Binnenland. Door bemiddeling en op aandrang der mogendheden heeft Japan toegestemd in een vermindering van schadevergoeding te ontvangen van de Chineesche regee ring door den afstand van Liou-Toung. De schadeloosstelling is thans op 30 mlllioen Taels bepaald, Verder is ook een regeling getroffen omtreDt het rechtsgebied in de wateren van Formosa en een grensscheiding aan gegeven met de Spaansche bezittingen der Philippijnsche eilanden. De leden der Eerste Kamer zijn bij eengeroepen tegen Woensdag 6 November te half negen 's avonds. Blijkens telegraphisch bericht van Hr. Ms. gezant te Rome, heeft de Itali- aansche regeering bij decreet van 25 October 1895 den invoer van Nederlandscb vee in Italië weder toegelaten, onder voorwaarde dat er bij worde overgelegd - een certificaat van een Itaiiaansch consu lairen ambtenaar, houdende dat ter plaatse van herkomst van het vee geen enkele besmettelijke veeziekte heerscht. (Stct.) Ter aanvulling van het bericht om trent de weder-open stel ling der Fransche grenzen voor den invoer van vee uit Nederland, brengt de minister van buiten landsche zaken ter kennis van belangheb benden, dat vee te weten runderen, schapen, geiten en varkens bestemd om in Frankrijk ingevoerd of door dat lanl doorgevoerd te worden, vergezeld behoort te zijn van een door de overheid op de plaats van herkomst afgegeven certificaat, houdende dat het vee gezond s en dat op het tijd-tip der verzending, alsmede gedurende zes weken vóór dat tijdstip, geen besmettelijke ziekte ter plaatse is voorgekomen onder vee van dezelfde soort. TV. R. Ct. WEL, «leii 39 October 1895. Gisteren werd voor het eerst de nieuwe chr. school alhier in gebruik genomen. Te circa twee ure waren alle kinderen aanwezig, terwijl het bestuur der school eveneens vertegenwoordigd was. Ook eenige ouders van kinderen en belangstel lenden waren opgekomen om van deze plechtigheid getuige te zijn. Het hoofd Ier school, de heer P. van Vliet opende de bijeenkomst met gebed, waarna door ailen van ps. 103 het le en 6e vers werd aangeheven. Daarna schetste hij de tot stand koming van het nieuwe ge bouw waarmede zoowel het bestuur en matter nog dan het wit der kostbare paar len, die zich om armen en hals slingerden, maar in haar schoon0 oogen schitterde een zoo wonderbare glans, om haar lieyen bleekeif mond lag een zoo hemelsche vrede, dat het volk, hetwelk een diep en jnist gfevoel heeft vior het schoone en heilige, oen zachten bewonderenden uitroep deed hooren, toen zij door de rijen ging. Slechts een had geen oog voor haar en geen hulde, zijn strakke blik hing met nieuwsgierige spanning aan de trotsche flinke gestalte van den minister van oorlog en volgde hem, tot hij in het rijtuig zat. Hoe heet de generaal, uie daar juist in het rijtuig steeg? vroeg de man in den grcenen rok met nauw onderdrukte aandoe ning aan zijn buurman Kent ge hem niet? Mijn hemel, dat is zijn excéllentie, de minister van oorlog. I-zelfde, van wien ik u zeide, dat ik met zijn bediende handel heb gedaan in sigaren. Ik wil weten hoe hij heet, antwoordde de ander met ongeduldige grofheid. Nu, hoe zal hij heeten, de minister van oorlog, Roda beet hij, Von Roda, en hij is van voorname familie Een hartelijke lacli gleed over het breede gelaal van den groenrok ik weet het, ik e de geheele maagschap; deze was mij igszins uil de kennis geraakt, maar nu enn<n ik mij hem weer goed. 't Is zeker wel een trotsch hêer ..Vieeseljjk zei <,V jood, maar hebt gij 't gezien, negen orden draagt bij, drie heb do kinderen als het chr. onderwijs geluk gewenscht werd Verder ging hij na welke vruchten het chr. onderwijs voor de maatschappij had afgeworpen om ver volgens 's Heeren zegen over het peiso neel, kinderen en onderwijs in te loepen en zich in de vriendschap van allen aan te bevelen. Daarna nam de heer P. Marijs het- woord om den heer Van Vliet dank te zeggen voor zijne toespraak om met een opwekkend woord tot de kinderen te besluiten. Daarna zeng de menigte van ps. 118 het le vers, terwijl de kinderen voorts nog een paar liedjes ten gehoore brachten. Hierop werden de kinderen op koeken en chocolade getracteerd, afge wisseld door net zingen van enkele liedjes. Ten slotte hield ds. Doorn nog een schoone rede, waarna de plechtigheid gesloten werd en de school voor^ het onderwijs in gebruik werd gesteld. Het gebouw ziet er flink uitdoor een tweetal glazen schuttingen is het in drie lokalen verdeeld. Met recht mag men zeggen dat het aan de eischen des tijds voldoet, zoowel wat ruimte, en licht als wat ventilatie betreft. Het doet zoo wel den bouwmeester, den heer C. van der Hooft van Ter Neuzen, alsmede den aannemer den heer J. K. Vink alhier alle eer aan. Op de heden alhier gehouden vee markt waren aangebracht 17 paarden, 135 stuks hoornvee en 24 varkens. De handel was slap Premiën werden uitgereikt, als volgt Voor het schoonste paard 3 tot 7 jaren oud le prijs 5 aan J. F. Coene, land bouwer alhier, 2e prijs 3 aan W. de Feijter Pz. alhier. Voor het sehoonste veulen van 1 tot 3 jaren oud le prijs 4 aan P. van Hoeve alhier. 2e prijs ƒ2,50 aan J. F. Coene voornoemd. Voor den schoonsten dekhengst van 2 tot 7 jaren oud een prijs van 5 JJansen van Rosendaal alhier. Voor de schoonste baatgevende of kalf dragende koe le prijs ƒ5 aan P. van Hoeve voornoemd, 2e prijs 3 aan P. van Hoeve voornoemd. Voor de schoonste kalfdragende vaars een prijs van ƒ4 P v Hoeve voornoemd. Voor het schoonste tweejarig rund een prijs van 3 aan Ph. J. van Dixhoorn alhier. Voor den schoonsten hokkeling een prijs van 2 aan P. van Hoeve voornoemd. Voor den schoonsten springstier een prijs van 5 aan F, van Hoeve alhier. ik er geteld met brillanten, alle zuivere steenen. Ik heb daar evenveel verstand van als van sigaren willen wij zaken doen wat wilt ge mij leveren tegen contante betaling Dank u, zeide de andere lachend, ik heb betere speculatie in uitzicht. Hebt «e nu genoeg gekeken, wendde hij zicli tot zijn viouw, ga dan mee dat we wat te eten krijgen. De vrouw wjkkelae haar kind'nu zorg vuldig in den verwarmenden doek en ging met haar man heen. Hoe droevig zag zij er uit, onze juffrouw, zeide zi) zuchtend, groote God,de voornamen zijn toch ook niet gelukkig en deze had het toch wel verdiend, al was het alleen aan ons. Wat heeft ze dan toch voor bijzonders gedaan vroeg de man, omdat zijn met uw kind niet op den weg liet omkomen, dat was slechts plicht. Ook dat zij daarna voor mij zorgde, dat ze nuj verpleegde en onderhield, toen ik ziek werd van gebrek en smart, dat ze mij geschikten arbeid gaf toen ik gezond werd, omdat zij zag, dat ik niet gewoon was van aalmoezen te leven. Dat, zij dtn jongen naai school zond en hem kleedde, dat /ij ons een woning verschafte en u in de sigarenfabriek goed werk verschafte, is dat ook slechts plicht üe vrouw was zeer heftig gewordeD in haar ijverige dankbaarheid en keek nu haren man uitvorschend aan. Voor het grootste getal paarden van éénen eigenaar ter markr gebracht een prijs van 4 aan Ch. de Mereie, koopman te Clinge. Voor het grootste getal hoornvee als voren 4 aan J. van Overmei.e, koopman te Clinge. Voor het grootste getal schapen boven de 10 stuks 2, niet uitgereikt Voor het grootsie getal varkens boven de 6 stuks 2 aan Jacs. de Meij, koopman te Zuiddorpe. Voor het vetste stuk hoornvee J 5 aan I. F. Coene voornoemd. Bij het 3e (schriftelijk) gedeelte gehouden oxamen voor candidaat-notaris, slaagde o. m. de heer J. P. Oggel van Axel. De jachtopziener P. Goossen van Philippine is met 9 Nov. verplaatst naar Sluiskil (Terneuzen). De heer G. Crince van Biervliet, klerk bij de telegrapbie te Amsterdam is op zijn verzoek verplaatst naar het post- en telegraafkantoor te Yzendijke, ter vervanging van den heer Ch. Doens,' die benoemd is te Kaatsheuvel. Hetzelfde brutale staaltje dat men indertijd te Hoofdplaat uithaalde is ander maai beproefd en gelukt bij den land bouwer W. Bruijnooge te Schoondijke. Het varkenshok ontnam men heel leuk een zijner bewoners en slachtte het in de nabijheid der hofstede. De kop heeft men als bewijs achtergelaten, doch het adres is te zoeken, om vermoedelijk, evenmin als toen, te vinden. Bij kon. besluit is benoemd tot ge zworen van den polder Nieuw Othene dhr. A. Dekker Antheuniszoon. Tweede Kamer. Algemeen klaagde men over de on welwillende houding van Belgie in zake de toelating van invoer van ons vee Men meende in de bezwaren, die de Belgische regeering telkens ontleent aan den gezondheidstoestand van onzen vee stapel slechts voorwendsels t9 moeten zien ten behoeve van het protectionistische stelsel, dat zij tot voordeel der Belgische veehouders wenscht toe te passen. Tegenover deze onwelwillende politiek staat de groote vrijgevigheid van Neder land. De Belgen zijn voor hunne bezit tingen in ons land vrij van de vermogens belasting en de eventueele verhooging van het recht van overgang zal daartegen Gij schrijft daar zeer veel op hare rekening, ik dachtdat de ritmeester Von RoJa er toch o^k deel aan had Ja, toen behoorden zij nog niet bij elkander, hernam zij, toen deed hij, wat hij zag aan hare oogen dat haar welgevallig was en weidoen is nu eenmaal haargenoeg'-n Dus danken wij eigenlijk alles aan haar en ik denk dat het genoeg is om daaraan ■een loon te verdienen aan God. Meer, zeide hij spottend, ik durf zooveel niet van haar aannemen, ik wil niet gaarne zooveel schuldig zijnde plaats in de fabiiek behoud ik met, het zou onbeschaamd zijn, daar de juffrouw reeds zooveel gedaan heeft, als ik altijd nog steeds meer van haar goedheid wijde aannemen. Ge behoudt die nietriep de vrouw vol ontzetting uit, ge wilt ze opgeven Wat wilt ge dan beginnen, waarvan wilt ge leven, waar bovendien wilt ge heen Tot u, dierbare zi zeide hij met een onaangenamer, lach, twee uur van u ver wijderd, dat is mij te vei, zulk een scheiding, waarbij ik u slechts bij gelegenheid of des Zondags kan zien, houd ik niet. De vrouw zag hem troosteloos aan. Ge wilt ons dus opnieuw tot den bedel staf brengen ge wilt van uw kinderen hel brood opeten, dat ik zuur verdien en waaraan gij geen aroschen geeft maar dat zal de juffrouw niet dulden, voegde zij er moediger bij, daarvoor is er politie, liet is genoeg, als de viouvv de kinderen alleen voedt, den man, die alles doorbrengt niet opwegen. Zi1 hébben stemrecht ij poldervergadeiingen, en daar du in ver- schillende polders in Zeeland de meerder; beid der stemhebbende ingelanden uit Belgen bestaat, berust daar het liestil in hurne bandon. Zij kunnen vrij komen venten binnen onze grenzen. En nu worden bij de ter goedkeuiing voor® dragen overeenkomst omtrent do grens- beweiding nog allerlei voordeeion aan de Belgische naburen toegestaan, waartoe de vroegere tractacen niet verplichten. Ook de nieuwe conventie over het ka-, naai van Terneuzen bevoordeelt Belgische belangen ten koste der Nederlandsche, met name wat aangaat bet waterbezwaarj dat voor onze landerijen daaruit zal voortvloeien. Dit alles getuigt van eene welwillend beid onzerzijds, die door de houding van Belgie niet gemotiveerd wordt en eenige leden wenschten dan ook nu reeds te1 verklaren, dat zij op dien grond onge-' negen zijn aan de hier bedoelde overeen I komsten hunne goedkeuring te schenken, Wenschelijk ware het natuurlijk ook op oeconomisch terrein met Belgie op den besten voet te verkeeren, maar tegen over oene zoo ongelijke behandeling als wij van Belgie ondervinden, past onze tot dusver gevolgde gedragslijn van groote vrijgevigheid niet. Er waren leden, die op grond van het bovenstaande den wensch uitspraken dat bij aanbestedingen van openbare werken Belgische ïndustneelen van mededinging zullen worden uitgesloten terwijl som migen in verband hiermede aandrongen j op wijziging onzer handelspolitiek. Hoe staan, vroeg men voorts, de kan sen op wederoper,stelling der Duitsche grenzen Men vertrouwde, dat de Re geering alles in het werk zal stellen ter bevordering van den vrijen veeinvoer in Staten, die thans voor ons vee gesloten zijn. Met bevreemding had men de mede- deeling gelezen van vrijgevige besluiten wat den invoer hier te lande van voor de slachtbank bestemd rundvee en scha pen uit Duitschland en Belgie betreft, zor.der dat van eenige tegen- praestatie van den kant dier beide landen blijkt. Overigens waardeerde men hetgeen het Departement van Buitenlandsche Zaken in het algemeen doet om elders dëbouches voor uns vee te vinden. Het denkbeeld werd in overweging gegeven om te trachten het daarheen te leiden, dat althans voor zooveel die ge deelten des lands betref*, waar geen be smettelijke veeziekte heerscht en die van de besmette gederlten kunnen worden, en verdrinkt, behoeft zij niet te voeden. Als ik niet juist in zoo aangename stemming was, zou ik u dadelijk toonen, dal de mar, de hoogste politie is, hernam hij, terwijl hij bleef staan voor de deur der kleine woning, die zij bereikt hadden, en nu, scheer n naar boven en breng het eten op tafel. Terwijl zij zich haastte, om zijn dreigen den eisch iri te willigen, slenterde hij, de handen in de zakken, langzaam de straat uit, liet zich door een voorbijganger nauw keurig beschrijven, waar de woning was van den minister van oorlog en bleef, toen', hij die bereikt had, onderzoekend en be wonderend staan voor het statige huis. Zijn blijven staan en zijn beschouwing had de opmerkzaamheid getrokken der beide aan het venster staande bedienden, s want de eene begon te lachen en wees klaar blij kelij k op hem. Met een bonenden valschen lach beant woordde hij de opmerkzaaarr.heid van den bediende en ging verder, tot hij kwam aan het hem welbekende huis van den bankier Gerland. Ook daar bleef hij staan en keek naar boven niet onderzoekend maar bespiedend en een oogenblik scheen hii zelfs lust te hebben daar binnen te treden maar toen bezon hij zich en ging heen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1895 | | pagina 2