J\o. 1038. Zaterdag 10 October 1896. 12' Jaarg. Nieuws- en Advertentieb 1 voor Zeeuwseh-Vlaanderen 1 ad ooi F. MELKMAN, Herhalingsonderwijs. Herlialiiigsonderwi js Buitenland. 22 FEUILLETON. Voor honderd jaren. Een drentsch verhaal. Binnenland. AXELSCIIE i i COURANT. iï m <2A3 Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzondert, numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Zij, die verlangen gebruik le maken van het behooren zich vóór 14 October e. k aan te melder, aan het hoold der openbare lagere school te Axel. De hoofdschotel van het buitenlandsche nieuws levert natuurlijk het bezoek van het Russische keizerpaar aan Frankrijk. De intocht in Parijs moet schitterend zijn geweest. Van den stoet trokken slechts twee deelen de bijzondere aandachtde Afri kaansche groep, welke op weg levendig werd toegejuicht, en het groote gala rijtuig waarin de hoofdpersonen waren gezeten. De czaar droeg een Russische generaals uniform, de czaritza een wit kleed met sluier. Ontzettende inspanning kostte het den troepen om den weg vrij te houden, want de reusachtige menigte was schier niet te houden De inspanning was te grooter wijl de manschappeu tegelijk de militaire honneurs moesten bewijzen, en daardoor een houding hadden aan te nemen welke zich meer leent om het wegdringen der manschappen te bevorderen, dan om weerstand te bieden aan de menigte. Achter de soldaten, met den rug naar den stoet, was daarom een groote menigte politie geplaatst, welke tevens een oog had te houden op eventueele betoogers. Maar alles liep best af. Natuurlijk dat verschillende kleine ongevallen plaats had Daarna zich in postuur zettende, doet hij op zingende toon en in den regen met halt geslotene oogen de uitnoodiging, waar van de woorden in een armzalig rijm worden voorgedragen. Hij vermeldt daarin zoowel de namen van bruidegom en bruid als die der onderscheidene gevechten, welke den bruiloftsgasten zullen worden voorgezet doch onder welke laatsten, ten dage des feestes, de beloofde Snippen met lange bekken, Die over de tafel kunnen rekken, steeds ontbreken. Met het uitspreken van het laatste rijmwoord verandert hij eens klaps van toon, om dag en uur te noemen waarop het feest zal worden gehouden. Daarmede is zijne taak geëindigd en nu wordt hem het gebruikelijke glas brande wijn met suiker aangeboden, 't welk hij schier genoodzaakt is te moeten uitdrinken ten einde zich in het bezit te kunnen stellen van het op den bodem liggende geldstuk. Terwijl hij hiermede bezig ia, hechten de jonge meisjes als naar de uitnoodiging geldt ten blijke dat zij die aannemen, ieder een lint aan zijnen weldra den. Maar die zijn in zulk gedrang niet te voorkomen. Een heerlijke zonneschijn had het buiige onstuimige weder der laatste dagen ver vangen. In het gebouw der ambassade vonden HH. MM. hun dochtertje dat even te voren, begeleid door een eskorte dragonders, daar was aangekomen. Na- een dejeuner kwamen Mevrouw en Lucie Faure haar opwachting bij de keizer lijke gasten maken. Na een onderhoud van een kwartier ver trokken de dames, waarna de hooge be zoekers naar de Russische kapel reden, waar een plechtigs dienst plaats had. Voor de kerk was het gedrang ont zettend, en had een klein ongeval plaats daar een der paarden van het vierspan ging steigeren, waardoor het rijtuig vast- reed. De keizerin kreeg hoe is niet recht duidelijk, eenige takken in het gelaat. Aan den drempel werd het hoofd der Russische kerk door den aarstspriester ont vangen. De vorsten bleven tijdens den duur der plecntigheid staan, met een groote kaars in de hand. Bij den aanvangder plechtigheid brandden deze kaarsen niet. De aartspriester ontstak eerst de zijne, en daaimede die van den czaardeze wendde zich daarop tot de keizerin, en deelde dan haar kaars het heilige vuur mede. Na de kerkelijke plechtigheid ging de czaar alleen naar het, Elysée. In de eerste plaats 0111 de dames Faure een tegenbezoek te brengen en verder om met het Fransche parlement kennis te makenDe czaar noemde zich gelukkig voorgesteld te worden aan de gekozenen van het Fran sche volk Zoo althans luidt het telegram. Vermoedelijk zal dit wel een klein abuis zijn, want de czaar zal zeker, en vooral niet tegenover het Fransche parlement, geen uitzondering maken op den regel, dat een vorst zich nooit laat voorstellen. De keizerin had onderwijl de weduwe en den zoon van wijlen president Carnot ontvangen, die door H. M. tot een bezoek waren uitgenoodigd. Des avonds reed het keizerlijk echtpaar door de heerlijk verlichte straten naar het Elysée, waar liet groote gala diner van '225 couverts plaats had, bezichtigde na tafel op het Trocadero de illuminatie en het vuurwerk en reed toen naar de opera. Beter dan een uitvoerige beschrijving van dezen gala-avond schijnen ons de vol gende vluchtige indrukken van den Parij- schen correspondent van de N. R. Ct. »Het was bijna kwart voor elf toen Faure met de czaritza aan den arm en de czaar met de echtgenoote van den pre sident de zaal der opera binnentraden, om door het haar vereenigde publiek met groote geestdrift te worden toegejuicht. De woorden van het Russische volkslied, door alle artisten en de koren gezongen, werden er door overstemd. De czaar droeg den rooden uniformrok van de garde kozakken van den Oeralde czaritza was in het hemelsblauw met prachtig diamanten diadeem en halssnoer. De aanblik der zaal was schitterend, al waren de fauteuils d'orchestre vooral door gerokte heeren bezet. Negen Arabische cheiks in witte en roodeburnoes decoreerden zeer mooi een rij. waarop verder een kolonel der jagers-te paard en Rochefort gezeten waren. De ministers met hun dames hadden hun plaatsen in de loges aan weerszijde der presidentieele tribune, welke, uitge bouwd over bet amphitheater met haar inrichting en prachtige bloemomkransing een vorstelijken aanblik opleverde. Hano- taux in rok met zijn Russischen collega Sjisjkin en de ambassaderaad De Giers, beiden in hofcostuum, vulden een der loges. Verder naar het tooneel waren twee Rotschilds, Ephrussi en hun dames geplaatst Off eerste loges met de dame op de v oorste stoelenrijen trokken een bijna niet onder broken veelkleurigen band om de zaal, maar het amphitheater met corpsbevel hebbers en admiraals en de rijke damesto! letten ovet trof ze nog in schittering en kletirenge wemel De illuminatie, welke evenals de ver siering, slechts tot een zeer klein deel der stad beperkt was, is buiten verwachting geslaagd en de feestvreugde duurde den geheelen nacht. De czaar verleende aan Loubet, Brisson, Méline en Qanotaux het grootkruis der orde van Alexander Newski met bril janten. Het geld, door de Fransche pers bijeen - gebracht voor een huldeblijk aan den czaar zil toch nog tot dat doel dienen. Detaille zal een schilderij maken van de revue te Chalons en dat geschenk zal de czaar, als hij het later toegezonden krijgt, wel niet afwijzen. - Tot lid van de Tweede Kamei in h^t kiesdistrict Haarlem is gekozen de heer jhr, mr. A. J. Rethaan Macaré(lib.) met 959 van de 1441 geldige steramen. Da heer dr. A. E. van Royen (anlir. en kath.) had 445 stemmen. wischte haastig hare oogen al en toonde zich opgeruimder dan zij werkeljjk was »Hoe zoo treurig, lieve nicht ving de oude viouw vertrouwelijk aan, terwijl zij den kleinen wildzang, die haar te gemoet was gesneld, liefkoosde en streelde. Wemeltien zweeg. „Kom, kom," vervolgde vrouw Meilhaus, >op zoo'n schoonen Meimorgen als thans waarin hemel eri aarde zich schijnen te verheugen en alles ons toelacht mag de rnensch niet schreien ten ware het van blijdschap is." „En toch, moei," spiak Wemeltieu zacht, gevoel ik mij zeer beangst, want daar, gebeuri iets en ik weet niet wat." »Maar, kindlief, wat zou er voor bij zonders gebeuien?" Ja, dat weet God, moei ik alleen gevoel, dat er iets voorvalt, 't welk mij van nabij betreft." Dwaasheid, lieve gij hecht immers niet aan het droombeeld voorge voel »Zeker doe ik dat en 't heeft mij nog nimmer bedrogenach, dat ik te Zweelo ware daar valt het voor wat mij beangst." „Kom, Wemeltien, laat ons naar binnen gaan, uw oom zal ons wachten." (Wordt vervolgd.) met veelkleurige linten versierden staf, waarna hij met eeD »dag zaam" of „dag te hoop" vertrekt, om met het zelfde doel en gelijken uitslag andere woningen te bezoeken, tot dat hij al de gasten naar graden van sibbe en bekundschap ter hoogtijd heeft gebeden. Bijna op het zelfde tijdstip, waarin de bedoelde bruiloltsnoodiger de vroeger door Harm Brinkrueijer te Benneveld bewoonde huizinge binnen trad, om haren nieuwen bewoner en' diens vrouw te noodigen, zat op eenige uren afstands van daar eene bleeke nog jeugdige vrouw aan de deur eener kleine onaanzienlijke woning te spinnen, terwijl een dartel knaapje in hare onmiddellijke nabijheid in het zand zat te spelen, 't Was Wemeltien met haar kind Na den dood haver moeder had zij de plaats vaarwel gezegd, waar zij was ge boren en opgevoed, waar zij zoo veel vreugde had genoten, maar ook zoo einde loos veel verdriet hal ondervonden. Een halfbroeder, van hare moeder, met haar deerniswaardig lot bewogen, had zich harer aangetrokken en aan haar en haar kind een verblijf in zijn huis en eene plaats aan zijnen disch aangeboden, welk een en an der zij met dankbaarheid had aangenomen. Abel Meilhaus, zoo heette die edel moedige bloedverwant, was schoolonder wijzer te R in het graafschap Bentheim. Hij was een man, die, ofschoon den winter des levens reeds genaderd, nog een helder hoofd aan een krachtvol lichaam paarde. Eerwaardig door zijn statig uiterlijk, minzaam in zijn voorkomen, ge streng in zijne beginselen en overvloedig in liefde tot God en den naaste, was hij bij oud en jong, rijk en arm even zeer gezien en oefende daardoor, zonder het zelf te weten, op ieder, met wien hg in aanraking kwam, eenen onmiskenbaren in vloed uit. Met dankbare tevredenheid at hij met zijne hoogbejaarde gade het brood van zijn bescheiden deel juist niet over vloedig, toch had hij genoeg om er nu en dan iets van mede te deelen aan wie ge brek of honger leed Evenaarden zijne kundigheden al niet de kennis van dn tegenwoordig gevormde onderwijzers, wellicht overtrof hij velen van deze in stipte en getrouwe plichtsver vulling zijn onderwijs was practlsch, zijne vorming en opleiding zedelijk en gods dienstig, en het was aan hem en zijne leerwijze alleen dank te wijten, dat het kleine R zoo vele gezonde denkers en ingelogene burgers telde, die Gode gaven wat Godes en den keizer wat des keizers was. Bovenal was hjj een voor beeldig echtgenoot, maar, oischoon hjj den vadernaam had mogen dragen, was hij geen vadei meer. Terwijl, geljjk we zoo even zeidon, Wemeltien aan de huisdeur van haren oom zat te spinnen, trad Meilhaus' gade haar nader. De jeugdige spinster, blijk baar onvoorbereid op die ontmoeting

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1