tweet-1
afgevaardigden deelnemen aan eene groote
algemeene vergadering, welke tegen einde
Januari is uitgeschreven. Inmiddels heeft
het bestuur dezer vereeniging aan alle
landbouwers in Bohemen een schrijven
gericht, om voorloopig geen beetwoitel-
contracten met de fabrikanten af tesluiien,
aangezien de prijzen van 8Utot85kreu-
zer (ongeveer 1,30 a 1,40) per 100
Kg. bieten, geen voordeel aan de ver
bouwers kunnen opleveren.
En in ons land is men tevreden met
ƒ1 1,20 per 100 Kg. M. Ct.
- Men schrijft uit Roosendaal
Binnen eenige dagen zullen de Neder-
landsche beetwortelsuikerfabrikanten te
Rotterdam vergaderen tot bespreking en
vaststelling van den prijs der beetwortelen,
benoodigd voor de volgende campagne.
Het algemeen gevoelen uit zich nu reeds
genoeg, dat in elk geval minder geld voor
de bieten zal gegeven worden dan ver
leden jaar.
In een vergadering van Belgische
beetwortelsuikerfabrikanten is besloten
dit jaar veel minder suikerbieten te con
tracteeren dan in 1896. De reden van
dit besluit is hierin gelegen, dat door de
ovei productie van suikei een te groot
aanbod ontstond op de binnenlandsche
markten van vrije suiker (dit is suiker
welke zij boven den belastingaanslag
hebbQn verkregen), waai door het de
f abri kapten niet meer mogelijk was, de
volle premie op het binnenlandsch ver
bruik te verhalen.
Groot aantal bewoners der VI Moekims
vertrokken uit Lohong naar Oleh-leh.
A T J E H.
Bij het departement van koloniën
is ontvangen het volgende telegram van
den gouverneur-generaal van Ned.-Indie
betreffende de krijgsverrichtingen in Atjeh.
Vijand had bij het geveent bij Poeding
in Lohong op 7 dezer dertig dooden en
vele gewonden.
9 dezer werd vijand van bovenloop dei
Lohong rivier verdreven, waarbij twee
fuseliers gewond werden en vijand twintig
dooden en gewonden bekwam.
hem vonden.
Ongelukkige vrouw, hoe ryk was zij aan
>eld en goed, maar, helaas, hoe arm tevens
aan huiselijk heil
Ons verhaal voert ons nogmaals naar
de pastorie te Zweelo. Sedert den dag,
aarop wij den lezer er den eersten keer
mochten binnen leiden, zijn er ruim tien
jaren verloopen.
Veel is er in dien tusschentijd ver
anderd.
Wel is zij nog het oude, sombere gebouw
van vroeger en wordt zjj nog door den
zeilden edelen leeraar bewoond, dien we
er voor jaren reeds ontmoet hebben nog
is zij een waar toevluchtsoord voor eiken
hulpbehoevende en nog eene woning des
vredes en der gastvrijheid; maar zij is
levens geworden een tempel der liefde,
-en zetel van echtelijk geluk en huiselijk
heil
De vrome, eerbiedwaardige mevrouw
Weeninck was voor een drietal jaren tot
hare vaderen verzameld geworden en had
door haar voorbeeldig ziek- en sterfbed
net zegel op haar godzalig leven gezet,
korte oogenblikken voor haar verscheiden
ad zij bare kleinkinderen benevens Reinhoff
aan hare sponde geroepen. En als nu
de/.e aan hare legerstede nednrgeknield
waren, had zjj Maria's band in die van
Reinhoff gelegd, zeggende maakt elkander
gelukkig en toen zich opgelicht hebbende
had zij hare stervende handen zegenend
over het haar dierbare drietal uitgespreid
AXEL, den 15 Januari 1897.
Van verschillende zijden is ons dezer
dagen de opmerking gemaakt, dat het
slot van het ingezonden stuk in ons vorig
nummer wel wat onbillijk luidt tegenover
hon, die rust en orde moeten bewaren.
Wij zyn het hiermede volkomen eens
en de inzender van het stuk zal ook wel
begrijpen, dat het eene onmogelijkheid is
voor de politie om iedor die zich wat luid
luchtig uitdrukt den mond te stoppen,
om eiken kwajongen die een streek uit
voert op heeterdaad te betrappen.
Zoolang de ouders niet beseffen dat het
hun plicht is zelt toezicht op hunne kin
deren te houden, zoolang bet opkomend
geslacht nog zoo weinig beschaafd en ont
wikkeld is, dat het niet inziet hoe men
doen moet om zich fatsoenlijk te gedragen,
zoolang zal er ook in den toestand geen
verandering komen.
Maar dat kan de politie niet helpen.
De groote fout schuilt hier in de wijze
van opvoeding in het huisgezin
Wij vestigen de aandacht van be
langstellenden op eene in dit nummer
voorkomende advertentie, gericht tot de
kiezers en die het wenschen te worden.
Laat ons hopen dat velen zullen gaan
booren, als zij het ten minste nog niet
weten, wat nieuws de nieuwe kieswet
in zich bevat, dan zal de spreker zeker
ruimschoots zijn moeite beloond zien
Wannoer iemaDd belangeloos moeite doet
om anderen voor te lichten, dan mag zulks
billijkheidshalve wel een weinig op prjjs
worden gesteld.
Door den weleerw. heer C. J Kapteijn
is bet beroep naar de ger. kerk A. alnier
aangenomen.
Door den trein die des namiddags
om 1,45 (spoortijd) van bier vertrekt,
is gisteren tusscben Clinge en St. Gilles
een man overreden. De ongelukkige
werd letterlijk middendoor gesneden en
was onmiddellijk een lijk. De trein stopte
en het lijk werd mee naar St. Gilles
gevoerd, vanwaar het met den volgenden
trein weer is meegenomen en ontladen
waar het ongeluk gebeurd is. De ver
ongelukte is zekere F. een ongeveer 60
jarig weduwnaar, wonende onder de ge
meente Clinge. De man, die vroeger in
»beteren doen" geweest is, was langzamer
hand aan lager wal geraakt en leurde
met zand aan de huizen. Hij leed soms
aan zwaarmoedigheid, zoodat het eigenlijk
nog zoo zeker niet is, of hier wel aan een
ongeluk moet gedacht werden.
en was met een lach des vredes op het
verheerlijkt gelaat de eeuwigheid inge
gaan
Met stillen weemoed had men over de
geliefde grootmoeder gerouwd, en zooara
nu de daaraan gewijde dagen verstreken
waren, had Maria het sombere rouwgewaad
met het bevallige bruidskleed verwisseld
en op den dag van haar huwelijk het aange
naam geiegene Santhorst vaarwel gezegd,
om de stille pastorie van Zweelo voor
haren bewoner als tot eer paradjjs te
maken.
Verplaatsen we ons eene wjjle in dat
verhipt van rein genot en vreugde.
Het is avond, en wjj vinden het gelukkige
echtpaar in de huishoudkamer bijeen.
Reinbofl heeft een opengeslagen boek voor
zich liggen, zonder er evenwel in te lezen,
zyne gade zit tegen hem over te breiden.
»Hoe zoo peinzend vraagt de laatste.
„Lieve," is het anLwoord, »ik kan maar
tot geen besluit komen ten aanzien van
het ontvangen beroep."
Dat heb 'k wel gevreesd, mijn beste.
„Kon en mocht ik enkel met mijne
wenschen te rade gaan, Maria, mijne keuze
zou met moeielijk zijn, ik zou verlangen
hier in mjjn geliefkoosd Drenthe te blijven,
maar het is hier de vraag wat is de wil
des Heeren
Maria zweeg en blikte hem liefdevol
aan
„Geef mij raad, Maria," hernam hp,
„hoe zoudt gp handelen
Dezer dagen deed een ingezetene
van 's Heer Arendskerke bij den burger
lijken stand aangifte van zijn 20ste kind,
al zijn kinieren zijn nog in leven.
Men meldt uit Haarlem
Dinsdagmiddag te 4 uur ruim zijn twee
meisjes van 16 jaar ongeveer door het
ijs op den Schotersingel gezakt, liefst in
het midden.
Dit is niet te verwonderen, want het
ijs is in dien singel nog geen 3 cM. dik,
aan een der kanten varen schuiten, en
om op, wat de liefhebbers noemen, de
baan te komen, alsook om weder op het
drage te geraken, moet een flinke aan
loop worden genomen. De beide meisjes
verdwenen in de diepte en de andere
rijders stoven uiteen.
De eerste die ter hulp schoot was Jan
Hangjas, een man die in gewone om
standigheden wordt gezegd niet wel bij
het boofd te zijn, doch nu blijk gaf zijn
zinnen goed bijeen te hebben. Bij zijn
pogingen tot redden brokkelde het ijs hoe
langer hoe meer af en bij zou zijn pogingen
met het leven hebben geboet, als niet uit
het gesticht Johannes de Deo broeder
Matheus was toegeschoten. Deze bond
zich een touw om het lijf, begaf zich op
bet ijs en te water en redde het drietal,
waarvan de meisjes reeds bewusteloos
waren.
In het gesticht werd het bewustzijn
weder opgewekt.
- In de Haagsche Sptokkelingen van
het U. D. wordt er de aandacht op
gevestigd dat jaarlijks ongeveer f 300,000
wordt uitgegeven door hen, die zich per
tram van Den Haag naar Scheveningen
of omgekeerd begeven. Met 5 pet minder
van dat vervoermiddel gebruik te maken
zou ruim voorzien worden in de kosten
van kinderkleeding voor onvermogende
scholieren, die daaraan de grootste behoefte
hebben, en zeker zou dit niet ten nadeele
zijn van de gezondheid dei-genen, die nu,
in plaats van naar ScheveniDgen te loopen,
daarheen trammen,
Terwjjl mynheer naar huis terug
spoorde was te Amsterdam zyn vrouw in
gesprek gekomen met een kennis wien
zij vertelde waar haar man heen was en
wat bij was gaan doen. Toen zeide de
vriend ♦dan is hij er bij, dan heeft hij
te doen met een oplichter; diezelfde baas
heeft er mij en anderen ook al in doen
loopen- De rommel dien hij levert, is
niets waaid; hij maakt gebruik van
lieden die van dergelijk goed geen kennis
hebben".
Toen de winkelier, thuis gekomen dit
verbaal van zijn vrouw hoorde, seinde
bij den boer dat hij vernomen bad te
doen te hebben gehad met een oplichter,
dat de koop met gold en hij z(jn honderd
gulden terug verlangde.
De boei' meldde terug dat mijnheer ge
kocht had, dat het zou geleverd worden
en hij anders bij deurwaardersexploit zou
laten manen om betaling der restende
600.
De Amsterdamsche winkelier ontving
Inderdaad het exploot, doch gaf de
zaak in handen der justitie die er zich
nu, als wij goed zpn ingelicht, mede
onledig houdt. {Hbld.)
Men meldt uit Haarlem:
De politie heeft Zaterdagavond een
goede vangst gedaan.
Naar aanleiding van den diefstal van
jassen, die sedert eenige avonden achter
een hier plaats hadden, waren het ge-
heele hootdpersoneel en de speurders op
recherche.
Tegen 6 uur zag de inspecteur Bul
kensteijn in de Wilhelminastraat, een
tweetal personen die hem verdacht voor
kwamen. Hij volgde deze doch werd ook
door het tweetal opgemerkt, dat daarna
een geheele wandeling begon steeds door
den inspecteur gevolgd. Deze kwam toe
vallig den speurder Kamps tegen, waar
schuwde deze, gelastte hem eveneens een
oog in het zeil te houden, verwisselde
met hem van hooiddeksel en zette daar
op de wandeling voort. Door die hoofd
deksel vei wisseling schenen de twee man
nen hun vervolger niet meer te herkennen,
althans nu werden, eerst in het Kenau
park, daarna in de Parklaan, ook al stille
buurten, verschillende woningen goed op
genomen en, na aan het eind der Park
laan te zijD gekomen ging een van de
twee op post staan en probeerde de
tweede een deur te openen. De hoer
Bulkensteijn en Kampa, die door een om
trekkende beweging kans hadden gezien
zich te verschuilen in het kreupelhout,
schoten toe. De uitkijker ontkwam, doch de
inspecteur riep: Houd den dief! en toe
vallig liep de mar. den inspecteur Wolffram,
die in de Hooimarkt surveilleerde, in de
armen. De tweede werd door Kamps ge
grepen, doch door de gladheid vielen beiden
en wist de man te ontkomen, net Rip-
perdapark in. Kamps, die niet voor een
klein gerucht vervaard is en wien nog
nooit een arrestant was ontkomen, liep
hem zoo goed en kwaad het ging na en
kreeg hern op het stationsplein weder te
pakken. Weder vielen beiden, doch Kamps
had nu goed beet, en toen ook de in
specteur Bulkensteijn was toegeschoten,
»Ach, wat vraagt gy my," was haar
antwoord; »wat weten wij vrouwen van
zulke dingeneven zoo noode als ik
Dienthe zou willen verlaten, even zoo
gaarne wil ik u met blijdschap volgen
daar. waar de Heer u zal roepen."
Ja, ia," sprak bij in zich zeiven gekeerd
„wi»t ik maar, wat de Heer van ray ver
langde."
Wal de roepstem in deze betrett," ver
volgde zy schroomvallig.
»Nu
„Ik zou meenen, dat zy niet gelijk staat
met eene beroeping door de gemeente uit
vrye overtuiging uitgebracht."
»Hoe zoo
„Waarschijnlijk vat ik het verkeerd,"
ging ze beschroomd voort, »wanneer ik
meen, dat het hier niet de gemeente Z. is
die u roept, maar rayn neef Wouter vau
Wydenés, als collator dier gemeente.
En
»Dat het, door u te beroepen, meereen
blijk van zijne hartelyke genegenheid is,
dan wel het bewijs, dat de gameeDte Z. u
juist tot haren leeraar verlangt."
Reinhoff scheen in gedachten verzonken.
„Was die gemeente in hare keuze vrij
geweest en had zij u dan beroepen, de
zaak zou mjj oneindig zwaarder wegen en
ik zou niet vragen als nu is die enkele
roepende stem wel de stemme Gods
»Maar bedenk, lieve," viel Reinhoff in,
>dat Gods wil niet altijd in eene veelheid
vaD stemmen zich openbaarteen enkele
en ook zelts de zwakste stem kan de Heer
daartoe dienstbaar maken."
„O, zonder twijfel," antwoordde zy.
Eene pauze volgde, die Reinhoff welke
afbrak door te zeggen
Vreemd is het intusschen, dat Wouter
ons vooraf geen enkel woord over de zaak
geschreven heeft en later ook niets van
zich hooren laat."
„Wellicht heeft hy ons met het beroep
willen verrassen, mogelijk ook is er reeds
sedert lang een brief van hem onderweg,
die naar ouder gewoonte weder hier of
daar is blijven liggen."
Terwijl zij dit zeide werd er een zacht
geluid in hare nabijheid vernomen. Haastig
legde zij haar breiwerk neder, en het kleed
eener naast haar staande wieg voorzichtig
opslaande, nam zij er een aanvallig wichtje
uit, 't welk zy met kussen als bedekte en
daarna op bare knie schommelde.
Het was de eerste vrucht van haar
huwelyk.
De verschijning van het wichtje wischte
de gedachte aan Wouter en het ontvangen
beroep als in een oogwenk uit. De pein
zende trek op Reinhoffs gelaat effende zich
en maakte eensklaps voor de uitdrukking
van reine vadervreugde plaats. Opstaande
vleide hij zich naast zijne gade neder, om
ook zyn aandeel by de liefkozingen van
den kleine te voegen.
(Wordt vervolgd.)