No. 808. Zaterdag 10 Maart I80o. 10* Jaarg. - Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sc h-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Beschermende Graanrechten? 19. FEPH.LETON. De overwinning der liefde wuscm: Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlpk tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Men schrijft uit Zierikzoe aan de Midd. Ct. Maandag hield het departement Zie- rikzee dei' Ned. Maatschappij ter bevorde ring van Nijverheid een buitengewoon druk bezochte vergadering, waarop de leden der afdeeling Zierikzee van de Maatschappij tot bevordering van Land bouw en Veeteelt in Zeeland toegang had den. Behandeld werd het rapport der com missie van Landbouw over de vraag: Zijn beschermende graanrechten bij den tegenwoordigen gedrukten toestand van den landbouw niet te verdedigen en ge wenscht. Bij monde van jbr. Roëll werd het rappoit der commissie uitgebracht; de meerderheid dier commissie, bestaande uit de heeren Roëll en C. J. v. d. Bout, beantwoordde die vraag in ontkennen den zin en voerde in een uitgewerkte nota voor die couclusie hare gronden aan, welke hoofdzakelijk hierin beston den, dat de werkman in het algemeen benadeeld werd door de aan die rechten noodwendige verbonden verhooging der broodprijzen; sommige nijverheidstakken als branderijen, stijfseltabrieken enz. die graan als grondstof gebruiken, alsdan de mededinging met het buitenland niet zouden kunnen volhouden en ook be scherming zouden moeten vragen. Da*" voorts de verkregen bescherming voor verreweg het belangrijkste deel, na kor ter of langer tijd, ten goede zou komen aan de grondeigenaars, waardoor geens zins de landbouwende bevolking gebaat vertelling van MAX EING UIT HET HoOQUUITSCH DOOR abt ar a. »1>.| -iC Dat kan u toch geen ernst zijn hoezeer mij ook de mij geschonken onderscheiding verheugt en gelukkig maakt, zoo weet ge toch maar al te goed, wat ik lijd en Over dat alles, viel Leopold hem levendig in de rede, spreken wij nader. Gij ver gezelt me, als ge ten minste geen dienst hebt, naar Versailles, waar ik voorloopig mijn verblijf heb. Zeer gaarneIk wil alleen u ter eere eerst nog een weinig toilet maken en mijn wapenrok aantrekken. Gedurende den korten iit naar Versailles viel het Friedrich op, dat Leopold noch over zijn ouders, noch over Martha sprak en nauwelijks hun naam noemde, waardoor zijn vrees vermeerderd werd. Om deze reden liet hij het ook na, nanr hen te vragen, hoezeer hij er ook naar verlangde, iets naders van hen te hooren. Bovendien bevreemdde hem de terug houdende geheimzinnige houding van zijn vriend, zoo geheel in strijd met het an ders zoo openhartig en vertrouwelijk ka rakter van Leopold Dit verontrustte zou zijn, en het doel daarmede dus ge heel gemist werd. De minderheid der commissie bestaande nit den heei N. W. Hocke, hoezeer voor alle vrijheid gezind, achtte in de abnor male omstandigheid, waarin de landbouw in den laatsten tijd verkeert, hoofdzake lijk een gevolg van de lage graanprijzen zooals zjj in geen twee eeuwen geweest zijn, het heffen van graanrechten den eenigên weg, waarop de landbouwers uit hunne malaise zouden geholpen kunnen worden. Naar aanleiding van die rapporten, welke van eene korte toelichting van den rapporteur vergezeld gingen, ont spon zich een lange en levendige dis< cussie. Aan de zijde van de meerderheid dei- commissie stonden de heeron v. d. Werft Van Geuns en De Bruijne, daartegenover de heeren B. G. v. d. Have, J. A. Bolle, C. Groeneveld de Kater en J. W. van Oeveren, die ieder voor zich hun stand punt nader uiteenzetten. Eerstgenoemde verwachtte van de op lossing der muntkwestie, waarvan hij het tijdstip niet zoo ver meer verwijderd achtte, verbetering van den algemeen gedrukten toestand van landbouw en nijverheid en daarmede verhooging van de graanprijzen. Aan de hand dei geschie denis lichtte hij die stelling toe en maak te door een goed gekozen voorbeeld het der vergadering duidelijk, hoe zeer de gestoorde verhouding tusscher, de goud en zilverprijzer. invloed op de graanprij zen had, hierop neerkomende, dat de daling van hel zilver in de voortbrengende landen op den loonstandaard niet zoo onmiddelijk merkbaar was, als wel het Friedrich eenigermate, daar hij de oor zaak hiervan niet vermocht te ontraad selen- Onder meer of min onverschillige ge sprekken kwamen beiden te Versailles, waar zij stilhield eu voor het eerste hotel der stad. In gedachten verzonken volgde Friedrich zijn gezel, die hem voorbijsnelde en de groote vleugeldeuren van een ele gant gestoffeerd salon opende. Onwillekeurig uitte Friedrich een kreet van de hoogste verrassing en bleef als vastgenageld in de deur staan, toen hjj Martha zag in gezelschap Tan hare moe der en een bejaard heer. Voor hij zich bezinnen kon, of hij waakte of droomde, ijlde de geliefde hem met een vreugde kreet tegemoet en omsloot hem blozend met hare armen. Sprakeloos van geluk, stom van zalig heid rustten de geliefden borst aan borst, hart aan hart, alles om zich heen verge tend, tot zij na eenige oogenblikken uit hunne bedwelming ontwaakten eu zich hunne vreugde bewust werden. Friedrich, mijn geliefde Martha, mijn leven, mijn alles Ook Friedrich kon niet langer aan zijn geluk twijtelen, ofschoon hjj deze plotse linge verandering niet vermocht te begrij pen. Hierom wendde hij zich tot Leopold, die lachend zijn vriend en zjjn zuster aanzag. Om 's Hemels wil, riep hjj bewogen geval was op de graanprijzen op de markten in die landen, waar de gouden standaard bestond. De heer van Geuns zette in eene keu rige en zaakrijke inprovisatie zijn stel ling uiteen, dat slechts een bezwaar bij hem gold, waardoor hij zich tegen graan rechten moest verklaren, zijnde de stjj ging der broodprijzen en de daarvan gevolgehjk te groote verhooging van het budget voor de werkmansgezinnen in de grootere steden Dit economisch nadeel overvleugelde volgens zijne meening, al de voordeelen die voor de tijdelijke hef fing van graanrechten, waarvan hij na nauwgezette studie overigens voorstander kon genoemd wordon, aan te voeren waren. Aan de hand van vele gegevens lichtte hij verder toe: de noodwendigheid van bescherming van het graan in ons land waar de bevolking uit zijn aard voor den landbouw zoo bij uitnemendheid geschikt was. Uit die tijdelijke bescherming duchtte hij voorts niet die nadeeleD, welke de meerderheid der commissie daartegen aangevoeld had, en wees hij op het feit der afschaffing der schaal rechten, van 1835 1847 in ons land geheven, toen de nood ophiold. tot bestrijding van de meoning dat, eenmaal de graanrechten ingevoerd, deze niet licht meer afge schaft zouden worden. De heer De Bruijne, als altijd even zaakrijk eD helder in zijn betoog, ver klaarde in het heffen van graanrechten voor de landbouwende bevolking geen voordeel te zien en uitsluitend nadeel voor de groote werkmansgezinnen. Onjuist achtte hij- elke bescherming, wees daarbij op dó bescherming dei- uit, wat heeft dat te beteekenen Ik kan het niet begrijpen. Dat moet ge aan mijn vader vragen, hernam Leopold, op den ouden heer wij zend, wiens ernstig goedaardig gelaat van vreugde scheen te schitteren. Zooals ge reeds weten zult, zeide deze ontroerd, heb ik in mijn toorn een heili gen eed gedaan, om mijn dochter aan geen Pruis en zeker geen officier te geven, daar mijn oudste zoon door een Pruisi schen kogel bij Kissingen werd gedood. Het noodlot wilde, dat Martha u leerde kennen en liefhebben. Hoe goed vader ik ook ben en hoezeer ik ook het geluk miiner kinderen wensch, kon noch durfde ik mijn eed breken. Toen ik vernam, dat gij onzen Leopold van een zekeren dood hadt gered, gevoelde ik berouw over mijn onzaligen eed. Geloof mij. dat ik even ze6r, ja meer nog geleden heb dan gij, dat bet mij een zwaren strijd kostte, de tranen mijner dochter debedenmijner vrouw en van mijn zoon te wederstaan Evenwel bleet ik standvastig en onverbiddelijk, tot de goede Hemel mij van mijn eed ver loste en een winder deed. Een wonder vroeg Friedrich in span ning. Kunt ge mij niet zeggen - Op den dag, ging de heer Huber voort, waarop de koning van Pruisen uitgeroe pen werd tot Duitsch keizer, vielen mij de schellen van de oogen. Nu waien er geen Pruisen, geen Beiereu, geen SakserSj haringvisscherij van 1854-57, die de visscherij in den grond zou hebben be schermd, op de ijzerbescherming in Duitschland en op de door de bescher ming nog treuriger geworden agrarische toestanden in Frankrijk en Duitschland. Voorts duchtte hij van de invoering der graanrechten ten zeerste het in de hand werken van hel socialisme. Van tijdelijke heffing tot oplossing der muntkwestie verwachtte hij geen heil; daar, volgens zijne meening, de oplossing van het aanhangige vraagstuk langs anderen weg moest gezocht worden, omdat de graanprijzen, ondanks de be scherming toch blijven dalen, wegens de groote oppervlakten giond in andere wereladeelen, voor graanbouw zoo uit nemend geschikt, en het goedkoop inter nationaal vervoer. Van uitbreiding van de veeteelt en zuivelbereiding en verbouwing van voe dergewassen verwachtte hij verbetering, wanneer deze dan ook gepaard mocht gaan met sneller en goedkooper vervoer en dus met aanleg van ijzeren kunst- banen, geschikt voor vee- en goederen vervoer. Voorts zou verandering moeten ge bracht worden in de paehtcontracten, ins;elling van pachtraden, afschaffing van vleeschaccijnsen er. herziening van de wet op het notariaat. De heeren B. G. v. d. Have en mr. J A. Bolle verklaarden zich voor tijde lijke graanrechten tot den tijd van de oplossing der muntkwestie; tot grondslag van die gedachte lag bjj hen uitsluitend het gevoelen dat de nood zoo hoog ge stegen was, dat hulp in den vorm van geen Wurttembergers meer, alleen nog Duitschers. Ik had gezworen, geen Pruis de hand mijner dochter te schenken, maar een wakkeren üuitscher en daarbij nog de redder van mijn eenigen zoon, geef ik haar met duizend vreugden. Eenige beste vaderriep Martha uit, hein bijna verstikkend met hare kussen. Steeds zult gjj in mij een waren zoon zoon vinden, hernam Friedrich diepbewo- gen. Qod zegene u, mpne kinderen God zegene u 1 bad de goede moeder, lachend onder hare tranen. Nu gelooft ge tocb, zeide Leopold, met opzet de algemetne ontroering onderbre kend, dat de liefde nog steeds de groot je wondei en doet en het. onmogelijke volbrengt. De liefde heeft Duitschland éen gemaakt fn sterk, het Noorden en het Zuiden, hen die gescheiden waren voor immer vereenigd de liefde tot het va derland En de liefde heeft twee harten verboD den, die in nood en dood, in storm en gevaar elkander gevonden hebben en voor elkander zijn bewaard. Te midden der algemeene vreugde ver gat Friedrich do zijner, in Birlijn niet, die hij door middel van de telegraaf zijne verloving meldde. Nog denzelfden dag ontving bij de gelukwenscheu zijner moe der en de hartelijkste groeten voor Martha en hare ouders. (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1895 | | pagina 1