12'' Jaarg', Abonné's! Leest dit s. y. p. No. 1061). Woensdag 18 November 1896. Nieuws- e ii Advertentieblad voor Zeeuwse h- Vlaai) deren F. D1ELEMAN, AXEL. Kanaal Gent-Ter Neuzen. FEUILLETON. Voor honderd jaren Een drentsch verhaal. AXELSCHE Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Bblgië 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. COURANT. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TW EE uren. Uitsluitend voor de Abonné's op dit blad of zjj die zich daarop abonneeren beeft de uitgever tot 1 Januari 1897 de tot den laatsten tijd bijgewerkte Land kaart van Nederland, waarop alle plaatsen en gehuchten voorkomen, benevens het plantot Droogmaking van de Zuiderzee, verkrijgbaar gesteld tegen den geringer) prijs van slechts 30 cents. Voor niet abonné's is de prijs dezef Landkaart f 1,50. De Landkaart is groot 85 bij 71 cM. Abonné's die de Landkaart verlangen, gelieven de Bon op de vierde pagina uit te knippen en duidelijk ingevuld met naam en woonplaats aan den couranten» rondbrenger ter hand te stellen of aan het Bureau in te zenden. Zij die de Courant per post ontvangen zenden de ingevulde Bon met 35 cents aan postzegels aan DEN UITGEVER, F. DIELEMAN Aan het verslag van de N, R. Ct. der zitting van de Tweede Kamer op a.s. Vrijdag betrekkelijk het kanaal Gent Ter Neuzen, is het navolgende ontleend De heer De Beaufort (Wijk) veroenigt zich niet met bet standpunt der regeering in deze, dat de verplichting tot verbetering van het kanaal op Nederland zou rusten. Het tractaat van 1879 geeft daartoe geen aanleiding. Het hat beide contractanten volkomen vrij in den bouw van een 33 --3 Beiden drukten hunne verrassing over die toevallige ontmoeting uit en waren weldra in een vertrouwelijk gesprek met eikander gewikkeld, waarin Alfing den uit slag van zijn bezoek bij den duivelbanrer zoc trouwhartig mededeelde, datdevreem deling hem slechts met een blik vol mede lijden antwoordde. Het duurde niet lang ot Alfing begon, ten einde wederkeerig zijne nieuwsgierig heid te bevredigen, op die verwonderlijk looze schier staatkundige wijze, die den drentsclleD boer zoo bijzonder eigen i», zjjueu reisgezel over alles uit te hooren, wat hjj gaarne wenschte te weten. De vreemdeling, minder achterhoudend dan vroeger, liet geen enkel punt onbeant woord en na verhaald te hebben, dat hij ds. Reiuhofl kende, doordien hij hem eens een brief van zijnen vriend Wouter van Wydenés had ter hand gesteld, alsmede dat hij thans, van heer Wouter terug keerende, eene zending naai de lamilie Weeninck op zich genomen had, ver volgde hij >Wat »s dat eene gezegende veranderin tweede groote zeesluis te Ter Neuzen. Bij aanneming van de overeenkomst zullen de Staten Generaal dus een blijk van groote welwillendheid tegenover België geven. Heeft België daartoe aanleiding Men denke aan de plotselinge sluiting van de Belgische grenzen voor ons vee, hoewel het mond- en klauwzeer in België ernstiger ueerschte dan bij ons en onzer zijds alle maatregelen werden genomen om de verbreiding van het mond- en klauwzeer te weren. Prijs stellende op eene welwillende verhouding m t Belgie is spr. intusschen bereid dat tractaat goed te keuren, hopende op wederkeerige welwillendheid van gene zijde. De heer Hennequin constateert ook zijnerzijds dat in deze Kamer geene wel willende stemming jegens Belgi6 heerscht tengevolge van de maatregelen in de laatste jaren ten onzent genomen. Daarom mag men zich hier meer dan ooit de vraag stellen of in alle doelen de Neder- landsche belangen bij de thans aanhangige overeenkomst zijn behartigd. Deze vraag nu kan niet bevestigend beantwoord worden. Ook de naast betrokkenen en de deskun digen zijn niet over de plannen gehoord van welke deze ovei eenkomst het uit vloeisel is. Hij is het niet eens met den heer De Beaufort dat uit het tractaat van 1879 geen verplichting voor de con- tracteörende mogendheden zou voort vloeien. Eene andere vraag is of door de in het tractaat gebrachte wijzigingen de belangen van Nederland zijn behartigd. Drie hoofdpunten treden daarbij op dan voorgrond het bouwen van eene nieuwe schutsluis te Ter Neuzen, de verhooging van het kanaalpeil en het graven van waarin v jj ons thans mogen verheugen." Alfing wierp op deu spreker een blik. die zoo veel zeide alsik begrijp u uiet »Wat duivel," hernam de ander, »ot is bet u alléén onbekend dat wij eindelijk het verdoemde dwangjuk hebben afge worpen en ons aanvankelijk in eene \rij- heid verheugen een volk waardig, dat er eens tachtig jaren goed en bloed voorrei heeft gehad „O, meen je datNu ja >Met audere woorden," was 't antwoord, »'i is u het zelfde of heb je misschien ook tot dezulken behoord, die de oranje ketens hebben geknst liet hij er schamper op volgen. ,,'k Had wel wat anders te doen, dan mij met staatszaken te bemoeien." »Bah, die verdoemde lauwheid je zuil dus tot de bende bekooren, die wel de vruchten des lands wil oogsten maar het beploegen en bezaaien daai van aan anderen overlaat." »Je moogt denken wal je wiltmaar ik heb er te veel van gezien om er mij ooit meê te bemoeien." „Zóó, en wat heb je dan wel gezien, mijn laconieke vriend vroeg de vreem deling een weinig scherp. k Heb het volk soldaatje zien spelen en op den landsdag le Assen de heereu en burgers, de ridders en eigenelfden hooren twisten en aangaan tot slaans toe eon nieuwen kanaalarm in de richting van Sas van Gent. De overweging van de verschillende opmerkingen daaromtrent gemaakt, leiden tot de cenclusie dat het tractaat is in 't belang van Ter Neuzen. Maar iets anders is 't met de belangen van Sas van Gent. In den weg van daar naar Westdorpe wordt over den kanaalarm een brug gelegd, zoodat dan in dien weg op 5 minuten afstands van olkander drie bruggen zullen zijn. Dat zal het verkeer belemmeren met het 4e en met de oostelijk gelegen plaatsen van het 5e district. De wederlegging van dit bezwaar door den minister in de stukken is volstrekt onvoldoende. Voorts zal het water tusschen Gent en Sas vaD Gent zeer verontreinigd worden. Ook ontstaan voor deu landbouw ernstige bewaren uit de verhoogiog van het kanaal- peil. De belanghebbenden hebben vroeger reeds gewezen op de verminderde op» brengst hunner landen ten gevolge van den overlast van water en het verzoek gedaan om van rijkswege voor hunne landen eene voldoende afwatering te mogen ontvangen. Het uitzicht daarop zal niet beter worden, tenzij men de noodige voorzieningen treffe in het plan van bedijking der Axelsche vlakte. Zoo kan er nog veel gedaan worden om bij de uitvoering van de overeenkomst het Nederiandsch belang beter te behar tigen. Wanneer de regeering daaromtrent bevredigende toezeggingen doét, zal spr. zijne stem aan do overeenkomst kunnen geven. De heer Van Deinse zal bezwaarlijk deze overeenkomst kunnen goedkeuren. Spr. heelt tweeerlei bedenkingen. De eerste zijD van meer algemeenen aard de een wilde dit, de andete dat'k heb in de herbergen deoranjelui tnet de patriotten hooien vloeken en razen en met de blanke sabel zelfs zien vechten," antwoordde Alfing. Anders niet," hernam de vreemde ling »Is dat nog niet genoeg?" was de wedervraag. »Bab," zei de vreemdeling, en zjjn vurig paard de sporeu gevende, snelde hij vooruit. „Zou die man vergangen jaar ook zoo dapper gesproken hebben mompelde Alfing. In gedachten vei diept r.ed onze land man stapvoets verderzijn brandend ver langen naar huis maakte heur de reis eens zoo lang als zij werkelijk was, doch ein delijk kwam er een eind aan hij kreeg Zweelo in 'l gezicht. O, boe klopte hem bjj dat aanschouwen het hart, hoe groeide zijn verlangen 1 en kwam er ook nog al eer. enkele keer eeDe gewaarwording van vrees in hem op, hel was slechts vluchtig zijn vertrouwen op den v, onderdoctor was zoo groot, dat bij zich die vrees schier schaamde. Hij zette zjjn kreupel paard aan en reed Zweelo binnen. Slechts enkele personen kwamen hem tegen, die echter, zoodia zij hem herkenden, in gelaat en houding eene uitdrukking aannamen, die in mmder ol sterkere mate medelijden te kennen gaf. Alfing, in de laatste tijden gewoon om en de andere raken de speciale bepalingen der overeenkomst. Op den voorgrond zij gesteld, dat al de tot dusver met Belgie gesloten of ontworpen overeen komsten meer in 't belang van Belgie zijn dan van ons. Hij wijst op de verhooging van de invoerrechten op ouze landbouw producten. Wij hadden dus wel degelijk aanspraak mogen maken op aequivalenten van de zijde van Belgie en bij deze overeenkomst gunstiger bepalingen kun nen bedingen. Het bouwen oener nieuwe sluis is niet van gering belang voor Belgie. Wij hadden daartegenover voordeelen voor ons kunnen bedingen. Wel is waar is sedert Januari de Belgische grens weder voor ons vee opengesteld, maar de vrees bestaat dat daarop weder zal worden teruggekomen. We hadden in elk geval gunstiger bepalingen kunnen bedingen voor de verlichting van rijkswege langs het kanaal en voor beteren waterafvoer, ter voorkoming van een verontreiniging die de visch doodt. Spr's slotsom is dat hij zijne stem aan het ontwerp zal moeten onthouden. De heer Conrad, het technisch gedeelte der zaak aan de regeering ter beantwoor ding latende, neemt uit de betoogen dor vorige sprekers twee hoofdpunten op. Ten eerste het bezwaar tegen het niet verbroeden van den westelijken kanaal arm te Sas van Gent. Hadden we dat gedaan dan zou men een tweede sluis hebben moeten bouwen, hetgeen niet bad kunnen geschieden dan in dat zoogenaam de eiland. Dat nu zou tot vele practische bezwaren aanleiding geven. De fabrieken te Sas van Gent zouden juist daardoor van deu noodigen waterafvoer verstoken zijn. Een tweede bezwaar betrof den zich zoo veel mogeljjk aan ieders blikken te onttrekken, sloeg derhalve weinig acht op hen, maar reed hen met een dauwen groet voorbjj Zoo naderde hij zijne woning. Eene sombere stilte, die Alfing in het eerst niet scheen op te merken, hield als om die woning de wacht. Toen er even wel niemand kwam opdagen, hoewel hij zeker was, dat men hem had moeten hooren aankomen, werd het hem recht angstig om het hart. »Als dat maar goed is," mompelde hjj haastig at&tijgende. Daar ging de huisdeur langzaam open en Leffert trad den terug gekeerde te gemoet. „Hoe is 't met Fenna was Alfings eerste vraag. Vrome Leffert, weinig berekend voor de taak, die hij vrijwillig op zich bad genomen antwoordde «Och, Willem, daar is nog balsem te Gi'ead." Lefferts gelaat en houding verklaarden den ongelukkigen vader gemakkelijk dat wonderspreukig antwoord. »0 God, is ze dood, is de vreeselijke vloek vervuld?" riep hij, „dood dan ook mij, ook mij „Bedaar, Willem »Ik kan nietdie verdoemde heks o God eu knersetandend van ver twijfeling liet hjj, zonder aan zijn paard te denken, zich door Leffert naar binnen leiden.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1