Buitenland. Binnenland. Rechtszaken. Gemengd Nieuws. ondergane reparatiën, in staat zullen blijken de diensten te bewijzen, welke van zulke nieuwe booten redelijkerwijze verwacht mogen worden. Mocht dat het geval niet zijn, mochten schepen of machines blijken aan chronische gebreken te lijden, welke door steeds terugkeerende, belangrijke herstellingen het gewoon gebruik der schepen belem meren, ot mochten zich onvoorziene rampen voordoen, dan, maar ook dan eerst, zou do aanschaffing van een nieuwe boot noodzakelijk worden. De provinciale vergadering kan daartoe ten allen tijde overgaanhierop wordt door de verwerping van het aanhangige voorstel niet gepre judicieerd, maar alleen uitgemaakt, dat de aanschaffing thans ontijdig is. Het nader voorstel van Ged. Staten tot inwilliging van het verzoek der afd. Zeeland van het Ned. Paardenstamboek om verplichte hengstenkeuring berust op ingekomen adviezen van den provincialen veearts en de vertegenwoordigers van landbouw en veeteelt. De eerste go6it, onder de tegenwoor dige omstandigheden, in overweging te besluiten tot hot invoeren van verplichte hengstenkeuring, met verbod om de af- gekurde dieren te gebruiken terwijl de vertegenwoordigers van landbouw en vee teelt van oordeel blijven, dat verplichte hengstenkeuring zeer gewenscht is, doch dat het gebruik der afgekeurde dieren niet behoort verboden te worden. Het vooruitzicht om in 1898 het rijkssubsidie te verliezen, dat volgens den tegenwoor- digen begrootingspost voor Zeeland allicht 5000 a 6000 zal bedragen, heelt der halve in hunne zienswijze geene wijziging gebracht. Hoewel de meerderheid van het college van Ged. Staten het gevoelen blijft voor staan, dat gedwongen keuring niet wen schelijk is, zoo meenen Ged. Staten toch, nu de vertegenwoordigers van landbouw en veeteelt eene tegenovergestelde mee ning zijn toegedaan, dat met de verplichte keuring eene proef behoort te worden ge nomen. Mocht de vergadering zich daar mede kunnen vereenigen, dan stellen Ged. Staten zich voor, om in de aanstaande zomervergadering een ontwerp reglement aan te bieden, houdende verplichte keuring met bekendmaking van den uitslag, doch zonder verbod om de algekeurde dieren te gebruiken. Tot dit besluit kwamen Ged. staten des te eerder, omdat, bij de invoering van een der gelijk reglement nog eene poging kan wor den aangewend bij de regeering, om het rijkssubsidie te bestendigen, ook al wordt het gebruik van afgekeurde hengsten niet verboden. Bij intrekking toch van het subsidie zou de provincie, zoo men alle tot nu toe behaalde voordeelen niet weder wil prijs geven, een bedrag, ten minste gelijkstaande met het rijkssubsidie, moeten beschikbaarstellen, ongeacht de kosten voor de keuringen enz., welke rechtstreeks uit het reglement zullen voortvloeien. Zij geven alzoo in overweging, aan het bestuur der afdeeling „Zeeland" van Het NettcrlandschePaardenstamboek te berichten, dat eerlang een reglement tot verplichte hengstenkeuring in den boven aangeduiden zin in het leven zal worden geroepen. Het voorstel betreffende de heffing van opcenten op de grond- en personeels be lasting strekt om de heffing voor te dra gen van respectievelijk 28 en 32 opcenten op de hoofdsommen der belasting op de gebouwde en op de ongebouwde eigen dommen over het jaar 1897, en van achttien opcenten op de hoofdsom der peisoneele belasting, over het dienstjaar 1897/98 of over het belastingjaar 1897, indien de heffing de belasting volgen» de wet van 18 April 1896 (Staatsblad no. 72) op 1 Januari 1897 aanvangt. 't Was herhaaldelijk, ook door personen uit der keizers naaste omgeving, gezegd, dat Wilhelm en Nicolaas elkander niet meer zouden ontmoeten. Maar nu hun beider reisplan medebracht, dat zij tege l'jkertijd zouden vertoeven in twee, geen uur van elkander gelegen steden, werd het te gek om elkander ver te blijven. Keizer Wilhelm heeft daarom reeds een bezoek aan Darmstadt gebraeht, om daarna de reis naar Wiesbaden te vervolgen. De czaar en de andere te Darmstadt vertoevende vorsten hebben dezer dagen een bezoek ontvangen van prins Napoleon. De czaar had een langdurig onderhoud met den pretendent. De Fransche pers geeft nog geen beschouwingen over dit in elk geval opmerkelijk incident. Prins Mestchursky, de leider van het Russische blad Grajdanine, had zich in zijn brieven uit Parjjs zeer scherp uitgö laten over de onverdraagzaamheid der Fransche regeering en over de vervolging waaraan de geestelijken in Frankrijk bloot staan, over de houding van president Faure tijdens de feesten, over Méline en over het Fransche leger. Het gevolg is dat het blad voor een maand is geschorst wegens onbehoorlijke uitingen tegenover een bevriende regeering. Na afloop van deze schorsing zal het blad aan de strengste bepalingen der censuur wordeu onderworpen. Men zou kunnen verwachten, dat de Elzasser jongelieden, die 5 jaar na den oorlog werden geboren, den toestand wat kalmer opnemen, dan de oudereu. Maar de dezer dagen tot den krijgsdienst opgeroepeneu hebben zich op weg naar hun eerste garnizoen aan de grootste bal dadigheden schuldig gemaakt. Zoowel aan de stations als in de treinen werd alles door hen vernield, terwijl zij telkens den noodrem gebruikten, om vei warring in het vervoer te brengen. Bij gelegenheid van een verkiezingsrede van graaf Zichy hebben in het Hongaarsche alaatsje Kecskemet ernstige ongeregeld deden plaats gehad, uitgelokt door de onaf hankelijkheidspartij. De troepen moesten onder de wapens komen, maar dit belette niet. dat de strjjd des avonds opnieuw uilbrak. Als een bewijs hoe groot de opofferingen zjjn, welke Spanje zich getroost om Cuba te behouden, diene dat in een tijdsverloop van 13 maanden werden uitgezonden 121.326 militairen, waaronder 5370 offi cieren. Deze legermacht bestond uit 83 bataljons infanterie, 28 eskadrons cavalerie en artillerie, genie enz. naar evenredigheid. Verder werden 143 kanonnen, 140.000 geweren, ruim 60 millioen patronen uit gezonden. En deze opgaat loopt slechts tot 10 April van dit jaar, zooda. de cijfers van het laatste half jaar nog ontbreken. Op de Philippijneu hebben de Spaansche troepen een overwinning behaald. De stad Nasugbu is aan de rebellen ontnomen, terwijl de vijand vluchtte en door de troepen werd achtervolgd Volgens ten der Engelsche bladen is een der kafferstammen in opstand ge komen tegen de Transvaal. Op 300 tnijl van Pretoria hadden ernstige gevechten plaats. Dr. Salverda de Grave is Donderdag met het geven van onderwijs aan H. M. de Koningin geëindigd. Bij het afscheid nemen vereerden HH. MM. hem het portret van Koningin Wilhelmina in zilveren lijst en nog een aandenken in zilver. De Koningin-Regentes benoemde hem tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. A T J E 11. De correspondent van de N- R. Ct. te Batavia seint onder dagteekening van gisteren Gi teren zijn twee bataljons over Djerir naar Pieng en Moeloe uitgerukt ten gevolge van een kritieken toestand. Djerir ligt zuidoostelijk van Indrapoerie Pieng ligt op de grens der XXXVI Moe kims, noordelijk van Djerir, en Moeloe is aan de voet van het heuvelterrein ten Oosten van Atjeh vallei gelegen. De kri tieke toestand, waarvan sprake is, kan of slaan op het kampement onzer troepen te Tjot Maotjang. noordwestelijk van Moeloe, of op concentratie van vijanden in laatst genoemd terrein. waar zij in 1883 zich ook verzamelden. LOMBOK. Het tweede deel van het telegram van den correspondent der N. R. Ct. bevat het volgende Het observatiekorps van Boeleleng (op Bali) zal naar Mataram overgebracht wor den. Het fort Mataram zal versterkt worden en een nieuw fort voor 100 man zal ge bouwd worden benoorden Laboean Hadji op de Oostkust. Het oorspronkelijk telegram luidt Yesterday two batallions via Djerir towards Pieng Moeloe pursuant critical situation Lombok corps observation Boele leng to be transported Mataram, enz. Het is dus niet duidelijk, of de »kritieke toestand" slaat op het eerste of op h6t tweede deel van het telegram. Wij hebben het vertaald als of het eerste bedoeld was, in de meening dat de toestaud op Lombok niet van dien aard is, dat hij kritiek kan genoemd worden. AXEL, den 23 October is<»6. Gisteren is op de hoogte van Sint Andries door den brievengaarder en bestel ler Vermandei van Koewacht een 5jarig meisje van den landbouwer P. v. D., dat in gevaar verkeerde te verdrinken, uit het water gehaald en alzoo van een anders wissen dood gered. Door een onbekende oorzaak brandde gisterennacht te Hulst het püotographisch atelier van den heer De L. af. Het houten gebouwtje lag spoedig in den asch. De inboedel verbrandde ook geheel en al. Alleen het gebouwtje was verzekerd. Dinsdagmiddag heeft te Terneuzen eene ontploffing plaats gehad, waardoor verscheidene glasruiten werden verbrijzeld. Bij het verbranden van ee >igen rommel achter het arsenaal in de Nieuwstraat had het ongeval plaats. Waarschijnlijk hebben zich ontplofbare stoffen onder dien rommel bevonden. De schrik onder de inwoners was algemeen. Gisteren is te Terneuzen een persoon gearresteerd, verdacht van oplichterij. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Zitting van 23 October 1896. E. J. R., 37 j., boerenknecht te Philip pine, is wegens het verijdelen van hande iingen door ambtenaren vrijgesproken. Dinsdagmorgen werden in de lood senwacht van het Nederlandsche loods wezen te Vüssingen in tegenwoordigheid van den Oostenrijkschen consul, den heer C. R. C. Wibaut, en het aan wal zijnde loodspersoneel door den heer J. B. do Ruljter de Wildt, inspecteur over hef loodswezen enz. aldaar, op plechtige wijze uitgereikt de brevetten en tiet kruis van verdienste in zilver met de kroon aan den loodsscbipper der 2e klasse, kwartier meester, F. H. Jilleba, en het Kruis van verdienste in zilver aan de roeiers C. de Mul, D. van Sprang, B. H. Lems, J. Verboven, M. Douw en H. Monmaas, hun door den Keizer van Oostenrijk ge schonken belooning van de door hen ver richte redding van de bemanning van de Oostenrijksche bark >Zora" op 5 Decem ber 1895. Deze uitreiking geschiedde nadat dooi den inspecteur ovei het loodswezen en deD Oostenrijkschen consul het man moedig gedrag vAn voornoemde koene zeelieden in het redden van schipbreukelingen naar waarde was geschat; waarvoor door den kwartiermeester Jilleba namens het roei- erspersoneel innige dank werd betuigd. Zooals men weet is kennis gegeven dat H. M. de koningin bij hare troons bestijging geen geschenken zou aannemen, wat vélen teleur gesteld heeft, vooral de hoofdcommissie die zich te Amsterdam uit de volksbuurten gevormd had en die gesteund werd door ruim 14U.000 inge zetenen. Het Nieuws deelt thans mede dat een uitweg gevonden is en dat bij de kroning aan H. M. een gala koets zal worden aangeboden, niet ten geschenke, maar ten gebruike. Na de kroningsplechtigheid zal deze koets vermoedelijk in het rijksmu seum worden bewaard, om later bij het huwelijk der koningin wanneer er geen bezwaren tegen het geven van ge schenken zullen zijn -«■ als geschenk van de burgerij te worden aangeboden. Naar aanleiding van het bericht omtient de geboden som van ƒ20.000 voor een der vijf kinderen van L. Reijer- kerk te Ottoland meldt do Hollander Aan bedoelde ouders werd reeds het vorige jaar ƒ10,000 geboden voor betzelfde kind, doch de ouders dachten er met aan hun zoontje als koopwaar van de hand te doen. Nu is voor enkele weken het bod ver dubbeld, dus op f 20,000 gebracht, om, ware het mogelijk, hen door het zilver te bewegen afstand van hun kind te doen. Of het afstaan van hun kind voor dezen prijs, ten behoeve van een ouderloos echtpaar zal zijn, is misschien wel aan twijfel onderhevig, aangezieD da ouders mij zei ven verklaarden volstiekt niet te weten aan wien ze hun kind moesten afstaan alleen werd hun be'oofd, dat zjj driemaal per jaar hun kind mochten zien. De geheele zaak wordt door tusschen- komst van een ander behandeld, die het geschreven contract bij zich had. zoodal de ouders slechts behoefden te teekenen en het geld was disponibel. Wanneer ik u echter meld, dat het bewuste jongetje met 1 Januari 1897 twee jaar oud wordt en nu 20 kilo weegt bovendien aanleg heeft om een breed geschouderde reus te woulen, ligt het vermoeden voer de hand, dal bedoeld kind aangekocht zou worden om tegen betaling ter bezientiging gesteld te worden. Gelukkig weigerden de ouders hun kind af te staan, al bood men nog de dubbele som. Het stoffelijk overschot van den op 17 dezer bij het spoorwegongeval te Harderwijk noodlottig omgekomen pak- meester C F. Gunther werd Woensdag op de R. K. begraafplaats te Utrecht ter aarde besteld. De lijkbaar was bedekt met een 6tal fraaie kransen van levende bloemen, gezonden van de directie, de hoofdambtenaren, den stationschef te Amersfoort, door het personeel te Har derwijk en het treinpersoneel. Alsslippe- dragers fungeerden twee hoofdconducteurs en twee pakmeesters in uniform. Achter den lijkstoet volgden 3 machinisten en een stoker, waaronder de machinist en stoker die den trein reden waarmede het ongeluk plaats vond, terwijl, daar de overledene als pakhuismeester tevens dienst deed op de treinen die naar het Noorden doorliepen, ook een 12tal conduc teurs en remmers der Staatsspoorwegen, allen in uniform, zich in den stoet be vonden. De stoet verliet ten circa 11 ure het sterfhuis, waar reeds vóór 10 ure een dichte menigte belangstellender, had post gevat en zich gedeeltelijk met den stoet voortbewoog. De lijkkoets werd gevolgd door een drietal koetsen, waarin, behalve de famile- o a. de ingonieurwerktuigkundige, de de inspecteur en eenige ambtenaien van den Centraalspoorweg waren gezeten. Op de begraafplaats, waar de stoet len ruim lU/2 uur aankwam was eeD groot aan tal belangstellenden aanwezig, waaronder ook de overige hoofd-ambtenaren der Centraal Spoorweg Mij en velen van haar personeel. De ingenieur-werktuigkundige.de heer J. W. Verloop hield een treffende toe spraak aan het geopende graf, waarin hij de verdiensten van den overledene her dacht en hem schetste als een ijverig en steeds zjjn plicht betrachtend beambte, ten voorbeeld van ande.en Hij besloot zijn rede met een woord vaD vertroosting tot de nagelaten betrekkingen, Te Twello had iemand, die een zweer op zijn gezicht had, die met een scherp voorwerp, dat niet zindelijk was, geopend. Niet lang daarna deden zich bij hem ver schijnselen vau bloedvergiftiging voor. Zjjn hoofd zwol zoo sterk op, dat bjj bijna niet

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 2