No. 1046.
Zaterdag 29 Augustus 1896.
12' Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
FEUILLETON.
Voor honderd jaren.
Een drentsch verhaal.
Bniienl md.
AXELSCHE
i:0l ItAXT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
'L 0 DACSWE T.
De Amhemsche Ct. ste't de vraag »Zou
het nu niet langzamerhand tijd worden,
dat we een betere Zondagswet kregen
Aan de bestaande Zondagswet, eene
antiquiteit van het jaar '15, wordt gelukkig
niet zeer streng de hand gehouden, maar
in den laatsten tijd heefc o. a. de rijwiel-
sport in de hoofdstad toch kunnen be
merken, dat de wet van kracht is.
Dat zij, die geroepen waren de wet te
handhaven, dit met de meeste clementie
deden, valt eigenlijk te betreuren. »Het
zou veel beter zijn, indien de wet in al
haar gestrengheid werd toegepast, indien
de fabrikant, die des Zondags zijn schoor
steen laat roeken, de rentenier, die des
Zondags zijn tuintje in orde brengt, de
koekebakker, die op Zondag zijn waren
uitstalt, de koetsier, die de juffrouw uit
de Kerk haait, werden veroordeeld, indien
de plaatselijke besturen niet enkel voor
wielerwedstrijden, maar ook voor tooneel-
voorstellingen en muziekuitvoeringen ver
gunning weigelden enz. Wij gelooven,
dat er dan kans zou bestaan op een
vruchtbare algemeene oppositie tegen de
antiquiteit en eene regeering wel de
gelegenheid zou vinden er wat beters voor
in de plaats te geven.''
De groote fout van het versleten wetje
is, dat het blijkens den considerans
op een onjuist beginsel berusthet
behartigt geen maatschappelijk, maar een
kerkelijk belang. >'t Is mogelijk, dat
men in 1815 meeude het recht te hebben
te dwingen tot „pligtmatige viering van
den dag des Heeren en andere dagen,
den openbaren christelijken godsdienst
toegewijd", thans is dit anders. Geen
10
Ziet de teedere plant, hoe zg in het op
waarts schieten heeft te worstelen, des
daags met wind en regen, des nachts met
koude en vorst en toch groeit zij op lot
hare bestemde lengte eu ontwikkelt hare
knoppen en opent eindelijk hare bloemen
wier prachtige kleuren het oog verrukken
en wier welriekende geuren den voorbij
ganger rerkwikken. Aanschouwt de ten
gere loot, hoe langzaam zij in lengte en
omvang toeneemt, wat heeft ook zij
niet te kampen Stormen en onweders,
schadelgk gedierte en schendende handen
teisteren haar en toch wordt zjj de boom
wiens kruin zich telkens meer uitbreidt,
aan wiens takken de schoonste bloesems
zich ontwikkelen, die, ter hunner tijd
weder afvallende, plaats maken voor vruch
ten, welke, tot rijpheid gekomen, de tong
en het gehemelte verkwikken en streelen.
Ja, daar is overal strgd, en God dank
dat het zoo iswant waar strijd is, dual
is leven, en waar het leven wordt gemist
daar zetelt de dood. Het stilstaand water
verkeert in moeras, maar de ruischende
beek blgft helder. De besloten waterpoel
regeering zou thans daartoe de bevoegd
heid gevoelen, geen vertegenwoordiging
zou zich daarmede kunnen vereenigen.
Wie den dag des Heeren wil vieren, hebbe
daartoe de vrijheid, doch dezelfde vrijheid
zij gegund aan hem, die daartoe geen
roeping koestert."
Na aangetoond te hebben, dat de bepa
lingen der wet niet eens met den consi
derans in overeenstemming zijn, gaat de
Arnh. Ct. voort
De wet is bovendien zoo onbeholpen
van maaksel zoo volkomen niet meer in
overeenstemming met deeischen van het
moderne leven zij werd eboren in
een lijd, dat er geen spoorwegen en stoom-
booten waren, dat men haast geen koffie
huizen en bijna geen schouwburgen had,
in dagen, dat de grootindustrie nog in
haar opkomst was, en het openbaar ver
maak slechts een zeer bescheiden rol in
het volksleven vervulde dat haar
afschaffing dringend noodig is
Maar daarom achten wij het niet over
bodig dat er iets anders voor in de
plaats komt.
Een mensch is geen machine, die dag
aan dag zijn arbeid kan verrichten. Er
moet nu en dan eens gerust en uitgeblazen
kunnen worden om nieuwe krachten op
te doen, en als het blijkt dat niet ieder
zich daartoe de vrijheid kan veroorlooven,
dan is het plicht Ier overheid hem de
noodige rust bij wettelijkeu maatregel te
verzekeren, Toen mr. F. W. Smit in
1867 zijn proefschrift over onze Zondags
wet schreef, spr .k hij als zijne meening
uit, dat de regeering volstaan kan met
aan allen, die bij haar in hoogere of lagere
dienstbetrekking zijn, een wekelgkschen
rustdag natuurlijk den Zondag - te
verpest door zijnen adem geheel den om
trek, maar de bruisende bergstroom zuivert
den dampkring. Ziet, daar is geene over
winning zonder strijd.
Dat wg ons dan aangorden tot dien strijd
en ons scharen onder die eenige baniei,
waarin het wachtwoord prijktHebt God
lief boven al en den naaste als u zeiven.
Dan zal het ons nimmer aan licht en
kracht ontbreken, maar wg zullen strijdende
versterkt worden in liet geloof en onver
wrikt vertrouwen dat de poorten der
helle Christus gemeente niet zullen over
weldigen.
Keeren wij na deze uitweiding tot onze
geschiedenis terug.
Met heete tranen had Wemeltien haren
misstap beschreid, en geen zwaar offer
was haar te zwaar gevallen om bij God
en menschen vergiffenis te verwerven. Van
daar dat zij niet alleen zich vrijwillig aan
de eischen der kerk had onderworpen, maar
ook alle poging tot kwijtschelding of ver
zachting daarvan met nadruk had afge
wezen. Zij had gemeend, geen gedeeltelijk
maar een volkomen offer te moeten brengen.
En toen zij haar kind in den doop den
Heer had opgedragen en dat offer gebracht
had, werd het van dag tot dag rustiger in
haar hart. Zij bleef hopen te morren, er.
alles van der Hemel verwachten, zonder
daarom het aardsche te veronachtzamen,
en al huiverde zij ook, zoo vroom eene
betuiging te uiten, toch drukte geheel hare
houdiug al Laar weuschen en willen, al
verzekeren. Bovendien zouden de bepa
lingen in onze wetboeken, waarbij de
Zondag zooveel mogelijk vrij gehouden
wordt van gerechtelijke handelingen, ge
handhaafd moeten werden. Een dergelijke
regeling, in Frankrijk tijdens de eerste
revolutie ingevoerd, zou, meende hg, een
positieve Zondagswet overbodig maken,
omdat de burgerij zeker het voorbeeld
der regeering zou volgen, en zooveel
mogelijk den Zondag als rustdag zou be
schouwen. Wie evenwel om zijn dago-
lijksch brood ook den Zondag als werkdag
wilde doorbrengen, welnu, hem zij de
vrijheid daartoe gegeven. De werkman
zou echter, indien door hem een rustdag
gewenscht werd, dien zeker door eigen
krachtsinspanning van den patroon kunnen
verkrijgen een dergelijk streven langs
wettigen weg naar een geoorloofd doel
zou bovendien voor het zelfbewustzijn
van den arbeider bevorderlijk wezen.
In theorie is inderdaad voor een derge
lijke regeling wel wat te zeggen zij is
in overeenstemming met het beginsel der
individueele viijheid en met dat van
staatsonthouding op zedelijk gebied. Maar
toch, al3 wij zien, hoe moeilijk het is
voor menig werkman een vrijen dag te
krijgen laat staan een geregelden
rustdag elke week dan valt er toch
wel wat te zeggen voor staatsbemoeiing
ook met deze aangelegenheid.
Evengoed als de wet thans van den
werkgever eischt, dat hij maatregelen zal
nemen voor de gezondheid en veiligheid
zijner arbeiders, kan hij bepalen, dat
stellen wij, om niet te overvragen, ten
minste ééns in de veertien dagen den
werkman een rusttijd van 24 uur wordt
gegeven. De patroon kan dan met inacht-
haar doen en handelen de onderworpene
bede uit: Heer, mg geschiede naar uwen
wil.
Doch n\et alzoo met vrouw Brinkmeger.
Haar bezielde slechts ééne gedachte, die
alle andere overheerschte, de gedachte, om
zoo veeldoenUjk de eer harer dochter te
herstellen.
Willems liefde voor Wemeltien, in ver
band uiet de bepalingen der toenmalige
wetgeving, gat haar daartoe een middel
aan de hand waarvan zij zich de heer
lijkste uitkomsten voorspelde. Dat middel
was: het bij onze tegenwoordige wet ver
boden onderzoek naar het vaderschap. Reeds
dadelijk, toen alle andere middelen uitge
put waren had zij dit laatste middel wil
len beproeven doch dominé Keinhoff had
het haar ooi redeDen, die zg toen beaamde
telkens met nadruk afgeraden Hoe meer
zijn er evenwel over nadacht, hoe meer de
proefneming haar toelachte. Eindelijk be
sloot zij er toe om het te wagen, en wie
zou het der arme moeder misduiden Had
zij niet allen grond om te mogen hopen,
en was dat laatste middel niet juist hel
éénige, om door den dwang der wei alle
partijen onderling te verzoenen Wanneer
toc.h Wemeltien kwam te huwen waren al de
wenscben der jonge lieden alsmede die van
vrouw Brinkmeijer, ten volle bevredigd, en
was tevens aan Kranghand elk voorwend
sel benomen om zijnen neef te ont
erven 7
Op oen atstand van nagenoeg twee uren
neming van die maximum-bepaling het
werk regelen en desnoods verplicht worden
van die regeling mededeeling te doen aan
den arbeidsinspecteur, opdat deze de
naleving er van kan controleeren. Wil
de wet daarbij uitdrukkolijk bepalen, dat
voor allen, die bg staat, provincie of
gemeente in dienstbetrekking staan, de
Zondag een rustdag zal zijn, voor zooveel
de publieke dienst dit toelaat, dan valt
niets daartegen in te brengen. Maar veel
verder ga de wet niet. Het voorkomen
van ordeverstoring bij godsdienstoefening
behoort tot het domein der algemeene
strafwet en geen wet verbiede overigens
den onderdaan op Zondag te doen wat
hem door de week vrijstaatarbeid adelt,
niet enkel in de week, maar ook op
Zondag en arbeid op Zondag tot misdrijf
te promoveeren is een dwaasheid. Aan
iet feit, dat die dwaasheid than3 bij ons
kracht van wet heeft, dient zoo spoedig
raogalijk een eind gemaakt te worden.
Men herinnert zich de knoeiergen ter
gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezin
gen te Aalst en dat de beschuldigden
werden vrijgesproken Het openbaar
ministerie was van dit vonnis in beroep
gekomen. Het hof van beroep te Gent
heeft nu voorwaardelijk tot een boete van
26 frank veroordeeld de leden van de
gezelschappen de Iweinszonen, de Water
ratten en de Sterrekens. De feiten, ten
laste gelegd aan de leden van de Ridders
van de Mot eo de Vrome Strijders, zijn
verjaard verklaard.
De burgemeester van Aalst, Gheeraerdt,
wil naar aanleiding van het vonnis zijn
gaans, of, om met den drentschen land
man te spreken, »een. paar pijp rookens''
van de oude >Weeme" (pastorie, eigenlijk
priesterhuis) te Zweelo verwijderd, stond
in het toen reeds vrij aanzienlijk doch
later aanmerkelijk uitgelegd en verfraaid
kerkdorp Dalen de heeren behuizinge, ge
naamd Santhorst.
Gebouwd, niet zoo als in Drenthe de
mode schijnt te zijn, licht en dicht, maar
opgetiokken hecht en sterk, met al dien
eenvoud en regelmaat, die in degelijkheid
haren oorsprong vindtniet als door een
tooverslag, naar de wijze van onze dagen
in weinige weken ontworpen en voltooid,
maar met bedachtzaamheid aangevangen
en niet keurige juistheid tot in de kleinste
onderdeelen toe. na maanden tgdsverloop
volkomen afgewerkt en voleindigd, had
Santhorst een tal van jaren zien voorbij
snellen, zonder nog de gebreken des ouder-
doms te vertoonen.
Nog bleef het zijn breed ontworpen dak
met gliosterend blauwe pannen, nog zijn
vieital schoorsteenen mjt schier onver-
slijtbaie kappen, nog zjin klokkeuhnisje,
dat een koepeltorentje in miniatuur geleek
rustig omhoog verheffen als een eerbied
waardig gedenkteeken van degelijke bouw
orde uit dat verwijderd tijdperk, waarin
bg onze voorvaderen, voortreffelgke bouw
meesters als zij waren, alleen op wezenlijke
behoefte in verband met de gedachte aan
het veranderlijk klimaat, waaronder zg
leefden, werd gelet.