Binnenland.
Landbouw
Rechtszaken.
Lemeiigd Nieuws.
Naai' de N. R. Ct. verneemt, zal
de memorie van aotwoord des ministers
op het vooi loopig verslag over de kieswet
in de helft van de volgende week de
Eerste Kamer bereiken.
Bij het Departement van koloniën
is ontvangen het volgend van gisteren
gedagteokende telegram van den Gouv.
Gen. van N.-Indië betreffende de krijgs-
venichtingen in Atjeh:
„Pretendent Sultan gevlucht naar
Mesdjid Indrapoeri, de woonplaats van
Panglima Polim.
Eergisteren bendehoofd Nja Gedoog ver
dreven uit heuvels van Tjot Soeri in 9
Moekims.
Gesneuveld een en gewond 4 militairen
beneden den rang van officier.
Bij de xcursies in westelijk gebergte
der 25 Moekims en in een gedeelte der
26 moekims niet bijzonders voorgevallen.
De minister van oorlog heeft aan de
commissarissen der Koningin in de pro
vinciën o. a. medegedeeld dat er niet al
leen geen bezwaar tegen bestaat om de
loting voor de rijkskeuring van paarden
reeds nu te doen plaats hebben, maar
dat dit zelfs wenschel(jk is. Die loting
toch houdt geen verband met het aantal
eventueel ce leveren paarden, doch dient
uitsluitend tot bepaling van de volgorde
bij evencueele levering, en moet plaats
nebben voor de blijkens d9 veizamellijsten
vooi' de krijgsdienst geschikt bevonden
paarden, dus voor alle goedgekeurde
paarden.
De minister van binnenl. zaken,
Gelet op het Koninklijk besluit van 27
Juni 1892 (Staatsblad no. 167), tot va l-
stelling van nadere bepalingen tot het
tegengaan van de verbreiding van bet
mond en klauwzeer onder het vee, aan
gevuld bij de Koninklijke besluiten van
17 November 1892 (Staatsblad no. 255)
en 13 September 1894(Staatsblad no. 150);
Gezien het bericht van den Commissaris
der Koningin in de provincie Gelderland,
van 3 Augustus 1896 no. 7908.34,
Heeft goedgevonden
met ingang van 5 Augustus het hou
den van markten, openbare verkoopingen,
tentoonstellingen en andere vereenigingon
van herkauwende dieren en varkens te
verbieden in de gemeente Groenlo, Ei
bergen, Aalten, Winterswijk, Lichten
voorde, Wisch en Dinxperlo. (St.ct.)
De grootte van den pootaudappel
is van verschillende beteekenis, zoo
schrijft het jongste nommer van het
Landbouw Weekblad.
Wat betreft de oogstopbrengst, het poten
van benoorlijk groote aardappelen moet
ondei normale omstandigheden een goed
beschot verzekeren, want de pootaardappel
heeft Diet alleen de jonge plant te vormen,
maar haar ook in den eersten tijd voedsel
te verschaffen. Hoe grooter dus de voor
raad voedsel in den moederaardappel is,
des te krachtiger zal zich de plant ont
wikkelen en des te beter zal zij gedijen,
zelfs onder min gunstige toestanden van
weder en bodem. Het is met den aard
appel eveneens als met elk zaaizaad hoe
voikomenor hut is, des te grooter is de
kans op eene goede opbrengst. Daaruit
volgt tevens, dat kleine aardappelen voor
poters volslagen ongeschikt zijn, en zoo
genaamde zuinigheid te dezen opzichte
kan groote verkwisting, en dus schade
ten gevolge hebben. Maar uet is in
geenen deele noodig de giootste aard
appelen voor poters te kiezen, want d?
meest geschikte is de middelmatig groote.
De opbrengsten van groote, middelmatige
en kleine pootaardappelen zijn in ronde
cjjfeis ongeveer als volgtAls door
groote poters 100 kilogr. opgebracht
worden, worden van middelmatige 90 95
en van kleine slechts 60 65 kilogr.
geoogst.
Van groot voordeel is ook, dat procen-
tisch gesproken, de poterij van groote,
goed gevormde aardappelen een veel
giooter is bij groote en middelbare, dan
bij het gebruik van kleine. De doelloos
heid van het te zamen poten vaD 2 ot
3 kleine aardappels behoeft wel met
aangetoond te worden, want de opbrengst
wordt er nog meer door geschaad, omdat
meestal geen der poters tot volle ont
wikkeling komen kan.
Wil men hoofdzakelijk groote, goed
gevormde aardappelen ten verkoop op de
markt verbouwen, dan is het geraden
om aan eiken pootaardappel slechts drie
of vier goed ontwikkel ie oogen te laten,
die eveneens zooveel krachtige uitloopers
maken. Deze geven wel is waar niet
bovenmatig talrijke, maar bijkans zonder
uitzondering groote, krachtig ontwikkelde
aardappelen.
AXEL, den 7 Augustus 1896.
Bij Kon. besluit is, op zijn verzoek,
oervol ontslag verleend aan P. Scheele jr.,
als voorzitter van het bestuur van het
waterschap van de Nol tusschen den
Koude- en den Lovenpolder, provincie
Zeeland.
Heden slaagde voor het eerste ge-
d6elte notarieel staatsexamen de heer C.
Le Nobel te Arbem, geboren te Oostburg.
Men schrift ons
Dinsdag jl. werd de pastoor, de Eer
waarde heer E. P. M. Raaymakers, te
Biervliet geïnstalleerd. De kerkelijke
plechtigheid geschiedde met assistentie
van den oerw. deken te Aardenburg en
overige ambtgenooien uit dit kanton en
eenige Belgische geestelijken.
Hoewel nog geen drie maanden in de
gemeente werkzaam, wist Zijn Eerw.
reeds aller sympathie te winnen.
Uit de woningen zijner parochianen
wapperde de driekleurvoor de kerk
langs de straat was tusscheu een paar
kastanjeboomen een eenvoudige en toch
sierlijke poort van groen en bloemen
geplaatst met een opschrift dat aller
instemming verwierf.
Des avonds gat het fantaiengezelscbap
Harmonie" een concert in den tuin dei-
pastorie. De voorzitter de heer De Bats,
bracht den feestvierenden hei der een
welkomstgroet toe, waarna Zijn Eerwaarde
met een gepaste zinspeling op de beteekenis
van »Harmonie", zijr. dank betuigde voor
dit muzikaal huldebetoon.
Niet één zijner voorgangers werd met
zooveel ingenomenheid door de Biervliet -
sche bewoners van alle gezindten begroet,
als den heer Raaymakers te beurt mocht
vallen op den dag zijner installatie.
M. Ct.
- Het gerechtshof te Den Bosch heeft
eene beslissing gegeven, die vooi alle in
leggers in de Rijkspostspaarbank van be
lang is. Het hof besliste nl. dat op gelden
in de Rijkspostspaarbank ingelegd, beslag
onder derden mag worden gelegd door
hen, die van den inlegger geld te vordeibn
hebben en dat deze boslaglegging kan ge
schieden onder den directeur van het post
kautoor, waar het geld ingelegd is. De
eerste vraag, die het hof besliste, was
of de Rijkspostspaarbank een instelling
op zien zelf is of eenvoudig een tak van
staatsdienst, in welk laatste geval cp
gelden in handen van haar, die geen afge
scheiden vermogen bezit, geen beslag kan
worden gelegd. Het hof noemt de Rijks
postspaarbank echter een »door hare be
zittingen, haar reservefonds en de garantie
van den staat gewaarborgde staatsctepo-
sitobank en mitsdien eene particuliere
rijksinstelling." Er de tegenwerping,
dat het beslag niet mocht worden gelegd
onder den directeur van het postkantoor,
Waar het geld was gedeponee.id, heeft het
hof eveneens afgewezen de terugbetalin
»Bist doe 't, Willem," hernam de grijs
aard op het hooren van die hem welbe
kende stem, ofschoon hij den binnen
komenden neef door de schielijk ingevallene
schemering overigens niet had herkend.
„Ik ben 't," antwoordde Willem Aifing.
„En kentste maar zoo uut de boerkorij
Willem wele voert de heeste veur dp
Op Willems antwoord, dat zijn knecht
het voor deze reis deed, bromde de oude
„Ken dat ook al zóó, dien knecht
dou, elk zien meug.' Willem ging op
een door z(jnen oom zeiven vervaardigden
stoel zitten en trok, naar boeren wijze, de
pijpen van zijn »wanten" (pij, wollen stof)
broek een voor een op.
„Doe hekst wal mui (moede, mat),"zeide
Wessel norsch.
»Dat ben ik ook, oom; 'k heb vinnig
bard loopen
»'k Was 't nooit in mien tied en nog
neet, al runde ik ook hen en 't weer
Assen.
»Ja maar, oom
»'t Was anders uit de jonge gasten, doe
ik jonk was, as nou 't is nou alles week
bakken spul. Op mien negentiende jaar,
deu (deed) 'k wat 'k wol. 'k Kun een
heelen dag warken, stoei warken, 's nachts
bi de wichter (meisjes) zitten, 's ander
morgens hen Zuidlaarder mart tién (gaan),
daar altied deur in de weêr blieven, 's
^avon Is de Zuidlaarder Witmaakers met
een dubbeltien teekenen, zoo dat 't één
bloed was, tegen den ander' morgen toes
(thnis) komen en mit een dikke brugge
(brok) achter de koeseo (kiezen), en en
andere in de buutze (zak) weêr hen 't
wark gaan né, dat zei 't doe en diens
gelieken wal uut de bragen (hersens)
laten."
,,'t Was mij rijkelijk diuk genoeg, oom,
maar toch
»Och loop hen, jong help mi maar
lever (liever) en hantien voeren
Daar Willem er groot belang bij had,
om den eenigen broeder zijner overledene
moeder te vriend en daarbij zoo mogelijk
thans in eene goede luim te houden, sprong
hp onmiddellijk op, om den ouden man de
verlangde hulp te bieden.
Wie zich slechts eenigermate met vrucht
in de gelaatkunde had geoefend, en daarbp
niet ten eenenmale een vreemdeling in
het menschelijk hart was, dien had het
aanstonds in het oog moeten vallen, dat
de jongeling zijnen oom iets had mede te
deelen doch vruchteloos naar woorden
zocht om zijn hart te ontlasten
Willem stond als op heete kolen en
blikte van tijd tot tijd naar de hoofddeur
alsof hij van daal hulp verwachtte, of bp
langer dralen de verijdeling van zijn voor
nemen vreesde. Het laatste was waar en
verwezenlijkte zich eer hij her vermoedde
toen Peete, eeu klein, mismaakt schepsel
onverwacht die deur binnen trad.
Peete was de dienstmaagd en te gelijk
de hui-houdster van zijnen oom, wier gelaat
en gebogene houding zeker twintig jaren
ouder teekende, dan zij werkelijk was.
JareD lang had zij Wessel trouw en eerlijk
gediend, en altijd zoo tot zijn genoegen en
voordeel zijne huishouding waargenomen,
dat men een huwelijk tusschen hen beiden
gansch niet onder de onwaarschijnlijkheden
rekende.
Willem barstte haast van spijt, toen hij
het kleine gedrocht zag binnen strompelen.
Naauwelijks had zij zij ie stem vernomen,
cf zp kwam naar hem toe, plaatste zich
met eene voor hem on verdragelij ke aan
matiging aan zpne zijde en vroeg hem met
eene alleronaangenaamste schelle stem, wat
hij hier nog zoo laat kwam doen.
„Als oom mij dat vroeg, dan
antwoordde Willem driftig en scherper,
dan hij het wildewaarom hij plotseling
ophield, uit vrees dat hp in de persoon
van Peete zijn oom zou kunnen belee-
digen.
Wessel, schijnbaar in zich zeiven ge
keerd mompelde eenige onveistaanbare
woorden. Doch dat dof gemompel, gevolgd
van een kort en knorrend gebrom, was
voor Willem het teeken van een in de
verte naderend onweder.
Een langdurig stilzwijgen volgde, en
terwijl oom en neef met hunnen arbeid
voortgingen, ontstak Peete de »ruskepit"
(pit eener dus bekende plant) in de ko
peren lamp, die zij aan eene ijzeren steng
welke een lomp stuk hout of voetstuk
had, ophing en daarna in de nabijheid
van den vuurhaard plaatste.
geD geschieden toch door de postkantoren
op aanwijzing van den directeur der spaar
bank en deze kunnen dus ook de betaling
doen aan den crediteur van den inlegger.
N. R. Ct.
De rechtbank te Maastricht heeft
onlangs een vonnis gewezen dat een
aardig lesje is voor burgemeesters die niet
precies op de hoogte zijn van verplich
tingon, welke de wet hun oplegt. Een
brikkenbakker te Heerleu had den burge
meester zij nor gemeente het voornemen
te kennen gegoven met zijn geheele ge
zin naar Duitschland te gaan om daar
te gaan werken en een bewijs van de
politie gevraagd, dat hem als inwoner
van Heerlen zou legitimeeren. Dit bewijs
had de burgemeester hem gegeven. Kort
daarna werd de brikkenbakker gedagvaard
door zijn huiseigenaar tot ontbinding der
huurovereenkomst er. ontruiming van zijn
woning. Die dagvaarding werd, daar het
geheele huis leeg stond, beteekend aan
den burgemeester van Heerlen. Deze
legde haar ad acts. Daarop volgde ver
oordeeling van den gedaagde beteekening
van het vonnis, weer bij den burgemeoster,
en eindelijk wei d het huis door den deur
waarder opengebroken en al het huisraad
op straat gezet. Toen d& brikkenbakker
terugkwam, vond hij zijn huis leeg. Hij
beklaagde zich bij den burgemeester, dat
bij niets van de dagvaarding en de be
teekening van het vonnis gehoord had,
en eindigde met den burgemeester te dag
vaarden tot vergoeding van de door zijn
nalatigheid geleden schade. En de Maas-
trichtsche rechtbank heeft den burge
meester, die niet de minste moeite had
gedaan de dagvaarding aan haar adres te
doen komen veroordeeld. TV. R. Ct.
- Uit Utrecht meldt mer, aan het
Volksdagblad
Sedert eene week heerscht hier een
groote paniek, doordien de bankiersfirma
M. zich failliet gegeven heeft. De nadoelen,
die daardoor geleden worden, moeten zeer
aanzienlijk zijn, en vooral in kringen
vau werklieden ondervindt men groote
schade. Zoo wordt gezegd, dat de R.-K.
„St. Josef vereeniging", alsmede Recht
en Plicht" door deze firma hare zaken
lieten administreeren. Doch ook veel
kleinere burgers en dienstboden die daar
hunne spaarpenningen hadden gedeponeerd
worden door dit ongeluk getroffen. Een
paar pastoors - de failliet was roomsch-
katholiek en maakte vooral ODder zijne
geloofsgenooten slachtoffers uit den
omtrek moeten nogal voor vrij aanzien
Toen eindelijk de mannen hun werk
verricht hadden en onder een voortdurend
zwijgen bij bet vuur plaats namen, draaide
Peete de lamp zoodanig, dat Willem geheel
in het licht en zij in de schaduw zat.
Zich daarna in eene gemakkelijke houding
zettende, wierp zij een doordringenden blik
op den jongeling en vroeg op schijnbaar
onnoozelen toon
»Ook wat nieuws in Zweel
Willem kleurde en antwoordde, dat hij
zich niets beiinnerde.
»Of bij geval in Benneveld vervolgde
Peete.
De jongeling bloosde nog eens zoo erg,
beet zich op de lip en zou gaarne, had hij
het durven wagen, 't boosaardig schepsel
de deur hebben uitgeworpen.
Dewijl Willem met zijn antwoord draalde
vervolgde zij droogjes
„Mij was anders verteld, dat Brink-
meijers Wemeltien een Jonge zeun" had
overwonnen."
Watte riep Wessel, mede zijne oogen
op den verbluften jongeling slaande.
»'tls zoo," sprak Willem moedig
»en 't is juist daarom, dat ik oom Wessel
wilde spreken."
„Nu wat heb ik daar mit uut te
staan
»Oom niets, maar ik wel
„Doe, is 't dien kind dan, zeg?"
Hij, wien die norsche vraag gold, knikte
toestemmend.
(Wordt vervolgd.)