I2e Jaarg i\o. 1009. Zaterdag 18 April 1896. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen F. DIELEMAIV, AXEL. A anbesteding. aanbesteed: Buitenland. FEUILLETON. tafereel Binnenhui d. WliLSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Burgemeester en Wethouders van Axel maken bekend, dat op Dinsdag 3! April aanstaande, des voormiddags ten 9 ure ten raadhuize bij enkele inschrijving zal worden 1. Het vervoeren van pl.m. 7000 keisteenen van de Axelsche Sassing naar verschillende straten binnen de kom. 2. De levering en het vervoer van het daarvoor benoodigde zand. Inlichtingen te bekomen ter secretarie. D. J. OGGEL, Burgemeester. J. A. VAN VESSEM, Secretaris. Axel, den 16 April 1896. Dinsdag kwam de Belgische kamer weder bijeen. Pastoor Daens vestigde de aandacht der regeering op den beklagenswaardigen toestand der steenbakkers, zoowel wat betreft loon en arbeidsduur als wat aangaat hun woningen, die erbarmelijke krotten zijn. De interpellant wees op verscheidene ge vallen, waar bij het uitbetalen van het loon de wet was geschonden. Hij vroeg verder een bijzondere afdeeling voor de steenbakkers in de arbeids-en nijverheids raden. Anseele bevestigde hetgeen abt Daens mededeelde over den toestand der steen bakkers. vooral die van de werklieden aan de Maas overtreft alles. 15 UIT DE 18e EEUW. Thans kom ik aan dat gedeelte mjjner geschiedenis, alwaar mijne zwartste mis daden eenen aanvang namen, en ik mij aan verraad, ondankbaarheid en de grootste onmenscheljjkheid schuldig maakte. Het is u ongetwijfdd beiden bekend, dat de Aristocratische regeering van Venetië steeds zeer ijverzuchtig is geweest op hare rechten, en daarom elk heeft verboden, zich met staatszaken te bemoeien, ja zelfs er over te spreken waardoor eene zekere angstvalligheid ontstaat, welke in alle ge zelschappen merkbaar is. Tot handhaving van deze hare bevelen, heeft zij die geduchte Staats Inquisitie ingevoerd, welke zich, zonder onderscheid, meester maakt van elk, die slechts in de geringste verdenking geraakt, terwijl ha^e slachtoffers meestal jaren lang in de akeligste kerkers moeten zuchten. Weinig moeite kost het, iemand in verdenking te brengen, zoo door hem uit te lokken tot het spreken over staats zaken, als op meer andere wijzen. Van Tusschen Anseele en den minister Nijs sens kwam het tot een scherpe woorden wisseling. De afgevaardigde verweet den minister dat hij niei op de hoogte der wetten was, waarop deze Anseele toevoegde »Gij zijt onbeschoft Onmdlellijk stond de uit-r-te linkerzijde op de been, prot^s teerde luide en drong den voorzitte excuses te laten maken voor zijn uitdrukking De heer Njj*sens trok zijn >onbe<choft" in De mini-ter Nijssens antwoordde abt Daens met de verzekering dat de regeering zich bezig houdt met de steenbakkers en maatregelen beraamt tot verbetering van hun lot en tot opheffing van ergerlijke misbruiken bij de uitbetaling van het loon. De officieele uitslag der verkiezing te Mechelen is, dat de liberale lijst voor de mandaten van acht jaar heeft gezegevierd met een meerderheid van 348 stemmen; en dat voor de lijst van vier jaar de liberalen een meerderheid behaald hebben van 325 stemmen. De liberalen hebben 80 stemmen meer bekomen dan bij de verkiezing op 17 November. Maandag is onverwachts eene werkstaking uitgebroken in de nationale wapenfabriek van Herstal. De stakers eischen de weg zending van een meesterknecht. Het getal stakers bedraagt 1300. Er zijn 1100 man aan 't werk gebleven. De stakers hebben een onderhoud gehad met het bestuur der fabriek dat de gegrondheid der eischen van de stakers erkende maar niet wil toegeven aan den dwang eener werkstaking. De werkstaking komt de directie bijzon der ongelegen, omdat, er juist een massa bestellingen van geweren zijn voor de Belgische burgerwacht, voor Brazilië en voor Urugauy. maar bovendien heb ben dit vreeselijk middel wilde ik mjj tot mijn oogmei k bedienen, om het huwelijk van Carlo en Dianora te verhinderen en zie daar de wjjze, op welke zulks, naar mijne gedachten, moest geschieden Sedert eenigen tijd was er weder eene spanning ontstaan, tusschen Republieken Venetië en Genua. Beiden steeds ijver zuchtig op elkanders voorspoed, lieten nummer eene gelegenheid voorbijgaan, om elkander te benadeelen. Dikwijls werd er onder voorwendsel van handelszaken, gelegenheid gezocht, met den een of ander betrekkingen aan te knoopen, om daardoor van den staat der Republiek te worden onderricht. Werd hiervan iets ontdekt, dan waren natuurlijk den verrader de zwaarste straffen bereid, en liever ver ooi deelde men eenen onschuldigen op enkel vermoeden, dan dat men eenen eenigzins schuldigen zoude vrji laten. Nu was het mij niet onbekend, dat Carlo in eenige be trekking stond met een zeker geneesheer te Genua, die in groot aanzien was bij den Senaat aldaar, en dat beiden dikwijls zeer vrij aan elkander schreven ovei ver schillende onderwerpen. Door eene nage maakte hand, liet ik eenen zeer ingewik- kelden brief opstellen, welke zoodanig was ingericht, dat dezelve de sterkste vermoedens konde doen ontstaan, rnaar ook tevens als onschuldig worden uitgelegd. Deze briet werd, als van Genua komende, aan Carlo afgezonden terwijl ik tevens eenen tweeden sedert de fabriek financieel verbonden is met de fabriek JLoeuwe, van Berlijn, de werklieden van beide instellingen ook een verbond gesloten. Tengevolge daarvan zal er dus te Berlijn ook eene staking plaats hebben. Door geheel Frankrijk zijn Maandag de zittingen van de algemeene raden, ongeveer onze provinciale staten, geopend. Met politiek mogen deze' raden zich niet inlaten, wel met economische of financieele kwesties, waaraan de minister Sarrien hen de vorige week nog eens uitdrukkelijk had herinnerd. Onder hun bevoegdheid behoorde dus wel zich te verklaren over een inkomsten belasting. In het meerendeel werden wenschen voor of tegen een belasting op het inkomen geuit, welke naar de finan eicel* commissiën werden verwezen of welker behandeling werd verdaagd. Enkele algemeene raden namen dadelijk een beslissing en stemden voor of tegen een inkomstenbelasting. Kolonel Stefani deelde nadere bijzonder heden over de gevechten bij Kassala mede. Van deserteurs had luj vernomen, dat de Derwischen na den strijd 800 dooden hadden begraven. Ofschoon zij tijdens het gevecht versterking kregen van 300 ruiters, die van een strooptocht terugkeer den, was de vlucht niettemin zeer overhaast, zoodat zij genoodzaakt waren al hun vee achter te laten. In het gevecht bij Toekroef op 3 dezer had kolonel Stefani 2500 man met vier kanonnen tot zjjne beschikking, terwijl de vijandelijke strijdmacht bestond uit 5000 man voetvolk, gewapend met geweren, en 500 ruiters. Toen de vijand terugtrok, werd zijn voetvolk omsingeld door de brief aan eenen mijner handlangers in Venetië schreef, met last, den hoogen Raad een geheimen wenk te geven, dat Carlo in eene verdachte verstandhouding stond niet de Republiek Genua, en men hiei omtrent brieven bij hem konde vinden. Ingevolge dit bevel, begaf mijn handlangei zich vermomd naar bet Hertogelijk paleis, en wierp een briefje, hetwelk de beschul diging van Carlo behelsde, in den geopenden muil van eenen der in den muur geplaatste leeuwenkoppen (f), opdat dit der Inquisitie in handen zoude komen, en zij hieromtrent hare maatregelen konde nemen. De volvoering en de uitkomst van dit mijn ontwerp waren zoo voorspoedig en snel, dat zulks mijne verwachting overtrof. Nauwelijks hadden de leder, der Inquisitie dit brietje gelezen, hetwelk van den na volgenden inhoud was „De Raad der Inquisitie wordt ver wittigd, dat de Republiek in gevaar is van verraden te worden de persoon van Carlostaat in eene gevaarljjke verstandhouding met Genuamen kan hiervan brieven bjj hem vinden." (f) Aan het Hertogelijke paleis te Venetië, bevinden zich eenige koperen leeuwenkoppen', met een geopenden muil, achter deze zitten houten kasjes, waarvan de Inquisiteurs de sleutels hadden wilde men nu iemand aan de Inquisitie overleveren, dan schreef men een briefje, eene beschuldiging behelzende, en wierp dit in den mnil van eenen dezer leeuwenkoppen, wanneer dit den Inquisi- teuren in handen kwam, en de beschuldigde was aldra in hechtenis. ruiterij, om desertie op groote schaal te verhinderen. De vijand liet zijn dooden en gewonden achter. Den 9en April heeft kolonel Stefani het vijandelijk kamp te Toekroef in brand laten steken dit kamp besloeg een groote oppervlakte en was versterkt met drie rijen loopgraven eu palissaden. Het ver sterkte kamp te Gulnsit is eveneens in brand gestoken. De regelmatige wijze, waarop de Derwischen loopgraven hadden aange legd rondom Kassala, bewijzen dat zij van plan waren het beleg te slaan voor die De minister van oorlog heeft namens den koning aan kolonel Stefani en zijn troepen warme hulde gebracht voor hun moed. Keizer Menelik is te Ansalo aangekomen. Het Schoaansche leger heeft op zijn terug tocht veel te verduren gehad van de aan vallen van gewapende boeren, die zich meester maakten van de lastdieren en de achterblijvers doodden, zoodat Ras Makon - Den, die Je achterhoede commandeerde, genoodzaakt was telkens halt te houden om de aanvallers af te slaau. a t j e H. De met de jongste mail aangekomen Indisohe bladen behelzen thans uitvoerige berichten nopens den aanval op onze kolonne, die 7 Maart jl. plaats had. 't Was een deel der bezetting van Anak-Galoeng, 70 bajonnetten sterk, die een militaire wandeling maakte over 't terrein in de nabijheid. De aanval geschiedde eerst met 't geweer uit de naburige sawah's, -, ot er werd dadeljjk besloten, (vooral op aanraden van eenen hunner, die zeer veel aan mij verplicht was, en eene wenk van mij ontvangen hebbende, mij gaarne weder eene dienst wilde bewgzen,) zich van den persoon van Carlo meester te maken, hem voor hnnne geheime vierschaar te brengen, ec te ondervragen. Dien ten gevolge werden er de noodige bevelen uit gevaardigd, en op de volgende wijze vol bracht. Er werd eene gondel met de noodige manschappen afgezonden, om Carlo in stilte op te lichten, hetwelk hun spoedig gelukte. Carlo zoude den volgenden morgen naar Trevigo vertrekken, en had daartoe zijne zaken zoodanig ingericht, dat hjj aldaar eenige dagen konde blijven. Vóór hjj zich thans ter rust begaf, ging hij nog eens buiten het huis, waar hij dadeljjk geheel onverwachts door vier ver momde kerels werd aangegrepen, welke hem overmeesterden, den mond stopten, om hem het ora hulp roepen te beletten) en hem, ongeacht zijnen tegenstand, in de' gondel wierpen; waarop men met hem voortroeide. Bij zjjne komst in het gebouw der Inquisitie, werd hem de doek van voor de oogen gedaan, met welken men hem gebonden had, en hij zag zijne rechters vergaderd. Dadeljjk werd hjj ondervraagd maar daar men niets uit hem konde krjjgen) hetwelk iets schuldigs opleverde, zoo bel sloot nten, hem in verzekerde bewaring te houden, en zjjne papieren in beslag te

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1