i II' Jaara*. Woensdag d Maart 1896. a tafereel i\o. 1197. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h- Vlaan de re n F. DIELEMAA, FEUILLETON. AXELSCHE Dit Blad verschynt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. TTlt de Pers. Is de wederinvoering der doodstraf wens nel ij k? Naai aanleiding van de te Rotterdam ontstane beweging ten gunste van da wederinvoering der doodstraf heeft De Avondpost bovenstaande vraag gesteld aan een aantal onzer voornaamste ma- gistiaten en rechtsgeleerden. Prof. H. van der Hoeven te Leiden antwoordde met een citaat uit de memorie van toelichting behoorende bij zijn ont werp van een wetboek van militair strafrecht. Uit deze beschouwingen blijkt schrijft de hoogleeraar dat ik niet behoor tot de absolute tegenstanders van de doodstraf, en dat ik haar eventueele wederinvoering in ons gemeene slraffen- stelsel zal kunnen goedkeuren doch alleen dan wanneer de noodzakelijkheid daarvan bewezen zal zijn. Mijns inziens is echter dat bewijs thans nog niet geleverd en zal het ook bezwaar lijk te leveren zijn. Aan de statistieke cijfers, tot dusverre by de bestudeering van het vraagstuk gebruikt., hecht ik geen groote waarde, omdat zij alleen de veroordeelingen be treffen, en alzoo buiten rekening zijn gelater, de zeer talrijke kapitale mis drijven vóór en na 1870 gepleegd, waar van de daders onbekend zijn gebleven. Indien het mogelijk ware het totale cyfer der gepleegde kapitale misdrijven over - laat ons zeggen de laatste 50 of 75 jaren te reconstrueeren, dan zou misschien blijken, dat de totalen over de geheele piriodo 1870 1895, of over (JIT DE 13© EEUW. Dusdanig was het plan, hetwelk ik had beraamd, maar hetwelk nu wel riet zal kunnen worden uitgevoerd, door dat nood loitige dwalen, en dien voor ons zoo nadeeligen slaap. Perrando. Dit plan is heel fraai en komt mij ook zoo onuitvoerbaar niet voor maar is het bij onze komst te laat, en zijn onze liefjes reeds vertrokken, dan is het toch ligt mogelijk, dat iets anders ons gunstig zijintusschen kan er ook iets zijn ontstaan, hetwelk onze schoonen ver hindert, morgen avond naar den heuvel te gaan, en dan kan ons plan toch ook niet baten wjj zullen dus in allen gevalle iets anders moeten bedenken, vooral, wanneer zij bij onze komst de Villa reeds hebben vei laten. Guiëlmo. Waren wij maar eerst daar, dan zoude er nog wel gelegenheid wezen, de eene of andere ontdekking te doen, zoo zjj mogelijk al vertrokken zjjn, en zijn zij er nog, dan zullen wij onzen slag wel waarnemen, naar dat de omstandigheden de laatste 5 of 10 jaren in vergelijking met de cjjfers van vóór 1870 ongunstig zijn misschien ook omgekeerd. Al mocht het eerste het geval zijn, dan zou daarin alleen nog geen voldoende grond tot wedeiinvoering van de dood straf zijn gelegen. Immers, dan zou bovendien het causaalverband tusschen de afschaffiing dier straf en die ongunstige cijfers moeten worden aangetoond. En ot' dat ooit mogelijk zal zijn, betwijfel ik. Op grond derhalve, dat de noodzake lijkheid van de wederinvoering der dood straf vooralsnog niet is bewezen, behoor ik vooralsnog tot de tegenstanders van die wederinvoering. Prof. J. Domela Nieuwenhuis te Gro ningen verklaart een beslist tegenstander van de doodstraf te zjjn. Hij schiijft onder meer Die straf toch mist de karaktertrekken van een goed strafmiddel te zeer, dan dat zij zonder onafwijsbare noodzakelijk heid door de menschelijke justitie mag worden toegepast. Die noodzakelijkheid moet m. i. voor ieder bepaald land onder bepaalde omstandigheden worden bewe zen. Dat bewijs nu kan m. i. voor Ne derland onder de heerschappij van het gewone recht, dat is buiten de werking van het militaire recht m oorlogstijd, niet worden geleverd. Daarom is de we derinvoering van de doodstraf door op name in bet Nederlandsch Wetboek van Strafrecht ten stelligste te ontraden. Tot de karaktertrekken van een goed strafmiddel behoort in de eerste plaats, dat die straf zooveel mogelijk onherste) baar zij in geval van gerechtelijke dwaling. ons zulks aanbiedenechter twijfel ik zeer, of wij wel zoo gelukkig zullen wezen, de Villa te bereiken. Ferrando. Laat ons blijven hopen en ons intusschen onder gindsch geboomte begeven, onder hetwelk wjj eene veilige schuilplaats zullen vinden, en alzoo slapende den dag afwachten. Kom vriend, of wij het hoofd al laten hangen, dat baat niet want moed verloren, is alles verloren. Guiëlmo. Wat hebt gij toch een gelukkig gestel, Ferrando. Gij ziet zelden gevaar en behoudt steeds uwe vroolijkheid maar echter heb ik den moed evenmin verloren, als gij. Ik gevoel mij thans weder wat bekomen van mjjne vermoeidheid. Laat ons dus verder»gaan. Beide vrienden stonden thans op en begaveD zich verderdoch met de meeste behoedzaamheid steeds naar alle zijden rondziende. Nog hadden zjj zich geen geen tien schreden verwijderd, of zy zagen, ter zijde van hen, zich iets bewegen, dat naar eene menschelijke gedaante geleek. Ferrando dit het eerst ontdekkende, maakte zijnen vriend hier opmerkzaam op beiden bleven eeuigszins verschrikt staan en trokken hunne degens. Weldra naderde de gedaante, en zij zagen eene lange, magere, menschelijke gestalte, in een haren kleed gebuid, met eene muts op het hoofd, en eenen staf in de hand. Toen deze gedaante tot op weinige schreden was genaderd, sprak dezelve hen aldus aan »Vrede zjj u, mjjne zonen. Wat voert Een tweede aan een goed strafmiddel te stellen eisch is. dat zjj kan worden geproportioneerd naar den schuldgraad, m. a. w. dat zij deelbaar zij. Er bestaat geen enkel misdrijf, dat niet onder zeer verschoonende omstandigheden kan wor den begaan. Bedreigt men nu tegen moord absoluut de doodstraf, dan moeten, ook bjj zeer verschilje iden schuldgraad, allen, wier schuld i aan moord bewezen is, ter dood worden veroordeeld. Doet men het, ge lijk sommigen willen, niet absoluut, maar alternatief, dan is ter keuze van den rechter, dan zullen de rechtbanken, wier leden uit innige overtuiging absolute tegenstanders der doodstraf zijn, die straf wellicht nooit opleggen en andere recht benken dat meermalen doen en dan zal er eene hoogst ongelijke rechtsbedee lint: ontstaan in hetzelfde land, onge twijfeld een hoogst bedenkelijk verschijn selBedieigt men die straf absoluut, dan zal bet gevaar ontstaan, dat de i echter, om de z. i. te zware stratopleg ging in een bepaald geval te ontgaan, allicht den beklaagde ook bij eigenlijk bewezen schuld zal vrijspreken. En ook djt zal een voor de handhaving der ge rechtigheid ten hoogste bedenkelijk ver schijnsel zyn. Een derde aan een goed strafmiddel te stellen eisch is, dat de straf zooveel mogelijk door den veroordeelde worde ondergaan. Zekerheid toch van de toe passing der bedreigde straf werkt oneindig beter tot terughouding van misdijf dan zwaarste strafbedreiging. En die zeker heid wordt geheel in de waagschaal gesteld, als bjj veelvuldige toepassing u in den nacht op deze rotseD Ferrando wilde zich dadelijk tot deze gedaante be geven, maar zyn vriend hield hem terug. Waartoe dit, zeide de eerste, het is immers 'en Kluizenaar? Wie zegt u dit? ant woordde Guiëlmo, het kan even goed een vermomde roover wezen houdt u bedaard en dicht bij mijik zal tot hem spreken. Eerwaarde Vader, de nacht is ons over vallen, terwij! wij naar onze woning wilden terugkeeren, en daarom hebben wij besloten, met dit scboone weder den dag op deze rotsen af te wachtenmaar hoe dwaalt een Kluizenaar in den nacht zoo ver van zjjne hut? Eene opgelegde boete verplicht mij hiertoe echter ben ik zoo ver niet van mijne kluis, zij ligt achter gindsche rots. Wilt gij mij vergezellen, zoo kunt gi) den nacht bij mij doorbrengen mogelijk kan ik u nog eenigen raad geven, of u behulp zaam wezen in uwe voornemens. Volgt mij dus slechts Guiëlmo had zich nu overtuigd, dat de hen ontmoetende gedaante een zwak, oud en ongewapend man was derhalve besloot hij, van deszelfs aanbod gebruik te maken en hem te volgen, zoodat zij zich binnen weinige minuten voor de hut van den Kluizenaar bevonden. Dezelve was, aR ware het, van de geheele wereld afgeschei den, staande in eene kleine vallei, of liever, in eene diepte, van rondom met hoogc rotsen, welke alle uitzicht beletten slechs een smal pad strekte den toegang tot deze van het recht van gratie de werking der strafbedreiging illusoir wordt gemaakt. Velen stellen aan een goed strafmiddel ook den eisch, dat het een zoen (expiatie) moet zjjn voor het door den misdadiger gepleegde misdrijf. Indien dat zoo is, behoeft echter het opzetteijjk dooden van een mensch nog niet door den dood van den doodslager te worden verzoend, maar kan die verzoening ook geschieden door een andere ernstige straf, b. v. door de levenslange gevangenisstraf, die hem de beteekenis van dien zoen gedurende zijn geheele verdere leven doet ondervinden en hem gelegenheid geeft tot zijne be keering op betere wijze dan door het zoogenaamde galgenberouw en de gewaar wordingen in een kort tijdsbestek onder vonden. Vergelding m. a. w. behoeft geene wedervergelding, d. i. vergelding met een zelfde kwaad te zyn. Prof. B. I. Gratama, overigens geen beslist tegenstander der doodstraf, heeft in 1870 o. a. gezegd, dat de Bijbel, waar aan hij als orthodox christen en recht zinnig gereformeerde zeer gehecht was, evenmin voor alle tijden en volken een wetboek is voor rechts en staatsinstel lingen als een handboek van geschiedenis of aardrijkskunde, van psychologie of geologie. Niemand late zich dus wijs maken, de doodstrafvraag beheerscht wordt door voorschriften, iD het Oude Testament vervat. Hjj daagde ieder uit om te bewijzen, dat de doodstraf door het nieuwe Tes tament als aan de overheid opgelegde verplichting wordt gehuldigd. Hij erkende bCiVer dat Jezus Christus aan de over heid het recht tot toepassing der doodstraf vallei, terwijl eenige boomen de hut voor de al te steik brandende zonnestralen beschutten. Dicht langs de hut murmelde eene beek hetwelk aan dit afgezonderd en eenzaam verhipt een romantisch voor komen schonk. De hut was tamelijk gront, en bestond nit eenige in den grond geplaatste staken, om we'ke takken waren gevlochten, terwijl men de reten met leem had dicht gestreken. Na eenige oogenblikken aarze- lens, traden de twee vrienden eindelijk binnen, en verwonderden zich over de netheid, welke in deze kluis heerschte. Dezelve was vry ruim en de muren helder wit de banken, de tafel, de slaapplaats en een paar kasten, waren, hoewel ruw, goed bewerkt en onderhouden terwijl men aan het geheel koude zien, dat de bewoner eèn man van aanzien en van een goeden smaak was. Twee waskaarsen, welke Ier weerszijden van een fraai bewerkt Christus beeld stonden, verlichtten genoeg zaam de geheele kluis, en schonken aan deze woning, aan de afzondering gewijd, iets eerbiedswekkemls en statigs. De Kluizenaar verzocht zijne gasten plaats te nemen, en daar hij wel begreep, dat onze vrienden eenige versterking noodig hadden, zoo haastte hij zich. hun eenige Verversching voor te zetten, bestaande uit geitenmelk, eieren, brood en vruchten, waaraan Ferrando en Guëilmo zich viij wat te goed deden. Toen zij geëindigd hadden, zeide de Kluizenaar tot hen: „Mjine hoeren tot hiertoe heb ik weinig

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1