tiemtmyd Xieuws
een anderen candidaat, als gekozen te
worden beschouwd.
De voorzitter stelt daarop der verga
dering voor te besluiten dat 21 stemmen
is de volstrekte meerdeiheid van 41 eu
dus de h6er Van van Wijck is gekozen
tot lid der Eeiste Kamer.
De vergadering legt zich hierbjj neer.
Alsnu is aan de orde de benoeming van
een lid der Staten, bedoeld bij art. 89
der provinciale wet.
Hiervoor worden Ingeleverd 39 briefjes.
Gekozen wordt de heer J. M. Kake-
beeke met 36 stemmen, terwijl 1 stem is
uitgebracht op den beer Hennequin en
twee briefjes blanco zijn.
De heer Kakebeeke, alzoo verkozen,
verklaart zich bereid die benoeming aan
te nemen.
Hierna wordt, op verzoek van eenige
leden, door den voorzitter de orde der
agenda eenigszins gewijzigd door thans
aan de orde te stellen net verslag der
afdeelingen betreffende het voorstel van
17 leden der Staten tot het aanschaffen
van eene nieuwe stoomboot voor den
dienst op de West-Schelde.
Uit de afdeelingsverslagen blijkt dat
in eene afdeeling vier leden met hef voor
stel medegingen, vier er zich tegen ver
klaarden en vijf leden hunne stem zich
voorbehielden; dat in eene andereafdee
ling een lid zich voor het voorstel ver
klaarde, een lid zich zijn stem voorbehield
en tien leden tegen de aanneming waren
en dat iu de derde afdeeling met elf van
de dertien stemmen de wenscbelijkheid
werd uitgesproken, dat het voorstel zou
worden gerenvoyeerd Gaar Ged. Staten,
met uitnoodiging'om in de najaarsvergade
ring een voorstel daaromtrent aan de
Staten te doen.
De heer Hejjse stelt voor om het voor
stel te renvoyeeren naar Ged. Staten om
dienaangaande rapport te doen in de na
jaarsvergadering.
Die motie wordt met algemeene stem
men aangenomen.
Een voorstel tot afwijzing van een
verzoek van het bestuur der afdeeling
Axel der „Nederlandsche vereeniging tot
bescherming" van dieren betreffende bet
gebruik van honden als trekdieren.
Ook hierover wordt een langdurige dis
cussie gevoerd, waarbij door onderscheiden
leden de wensch wordt uitgesproken, dat
in de najaarsvergadering door Ged. Staten
voorstellen worden gedaan in het belang
van bescherming der honden, die gebruikt
worden als trekdieren.
Eindelijk wordt door den heer Hombach
een molie ingediend om Ged. StateD uit
te r.oodigen deze zaak in nadere over-
en na eenen strijd van bijna een half uur,
waren meest al de roovers gewond, zoodat
zii begonnen at te deinzen. Op dit oogjn
blik kreeg Ferrando eenen steek in de
hand docb van geen groot belang. Dit
maakte hem woedend. Thans viel hij den
aanvoerder met vernieuwde drift aan, en
bracht hem eene zware wonde in de borst
toewaarop deze ter aarde viel. Nau
welijks zagen de anderen dit, welke zeiven
reeds genoeg van den strijd hadden, en
wel bespeurden, dat hier weinig heil voor
hen te halen was, of zij vloden in het
bosch, en lieten hunnen aanvoerder aan de
bescheidenheid van hunnen vijand over
Ferrando maakte zich dadelijk van den
zwaar gewonden roover meester, zette hem
den degen op de horst, en beval hem, zoo
hij zijn leven lief had, hem te openbaren,
wat hij met hem voor bad gehad, en door
wien hij was omgekocht; terwgl hij hem
beloofde, dat indien hjj naar waarheid be
kende, hij voor hem zoude zorgen. De
roover bleef in het eerst nog eenigen tjjd
aarzelen, om hierop naar eisch te ant
woorden doch de punt van Ferrando's
degen op zijne borst voelende, en gedachtig
aan zijne reeds bekomene wonde, kwam
de liefde tot het leven bij hem boven, er.
hp riep om genade. Ferrando trok zijnen
degen terug, en stelpte het bloed, dat uit
des roovers borst vloeide. Hierop ver-
kiaarde deze, dat hij door Ferrando's vader
voor eene aanzienlijke som was omgekocht
om zich van Ferrando meester te maken,
weging te nemen.
Deze wordt met 16 tegen 14 stemmen
aangenomen.
Hierdoor is het voorstel van Gedepu
teerde Staten vervallen.
Een voorstel tot inwilligen van een
verzoek van het hoofdbestuur der „Maat
schappij tot bevordering van landbouw
en veeteelt in Zeeland" om een subsidie
uit de provinciale kas ten behoeve van
de paardenfokkerij.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt dit goedgekeurd.
Een voorstel tot inwilliging van een
verzoek van hetzelfde bestuur, om een
subsidie uit de provinciale kas ten be
hoeve van een cursus in het hoefbeslag.
Ook dit voorstel wordt zonder discussie
of hoofdeljjke stemming aangenomen.
Nog een voorstel tot inwilliging van
een verzoek van hetzelfde hoofdbestuur
betreffende de aanwending der provinciale
toelage voor landbouwiezingen.
Ook dit voorstel woidt op gelijke wijze
goedgekeurd.
Een voorstel van Ged. Staten tot in
williging van het verzoek der visschers
vereeniging te Philippine, om haar adres
aan de regeering om uitdieping der haven
te ondersteunen.
Zonder discussie of hoofdelijke stem
ming wordt alzoo besloten.
Het voorstel tot wijziging der tegroo
ting van de enkel provinciale buishoude
lijke inkomsten en uitgaven over 1896.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt alzoo besloten.
Daarna is de zitting In naam der ko
ningin gesloten.
AXEli, den 17 Juli 1896.
In deze gemeente heeft zich een
geval van vlekziekte bij een varken voor
gedaan.
Hedei had alhier ten overstaan
van den notaris Dregmans, in het logement
»Het Gulden Vlies" de veiling plaats van
de onroerende goederen van de erven
Hermanns Smies en Neeltje van den
Broeke. Koop een, een woonhuis en erf,
groot 1 are 48 centiaren. Kooper werd
Hendiik Smies Hermanuszoon voor 1800
Koop twee, 24 aren 20 centiaren tuin
grond. Kooper werd hiervan Corn. Smies
Hermanuszoon voor 1000. Koop drie.
Het recht van voortdurende huur cp een
zitplaats in de Ned. Herv. kerk. Kooper
werd niervan C. Smies voornoemd,
voor 6.
Uit de Rechtszaal. Het begin
was al dadelijk veelbelovend.
en hem naar een kasteel te voeien, waar
reeds alles, in stilte, voor zijne geheime
ontvangst iD gereedheid was gebracht.
Ferrando liet den gewonde naar eene
naburige woning brengen, deed hem ver
binden, en bracht het bij de bewoners van
dit huis zoo ver, dat deze aannamen, den
roover tot nader order op te passen, en
naar eenen wondheeler te zenden, om hem te
doen genezen.
Thans, nu deze zaak zoo goed was al
geloopen, verheugde Feriando zich over het
gebeurde.
Hij getroostte zich gaarue zijne lichte
wonde, daar hij van deze omstandigheden
gebruik wilde maken om zijnen vader te
verplichten, hem ter wille te zijn terwijl
hij zich tevens op hem wilde wreken, door
hem in het nauw te brengen en te ver
nederen. Daarom begaf hij zich den vol
genden morgen naar het hotel van zijnen
vader en eischte dezen te spreken. Na
eenige oogenblikken toevens, werd hij toe
gelaten, en nu sprak hg zijnen vader op
de volgende wijze aan, terwijl hij zijne be
bloede en met doeken omwondene hand
hem voorhield„Moordenaar uwer kin
deren I uw doel is misluktDe Voor
zienigheid heeft mij beschermd, en run
den noodigen moed en krachten verleend,
om uwe huurlingen met schande te doen
vluchten."
De Vader. (In drift uitbarstende.) Wat
wilt gij, Ferrando? Gjj spreekt als een
onzinnige
In de bank der beklaagden zat een
omstreeks 50-jarige man. Met beide
armen leunde hij heel gemoedelijk over
het bouten schot vóór de bank eo met
zijn bandon speelde hij met een groote
snuifdoos. De voorzitter zag hem onder
zoekend aan Beklaagde, gedraag je hier
wat netter en doe die doos wegMet
een ruk stond de toegesprokene op en
in betzelfde oogenblik werd een slag
gehoord. De doos was hem uit de vlogers
gegleden en de inhoud had op den grond
een langen, zwarten streep achtergelaten.
Het publiek lachte.
VoorzitterMaar man, wat doe je daar
toch voor dwaashêdeD Kom, laat die
doos voorloopig maar liggen en antwoord
me op wat ik je zal vragen. Je bent
de polderwerker Willem Noteboom
BeklaagdeDat komt uit. Maai de
lekkere snuif!
Voorzittei Je hebt hier geene opmer
kingen te makenantwoord me maar
als ik wat vraag en voor de rest houd
je ie mond. Maar wat voer je nu weer uit?
Weer was er een siag gehoord, maar
harder dan de eorste maal. Hij had zijn
zakdoek uit zijn achterzak gehaald en
daarbij een flescbje jenever meegesleurd.
In scherven lag nu het flescbje naast
bem en bij bukte en raapte de stukken
op. Op last van den voorzitter moest do
bode het raam openzetten, want de
jeneverlucht was Diet uit te houdeD.
»Die kostehkke jenever!" jammerde de
beklaagde.
Voorzitter(na eenige oogenblikken)
»Zeg eens, ik geloof dat je leeljjk boven
je bier bent."
BeklaagdeMot u niet denke, meneer
de rechter. Ik drink wel es 'n spatje,
wat dan ook 'n werkman wel toekomt
zou ik denken, maar te veul Hoogstens
'n enkele keer as ik alleen of in gezel
schap bin.
VoorzitterJe bent dronken, zeg ik
je, pas op, of je gaat dadelijk voor een
dag of drie de gevangenis in. Je bent
beschuldigd op den 19den Februari getuige
P. mishandeld te hebbenvertel me eens
kort wat er toen gebeurd is.
BeklaagdeDe vorige dag had P. 'euge
me gezeid, asdat ie nog 'n heeleboop
stukken van boomstammen had van
die onderste stukken weet u, meneerde
rechter, mit do wortels d'r nog an en
toe vroeg dieme, oi ik die niet wou klein
hakken, en opstoapele, ik had toch juist
niks te doen. Hij wou me dertig stuiveis
per dag geven, 't was wel niet veul. moar
ik nam 't toch moar an. Als je geen
werk het, nietwaar? Toen nie de vol
gende morrige vroeg mit z'n karritje
Ferrando. Neen niet als een onzinnige.
Zie deze hand, waaraan nog de duidelijkste
bewjjzen zjjn, dat men mjj beeft aange
vallen.
De Vader. Ik zie wel, dat uwe hand
gewond ismaar weet ik het, wie u dit
heeft aangedaan Er heeft in deze dagen
zoo veel met u plaats gehad. Gjj be
wandelt uw eigen weg, en moet dus zelf
weten, wat gij doet.
Ferrando. Hoe, mijnheer gij bljjft het
ontkennen dat gij het zjjt, die gewapende
mannen tegen mij uitzendt, om mjj te
overmeesteren? Ik zal wel middelen
weten te vinden, om u te overtuigen.
De Vader. (Min of meer verlegen wor
dende, trachtte zich te redden, door op
een gebiedenden toon te spreken.) Ferrando
indien gjj niet dadelijk zwijgt, zoo zal ik
u doen verwjjdeien. Schaamt gij u niet
uwen vader met zulke schandelijke dingen
te betichten?
Ferrando. (Insgelijks driftig, en zich
omkeerende om te vertrekken.) Gjj behoeft
mjj niet te doen verwjjderen ik zal zelf
wel heen gaan doch gij zult weten, wat
gjj gedaan hebt.
De Vader. Wie heeft u zulke uitzin
nige dingen in het hoofd gebracht.
Ferrando. Niemand ik weet het alleen
van de roovers zeiven. Hun aanvoerder is
in mijne machtik weet uw geheele plan
uwe eigene huurlingen zullen tegen u ge
tuigen.
De Vader. (Zjjne verwarring trachtende
naar de stad ree, toe was ik al an 't werk
en ik hakte uit alle macht op zoo'n ouwe
taaie wortel, dat de beeleboel d'r van
dteunde. Moar det mot ik zegge, as-dat
iemaDd die nog ncoit boomstruiksn het
gehakt d'r niet van mee proate kar..
Als je op zoo'n taaie wortel slaat, dan j
springt de bijl terug, as of je 'op gomme-
lestiek sloatje mot d'r op z'n minst 'n
ijzere wig bij hebben.
Dat dee ik dan ook, moar natuurlijk, I
iedereen die moar 'n sikkepitje verstand
in z'n roap het, zei det begrijpen, zoo I
erg hard schiet ije dan niet op. Toe
P 's oaves weer thuis kwam was ik
nog altijd an 't hakken. Hij spande z'n
poard uit en kwam toch 'n poosi noar
ra'n werk stoan kijke, zonder dat ie z'd
kop open dee. Maar op 't loast zee die
toch: >Woar hij je het klein gehakte
hout?" Hier zee ik, en ik wees 'm op
'n fesoendelik hoopie >Wat?" riep die.
»Is dat werk van 'n heelen dag? Je
schijnt nog nooit van je leven boom
stronken klein gehakt te hebben, dat mot
meer mit de oogen as mit de bijl en de
wig gebeure. Die dat werk kent, die
weet presies woar die de wig mot zette
en dan splijt zoo'n ding zoo gemakkelijk
as 'n lucifer. Och mensch, zeg ik toe
teugen 'em moak me nou asjeblief geen
kaskedone, moar hij bleef moar deur
proate en zee, as dat dertig stuivers veur
zoo'n bietje hout 'm te veul was. H(j
zou me m'n
Nou, ik was lillik vaisch geworda en
toen i noar me toekwam, gaf ik 'm 'n
klein duwetje det ie omviel, en met z'n
buik persies op 'n blok bout terecht kwam,
mit z'n achtersteven net noar me toe.
Det vond ik nou toch wal al te ongemenierd
en ik nam 'n stok en gaf 'm d'r 'n paar
opzoanikkers mee mit de woorde»Ik
zal je eens loate zien, hoe of hout gehakt
wordt."
VoorzitterHet moet een heel dikke
knuppel geweest zijn, die je daarvoor
gobruikteje kon hem z'n rug wel kapot
geslagen hebben."
Beklaagde: >Z'n rug in geen geval,
ik heb precies op z'n kruisemunt gemikt
hij kan hoogstens de volgende dag wat
ongemakkelijk op z'n wagentje gezeten
hebben."
Voorzitter»Op z'n kruisemunt wat
is dat?
Beklaagde»Nou, dat is daar zoo in
de buurt van 't kruis.
Hietop werd de getuige gehoord. Het
was een klein, dik mannetje, met een
vuurrood gezicht. Zijn bewegingen waren
nog al zonderling. De voorzitter keek
hem streng aan. >Getuige, het komt
te bedekken.) Jongeling -vertrek 1 ik kan
uw oog niet langer verdragen.
Ferrando. Ik ga! Hier aan uw huis
zal ik u niet verder lastig vallen. Ik zal
de zaak aan het gerecht bekeDd maken,
en den Napolitaanschen adel doen weten,
hoe gjj ontaard genoeg zjjt, om geheime
huurlingen af te zenden, ten einde uw
eigen vleesch en bloed om te brengen.
Vaarwel
De Vader. (In de uiterste verwarring
zijnen zoon terughoudende.) Ferrando, ga
zoo niet heen Wat wilt gij
Ferrando, ziende, dat hij thans zege
vierde, maakte nu ook dadelijk van deze
gelegenheid gebruik, om zijne zege geheel
te voltooien daarom antwoordde hij
„Wat ik wil Dat gjj uwe vol-
komene toestemming en goedkeuring tot
mjjn huweljjk met Antoinetta geelt, of ik
ga dadelijk kennis aan hst gerecht van het
voorgevallene geven.
De vader zag nu wel, dat hij moest
bukken, en eene geheele misrekening had
gemaakt, dewjjl hjj zich de verachting van
den geheelen Napohtaanschen adel op den
hals gehaald zoude hebben, zoo deze zaak
ruchtbaar ware geworden daarom besloot
hij toe te geven: Welaan, Ferrando!" j
zeide bjj, hem de hand toereikende „laat
ons met elkander verzoenen ik geef mijne
toestemming tot uwe verbindtenis
(Wordt vervolgd.)