No. 1028.
Zaterdag 27 Juni 1896.
!2e Jaarg-.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee ii wsch- Vlaanderen
F. DIELEMAN,
BnUenland.
FEUILLETON
Een tafereel
Binnenland.
AXELSCHE
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
In vliegende vaart heeft de Duitsche
Rijksdag Zaterdag het tweede en het derde
boek van het Burgerlijk Wetboek afge
handeld. Er werd slechts over onderdeden
in 't kort beraadslaagd, wijzigingen van
eenige beteeksnis zijn niet aangebracht
een aantal voorstellen van sociaal democra
tische zijde werden verworpen.
De Pruisische Kamer van afgevaardigden
is uiteengegaan.
Bg de receptie van het diner tot afscheid
der Oostenrjjksch Hongaarsche delegatiën,
die haar werkzaamheden hebben geëindigd
richtte keizer Frans Jozef het woord tot
alle afgevaardigden behalve tot de anti
semieten en de nationale Duitsehers. Zeer
opgemerkt werden de woorden van den
jong-Czech Karei Kramarz tot den keizer
over de millenniumstentoonstelling te Buda
pest Ziedaar wat een vrij volk iD dertig
jaar tot stand kan brengen."
Men weet het streven der jong-Czechen
naar een zelfstandig koninkrijk Bohemen.
In het Hongaarsche huis van afgevaar
digden heeft de afgevaardigde Meszlenyi
den antisemietischen vice-burgemeester van
Weenen dr Lueger onder handen genomen,
wegens diens bekende uitvallen tegen de
Hongaren. Hij vroeg aan het ministerie,
hoe men kon dulden, dat een officieel per
soon als dr Lueger, vice -burgemeester van
Weenen, ieder die de millenniumstentoon
stelling bezoekt als eerlooze behandelt.
Meszlenyi vroeg verbod van enkele antise-
mietische bladen in Hongarije. Yan dr
Lueger zeide hij»Men moet hem Luegner
noemen, want hij stapelt leugen op leugen.
En wg kunuen hem gerust zoo noemen,
want hij ontziet zich niet onze mooie stad
33
UIT DE
18e EEUW
g-; p--2
Dit verbitterde mg nog des te meer en
maakte mij razend, zoodat ik mg niet
langer konde bedwingen. Ik rukte mij los,
en gaf hem zulk een geweldigen stoot
tegen de borst, dat hij bijna ter aarde
vieltevens trok ik mijnen degen, en
dreigde hem te doorboren, zoo hij het
waagde mg weder te naderen. De Markies,
door den ontvangen stoot en mgne be
dreigingen thans ook in drift geraakt,
duwde mij veel onaangenaams toe, en
wilde insgelijks den degen trekken, wan
neer eenige aankomende militairen ons
omringden, en een einde aan het gevecht
maakten, zoodat wg genoodzaakt waren,
ons van elkander te verwijderen, en elk
tot zgnent terug te keeren. Toen ik te
huis kwam, was ik woedend, dat het'mg
niet gelukt was, den Markies zijn loon te
geven, en ik begreep maar al te wel, dat
ik niet eerder koude rusten, zoo lang deze
mijn vgand nog in het leven was. Maar
waar zoude ik hem op oene zekere manier
Budapest te betitelen Judapest."
Met bijzondere levendigheid vonden de
gemeenteraadsverkiezingen in Elzas Lotha
ringen plaats. Het resultaat was niet
ongunstig voor de partijen der linkerzgde.
Te Straatsburg zijn 6 democraten en 2
socialisten verkozente Colmar verwierf
wel is waar de jonge volkspartij geen zetel,
doch een flinke minderheid.
Te Mülhausen, te Markirch en te Colmar
trekken daarentegen socialisten het raadhuis
binnen.
In 't algemeen viel een versterking der
democratische beweging op te merken.
De dagbladen hebben het druk met de
reisplannen van den Tsaar. In Augustus
zou Nikolaas II voornemens zijn naar
Weenen, Berlijn, Londen te gaan en ook
naar Parijs. Maar nu zitten de
Franschen er gek mede te Parijs is geen
behoorlijk paleis om den Tsaar te ont
vangen. Alle oude paleizen zijn in gebruik
genomen dooi den staat. De Gaulois
geeft nu aan de Fransche regeering den
raad een paleis voor der. Tsaar te laten
bouwen.
De Frankf. Ztg. ontvangt uit St Peters
burg het bericht, dat op bevel van den
Tsaar het onderzoek naar de ramp op
het Khodynski-veld gestaakt is, omdat
hooggeplaatste personen er bij betrokken
schijnen te zijn
Indien dit bericht waarheid bevat belooft
het nieuwe regime van den jongen souverein
veel
Uit verdere berichten moet gebleken
zijn dat niet de vroegere keizerin regentes
van China de pleegmoeder en tante van
den tegenwoordigen keizer, de keizerin
Tsoehsi, overleden is, maar 's keizers eigen
moeder, die nooit een politieke rol heeft
vinden, opdat ik niet konde falen Na
lang aarzelen, scheen het mg toe, het ge-
schikst te wezen, hem door eenen Bravo
uit den weg te doen ruimen. Spoedig had
ik er eenen gevonden, die mij beloofde,
voor eene goeda belooning, den Markies
te zulleu ombrengen. Maar hij was mij
voor. Nog dienzelfden dag ontving ik een
briefje van hem, slechts de navolgende
woorden bevattende
iMijnheer de Markies!
„Door het voorgevallene op den weg
naar Portici, hebt gij getoond, wie
gij zgt. Intusschen wil ik u gaarne
genoegdoening geren, en vorder die
ook van u. Laat u dus heden middag
op de onder aan dit briefje aange
duide plaats vinden. Gedraag u daar
als een ridder, en ik zal u toonen,
dat ik de wetten der eer ken. Ge
tuigen hebben wij niet noodig, daar
wij zeiven onzen plicht zullen Kennen.
»De Markies van Pagliari."
Deze uitdaging konde ik niet weigeren,
Ik wist nu, dat ik den Markies zoude
vinden, en ik wilde hem dus zelf straffen,
Op den bestemden tijd begaf ik mg buiten
Napels naar de aangewezene plaats, en
vond aldaar den Markies op en neder
wandelen. Zoodra hij mg zag, wees hg
mij een klein voetpad aan, en weldra
waren wg op eene eenigzins afgelegene,
kleine, opene plaats. Hier hielden wij
stand, en zonder een woord te spreken,
trokken wij onze degens, en vielen elkan-
en wier dood dus ook geen
terugslag kan hebben op de buitenlandsche
politiek van het rijk.
Uit Salisbury in Mashonaland komen
nog steeds onrustbarende berichten. De
plaats is in staat van verdediging gebracht,
daar men een algemeenen opstand verwacht.
De inboorlingen deden een aanval op
een wagen met vrouwen en kinderen, die
door een patrouille werd geescorteerd van
Mazoe naar Salisbury. Er werd wanhopig-
dag en nacht gevochtenzeven man van
het escorte werden gedood en vier gewond,
evenals alle muilezels van de wagens en
veertien paarden.
Het gerucht liep, dat de inboorlingen
in de buurt van fort Charter in opstand zijn.
Daarentegen zijn in den omtrek van
Boeloewayo geen vijanden meer te zien.
Naar de New York Herald verneemt
uit Washington onderhandelt president
Cleveland met Groot Brittanje over een
algemeen tractaat rakende scheidsrechter
lijke beslissing van geschillen met inbegrip
van dat over de Venezolaansche grens.
De Britsche regeering is echter, zegt
het telegram, niet geneigd om de Venezo
laansche kwestie daaronder op te nemen.
Te minder zal zij hiertoe te vinden zijn
nu de Venezuelanen den heer Harrison,
den Britschen ambtenaar, die aan het
hoofd stond van de ploeg, welke bezig
was met het aanleggen van een weg van
Barama naar de Cuyuni. hebben gearres
teerd en naar een post aan de Cuyuni,
tegenover Uruan gebracht. Dit geschiedde
ingevolge bevelen uit Caracas ontvangen.
Het gebeurde heeft te Georgetown,
Britsch Guana, gioote opschudding gewekt.
der aan, als leeuwen. De woede maakte
zich geheel van mij meester, en op mijnen
degen vertrouwende, daar rk ongelijk veel
sterker was, dan de Markies, drong ik
hoe langer hoe meer op hem in Dan,
mijne al te groote drift deed mij de voor
zichtigheid verliezen. Ik maakte eenen
mispas, en struikelde, zoodat mij de degen
uit de hand viel. De Markies, wel ziende,
welk eene tegenpartij hij had, maakte van
deze gelegenheid gebruik, en gaf mij een
verraderlijken stoot in de borst, zoodat ik
ter aarde viel. De Markies mij misschien
dood wanende, verwijderde zich ijlings, en
liet mij aan mij zei ven over. Door de
zware wonde was ik dadelijk van alle
bewustheid beroofd, en kan dus niet zeg
gen, hoe lang ik daar gelegen heb. Eerst
na middernacht, kwam ik weder tct mij
zeiven, en ontdekte toen, dat ik mij in een
klein, eenvoudig vertrekje bevond, waar ik
door een ouden geestelijke werd opgepast.
Ik vernam naderhand, dat deze geestelijke
mij had vinden liggen, in mijn bloed ba
dende, en mij, met behulp van een paar
mannen, tot zgnent had gebrachten daar
hij wel bemerkte, dat er iets bijzonders
met raii was voorgevallen, wilde hij mij
niet bekend maken met de plaats, waai
ik mij thans bevond, voor en aleer ik in
zoo ver hersteld was, dat ik hem mgne
lotgevallen en omstandigheden konde mede-
deelen. Reeds had hij om eenen heel
meester gezonden, welke mgne wonde
onderzocht, en dezelve niet buiten gevaar
Bij het uiteengaan van de Tweede
Kamer voor het zomerrecès zijn de vol
gende wetsontwerpen onafgedaan ge
bleven
lo. Suppletoire oorlogsbegrooting over
1894.
2o. Nadere regeling van het zegelrecht
van effecten.
3o. Wijziging van de artt. 379, 380 en
383 wetb. van kooph.
4q. Overeenkomst met België tot rege
ling der toelating van vee en mest.
5. Nadere regeling van het recht van
successie en van overgang bij overlijden
en wijziging van eenige bepalingen be
treffende de heffing der registratierechten
6o. Aanvulling van het wetb. v. kooph.
met bepalingen tot invoering van een
handelsregister.
7o. Herziening van de belastbare op
brengst der gebouwde eigendommen.
8o. Aanvulling van de wetboeken van
koophandel en strafrecnt met bepalingen
betreflende de firma.
9o. Oprichting van kamers van arbeid.
10o. Overeenkomst met België betref
fende het kanaal Gent-Terneuzen.
llo. Bepalingen omtrent den accijns
op de suiker.
12o. Vaststelling van het slot dar In
dische rekeningen over 1888—1890.
13o. Overeenkomst met de Maatschappij
tot Expl. van Staatsspoorwegen (Rhijn-
spoorwegpei soneel).
14o. Wijziging van eenige artikelen der
wet op het lager onderwijs.
15o. Overeenkomsten met België tot
regeling der grens tusschen Baarle-Hertog
en Baarle Nassau.
bevondhetwelk mg zeer verontrustte.
Intusschim gaf ik den priester mijne woning
op, opdat mgne bedienden eenig bericht
van mg zouden kunnen erlangen en daar
de grijsaard overtuigd was, dat het hem
onmogelijk zonde zijn, mij alleen op te
passen, zoo liet hij mijnen kamerdienaar,
een man van jaren, die mij overal ver
gezelde, op eene geheime wijze tot zich
ontbieden, ten einde hem behulpzaam te
zijn echter moest deze hem ten stelligste
beloven, mg niet het minste te zeggen,
waar ik mij thans bevond.
Door het verlies van eene menigte
bloeds werd ik zeer zwak, terwijl de diepte
mijner wonde mg veel pijn veroorzaakte
hierbij kreeg ik zware koortsen, waardoor
ik sterk begon te ijlen, en veel openbaarde,
hetwelk ik anders nimmer aan eenen
sterveling zoude hebben med-gedeeld
maar de vrees voor sterven, deed mijne
wroegingen zich op nieuw verheffen, en
in de hevigheid mijner koortsen, noemde
ik telkens den naam van Carlo en Dianora
hiei zoo veel bijvoegende, dat de priester
wel kon ontdekken, dat ik een zondig
leven geleid, en mij aan groote misdaden
had schuldig gemaakt. Echter vroeg bij
rag nergens naar, maar hield zich steeds
onledig, om alles uit te denken, wat ing
slechts eenige beterschap konde verschaffen,
terwijl hij mijn ontroerden geest lang
zamerhand in eene betere stemming zocht
te brengen. Na verloop van ruim eene