JXo. 1008. Woensdag 15 April 1806. I2e Jaarg. 5 I 6 I 0 I 1 1 5 1 - Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaaiideren F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FE I) 11.1. E T N. «1 tafereel Uit de Pers. >0 >7 >5 .2 12 3 10 7 I 4 8 7 5 9 0 8 7 5 5 3 5 7 it 3 L7 13 15 »5 o| >0 17 0 10 11 16 0 13 4 j i7 2 5 t 5 8 5 I 0 I i3 6 I 2 18 I 0 I 3 5 0 5 >5 AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Belbik 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Het wetsvoorstel van Lorand en andoren, strekkende om de burgemeesters te laten kiezen door den gemeenteraad, is door de centrale afdeeling met 4 tegen 2 stemmen verworpen. Het Antwerpsche clericale raadslid Van den Broeck verdedigt zich in een brief aan den Matin tegen de beschuldiging dat hij zich zou aanmatigen, het eerst op hei denkbeeld van een lichtershaven gekomen te zijn. En dat het door hem voorgestelde plan niet van hemzelf is, maar van Maus, Stessels, Hawkshaw en Brialmont, heeft hij in vroegere brochures en artikelen uitdrukkelijk vermeld. Ongeveer 550 vrouwen en meisjes, kotfieboouen uitzoekers van de firma Stucken en Andressen te Altona, slaak ten het werk. Voor de kantoren der firma vonden woelige tooneelen plaats, wijl de werkstaakaters de andere arbeid sters wilden verhinderen aan het werk te gaan. De politie herstelde de orde. Twee vrouwen werden gearresteerd. Uit nadere berichten is gebleken dal het gevecht bij Toecroef, in de nabijheid van Kassala, volstrekt niet zoo gunstig voor de Italianen is geweest als de tijdingen uit Rome het voorstelden. Integendeel had het een vooi hen on gunstig resultaat. De Derwisc mn ge- brujkten een oude list en deden alsof zij op de vlucht sloegen om de Italianen te verleiden hen te volgen. Overste Stefani had in de hitte van het gevecht geen gehoor gegeven aan het bevel van gene raal Baldissera om onder geen voor wendsel agressie! te werk te gaan. Dit UIT DE 18e EEUW. Nog had ik de noodige schikkingen tot de volvoering van dit plan riiet gemaakt, wanneer ik, door een bevel van den Senaat, belast werd, met eene zending naar Florence werwaarts ik mij binnen den tijd van vier dagen moest begeven. Niets viel hiertegen te doen ik moest gehoorzamen, mij aldaar een geruimen tijd ophouden, en al mijne plannen laten varen. Zeer onvergenoegd ging ik op reis, en bracht ik de eerste dagen te Florence in eene verdrietige luim door. Maar weldra veranderde dit. Vele waren de vermaken, welke ik in de schoone en aangenaam gelegene hoofdstad van Toskanen stond te genieten, en reeds na een verblijl van veertien dagen berouwde het mij niet meer, derwaarts te zijn ver trokken. Onder al die genietingen en verstrooiingen, had ik zelfs Dianora aldra genoegzaam vergeten, en zocht, in den zwijmeldrank der vermaken, in welke ik thans weder rondzwierf, weder naar eene nieuwe prooi voor mijne lusten. Weldra vond ik ook een nieuw voorwerp in een werd den Italianen tot onheil. Er bleven meer dan 400 dooden on gewonden op het slagveld. Van den anderen kant wordt uit Rome gemeld dat, volgens telegrammen uit Massouh, de Derwischm, ontmoedigd door hunne neerlagen, Toecroef verlaten hebben en naar Osobri geweken zijn Generaal Baldissera heeft kolonel Stefani bevolen deze tijding zorgvuldig te onder zoeken en zeer voorzichtig te zijn. Een ander telegram uit Massouah be vestigt de vlucht der Derwischen, die hunne dooden en gekwetsten en veel graan achterlieten Naar een Italiaansch blad verneemt heeft generaal Albertone, gevangene van Meoelik, aan generaal Baldissera ge schreven, dat de Italiaansche gevangenen in her kamp van den Negus goed be handeld worden. De generaal heeft koningin Taïtoe gezien en gesproken. Omtrent den opstand in Matabeloland zeide de minister Chamberlain in het Britsch Lagerhuis, dat de autoriteiten in Matabeleland zich sterk genoeg achten om zich staande te houden en offensief op te treden, zoodra de blanken uit de uiterste districten naar Matabeleland ge- bracnt zijn. De autoriteiten zijn echter niet sterk genoeg om den opstand te onderdrukken, en daarom wordt een hulpkorps van 5C0 man in gereedheid gebracht te M rtekingdit zal zoodi a net gereed is, met wapenen, munitie en levensmiddelen vertrekken, en kan met! 3 of 4 weken in Mitabeleland zijn. Sir Hercules Robinson is van meening dat deze strijdmacht, in vereeniging met de troepen die reeds in Matabeleland zijn, aanvallig burgermeisje, hetwelk ook spoedig voor mijn goud en mijne kunstgrepen moest bezwijken, en ik waande mij voor eenigen tijd weder gelukkig, in bet genot van de schoonheden van dit meisje, en zoude misschien rap hiermede nog langen tjjd vergenoegd hebben, zoo er niet iets tusschen beiden was gekomen, dat aan mijne hartstochten eene nieuwe richting gaf. Zeker Fransch edelman, een even groot liefhebber der schoone sekse als ik, bevond zich, sedert eenigen tijd, insgelijks te Flirence, en jaagde ook hi-r naar genot. Het toeval bracht hem in kennis met mijne schoone. en deze, door mij nu reeds hare eer hebbende verloren, was weldra veil voor het goud vau den Franschen edelman. Dit had slechts een korten tijd geduurd, of ik verrast te hen beiden. Natuurlijk ontstonden hieruit hevige wooidenwij ■jeraakten handgemeen en ik wierp den Franschman op straat, waarna ik afrekening hield met mijne trouwelooze minnares, en haar aldra voor altijd verliet. Zeer onte vreden over dit gevoel, keerde ik naar mijne woning, en b^gaf mij aldra te bed. Bi] mijn ontwaken gaf een mijner bedienden mij een verzegeld biljet, zijnde een uitdaging van den Franschen edelman, die voldoening van m\j eischte Verwoed over de vermetel heid van dien uietwaardigen, die zich nog verstootte, voldoening van mij te vorderen, daar hij het was, die mij had beleedigd, door mijne minnares ontrouw van mjj te maken, begaf ik mij naar de bepaalde voldoende is om den opstand te dempen. De hooge commissaris weet dat de re geering bereid is, desgewenscht maat regelen te nemen voor een snelle en afdoende onderdrukking van den opstand, en de garnizoenen van de Kaapkolonie en Natal te verstel ken, maar stV Hercules raadt dergelijke stappen af en verklaart dat de plaatselijke strijdkrachten vol doende zijn. Commandant Lothaire, de Belgische officier in den Congo, die den Britschen zendeling Stokes zonder vorm van proces liet ter dood brengen, is te Boma aan gekomen, waar zijn zaak voor het hoog- geiechtshof zal worden behandeld. Sedert Zondag 11. is in den staat New- York een zeer curieuso wet in werking getreden, de wet-Raines, naar zijn ont werper zoo genoemd. Zij geldt zoowel voor Zondagen als weikdagen en beoogt de bestrijding van het veelvuldig misbruik van sterken dran ken. Het vergunnigsrecht is aanmer kelijk verhoogd. Op Zondagen mag noch in restaurants noch in sociëteiten sterke drank gebruikt worden, in particuliere woningen slechts door de familieleden. De politie is gerechtigd in een particu liere woning binnen te dringen, als zij vermoedt, dat een bezoeker wijn drinkt. In hotels mogen alleen de logeergasten bediend worden en om de controle der politie te verlichten, moeten de lokalen, waarin splrituosen geschonken worden, aan de straatzijde liggeD on de vensiers door geen gordijnen of derg. afgesloten zijn, zoodat men van af de straat in de zaal kan kijken. Een gevolg van deze diaconische be- plaats, en wij vochten met elkander als leeuwen. In bet eerst had de edelman eenig voordeel op mjjmaar ik deed een kracliligen uitval, welke gelukte mijne tegenpaitij geraakte in verwarring, en ik bracht hem aldra eene doodelijke wonde toehji viel voor mijne voeten neder, en ik liet hem aan zijn lot en de zorg zijner bedienden over, zonder dat ik immer iets weder van hem heb vernomen. Wel tevreden over myne wraak, vergat ik spoedig deze zaak, wanneer ik eenen brief ontving van de hand van Carlo, waarin deze mij berichtte, dat hij binnen drie weken met zijne Dianora door het huwelijk /.ozde worden verbonden. Van schrik liet ik den brief uit mijne handen vallen, toen ik dit las, daar Dianora nu eensklaps, met al hare schoonheid, met al het gebeurde, weder voor mijne oogen stond. Eindelijk kwam ik weder tot mij zeiven, en werd toen woedend van gramschap en spijt. Ik was nu te Florence, en hoedanig thans dit huwelijk te verhinderen? En evenwel, ik had dit eens gezworen, moest dit geschieden, het koste, wat het wilde daarom nam ik het jjseljjke voornemen, dit huweljjk met éénen slag te beletten. Dadelijk zette ik mg neder, om hetzelve ten uitvoer te brengen, en hierin te vol harden, al verzette zich hemel en aarde hiertegen. Maar, genadige God, hoe gretig zijn de menschen, om de hand in eene misdaad te leenenhet kostte mjj weinig moeite, om in mjjn doemwaardig opzet te palingeD zal natuurlijk oen colossale vermeerdering van geheime kroegen zijn, evenals bijv. in don staat Maine, waar de geheel-onthouders eveneens zich aan allerlei exentriciteiten te buiten gaan. Alleen in Portland zijn 400 clandestiene kroegen vastgesteld. Voorts verwacht men van den maatregel omkooperij der politie op groote schaal. Reeds vroeger heeft de New-Yorker politie getoond op dit punt niet stevig in de schoenen te staan A T J E Aan het verslag van een op Bronbeek plaats gehad hebbend interview met generaal van der Heyden over Atjeb, voorkomende in de Amsterdamsche Cou rant, ontleend de N. R. Ct. het volgende De generaal liet zich over den toestand aldus uit Toekoe Oemar heeft ons in de kaart gekeken, gelijk te verwachten was en zal nu met onze eigen geweren en onze eigeD patronen, wie weet hoeveel van dat kostbare mooie bloed van onze brave kerels doen vloeien. Nu is er maar één manierden Atjehers toonen dat wij sterker zijn dan zij meenen en ze over de kling te jagen. Als de Regeering nu maar voor troepen zorgt. Aan den kranigen gouvorneur Van der Wijck zal het niet liggen. Zjjn snel handelen op Lombok en ook nu weder, waarborgt dat. Evenmin aan generaal Vetter, dien ik ken als een dapper soldaat, die nooit met het laatstgevolgde stelsel ingenomen kon zijn. slagen, en hierdoor een monster te worden Hier hield de Kluizenaar eenige oogen- blikken stil, en zeide vervolgens, zichtbaar geroerd: >De tijd is thans zoo ver ver streken, dat ik aan iets anders moet denken. Verlustigt u eenige oogenblikken in het schoone dezer bergachtige streken, en overdenkt, hetgeen gij tot hiertoe hebt geboordterwijl ik intusschen zorg zal dragen, dat er iets voor het middagmaal in gereedheid is, na welk gebruik ik mjjne geschiedenis zal vervolgen, indien het Gode behaagt, mij hiertoe de noodige kracht te verleenen, om u Jeu noodlotugen afloop mede te deelen, der plannen, welke ik had ontworpen, om mij zeiven dieponge lukkig te maken, en mij aan de snoodste misdaden schuldig te maken." Dit gezegd hebbende, stond hjj op, en begaf zich naar de hut. Ferrando en Guiëlmo verwjjderden zich insgelijks, en na eenige oogenblikken wandelens, beklommen zij eene hooge rots, alwaar zij zich op een grooten steenklomp nederzetten. Doch het was ei ver af, dan het gezicht der woeste en ruwe, maar tevens schoone natuurtafereelen in deze oorden, hen op wekte, om hierover met elkander te spreken, of dat dit hunne opmerkzaamheid zoude tot zich trekken. Beider gedachten waren zoodanig vervuld met het door hen gehoorde lat zjj langer dan een uur zwijgend naast elkander bleven zitten, met de oogen op -lkander gevestigd, en reikhalzende naar het tijdstip, in hetwelk de Kluizenaar zijn

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1