J\o. 1000.
Zaterdag 14 Maart 1896.
l!e
e a tafereel
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li -Vlaanderen
F. DIELFMAiY,
A X E L.
Rnitenland.
FEUILLETON.
Landbouw
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor Bklöië 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent-
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Zaterdag en Zondag is het in het anders
zoo stille Mechelen zeer rumoerig toege
gaan. Door de bestendige deputatie zijn
nl. de gerrieenteraads-verbiezingen aldaar,
waarbij de liberalen de meerderheid had
den, nietig verklaard. Er heerschte dien
tengevolge in de stad vrij wat opge
wondenheid.
Zaterdag avond bewoog zich een groote
schare door de straten. De markt moest
ontruimd en afgezet worden. Men be
weerde dat sommige clericalen van hun
kant, binnenshuis zijnde, de ruiten stuk
sloegen om de liberalen te provoceeren.
Of deze bewering waar of niet waar was,
een feit is het dat al spoedig van boven
dakpannen en uit de menigte straatsteenen
op de politie werdeD geworpen, waardoor
een kapitein vau de burgerwacht een
schedelbreuk kreeg, terwijl nog verschei
dene andere personen, waaronder enkele
politieagenten, werden gewond.
Zondag ging het eveneens levendig
toede politie werd uitgejouwd en nam
twaalf levenmakers m hechtenis, de
burgerwacht patrouilleerde door de stad.
Er vertoonde zich een man met een groot
bord, waarop stond »De clericalen slaan
de ruiten stuk. De verkozen liberalen
verzoeken bun vrienden bedaard te blij
ven." De man werd ingerekend en de
menigte ging de politie te lijf, zoodat nog
e9nigen werden opgebracht.
Zondag avond ging het spektakel op
nieuw los. Er werden weder steenen
geworpen, de burgerwacht was opgeroepen
en ten slotte werd de Groote Markt af
gezet. In den omtrek duurde intusschen
18e EEUW.
De Kluizenaar. (Met verontwaardiging.)
Roept den naam des Hemels niet aan tot
bijstand in zulk eene daad onbedachtzame
jongelingen Vreest gij uwen God niet,
door Hem zoodanig tegen u te vertoornen,
dat gij Zijne hulp begeert tot het volvoeren
uwer misdaden? Waar is uw verstand?
Waar zijn uwe gevoelens Iudien ik niet
bespeurde, dat uwe halsstarrigheid meer
uit verblinding, dan uit een boos hart
voortkwam, dan zoude ik u alle hulp
weigeren. (Met eenig gevoel.) Ik zie het,
uwe opvoeding is de oorzaak uwer ver
blinding; door uwen hoogen rang, door
uwe schatten, waant gij, dat alles aan
uwe begeerten dienstbaar moet wezen, en
dat zij verre. Daarom, mijne zonen, heb
ik medelijden met u, en ik smeek en bezweer
u nogmaals, in den naam der Heilige
Maagd, ziet af van uw voornemen. Ach,
gij zijt nog zoo jong, en zoudt reeds
misdadig worden. Meent gij, dat er zoo
veel kwaad niet in steekt, e»n paar jonge
meisjes te schaken en ongelukkig te maken,
het geschreeuw en getier voort, terwijl
nog meer ruiten werden ingeworpen.
Den geheelen dag stond in het station
van Antwerpen eer. trein onder stoom
om op het eerste signaal twee bataljons
infanterie, die geconsigneerd waren in
hun kazerne, naar Mechelen te vervoeren.
Te Rome zijn weinig geruststellende
berichten van generaal Baldisseia ont
vangen. Hij beklaagt zich over den
slechten staat van verdediging, waarin
zich de forten bevinden en verlangt arin
gend nieuwe versterkingen. Vooral bij
het organiseeren van een informatiedienst
stoot de generaal op groote moeilijkheden.
Het is hem onmogelijk iets over de be
doelingen van den vijand te vernemen.
Generaal Baldissera beval dé ontruiming
van Kassala.
Volgens een particulier bericht uit
Massouah heeft Adrigat voor een maand
levensbehoeften. Do commandant hoopt
nog voor langer, daar hij het rantsoen
zal minderen.
Koning Humbert heeft bevel gegeven
der. ]4en Maart niet zijn verjaardag te
vieren, daar Italië in rouw is gedompeld.
Men zegt dat het ministerie Rudini op
dien dag een algemeen6 amnestie wil
afkondigen voor de door de militaire
rechtbanken veroordeelden wegens deel
neming aan de troebelen op Sicilië en in
Massa-Carrara.
Door de Vereeniging van landbouwers
die suikerbieten verbouwen voorzitter
heer K. J. A. G. Collot d'Escury,
secretaris de heer C. J. Hocke Hoogen-
door haai te verleiden, en hare ouders in
den diepsteu rouw te dompelen, ovei haar
plotseling verdwijnen. En zijt gij haar
moede, dan zult gij haar verlaten, en aan
de bitter.-te smait prps geven; terwijl uw
eigpn hart, eindelijk, doorknaagd van de
wroegingen uws gewetens, te vergeefsch
de verlorene rust zal wederzoeken, daar
de pijnigingen der hel in uwen boezem
zullen branden, en gij u zeiven zult ver
vloeken. Gaarne wilde ik uwe zielen
redden, en u den weg der deugd weder
aanwijzen, van welken gij zjjt afgedwaald.
Blijf dus hed<m hier, en ziet af van uw
voornemen rust hier van uwe vermoeienis
sen uit, en kee.t naar uwe ouders terug.
Ferrar.do Onmogelijk, Eerwaarde Vader
Zonder onze geliefden kunnen wij dit
oord niet verlaten, ik kan van mijtte
Antoinetta niet afzi-m, zij moet de mijne
worden.
Guiëlmo. Ook ik kan zonder Corrinna
niet leven.
De Kluizenaar. Welaan dan, wilt wij
in uwe halsstarrigheid blijven volharden,
en niet van uw zondig voornemen afzien,
zoo ontzeg ik u deze gewijde plaats, welke
gjj door uw gedrag ontheiligt.
Ferrando. Ik verlaat deze plaats niet,
vóot dat gij ons den weg naar de Villa
wijst.
De Kluizenaar. Vei metel jongeling, wat
wilt gij Durft gij mij dreigen. Bedenk,
dat ik een aan God gewijd persoon hen.
Elk woord, waarmede gij mij beleediwt,
boom is dt 10 Maart aan de Tweede
kamer een adres gezonden, vermeldende
het volgende
»Dat zij met ingenomenheid kennL
neeft genomen van de uitdrukkelijke
verklaring der Regeering, bij de indiening
van het ontwerp van wet, houdende
bepalingen omtrent den ac
cijns op suiker, in de memorie van
toelichting gegeven, dat intrekking van
de bescherming, welke de suikerindustrie
geniet, èn voor den landbouw èu voor
de nijverheid in de tegenwoordige om
standigheden eene ontzettende ramp zoude
zijn.
Dat adressante, wat den landbouw be
treft, dit regeeringsoordeel geheel moet
onderschrijven en daarom dan ook, zij het
wellicht geheel ten overvloede, de vrij
heid neemt, Uwe veigadering te wijzen
op het zoo groote belang, hetwelk de
landbouw ;n een zeer aanzienlijk deel
van ons vaderland bij de instandhouding
en uitbreiding van de biotencultuur heeft.
De steeds dalende prijzen van de granen
en de meeste andere gewassen maken
de teelt daarvan nauwelijks beloonend
meer, waardoor dan ook o. a. in Zeeland
on m een deel van Noord-Brabant, slechts
de beetwortel staande houdt. Bovendien
beeft in die streken meergenoemd gewas
langzamerhand eene zoo belangrijke plaats
in de vruchtwisseling gekregen, da.t het
geheele bedrijf daarnaar is ingericht en
weglating, of zelfs belangrijke inkrimping
van den verbouw niet mogelijk zoude
zijn, zonder de allergrootste stoornis te
vei oorzaken. Opgemerkt mag daaibij
worden, dat de beetwortelcultuur, zooals
die thans wordt gedreven in strijd
daarmede beieedigt gij uwen God. Meent
gij, dal ik voor uwe bedreigingen bevreesd
ben? Neen, al ben ik slechts een oud,
zwak, afgeleefd man, zoo vree» ik voor
uwe jeugdige krachten niet, ik heb geene
wapens, maar zijn uwe degens tegen dit
kruis bestand, welaan dan, waagt dan uwe
zielen in dezen strijd, doorsteekt mij mijnen
boezem, ontneemt mij mijn leven, maar
siddert voor den banbliksem onzer Heilige
Kerk. (Dit zeggende, klom zijn toorn al
hooger en hooger, en een in den grond
geplant kruis uitrukkende, dreigde hjj
hiermede de twee jonge edellieden, en riep
met eene torsche stem:) Verwijdert u,
vermetelen raakt deze gewijde plaats niet
langer aan met uwe zondige voeten.
De strenge, majestueuse houding van
den Kluizenaar, het gezicht van het kruis,
waarmede hij hen dreigde, en de bedreiging'
van den ban, deden onze twee vrienden
sidderen, en, als door den donder getroffen,
vielen zij voor de voeten van den Kluizenaar
op hunne knieën en riepen uitEerwaarde
Vader, vergeef ons onze onbezonnenheid,
en verdrijf ons niet uit uwe tegenwoordig
heid wij zullen heden hier blijven en
naar uwe lessen hooren."
De Kluizenaar. Welnu dan, mijne zonen,
volgaarne vergeef ik u de mij aangedane
beleedigingen, en ik wensch," dat God u
dezelve zal vergeven. Ik zal alles aan
wenden, om u meer en meer het verkeerde
uwer voornemens te doen inzien, en, hoezeer
mijn gevoel er door opgewekt zal worden,.
met het meermalen en ook in uwe ver
gadering, b(j de behandeling der laatste
suikerwetten, door enkele leden geuitte
gevoelen naar het oordeel van adres
sante volstrekt niet tot uitputting van
den bodem, of op den duur tot verar
ming van den landbouwer leidt, doch dat
integendeel juist door de hooge eischen,
die de beetwortel aan den verbouwer
stelt, overal waar die vrucht op eenigszins
groote schaal wordt verbouwd, de land
bouw zich moet ontwikkelen. De streken
in ons land, waar die cultuur sedert
jaren inheemseh is, behooren in het
algemeen zonder twijfel dan ook tot die,
waar de landbouw, èn wat bemesting
èn wat zorgvuldige bewerking aangaat,
op hoogen trap staat.
Dat ook naar adressantes meening niet
over het hoofd mag gezien worden, dat
voor de bewerking van één hectare beet
wortelen ongeveer evenveel aan arbeids
loon moet betaald worden, als voor pl. m.
2/2 hectare gerst en tarwe ec voor 3
hectaren rogge of haver, zoodat vermin
dering van den bietenverbouw, vooral nu
de vlascultuur steeds achteruit gaat, ook
voor den werkman in de bouwstreken
een byna niet te overkomen verlies zoude
opleveren.
Dat, moge uit het bovenstaande blijken
welke belangrijke plaats de beetwortel
heeft ingenomen, het ook duidelijk is,
dat de prijs van dat gewas voor den'
landbouw van het allerhoogste belang is
ja voor vele streken zelfs eene levens
vraag wordt. Nu hangt die prijs naar
adressantes meening tenminste indiiect
voor een groot deel af van de te veileeneu
bescherming.
Al wordt toegegeven, dat, als gevolg
van de lage graanprijzen en het daarop
gevolgd groot aanbod van land voor
bietenverbouw, door den Bond van heet-
wortelsuikerfabiikanten niet altijd de prijs
zoo wil ik u mijne geschiedenis verhalen.
Gij zult daarin veel vinden, wat u in uwen
tegenwoordigen toestand van nut kar. zijn.
Gij zult daarin zien, hoezeer eene loszinnige
levenswijs ons allengs op den weg des
verderfs brengt, en ons steeds dieper en
dieper doet vallen. Gij zult da-irin zien,
dat alleen eene bijzondere omstandigheid
mij in de gelegenheid stelde, tot nadenken
te komen, daardoor mijn verloren geluk
en mijne rust weder te zoeken, en door
boete en berouw de vergeving mjiner talrijke
zonden te erlangen.
Hier zweeg de Kluizenuar en liet zijne
gasten tgd tot nadenken. Het gesprek
van den grijsaard had een zonderling gevoel
in de harten der twee jongelingen veroor
zaakt; dezelve klopten met versnelde slagen,
en zjj gevoelden eene zekere onrnst. Het
was hun, alsof een geheime kracht hen
terughield. Blozende zagen zij eltïander
eenigen tijd aan, waarop Guiëlmo eindelijk
zeide: Gaarne, Eerwaarde Vader, willen
wij uwe geschiedenis hooren eene geheime
stem zegt ons, dat wij bij u moeten blijven,
laat ons dus de wijsheid van uwe lippen
hooren."
(Wordt vervolgd.)