12' Jaarg.
Abonné's! Leest dit s. i. p.
No. BOOi.
Zaterdag 31 October 1896.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen
F. DIELËMAN,
AXEL.
Buitenland.
Een goede zaak.
28 FEUILLETON.
Voor honderd jaren.
Een drentsch verhaal.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor Bklgië 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
deze vragen met een volmondig »ja" te
beantwoorden.
Maar er is meer.
Geen enkel werkman kan voordeel van
de vereeniging genieten, wanneer hij daar-
van geen lid is en niet trouw de bepaalde
wekelijbsche contributie betaalt. Feitelijk
helpt hij dus krachtig mede om te zorgen
voor de kwade dagen die komen kunnen.
Wanneer hij dus, door ziekte genoodzaakt,
onderstand geniet uit de kas der vereeni
ging, dan ontvangt hij geen aalmoes
maar hij profiteert van zijn eigen gespaarde
dubbeltjes, vermeerderd met datgene, wat
meer met aardsche goederen gezegenden
daaraan door hunne jaarlijksche bijdragen
hebben toegevoegd.
Een flink in elkaar gezet reglement zal
een waarborg geven tegen misbruiken en
knoeierijen, waarvoor misschien door som
migen zal gevreesd worden- Dezen kunnen
evenwel gerust zijn op dat punt. In eene
binnen kort bijeen te roepen vergadering
zal ieder belangstellende gelegenheid te
over vinden om van alles op de hoogte
te komen en van de geheele inrichting
van werken der vereeniging kennis te
nemen.
Welaan dan, werkgevers en gij allen die
belangstelt in het lot van den eerlijken
werkman, draagt zonder vrees of terug
houdendheid uw steentje bij tot de op
richting var. het gebouw, waarvan reeds
aanvankelijk de grondslag is gelegd, opdat
het verrijze, kloek en krachtig, tot een
sieraad van onze gemeente, tot een troost
en hulp. een toevlucht en steun van den
werkenden stand.
De kosten van het bezoek van den
Czaar aan Frankrijk vallen de helft mede
zij bedragen slechts 31/2 miljoen francs,
terwijl nog de vorige week was gemeld,
dat alleen het departement van oorlog wel
zoowel had uitgegeven.
De Parjjsche gemeenteraad heett zijn
bui eau herkozen, dus zijn vertrouwen ge
schonken aan zijn voorzitter, die den czaar
ontving, en aan zijn ondervoorzitter, die
een heftig manifest tegen het bezoek van
den czaar onderteekende.
De omstandigheid, dat de glasblazerg
der glasblazers niet te Carmeaux maar te
Albi werd gebouwd, heeft te Carmeaux
veel wrevel gewekt, daar de beweging,
welke tot het oprichten der inrichting
leidde, daar was ontstaan en de oprichting
te Albi niet kon plaats hebben dan ten
koste van de nijverheid te Carmeaux.
De verbittering daar is de laatste weken
gestegen en richtte zich vooral tegen de
socialisten en haar leiders, die hei ope
ningsfeest kwamen bijwonen.
Toen Jaures nu Maandag een moeting
te Carmeaux zou houden, werd hij en de
zijnen door de glasblazers der oude fabriek
uitgejouwd, en lastiggevallen. 5 socialis
tische kamerleden vluchtten daarop in een
hotel, waai de burgemeester en de ge
meenteraad juist vergaderd waren.
Daar kregen de heeren bescherming
van de gendarmerie, en gingen zij onder
dat geleide, en een steeds toenemend
rumoer naar de vergaderzaal der socia
listen. Ook daar werd gefloten, terwijl
men Jaures niet aan het woord liet komen.
Het werd ten laatste zoo rumoerig, dat
de gendarmerie de zaal ontruimde.
Uitsluitend voor de Abonné's op dit
blad of zij die zich daarop abonneeren
heeft de uitgever tot 1 Januari 1897 de
tot den laatsten tijd bijgewerkte Land
kaart van Nederland, waarop alle plaatsen
en gehuchten voorkomen, benevens het
plan tot Droogmaking van de Zuiderzee,
verkrijgbaar gesteld tegen den geringen
prijs van slechts 30 cents.
Voor niet abonné's is de prijs dezer
Landkaart f 1,50. De Landkaart is groot
85 bij 71 cM.
Abonné's die de Landkaart verlangen,
gelieven de Bon op de vierde pagina uit
te knippen en duidelijk ingevuld met
naam en woonplaats aan den couranten-
rondbrenger ter hana te si ellen of aan
het Bureau in te zenden.
Zij die de Courant per post ontvangen
zenden de ingevulde Bon met 35 cents
aan postzegels aan
DEN UITGEVER,
F. DIELEMAN
Reed» meermalen werd alhier de wen-
schelijkheid betoogd van de oprichting
eener vereeniging als die, welke in andere
plaatsen reeds korter of langer tijd met
het beste resultaat hebben gewerktwij
bedoelen de vereenigingen tot geldelijke
uitkeering bij ziekte of andere beletselen
om te werken.
Met het uitspreken van wenschen komt
men echter in den regel niet ver, zoodat
menige zaak of in 't geheel niet tot stand
Het moedige ros huppelde vrolijk langs
den weg en eischte door zijne dirtele
sprongen de hoogst mogelijke oplettendheid
van zijnen berijder. Geheel in tegenspraak
met de bewegingen van het edele dier,
vertoonde het gelaat van zjjn meester de
diepste neerslachtigheid.
Hij had den nacht slapeloos doorgebracht
en de pjjnigecde gedachten, die hem in
zijne woning zonder ophouden bezielden
folterden hem ook thans te midden der
schoone natuur
Alles haalde hij zich voor den geest.
De beelden uit het verledene plaatste hij
naast die van het heden. Wat was hij
geworden en wat had hjj kunnen zjjn
Hjj dacht aan de oorzaken van zijn lijden
en zonder eenige poging aan te wenden
om de stem van zijn geweten ie smoren,
begon hij met eene vreeselijke kalmte den
afgrond te peilen, waarin hij zich zeiven
zoo moedwillig had nedergestort. Hoe
meer de gebeurtenissen uit vroegere dagen
in eene bonte mengeling als voor zijne
blikken voorbjj zweefden hoe bekoorlijker
en aauminniger de beeldtenis van Weruel
komt, of dan alleen haar beslag krijgt,
wanneer of meer voorstanders het
niet bij wenschen laten en de koe bij de
hoorns vatten, waardoor, ook al kost het
wat moeite, de kar aan het rollen gaat
en vaak buiten verwachting nog op een
zandweg komt te rijden. En als't Harretje
op een zandweg rijdt, dan
Maar zoover zijn we nog niet en toch
is reeds een stap in de gosde richting
gedaan. Binnen enkele dagen zal daarvan
meer bekend worden. Wij willen er nu
echter reeds de aandacht op vestigen, op
dat een ieder eenigszins kan zijn voorbe
reid, wanneer eventueel gevraagd zal wo rden
de goede zaak te steunen.
De beweging gaat uit van eene alles
zins betrouwbare zijde men mag dus met
gerustheid verwachten, dat de zaak niet
op losse schroeven zal staan, maar op
zeer ernstige en nauwgezette wijze is ter
hand genomen, reden te meer, om zich
bij de beweging aan te sluiten en alzoo
tot het goede doel mede te werken.
Of is het geen goed doel, te trachten,
doo het oprichten eener vereeniging, als
waarvan sprake is, het huisgezin van den
werkman, die door ziekte of ongeval,
buiten eigen schuld veroorzaakt niet in
staat is zijne gewone kostwinning uit te
oefenen, voor gebrek te vrij waren Is
het geen goed werk zulk eene vereeniging
te steunen, vooral bij de oprichting als
wanneer het geheel en al aan contanten
ontbreekt? Zal men geen voldoening van
zijn geldelijk offer smaken, wanneer ver
hinderd kan worden, dat het gezin van
den ijverigen werkman door ziekte tot den
bedelstaf of misschien nog erger wordt
gebracht
Wij voor ons aarzelen geen oogenblik,
tien zich in hem verlevendigde. Waar
was de door hem verstootene gebleven,
wat was er van haar wat van haar kind
geworden zou zjj zich naar haren oom
te R hebben begeven, of met het kind
harer schande in den vreemde rond
zwerven
Doch niet alleen aan haar en haar
jongske, ook aan anderen dacht hij. De
beelden van Kraughand en Peete drongen
zich everzeer aan zijne verbeelding op.
Beiden, en wel vooral de laatste, waren
de oorzaken van zijnen val en daardoor
van al zijn kommer en ellende. Hij had
Peete nimmer kunnen dulden, hoe veel
minder kon hij dat thans nu onverstand
en bijgeloof hem in den waan brachten,
dat zij zijn kind deed kwijnen en lijden.
Zoo lang bij haar kende bad hij haar als
door instinct gemijd en geschuwd menig
maal zelfs was hij haar ontvloden - thans
begon hij haar te haten.
Al meer en meer zich aan zijne opge
wondenheid toegevende, herinnerde hij zich
tevens Wemeltiens moeder.
»Wie weet," barstte hij uit, »uf het lage
schepsel, dat zich zelfs aan een schuldeloos
wicht wreekt, ook niet de arme vrouw
Brinknieijer valscheljjk van brandstichting
heeft beschuldigd 1"
Nimmer was dat denkboeld nog bij hem
opgekomendoch nu het hem bezielde,
scheen hem eensklaps alles duidelijk en
helder te worden.
»Ja, zjj was onschuldig en, even als wij
allen, het slachtoffer van Peetes wraak,''
liep hij eindelijk uit.
Zoo eene onrechtvaardige verdenking
ijlings terug nemende, maakte hij zich ter
zclfaer tjjd aan eene even strafbare be
tichting wederom schuldig.
Nog altijd ter prooi aan zijne harts
tochten, die hem als een on weder waren
overvallen en waar lusschen de stem zijns
gewetens als een donder zich vermengde,
keerde hij gedurig met zijne gedachten
tot het zieke kind srug. Geslingerd
tusschen vrees en hoop vervolgde hij
zijnen weg, dan eens in vollen draf, dan
weder stapvoets al naar dat zijn paard
scheen te verkiezen. Reeds was hij door
Oosterhesselen over Wachtum en Dalen en
vervolgens door Coevorden gereden, toen
niet ver van Esschenbrug hem iemand in
haalde, die, eer hij het bemerkte, rnet een
korten stroef; »goeden morgen'' hem op
zijde repd.
Terwijl Willem dien groet beantwoordde
nam hij den reiziger van ter zijde op. Het
scheen een koopman te zijn die uiterlijk
voor Willem niets aantrekkelijks had om
zicu nader met hem in te laten. Doch
had Alfing geen lust tot spreken, de
vreemdeling had dien zoo veel te meer.
»'t Is hier toch een vervloekt land," dus
begon hij»wat Gods milde hand ons
schenkt, verwoest de baatzucht der men-
schen bah, die verdoemde moerdamp
Daar zjjn reismakker bleef zwijgen, ver
volgde bjj
„Met het aanbreken van den dag heb
ik het Hoogeveen veriaten en kwam aan
den watermolen, toen de zon uit de eenig-
zins benevelde kimmen naar boven steeg.
Het frissche morgenkoeltje stoeide met
blad en loover en verspreidde de geuren
der berken in het rond. Heerlijk klonk
de stem der nachtegalen in het jeugdig
plantsoen, al was zij naijveiig op het gezang
der ten hemel steigerende leeuwerikben.
O, het was eene stemme des gejuichs,
waarin het logge vee zelfs zich scheen te
vermaken.
Met een hart vol dank gaf ik mij aan
de genietingen van dien schoonen morgen
over, ja, ik was verrukt
»Doch nauwelijks krijg ik Zwinderen in
't gezicht of daar zie ik den voorbode van
het spooksel, dal op eenmaal al dat schoone
en daarmede al dat genot zal verwoesten.
Een lichte nevel verspreidde zich hier en
daar en overal over het naakte veld.
Spookachtig zweefde of liever kroop hij
over de voor mij liggende vlakte. Naar
mate de zon begon te rijzen, klom ook de
nevel naar boven om weldra aan het licht
van den dag zjinen luister te betwisten.
Nu duurde 't slechts weinige oogenblikken
meer, of ik bevond mij midden in den
vunzen damp en weg was elk genot.
(Wordt vervolgd.)