TWEE BRUIDEN. No. 948. Woensdag 11 September 1895. Iie Jaargr Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. NAZOMER. 40. FEUILLETON. AXËLSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Belg S 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. En zoo zijn wij dan de Septembermaand weer ingetreden en begint de zomer langzamerhand wat men noemt »op zijne laatste beenen te loopen." Maar tocb, - dit is nu de mooiste tijd van 'tjaar of het kan ten minste de mooiste tijd worden, als hetweer een beetje mee wil werken. Volgens de dichters, de romans en de schoolboekjes gaat er niets boven de bekoorlijkheden van het voorjaar, en is de Lente ontegenzeggelijk het schoonste der vier jaargetijden. Maar wij, prozai- sche menschen, die de romans met een wantrouwend knipoogje lezen en, he laas! reeds lang boven de schoolboekjes verheven zijn, wij hebben onze verkleumde ledematen dikwijls in de Meimaand te goed gedaan achter de lekker warme kachel, en zelfs na primo Juni met genot een kop kokend heete chocolade ver orberd. Neen, wij zullen van de Lente geen kwaad zeggen maar, aangezien de ervaring ook in dit opzicht de beste leermeesteres is, denken wij er hoofd schuddend het onze van. Nu ja, zegt een welmeenend vriend of vriendin, de Lente wil bij ons wel eens wisselvallig zijn, maar dat zit hem in het klimaat van do lucht, en de Zomer maakt dan alles weer goed. Met uw verlof, zouden wij willen antwoorden, wij hebben in 't geheel niets tegen den Zomer dan alleen ditdat hij een broertje van de Lente is. En een echte broer ook met al de nukken en de grillen, waar door zijne hooggeroemde schoone zuster zich heeft gekenmerkt. Men moet wel een pasgeboren kind zijn, om in zijn notitieboekje niet eenige aanteekeningen Roman van GOLO RAIMUND. UIT HET DUITSCH VERTAALD DOOK ast ar a. Intusschen was het jonge paar op Barn, rode aangekomenterwijl een bediende de paarden vasthield, jjlde Felicita de breede trappen af en het volgende oogen- blik lag zij in Katharina's armen. God zegene u, fluisterde deze, God zegene u, gelukkige, gelukkige bruid, en doe u levenslang zoo gelukkig zijn als nuen mij, Felicita, laat mij een gedeelte van uwe lielde, anders kan ik mij niet verheugen over uw geluk zooals dat moet zijn. Innig drukte de jonge bruid hare vriendin aan het hart, als zoude zij voelen, hoe daar de vriendschap woonde in weeiwil van het nieuwe gevoel, dat nn haar be zielde. De graaf stond op eenige schreden at stand, maar toen Katbarina zich oprichtte en hij haar lieftallig gelaat met tranen bedekt zag, toen k.vtjni een gevoel in hem te hebben in zake wispelturige en onbe stendige zomers. Wie onzer herinnert zich niet, dat er »hondsdagen" geweest zijn, die hun naam alleen daardoor eer aandeden, dat zij een weertje gaven, waar men geen hond doorheen zou ge jaagd hebben En men behoeft slechts een hoopje oude couranten op te slaan, om ér huiveringwekkende berichten in te vinden betreffende „buitengewoon" koude en natte zomers (hoewel ze gere geld om de twee of drie jaar zoo buiten gewoon" nat en koud zijn 1) zomers waarin de kasteleins hunne klanten lokten met een bordje: »hier brandt de kachel." en men iemand zonder parapluie, overjas en waterlaarzen naar een tentoonstelling gestuurd zou hebben, om hem er te kijk te zetten voor drie tickets Neen, de Lente en de Zomer zijn beste brave luitjes, maar gij kunt er even weinig op aan als op het horloge van uw vrouw, of op de Franscbe telegrammen uit Madagascar. De Lente belooft zacbten zonneschijn en mooie weiblo6mpjes, en in negen van de tien gevallen geeft zij hagelbuien en sneeuwballen. De Zomer staat in den almanak boven pari geno teerd wegens de warme dagen en de snoepreisjes en de oei tochtjes in den maneschijn, die hij ons in zijn prospectus heeft toegezegdmaar als 't op stuk van zaken kcmt, bemerken wij dat hij bjj vergissing plasregens en rukwinden en anderdaagsche koortsen in zijn valies heeft gestopt. Niet altijd, maar het ge- beuit toch, - nog al öens dikwijls! Maar zulke capricieuse kuurtjes houdt zijn jongste broer d9 Nazomer er niet op na. Dat is meestal een knaap waar nog wel mee te praten valt. Veel be loven, doet hij nietmaar wat hij be- op, half van toorn, half van smart, een gevoel, dat hij nauwelijks meester kon worden. Het was toch natuurlijk, dat zij weende, als zij haar lot vergeleek bif dat van Felicitamaar de herinnering daaraan, dat zij ongelukkig was, wekte een onaangenaam gevoel bij hem op die rit was toch zoo genoegelgk geweest, daarom was hij het geheel vergeten. Katharina gevoelde echter toch, dat een voorstelling, een enkel inleidend woord noodig was, snel droogde zij hare tranen, trad op den graaf toe en zeide Felicita. dit is mijn graaf Stur mijn man, verbeterde zij eindelijk, met moeite het gevreesde woord sprekend. Als een heldere zonnestraal gleed over Leo's gelaat, een snelle handdruk beloonde Katharina voor het vriendelijke woord, hij sprak met Felicita eenige woorden, drukte den wensch uit, in Katharina's ge zelschap een bezoek te mogen afleggen, zoodra de gezondheidstoestand van mevrouw Hersking dit veroorloofde en reed toen hete met de belofte, zijne gade 's avonds te komen afhalen. De beide vriendinnen gingen in huis. Ofschoon het reeds vijf uur was, sliop mevrouw Hersking nog, want uithoofde van hare zwakheid, die groote rust eischte, werd het namiddagslaapje niet afgebroken, zooals anders wel eens gebeurde. Zij hadden dus tjjd om met elkander te praten. looft, dat doet hij. Daar hebt ge hem nu vandaag bijvoorbeeld Het is een der eerste dagen van wat de kalender de Herfstmaand noemt, waarop wij dit Nazomer-artikeltje schrijven, - maar d6 mooie, lachende natuur daar buiten lijkt evenveel op oen herfsttafreel als een do minee op een orgeldraaier 1 De zon schijnt zoo heerlijk, en de bloemen bloeien zoo rijk, en bet windje is zoo goddelijk zoel, dat Lente noch Zomer zich voor een dag als deze zouden behoeven te schamen. En zoo was het gisteren ook en zoo zal het waarschijnlijk ook morgen zijn, als het dan met voor de afwis seling eens regent. Maar dat is niette denkenWant het is nu Nazomer, en de Nazomer is de rijpe mannelijke leeftijdde wilde haren der jeugd en der jongelingschap zijn er uit, en wat hij doet, dat doet hij goed en bestendig. Heeft hij zich tot mooi weer gezet, dan is hot ook mooi weermaar staat zijn hoofd naar regen en wind, dan laat hij zich door goen der streken van het com pas van zijn stuk brengen En de Nazomer begint ons ook weer aan orde en regelmaat te gewennen, en aan het: „wie niet werken wil, zal ook niet eten." Is de Zomer te heet of te koud geweest, met eindeloos lange dagen en onmerkbaar ko,-te avonden, de Nazomer brengt dit weer iu 't gelijk. Laat het overdag al eens wat te warm zijn, er volgt een lange, irissctfe en ver frisschende, avond, die u een genot schenkt, dat de Zomer miste en de Lente niet kende. Ed dat is een geluk ook, want de tijd der pleizieneizende gioote menschen en der vacantie vierende kleine en groote kinderen is voorbij, en de studeerkamer, het kantoor of de Voor het laatst hadden zij elkander gezien, toen Katharina's droeve bruidstijd begon- Sedert dien tijd was veel veranderd en al hadden zij elkander vaak geschreven, zoo bleef er toch veel te vragen en te zeggen. Felicita sprak het meest, haar groot geluk uitte zich in woorden, zg weid'niet moede te verhalen, hoe zoet haar leven nu was, hoe nieuw, hoe zalig. O, ge moest hem zien, Katbarina, zeide zij, hoe schcoD, tme opgeruimd, hoe liet hij is. Goed als een kind en Irotsch als een man, soms wel eens overmoedig en toch zacht, toch teeder, als men spreekt tot zijn liefhebbend hart. O, ik kan ze niet beschrijven, de zoete gerustheid die mij vervult, als hij ine aan het hart drukt; dan gevoel ik, dat daar mijn plaats is, dat daar mijn geluk woont en bet heil mijner ziel, dat ik daar geborgen beu voor alle wereldstormen, dat ik daar ben in Gods hoede. Katharina zweeg, zij was alleen en zij bleef het, zij had geen plaats, om rust te vinden en steun en lielde, zij knikte alleen zwijgend, dat Felicita voort zou gaan. Maar deze gevoelde mét haar, zij deed zichzelf verwijten, dat zij in hare zelfzuchtige verrukking hare vriendin had leed gedaan en Vroeg zacht, terwijl zij hare hand greepEn gij, Katharina, en gij? Ik draag het, Felicita, ik ben tevreden sohoolbank hervatten weer hunne eiscben. Veel van wat in den Zomer is blijven liggen, omdat het nu eenmaal zoo moest of nu eenmaal zoo was, kan thans weer ter hand genomen, voortgezel en voltooid worden. t Is zoo heerlijk, dat er op den Zomer een Nazomer volgt, en dubbel heerlijk, als 't een mooie is. En heerlijk is het ook, dat er ook iets van dien aard in ons menschen leven gevonden wordt, of althans gevonden kan worden, wanneer wij het niet zelf onmogelijk maken. Van menig leven is de Nazomer, het eigenaar dig kalme en ernstige tijdperk tusschen den rijpen leeftijd leef en het aanbre ken van den levensavond, het schoonste jaargetijde. De driften en hartstochten van de jeugd en den bruisend krachtigen mannelijken leeftijd hebben goeddeels uitgewoed or is een stille vrede over den geest en het gemoed gekomen. en met de klaarder ziende oogan, de rustiger werkende hersenen en het ge lijkmatiger kloppende hart kan in den Nazomer nog veel, zoo niet alles goed gemaakt worden van wat de Lente en de Zomer te kort zijn geschoten oi be dorven hebben. En zoo treden wij met hernieuwden moeu en levenslust, ook dit jaar weer de Septembermaand in, de tijd van oen Herfst, neen van den Nazomer. i]Aan den Herfst willen wij pas in de laatste dagen van October en de eerste van November denken. September behoort, grootendeels althans, nog aan den Zomer, dien hij komt aanvullen er. bijwerken en volmaken. Het goede dat hij ons séhenkt, zullen wjj dankbaar aanvaar den, en het minder goede er geduldig bjj voor liefnemen. Maar meestal heeft nu. Zie, het is natuurlijk, dat de zwakte mij overmant, als ik terugzie op mijn tegenwoordig leven, als ik naast mij zie, hoe gelukkig een vrouw kan worden, als ik u hoor jubelen en ik tot mijzelven moet zeggen U is dat alles ontzegd. Mjjn ouders klaag ik niet zou ik ze nog dieper ter neder buigen, door ze te doen zien, dat hun eenig, hun geliefd kind Ifldt door haar lot? Den graaf toon ik het niet, als de droefheid mg ovei valt, hij heeit een offer van mij moeten aan nemen, ik mag hem dit offer niet drukkend maken door tranen. Ik ben ook niet geheel ongelukkig als ik u hoor spreken, dan is het mij als heimwee om het hart. als hoorde ik een zoete bekende melodie, die ik ne gens thuis kan brengen, wat moeite ik ook doe Felicita sloot haar in de armeu. Zeg mij, Katharina, is uw man ten minste voor het uiterlijke oplettend en opmerkzaam voor u In hooge mate, hernam zij, vaak ben ik geroerd over zijne bemoeiingenik weet zeer goed wat het zeggen wil, zijn best doen zonder liefde. Op de eenvoudigste waardigste wijze behandelt en verdedigt hij mg tegenover de gravin, hij gevoelt de teederste achting voor mij en ik geloof waarlijk, dat hjj een achtenswaaidig karakter heeft. Weet ge wel. Kathariija, dat hij eeQ

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1895 | | pagina 1