Binnenland.
Hecht,szaken.
tiemengd Nieuws.
Men beweert, dat by Toekoe Oemar
bij zijn bezoek leelijk aangekeken heeft.
Het kan best zijn en dan pleit bet voor
den eerlijken soldaat, die geen verrader
vertrouwt.
Wat een geluk, dat Vetter nu ten
minste alleen baas is door zijn functie
van legercommandant en regeeringscom-
missaris.
Hel civiel-bestuur, dat zoo dikwijls bij
expedities ons in den weg liep, heeft
thans tenminste niets te zeggen."
(Over dat civiel bestuur is de generaal
nooit gemakkelijk te spreken geweest.)
„De eerste honderd jaar behoort, als
men Atjeh tot onderwerping krijgt, het
militair bestuur gehandhaafd te worden.
De Atjeber is een goed soldaat en heeft
een diep respect voor kianige officieren.
Die arme VetterMaar wat een geluk,
dat hij niet gewond is. Dan zou het er
treurig hebben uitgezien. Was Vetter
buiten gevecht gesteld, de Atjeher had
er Datum lijk do hand der voorzienigheid
iD gezien en dit in zyn voordeel uitge
legd."
Over het beschikbaar stellen van het
korps mariniers verheugde de generaal
zich in hooge mate.
»Men heeft er mij wel eens verwijt
van gemaakt, dat ik 300 Jantjes aan
eeD expeditie te land liet deelnemen.
Maar ik blijf er bij, dat het een kranig
korps is en ik begrijp mij niet, dat men
dit koips heeft willen afschaffen.
Mor moest het veeleer uitbreiden, om
steeds troepen gereed te hebben om naar
Indië te kunnen zenden. Zij zijn flinke
soldaten onze mariniers en goedkooper
dan de Indische soldaat.
Want uitbreiding van het Indische
leger moet er komen en liefst zoo spoedig
mogelyk. Wij hebben in Indië veel te
weinig troepen, zoodat telkens dezelfde
weer in het vuur moeten. Dat mat de
soldaten te veel af."
Hoe deDkt u over Atjeh als kolo
niaal bezit?
»Het is een heerlijk land, waar alles
groeit. Mod kan er behalve peper, suiker
riet planten en tabak, koffie en guano,
men vindt er goud en mineralen. In
mijn tijd was er reeds een Fransche
firma, die een groot stuk grond in erfpacht
wenschte doch de Regeering wilde dit
toen niet."
Zoudt u meenen, dat generaal Vetter
het, indieD hy over genoeg troepen kan
beschikken, zal klaar spelen
»Ik heb in generaal Vetter het grootste
vertrouwen, maar hij heeft een zware
taak. Hij zal moeten goed maken, wat
gedurende zooveel jaren bedorven iser
opnieuw den schrik onder brengen en
eigenlijk van meet af beginnen."
Hoe is het mogelijk geweest dat
Toekoe Oemai verschillende posten heeft
kunnen omsingelen
„Wel, dat is een gevolg van het systeem
om tusschen de posten kleine posten te
doen bezetten met door ons gewapende
vrienden
Hoe groot schat u den Atjehscben
vijand
„Ik heb destyds uit verschillende ex-
peditie's kunnen opmaken, dat elke Moe
kim minstens over 1000 weei bare mannen
beschikt, zoodat ik de vijand minst
genomen op 80,000 man schat."
Hoe zoudt u, indien generaal Vetter
er in slaagt weder schrik onder den
Atjeher te brengen, het rijk willen be
zetten
»Ja, als raijdaaromlrentadviesgevraagd
werd zou ik adviseeren een bezettings
linie te trekken van Kroeng naar Koerong
verhaal weder zoude aanvangen. Zwijgend
stonden zij op, en keerden naar de hnt
terug, waar de grijsaard hen met het eten
wachtte. Zij zetten zich aan tafel, en na
het nuttigen van den eenvoudigen maaltijd,
gingen zij weder voor de kluis, onder den
kastanjeboom zitten, alwaar de eerwaardige
Oude zijne geschiedenis vervolgde.
(Wordt vervolgd.)
Raba met groote en tusschenposteu en
een voorpost Lambaroe met kleine posten
omringd."
»Een oud-hoofdofficier" geeft in ce
Amsterda/msche Courant zijn oordeel over
hetgeen generaal Vetter in hoofdzaak in
Atjeh te doen zal hebben, nadat onze
omsingelde posten ontzet en de commu
nicatie binnen ons gebied naar alle kanten
vrijgemaakt zal zijn.
Onze financieele en materieele draag
kracht zegt hy schiten te kort, om
een langdurigen oorlog met de Atjehen
in hot woeste bergland nu nog te gaan
ondernemen.
Wij moeten bij onze excursien ons dus
wel bepalen tot de vallei van Groot
Atjeh en Atjeh's kustland.
De generaal Vetter zal dus die gansche
vallei - ongeveer de helft van Noord
Brabant's groote hebben te doortrek
ken, huis en hof verwoestende om het
verraad van Toekoe Oemar den Atjher
betaald te zetten, terwij! er daarna aan
kan worden gedacht, om - hetzij van
Selimoen, dan wel van Segli uit dat
gedeelte van Atjeh binnen te dringen,
waar thans de pretendent-sultan woont.
Wy nemen hierbij aan dat ook nu
weer de Atjeher zich slechts in kleiDe
groepen zal vereenigen, om ons op onze
marschlijnen afbreuk te doen en zich
dus niet in groote massa's aan eeD mo
gelijk échec zal bloot geven.
Generaal Vetter zal dus ongeveer te
herhalen hebben, wat generaal Van der
Heijden in 1878 en 1879 deed en alleen
nog iets verder dienen te gaan.
Gelukt het ons dan nog niet den
Atjeher voor ons te doen buigen, dan
zal er weinig meer voor ons overschieten
dan terug {e gaan achter nnzegeeoncen
teerde linie, waaruit men van achteren
bescnouwd ook in 1893 niet had
moeten uitrukken.
De extra-expeditionnaire macht keert
dan weder naar Java terug, te Atjeh
zooveel soldaten achterlatende, dat we
binnen onze linie in elk opzicnt sterk zijn.
Het weekblad De Amsterdammer wijst
erop, dat wy na drie en twintig jaren
strijd op Atjeh een geconcentreerde stel
ling bezitten, niet grootei dan een
geiykzijdige driehoek, de zyden van p). m.
2 uur gaans.
Zal het noodig zijn zoo vervolgt
het blad deze geconcentreerde stelling,
zooals zij is, te behouden, dan moet de
mogt-lykheid worden aangenomen, hetzij
van eene pacificatie van Atjeh langs
minnelijken weg, dat is doer list en beleid,
hetzij van een onderdrukking van eiken
tegenstand, met geweld, door de kracht
van wapenenbevrediging of veroveriog
dus.
Dat men thans, na 23 jaar van strijd,
wetend hoe de Atjeher zich verweeid
heeft, hoe hij de blanken haat, hoe hij
gaandeweg in het oorlogvoeren geoefend
werd, terwijl de gesteldheid van het
land zoo zeer in zijn voordeel is, nog
gelooft dat hy zich onderwerpen zal, of.
na door met geweld van wapenen voor
een- oogenblik liet verzet te hebben opge
geven, zich schikken zalinzijn vernedering
waarlijk, dit is onbegrijpelijk.
Toch, de onderstelling dat pacificatie
of verovering met goed gevolg kon ver
kregen worden, bleef liet uitgangspunt
van alle Atjeb-politiek.
Het weekblad is van meening, dat
uitbreiding van het door het Ned.-Ir,dische
leger bezette gebied (hetgeen Toekoe-
Oemar's hnlp ook gaf), tot niets anders
kan leiden dar. tot buitensporige uitgaven
eD een periodiek verlies van oen groot
aantal menschenlevens, zonder dat men
de pacificatie iets nader komt of de
verovering mogelijk wordt.
Nu willen sommigen, dat Atjeb veroverd
worde. Het lijkt het blad met onmogelijk,
dat Nederland, met de uiterste krachts
inspanning, heel veel noodigs ver waar -
lcozende, nog wel een leger na-u Atjeh
kan zenden, dat tijdelijk, ten deele althans,
dit doel bereikt. Maar vraagt het
waar zou Nederland de millioenen en de
soldaten vinden, om het veroverd
bewaren
»Dit zoo zijnde, welk nut heeft het
dan daar een geconcentreerde stelling te
verdedigen, welke een lengte van vier
men gaans met forten ten aanval aan
biedt, - welk nut heeft het, al zou
Toeboe-Oemar zoo iets cadeau geven -
die leDgte var. vier uur gaans tot zes
uur of acht uur uit to breiden
De Amsterdammer zegt dat Nederland
op Atjeh aldu» moest handelen.
Allereerst natuurlijk de troepen, thans
door den Atjeher opgesloten in de forten
buiten de geconcentreerde stelling, te
ontzetten en weder binnen die stelling
te voeren.
Dan een langzamerhand opheffen van
alle forten buiten rib geconcentreerde
stelling, gevolgd door eer. inkrimpen dei-
geconcentreerde stelling met haar te
verdedigen fortjes, vier uur gaans. Zoo
lang Nederland waarde hecht aan het
behoud zijner kolonie, zal hot van Kota-
Radja en de landingsplaats Oleh Leb
meester willen blijven. Deze beide pun
ten in een inderdaad geconcentreerde
stelling ter versteken, zoodat de Atjeber
weet dat zij onneembaar zijn, dat de Ne-
derlandsche vlag daar voor goed ge-
hescben is, de Nederlander niet meer is
weg te dringen dit kan geenszins
moeilijk zijn. Daartoe moeten wij ons
inrichten, en de groote fout, zij het ook
9en vergeeflijke, is geweest dat wij ons
niet tevreden hebben willen stellen met
dit bewijs onzer macht.
En nu dreigt een gevaar, dat nl. de
»he!d van Lombok" ook held van Atjeh
zal willen worden, iets wat voor een
oogenblik, indien hij over een voldoend
aantal troepen beschikt, gemakkelijk ge
noeg is; dat er gemoord zal worden op
groote schaal en dat wij, juist daar
door, in plaats van met ons behoud van
eer zooveel mogelijk terug t6 trekken,
de hand nog dieper zullen steken in dat
wespennest.
Een regeeringstelegram uit Atjeh van
Maandag luidt„Gisteren Biloel en Lam-
koenjit opgeheven tien mindere rnilitaiien
gewond."
AXEL, den II April 1*96.
De vorige week is in e<me vergadering
van ingelanden van den Kapellepolder
tot dijkgraaf herbenoemd de heer A. P.
de Mul.
Rij Kon. besluit is pensioen verleend,
ad 1684 'sjaars, aan dan heer J. Noest
te Ter Neuzen.
Vermoedelijk zal het Zeeuwsch
Vlaamsch zendingsfeest dit jaar gehouden
worden den 18en Juni en wel op. de
weide van den landbouwer Marcus de
Feijter onder de gemeente Hoek, even
buiten Ter Neuzen.
Door den minister van financien
zi|n, met ingang van den lster. Mei a.s.,
verplaatst de navolgende kommiezen by
's rijksbelastingen
Van de 1ste klasseW. Vijverberg,
van Brouwershaven naar Ter Neuzen
der 3de klasse H. Jansen, van Ter Neuzen
naar Vlissingen (haven)P. Lauret, van
Koewacht naar Sas van GentG. H. C.
van de Burgt, van Arcen (Limb.) naar
Sas van Gent; en der 4e klasse: H.
Keuning, van St. Jansteen naar Oostburg
I. P. Op 't Hoff, van Sas van Gent naar
St. Jansteen en A- Looi), van Veldzigt
naar Sas van Gent.
In de heden gehouden zitting van
den gemeenteraad van Zaamslag is be
noemd lot hoofd der dorpsschool de heer
P. C. de Moor, thans onderwijzer te
Papendrecht met 6 van de 7 stemmen.
De heer K. Baart onderwijzer te
Rotterdam bekwam 1 stem
Ei nige dagen geleden werd in ons
blad melding gemaakt van eene mishan
deling, in of bij een berucht huis eener
weduwe te Hulst gepleegd, en dat, naar
aanleiding daarvan, door den kantonrech
ter aldaar een onderzoek was ingesteld
Het schijnt dat door dat onderzoek ver
moedens zijn gerezen tegen die weduwe
omtrent strafwaardige handelingen op
zedelijk gebied, althans een zestiental
personen zijn van daar heden, (Dinsdag)
voor den rechter van instructie te Middel
burg gehoprd. Naar men zegt, heeft
die dame heel wat op haar kerfstok.
M. Ct.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg,
Zitting van 14 April 1896.
E. H., 47 jaar oud, hnisvrouw van P.
v. E arbeidster te Axel, i» wegens mis
handeling veroord. tot 5, of 5 dagen.
C P. K., 45 jaar oud, schipper ge
domicilieerd te Hardinxsveld tijdens het
plegen van het feit met zijn vaartuig
liggende te Ter Neuzen, is wegens hetj
opzettelijk onttrekken van eenig goed aan'
het krachtens de wet daarop gelegd be
slag ver oord. tot 1 maand gevangenisstraf.!
P. G., 19 jaar oud, landbouwersknecht I
te Zaamslag is wegens het dooden van
eens anders dier veroord. tot 8, of 8
dagen.
P. E., 27 jaar oud, veldarbeider te
Hontenisse is wegens mishandeling van
een ambtenaar veroord. tot 5 of dagen.
In zake F. N., 25 jaar oud en C. N.,
23 jaar oud, arbeiders te Axel, geappel-
leerden van een vonnis van het Kanton
gerecht te Hulst waarbij zij ter zake van
jachtovertreding werden veroord. ieder
tot 2,50 boete is het vonnis des eersten
rechters vernietigd en de geappelleerden.
veroord. ieder tot 2 X 4 boete of 2 X 4
dagen hecht.
Een metselaar, die op de Kruiskade
te Rotterdam woont, trachtte om half
twee Maandag namiddag op de Korte J
Hoogstraat een beschonken man te ont
zetten. die, tusschen twee politieagenten
in, op weg was naar het. bureau in de
Pauwensteeg. Terwijl de metselaar aacl
het plukken en rukken was om den be-|
scbonkene te bevrijden, kwam ei een'
onder inspecteur aan om hem te arres-1
teeren. Toen hi1 dit gewaar werd, ging
de verzetpleger op den loop, doch strui
kelde en viel bij een winkelier dooreen
spiegelruit. Door den val verwondde hij I
zich beide handen aan de glasscherven
hij werd nu voor goed gegrepen en naar
het bureau gebracht, waar hij, het lot
van den beschonkene doelende, in een
bok een plaats kreeg.
Volgens de N. Rott. Ct. moet de
voorloopige aanhouding van Willem van
Berkel, in zake moord A. F. Hoogsteden
te Rotterdam, weder door de rechtbank I
aldaar zijn verlengd.
Een hevige scheepsbrand vond op
de Schelde plaats. Aan de Zuiderkaai
te Antwerpen werd Vrijdag het nieuwe!
ss. Cleves gelost.
Het schip was geladen met 560 vaten
Kootteer, elk van 200 kilo, 750 zakken
napbtaline en verder een hoeveelheid]
ijzer en zout.
Bij bet vallen van den avond maakte
men bij het lossen gebruik van het licht j
van groote petroleumlampen, die, in der f
gelijke gevallen, aan mast en ijzeren)
touwwerk worden opgehangen.
Eene dier lampen hing boven hel ruim,
terwijl de lading door middel der stads-
kraan werd opgenaaid en aan wal gebracht.
Bij eene der zwenkingen van de kraan,
sloeg 's avonds te 11 uren de zware
ijzeren tol, die de ketting gespannen
houdt, tegen de lamp en deze viel in
het voorruim. Zoo ten minste verklaarde
een der stuwers.
Onmiddeiyk geraakte alles in brand.
Stroomen water werden in het ruim ge
pompt, doch de brand woedde zoo hevig
voort, alsof men er niets in gooide.
Tot overmaat van ramp, want de toe
stand bleek voor nabijliggende schepen]
gevaarlijk te zullen worden, had er te
half 12 eene geweldige ontploffing plaats
ten gevolge der in het ruim verzamelde]
gassen.
Het dek, de dekhutten, een gedeelte
van den mast werden weggerukt en in
omliggende huizen werden ruiten stuk
geslagen. Stukken van het schip vlogen
100 meters verre.
Ten slotte werd de Cleves door vier