TWEE BRUISEN.
Woensdag 15 Mei 1805.
11Jaar#.
Afschaffen
No.
t
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
is. FEUILLETON.
Buitenland.
VXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. nutnm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
"Non nostrum tantas componere lites,
Zulk een strijd te beslechten gaat boven
ons vermogen.
Hieraan dachten wij, toen in ods vorig
nummer de mededeeling geplaatst werd,
dat door een drietal kerkelijke colleges
eeu verzoek tot afschaffing der kermis
bij onzen gemeenteraad was ingediend.
De maatschappij is een ding, dat niet
maar zoo toevallig öf naar va&te wetten
in elkaar is gezet, neen, de maatschappij
zooals die thans is ingericht, is het
product, het voortbrengsel van den loop
der gebeurtenissen, van de geschiedenis
En dat zulk eene groote inrichting zich
niet zoo maar pardoes laat wijzigen of
van samenstelling laat van veranderen,
valt door ieder, die niet door gemeende
of vermeende hartstochten verblind is.
heel goed te begrijpen.
Er is al heel wat gezegd en geschre
ven voor en togen do kermis, niet voor
en tegen de Axelsche kennis, maar in
't algemeen voor en tegen de kermis.
Groote steden hebben de onhandigheid
gehad dit jaarlijks terugkomend tijdperk
van ontspanning, anderen zullen zeggen
van uitspatting, af te schaffen maar is
er iets beters, iets fatsoenlijkers, iets
meer met. den geest onzes tijds overeen
komends voor in de plaats gekomen
Want er wordt, en vaak zeer gegrond,
beweerd dat het volk wel eens wat heb
ben mag en ook hebben moet. Zouden de
optochten van werkloozen of liever wer-
ksloozen, de talrijke werkstakingen soms
de plaatsvervangers der kermissen zijn
We weten wel, de kermis is dikwijls
vergeleken bij een teringlijdster, bij een
ding, dat zijn eigen dood wel zal sterven;
maar dan zeggen we weer met Cicero
Aegroto dum anima est, spes est. Zoo
lang er leven is, is er hoop.
Welnu, men heeft hier indertijd de
operatie aan de kermis verricht, haar
den staart af te hakken maar het beestje
is aan de gevolgen dier operatie niet
bezweken. Wel een bewijs dat het nog
levensvatbaarheid bezit, dat er nog altijd
menschen gevonden worden, die in weer
wil van alle sermoenen, toch geregeld de
kermis bezoeken en haar alzoo in 't leven
houder..
Nu willen we met ontkennen, dat de
ke'mis aanleiding geeft tot vele en veler
lei uitspattingen, dit. zij verre van ons
maar welke instelling, wereldlijke of
kerkelijke, kan zich daarvan vrijpleiten
Gebeuren en onder het masker van braaf
heid niet allerlei gruwelen, onzedelijk
heid en barbaarschheid, vooral wanneet-
een beginsel tot verblind fanatisme over
slaat? Komen Diet tallooze voorbeelden
voor van overdrevenheid op allerlei ge
bied Zijn er niet dagelijks gevallen van
menschen, die uit den band springen, en
de hun voorgeschreven of opgelegde rol
te machtig vindenof, die altijd nog
onder hun soort kunnende vinden wat zij
zoeken, voor het oog der wereld, ja, nog
altijd voor braaf doorgaanmaar met
een vuil en bezoedeld geweten daarheen
treden
In oen plaatsje als het onze, waar
ieder zoo haarfijn met den handel en
wandel van zijn evenmensch op de hoogte
is, waar openlijk en bedekt zooveel
Roman van GOLO RAIMUND.
UIT HET DüITSCH VERTAALD DOOB
A UT KA.
De ritmeester keek verlegen en bjjna
ontsteld van de eene naar de andere.
Ik hoop niet, zei hij vervolgens op
verontschuldigenden toon, dat ik mij heb
schuldig gemaakt aan een ijdelheid.
Integendeel, heer ritmeester, ik ben
oprecht verheugd u hier weder te zien
Malie heeft gelijk, men vergeet wel een
balaardigheid, maar een schoone daad
nooit en den vriendelijken helper der
armoede zou ik overal en onder alle om
standigheden herkend hebben.
Hij boog met een gelaat dat van vreugde
straalde.
Helper der armen viel Marie in, waar
zijt ge dan Felicita verschenen als een
troostende engel
Felicita strafte hare zuster met een
duisteren blik, de ritmeester lachte, hij
vond Marie vermetel en allerliefst
en bemerkte de ontstemming van
Felicita niet. In 't kort verhaalde hij zijn
avontuur en liet toen Marie, wier spot
ternijen hem amuseerden, haar gang gaau.
In dezen oogenblik ging er iets verloren
van den diepen indruk, dien hij op Felicita
had gemaakt, het scheen haar toe dat hij bij
zijn goedheid, bij zijn diep lieldevol gevoel
voor vreemd eed, toch een zekere licht
zinnigheid bezat, die haar onaangenaam
aandeed in haren ernstigen reinen zin.
En toch, het deed haar leed, dat hel
beeld iets zou moeten verliezen van zijn
glans zij beproefde zichzelve te overtuigen,
dat, het wellicht slechts een beleefdheid,
een voldoening aan den vorm was, waar
mede hij luisterde naar het gepraat van
Marie, dat haar mishaagde. Toen hij met
haar danste, toen woei haar opnieuw de
reine adem toe eene edel ;r mannelijke ziel,
als hij met haar sprak, dan was hij een
geheel ander mensch en Felicita gevoelde
zich niet onbehaaglijk of schuw, zij gevoelde
dat zij begrepen werd eu zij gaf zichzelf
zooals zij was. Intusschen week van het
gelaat van mevrouw Gerland allengskons
die vroolijkheid, welke haar gesierd had
bij het begin van het bal, hare blikken
hingen onrustig aan Felicita en haren
danser en vlogen nu en dan onderzoekend
naar Maiie, of deze ook hare gedachten
en bezorgdheid deelde.
Toen het bal ten einde was, toen «as
ook, zonder dat er iets bijzonders was
voorgevallen, die oude spanning weer ont
staan tusschen Felicita en hare moeder
niemand wist waardoor, niemand wilde
zich dit bekennen, maar ieder gevoelde
1 dat het zoo was.
kwaads, ongerechtigs, onzedelijks en on
rechtvaardigs geschiedt in de 51 andere
weken die buiten de kermisweek in het
jaar voorkomen, daar dient men zich
niet door jeugdigen of verblinden ijver te
laten verleiden tot het doen van stappen,
die de ingezeten meer en meer van
elkaar vervreemden, die de kiem leggen
tot oproer en andere bandeloosheid.
Laat ons toch in een stedeke als het
ons zoo dierbare geboorteplaatsje, niet
nog meer tweedracht zaaien er is al
verdeeldheid te overneen, laat ons
zooveel mogelijk verdraagzaam zijn en
elkanders missiagen, tekortkomingen en
fouten met den mantel der liefde be
dekken, beter dan van Axel een levend
kerkhof te maken, waar voor het uiterlijk
de menschen heel braaf en fatsoenlijk
zijn maar waar door kunstmatige on
derdrukking van het karakter, de booze
hartstochten meer dan ergens voortwoe
keren.
Als men aan het afschaffen ging, lieve
hemelwat zou men al niet kunnen
afschaffen Wij zouden bijvoorbeeld kun
nen afschaffen de gewoonte, dat de
ouders alleen de namiddaggodsdienstoe-
teningen bijwonen, om hunne dochters
in de gelegenheid te stellen koffiedrin
kers te ontvangen, afschaffen de bijeen
komsten waar over ieders gebreken wordt
gered9Kaveld en eigen lage manieren
worden weggemoffeld, afschaffen de
bijeenkomsten van Zatbi-dag op Zondag
in de hier en daar in de poldeis ver
spreide boerenwoningen, afschaffen de
machteloosheid van ouders, die wel voor
afschaffing der kermis zijn, en hunne
kinderen daarvan niet kunnen terughou
Den volgenden morgen was het Zondag
de familieleden verschenen in gedeelten
aan het ontbijt. Marie had hoofdpijn, me
vrouw Gerland was vermoeid en ontsfemd,
maar vond toch nog tijd, om hare ver
wondering uit te drukken, dat Felicita
hare ontmoeting met de arme vrouw, of
liever met den ritmeester, verzwegen had.
Was hier dan iets bij, dat geheimhouding
noodzakelijk maakte, viaagde zij, dat
konden toch hoogstens gevoelens zjjn, over
wier spoedig outstaan gij u schaamt, want
de zaak zelve, dat een jong meisje als
barmhartige zuster optreedt en de eerste
de beste landloopster niet zorger.de liefde
bejegent, is wel zeldzaam, maar niet juist
onbetamelijk. Als ge de vrouw aar, de
poort had laton uitstappen, zoo hadt ge
even weldadig en minder ojivallend ge
handeld. Men kan gevenmen moet dit
.zelfs doen, maar het is, vooral voor een
(jong meisje, beter, dat aime volk op
eenigen afstand te hondenmen komt
daardoor maar al te licht in minder aan-
.gename omstandigheden.
Fehcita's fijnbesneden mond vertoonde
een bijna spott.-nden trek doch zij keek
naar haren vader, hij dacht aan hare
voornemens en geloften en sprak gelaten
Gelooft gij dan, moeder, dat ik ooit iets
onverstandigs zou doen Het zou mij
leed doen, als weldoen eu barmhartigheid,
die niet altijd angstig vragen hoever zij
- mogen gaan, zoo zeldzaam geworden waren
in de wereld, dat ik daardoor in het oog
denafschaffen het betalen van lasten
door de neringdoenden, zooals herber
giers, winkeliers, bakkers en slachters,
die met de kei mis nog eens een buiten
kansje hebben afschaffen het leggen van
dure wegen ten voordeele van enkelen,
maar waaraan alien moeten betalen
afschaffen ten slotte alle leuterpraatjes
van menschen die de zon niet in het
water kunnen zien schijnen.
Zooals de lezer ziet, zou er heel wat
te doen zijn, maar is het niet het ver
standigst te zoggen met Ovidius Medio
tutissimus ibis, of de middelweg, dat is
het vermijden der uitersten, is het vei
ligst
Laat ons hopen dat onze gemeenteraad
a. s. Donderdag met een flinke meer.
derheid de uitspraak doeZulk een strijd
te beslechten gaat boven ons vermogen.
A. M.
Het debat over de invoerrechten in
de Belgische kamer is Donderdag door
den heer Beernaert ingeleid met een
opmerkelijke rede. Hij constateerde dat
het ministerie, ofschoon het land bij de
laatst gehouden verkiezing zich verklaard
had tegen het protectionisme, met een
totaal protectionistisch voorstel was voor
den dag gekomen. Scherp critiseerde de
heer Beernaert de houding van den
minister De Bruyn, die gezegd had
slechts opportunist te willen zijn. Voor
zeker eon gemakkelijke politiek. Er volgde
nu een lang niet malsche discussie tus
schen den heer Beernaert en Woeste,
die het opportunisme van den minister
viel maar wat er ook geheure, zoolang
mpn bewustzijn mij zegt, dat ik goed
doe, zoolang ik niet bloos voor mtjzelve,
zoolang behoeft gij het ook niet te doen.
Ik ben gewoon, Feücita, dat gij mijnen
raad steeds hoogmoedig afwijst, hernam
mevrouw Gerland vinnig, wat mij aangaat,
neem de familie ir. uwe hoede, stel den
ritmeester aan als broeder van barmhar
tigheid eu speel het tooneel verder af.
Zij ging heen en liet haren echtgenoot
achter bij Felicita, die gekrenkt een oogen
blik zweeg, maar zich inhield, zoodra zij
het bedroefde gelaat van har»n vader zag.
Wees tevreden, vadertje, zeide zij vleiend,
ik zal den schoocen tijd van ons tezamen
zijn niet droevig maken door misver.-tand
en verwijten, moeder heelt gelijk, ik kon
haren raad vaak vriendelijker opnemen,
'k Zal wel doen wat goed is. Verlaten
kan ik de arme vrouw niet, nu ik haar
eenmaal in haar ongeluk heb aanschouwd,
maar ik zal trachten ook moeder tevreden
te stellen Ik bid u, vader, zorg gij verder,
win inlichtingeu in en doe dau de noodige
stappen.
De heer Gerland drukte haar een kus
op het voorhoofd-
O, gij kind mjjner liefde, zeide hp be
wogen, wat heb ik om u geleden, wat
lijd ik nu nog, als ik z,ie, hoe ge onbe
grepen en als vreemdelinge staat in het
vaderlijke huis ,dat uw verlangen u drijft
naar iets vers, iets onbekends, dat ik
tevergeefs beproef, uw hart aau mij te