I2e Jaarg. No. 1073. Woensdag 2 December 1896. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h- Vlaanderen F. DIELEMAN, Rnitenlvnd. FEUILLETON. Voor honderd j aren. Een drentsch verhaal. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. In het midden der vorige week heeft te Erfurt een bijeenkomst plaats gehad, welke mettertijd van onberekenbaren invl oed op de staatkundige verhoudingen in Duitsch land kan zijn. Er is de grondslag gelegd voor een nieuwe staatkundige partij, welke christe ljjk en sociaal zal zijn, en tevens de nationale gedachte hoog zal houden. Niet om terstond een nieuwe partij te vormen. Want bet pleit voor het juiste inzicht van hen, die den stoot aan het nieuwe streven willen geven, dat zij voor opstelden, hoe een partij niet wordt gesticht of opgericht. Wel is het woord partij herhaaldelijk genoemd, maar meer uit gewoonte dan met opzet. Want het resultaat der ver gadering was de oprichting eener vereeni- ging, welke, naar de vaders verklaarden, eens een party zal kunnen worden. Of dat doel ooit bereikt zal wotden, is nog in de toekomst verborgen. Maar toch bieden de driedaagsche debatten merkwaar digs genoeg om er een oogenblik bij stil te staan. Wat de mannen, die htt initiatief tot de bijeenkomst hadden genomen, willen, bleek het best uir, de redevoeringen van den hoogleeraar Sobm uit Leipzig en den predikant Naumann uit Frankfurt. Men wil op christelijk standpunt staan, in zoover men onder dit woord naasten liefde, rechtvaardigheid, vrede en vrijheid kan verstaan. Maar men zal vrij blijven van alles wat confessioneel is, want de politiek kent alleen wereldlijke, geen geesteljjke vraagstukken. De vereeniging staat dus open voor hervormden en voor 37 „Niemand," vervolgde de meester, vkan meer doordrongen zijn van 't besef, welke dure verplichtingen ons land aan het door- j luchtig geslacht van Oranje heeft, dan ik en ik zou ons gelukkig en voor duurzame welvaart vatbaar achten, wanneer wij door een prins van Oranje bestuurd werden, raits die prins tot regeeren bekwaam was, met andere woorden, dat hij de behoeften van ons land en volk kende en, niet aan dec leiband van trotsche, zelfzuchtige raads lieden loopende, uit eigen oogen wist te zien." „Dat let zich verdold heuren," sprak Hilbert. „Na Willem den derden," ging de meester voort, »is het meestal 't geval geweest, dat we wel goede, brave, ja godvruchtige stadhouders hebben gehad, doch die door hunne goedheid en misschien al te groot vertrouwen in de raadslieden, die hen om ringden, te weinig voor het volk en te veel voor hunne vleiende gunstelingen hebben gezorgd van daar en niet geheel zonder reden, die geduiige legenstand. Poch genoegik wilde er dit maar mee katholieken, en als een Jood het voor het overige met de beginselen der partij eens is, zal men hem om zijn geloof niet hebben uit te sluiten. Op dezen grondslag nu wil de partij zich aan de spits der arbeiders - beweging stellen, en de sociaal-democratie doen gevoelen, dat haar tijd voorbij is. Men zal zich dus tegenover deze partij plaatsen, zoowel omdat men niet gediend is van haar revolutionnaire middelen, als omdat men in haar internationaal streven een gevaar ziet voor het vaderland. Want nationaal is de partij voor alles, eD in den loop der beraadslagingen heeft dit woord zelfs de aanduiding »Christelijk" vervangen, zoodat de jeugdige vereeniging als „natio- naal-sociaal" bekend zal zijn. Maar dit partij kiezen tegen! de sociaal democratie zal niet beletten, dat men bij het oplossen van piactische vraagstukken schouder aan schouder met haar zal staan, want bij de verwerving van een practisch resultaat zal de sociaal democratie de natuurlijke broeder van het nationaal- socialisme zijn. Deze opvatting belet niet dat men geheel zelfstandig wil blijven, en niet alleen op de massa, maar ook op de meer beschaaf den wil werken, en trachten ook hen te winnen. Om dat te doen moet men hen niet met wantrouwen bejegenen, maar uitgaan van de gedachte, dat ook anders denkenden eerlijk zijn, en in gemoede meenen, dat ook zij gerechtigheid be trachten. En het standpunt der nieuwe richting, welke niet alleen een arbeiderspartij wil zijn, wordt nog nader ontwikkeld door prof. Max Weber, die in het licht stelde, dat een party, welke alleen op de arbeiders steunt, van zelf tegenover de burgerij zeggen, dat men, om juist te kunnen oor- deelen, de zaken in haar verband rnoet be schouwen, en wanneer men dat doet, dan moet men 't notoor billijken, als men do menschen onderling die party ziet kiezen, welke zij, naar hunne heilige overtuiging, als de beste beschouwen, terwyl zij alleen onze diepe verachting verdienen, die tegen hunne overtuiging, alleen uil eigenbelang zich bij de bovendrijvende partij aan sluiten." Meister," hernam Hilbert, „ie spreekt naor mien harte." »'kHeb altijd eerbied," vervolgde de spreker, »voor menschen die zelfstandigheid genoeg bezitten om voor hun gevoelen uit te komen en die, zonder overtuiging te hebben voor 't geen zij meenen dat recht is. En zulke voorbeelden heelt de laatste tijd menigvuldig opgeleverd. Ik hoorde u daar straks spreken over het Hoogeveen, en dat herinnerde mij aan eene cordate vrouw, die vader en moeder ook wel kennen, de vrouw van Pieter Bruins Slot och, die geschiedenis is u im mers allen wel bekend 1" »Né jong, vertel op," riepen allen als uit éénen mond. „Nu dan," hernam de meester, »'t mag gehoord wordeD, 't was een recht spar- taansche trek." >En recht barbaarscbe trek, heur ie 't wal, Rieks kiek, waor haolt de jong 't van daon," fluisterde vrouw Tabing den snijder andermaal toe. staat. Eerst dan zal de nieuwe richting levensvatbaar zijn. als zij de vrijheid van de gansche burgerij beoogt en zich tegen het feudalisme keert. En waar men nationaal wil zijn, daar moet men den strijd van menschen tegen menschen erkennen. Het programma der nieuwe vereeniging, dat aan een zeer breedvoerige beraadslaging werd onderworpen, is als beginsel verklaring zeer ruim gesteld, en met het oog op de bescheiden verwachtingen, welke men voor het tegenwoordige heeft, allerminst een program van actie. Men acht een uitwendig sterk Rijk on misbare voorwaarde voor een krachtige hervormingsgezinde binnenlandschepolitiek. De buitenlandsche politiek moet daarom vast en bestendig zijn en gericht worden op de uitbreiding van de economische kracht des lands en van den Duitschen geest. Men wil daarom een wettelijke vaststelling van den algemeenen weerplicht, een behoorlijke versterking van de vloot, en behoud en uitbreiding van de koloniën. Maar in het belang van de eer van het land moeten zoowel in het leger als in de koloniën alle misbruiken streng worden geweerd. (Niet voor de eer der luitenants, maar voor die van het rijk behoort voor alles te worden gewaakt, zeide Naumann in zijn toelichting tot deze paragraaf.) Men staat op den bodem van da Duitsche grondwet en wil een krachtige samenwer king van monarchie en volksvertegenwoor diging. Het algemeen stemrecht voor den Rijks dag moet worden gehandhaafd, en het moet worden uitgebreid tot de landdagen en gemeenteraden. Voor politieke en economische doeleinden „Pieter Bruins behoorde tot de com pagnie blauwrokken en was mee naar Hattem en Elbuig geweestdoch van daar terug geroepen, keerde hij met het corps in 't Hoogeveen terug. Zoodra zij daar waren aangekomen, riep de scholte van Rossem hen allen iu de kerk bijeen, en na in weinige woorden gezegd te heb ben, dat het oogenblik naderde, waarop het land de gewapende macht noodig zou hebben, vroeg hij aan ieder hunner af zonderlijk, of zy lust hadden te teekenen om, als de nood daar was, vrijwillig uit te trekken. Velen leekenden, anderen be dankten, en onder de laatsten behoorde ook Pieter Bruins. Wel kostte hem zulks moeite, doch hy vond voor zich zeiven eene genoegzame veiontschuldiging daarin dat hii nog geen jaar gehuwd en zjjne vrouw hoog zwanger was. Men vond die beweegreden natuurlyk en billijk, zoodat niemand er hem hard over viel. Doch te huis komende, vroeg zijne vrouw, wat er in de kerk voorgevallen was. Hij gaf daarvan een getrouw verslag. „En wat hebt gy gedaan vroeg zy haastig. >Wel, natuurlijk niet geteekend," ant woordde hij »hoe zou ik u in een toe stand, waarin ge thans verkeert, kunnen verlaten „Ga dadelijk heen en tee ken nog," zeide zij vol vuur „als 't land in gevaar is, mag niemand, die trisch en gezond is, om welke reden ook, te huis blijven." „Nu, en wat deed Bruins?" vroeg meu moet de vrijheid van vereeniging onaan tastbaar zijn, evenals de staatsrechterlijke vrijheid van alle staatsburgers. De vermeerdering van de vruchten, welke het volk van zijn arbeid trekt, wordt niet verwacht van de utopieën van een revolutionair of kommunistisch socialisme, maar van een rusteloozen arbeid op het gebied van staatkunde en in vak- en beroepsvereenigingen, met het doel de bestaande toestanden, langs historische lyn, in het belang der arbeiders te verbeteren. Men verwacht, dat de vertegenwoordigers van de Duitsche beschaving den staat kundigen strijd der arbeiders tegen de overmacht van de bestaande bezitsrechten zullen ondersteunen, terwyl men aan de andere zijde rekent dat de Duitsche arbei ders bereid zullen zijn mede te werken tot de bevordering van de Duitsche bescha ving en de Duitsche kunst. Eindelijk woidt verklaard, dat het middel punt van het geestelijk en zedelijk leven moet zijn het geloof aan Jezus Christus, dat echter niet tot een partijzaak mag worden gemaakt, maar dat in het openbare leven de macht van vrede en gemeenschaps zin moet zijn. In den loop der driedaagsche beraad slaging heeft dit programma verschillende wijzigingen ondergaan, waarvan wel een van de voornaamste de bovengenoemde is, dat de naam Christelyk sociaal vervangen werd door nationaal sociaal. Dit besluit bad niet de strekking het algemeen Christelyk standpunt prijs te geven, maar wel dat het woord öf niets zou zeggen, öf een verkeerden indruk maken op hen, die minder gewoon zijn de moreele van de confessioneele zyde van het Christendom te onderscheiden. algemeen. „Hij ging," antwoordde de meester, »en deed wat zijne vrouw verlangde." Wel verflimd,"*) riep Hilbert, „dat was es daonig knap." »Ja, maar 't was mi rieklik slim," sprak de huismoeder»né, Berend Jan, 'k heb ons land lief, doch oe, vader, né, zie kiek, 'k had hom neet laoten gaan, um nog zoo veul neel.« Vader Tabing zag met de uiterste goed hartigheid zijne wederhelft aan, die onder wijl de talel gereed gemaakt had en nu de aanwezigen noodigde om „to te tasteD." »Ik doe er het bedanken toe, moeder," sprak de meester„neve Wessel is zoo in >huushold< (doodkist) legt, en daar heb ik als naastbestaande bij moeten wezen en alzoo mijn deel gehad aan de grauwerwten en rijstenbrij." Nauwelijks had meester Tabing deze woorden gesproken of men bestormde hem met vragen welker antwoorden, te zamen getrokken nagenoeg het volgende behelsden »Ja Willem was er ook, en bij was nog even »eendarig," en geen wonder, wij weten wat er met hem is voorgevallen hij is voor altijd bedorven. Hij moet een vreeselieke bulte geld van Wessel erft hebben, maar wat helpt hem dat voor zyne kwaal Wel heeft hy er zelf de Zoo veel alsverduiveld, drommels.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1