No. 880.
Zaterdag 2 Februari 1895.
!0e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sc h- Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
7. FEUILLETON.
De overwinning der liefde
Bnitenlaiid.
AXELSCHE
OlMNT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie' n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Werking van Graanrechten.
In een artikel zegt De a.-r. Neder
lander het volgende
Wjj onderstelden dat er in Nederland
150,000 bunder grond tot bouwland zul
len worden aangelegd. Geschiedt dat,
dan worden millioenen aan werkloon ver
diend die millioenen komen ook ten
bate van de stedelingen, die, daar velen
naar het platteland zullen terugkeeren,
de te groote concurrentie in de steden
zullen doen afnemen er komt welvaart
en Nederland is gered. Ziedaar net plan.
Doch is er voor die onderstelling dat
150,000 hectare in cultuur zullen worden
gebracht eenige redelijke grond Is die
grond er niet, dar, hangt ook alles wat
op die onderstelling gebouwd is in de
lucht.
De lezer veroorloove ons hem eenige
oogenblikken m9t cijfers te vermoeien en
te vervelen waar het eene zoo gewich -
tige zaak geldt als de gemeene welvaart,
is het onderzoek naar de middelen om
daartoe te geraken wel eenige moeite
waard.
Wij vinden in het bewuste artikel
eenige cijfers waarvan wij de juistheid
betwijfelen, doch die wij, daar de schrij
ver niet opgeeft hoe hij er aan komt,
ook kunnen controleeron. Daatom hou
den wij ons aan de bekende Jaarcijfer
uitgegeven door de centrale commissie
7oor statistiek, 1894.
Blijkens die Jaarcijfers is de geheele in
de cultuur gebrachte hoeveelheid grond
gedurende de laatste zestig jaren ver
meerderd met slechts 225 duizend bun
der; sedert 1883 slechts met ruim 19
duizend (waaronder natuurlijk ook inge
dijkt land behoort).
vertelling van MAX RING
UIT HET HoOGDUITSCH DOOB
AST STA.
Het anders zoo levendig onderhoud bleef
steken en wilde niet vlotten, daar beiden
te bewogen waren om te spreken. De
vrooljjke schilder toonde een ongewoon
ernstig gelaat en zijn vrouw sprak nau
welijks, het was alsof op allen een ge
heime druk rustte. Des te vroolijker en
spraakzamer was de heer Von Zierel, die
zich klaarblijkelijk in een opgewekte stem
ming bevond en van tijd tot tijd een half
spottenden, half triomfeerenden blik op
zijn medeminnaar wierp, waaarbij het hem
niet mogelijk was, een boosaardig lachje
te onderdrukken.
Hebt ge de courant vau heden al ge
lezen vroeg hij, de pijnlijke stilte afbre
kend. Wat zegt ge van de fameuze ge
schiedenis in Parijs?
Dat ik zelden van zulk een stoutheid
gehoord heb, hernam Friedrich op ge-
krenkten toon. Met welk recht mengt
Frankrijk zich in de binnenlandsche aan
gelegenheden van een vreemd volk^ en
wat heeft Pruisen te maken met de Spaan
sche koninsgkeuze
De woeste grond daarentegen is ver
minderd met 194 duizend bunders.
Van die 225 duizend bunder is het
grootste deel, nl. 98,000 in bouwland, een
kleiner deel, nl. 60,000 in weiland om
gezet.
Hiermee strookt ook de opgave
van de opbrengsten van de gra
nen bedroegen deze van 1851 tot 1860
dooreengenomen 426,000 hectoliter, ir,
1891 bedroegen zij 483,000. Er is dus
vooruitgang wat den graanbouw betreft
Wel is de opbrengst van tarwe belang
rijk minder, terwijl die van rogge zoo
wat stationnair gebleven is maar de
opbrengst van haver is in denzelfden tija
toegenomen.
Die jaarcijfers geven ook de verhouding
aan tusschei: bouwland en weiland.
In 1880 werden van <j1ko IOC' bunder
43.4 tot bouwland gebezigd het overige
voor weiland.
Is dat nu sinds de daling van de graan
prijzen grootelijks veranderd
Neen thans wordt nog 42,6, dus slechts
1 op de honderd bunder minder dan in
1880, voor weiland gebruikt. Gedurende
de periode van 1879 tot 1892 (de perio
de in de Jaarcijfers vermeld) werd op
zijn meest 57.4, op zijn minst 56,5 per
cent aan weiland gebezigd en omgekeerd
aan weiland minstens 42,6 op zijn moest
43,5. In 1893, dus 60 jaar geleden, was
de verhouding 42 4 en 57.6, dus bijna
dezelfde.
Uit deze cijfers is dunkt ons wel ee
nige leering te trekken,
Vooreerst ziet men er uit, dat de ge
wone klachten, alsof al het bouwland
reeds in groenland wordt omgezet en
alzoo vele handen van arbeid beroofd
Neem mij niet kwalijk De prins van
Hohenzollern is een bloedverwant van het
koninklijk huis en heeft tot het aannemen
der Spaansche kroon de toestemming
noodig van het regeerend hoofd der fa
milie.
Die verwantschap is een zeer verre, in
den achtsten of tienden graad en onze
koning heeft geen grond, den prins zijn
toestemming te weigeren.
Maar Napoleon mag met dulden, dat
een Pruisisch prins koning van Spanje
wordt, en kan niet toegeven, dat de in
vloed en de macht van Pruisen meer en
meer zich uitbreidt. Daarin ligt gevaar
voor het Europeesch evenwicht.
De geheele zaak, hernam Friedrich, is
slechts een laag voorwendsel, eene ten
hemel schreiende onrechtvaardigheid. Het
Fransche volk kan ons cnze laatste zege
praal niet vergeven en de gedachte aan
een eenig Duitschland niet vei dragen daar
Napoleon zich met meer zeker gevoelt op
zgn troon en de toenemende oppositie te
gen zijn regeering vreest, zoekt hij een
buitenlandsche oorlog, om het verloren
gezag weder te herstellen en zijn volk
bezig te houden. Daarom gebruikt hij
deze gelegenheid, de Fransche dweepzucht
de ïjdelheid en den nijd, de laagste harts
tochten der zoogenaamde groote natie
om met Pruisen een strijd aan te binden
en ds Duitsche eenheid te verstoren, speelt
bjj een gewaagd spel, dat hij, naar ik hoop,
worden, met de werkelijkheid in strijd
is. Het moge, om veleilei oorzaken, het
platteland slecht gaan, toch schijnt de
handenarbeid er ongeveer dezelfde te
blijven.
Indien dit is onze tweede opmer
king de steden zoo ontzaglijk bevoor
deeld zijn boven het platteland, waarom
verlaten dan de landbouwers dan niet
in grooteren getale bet platteland, om
zich in de steden immers toeganke
lijk voor allen te veri ijken Dit schijnt
evenwel niet te geschieden.
In de derde en voornaamste plaats
indien de voorhouding van bouw en
weiland altijd dezelfde blijftindien zelfs
vóór 1884. dus in een tijdperk toen het
koren veel duurder was dan het door
invoer eener graanbelasting ad 3 per
hectoliter zal worden, die verhouding
niet is gewijzigd, hoe kan men dan on
derstellen dat er nu 150.000 hectaren
bouwgrond meer dan tot dusver zullen
worden gebezigd voor den graanbouw
Wil men die bunders onttrekken aan
het nu in gebruik zijnde groenland, dan
zou de verhouding van groen- en bouw
land worden 50 en 50terwijl ze steeds
geweest is pl. m. 43 en 57.
Of wil men voor die 15u,000 bunders
heidegrond ontginnen Maar wjj mee-
nen, dat zoo daar voordeel in zat, dit
reeds lang geschied zou zijn toen het
graan veel en veel booger stond dan
thans. Blijkens de ondervinding echter
is gedurende zestig jaren niet moer dan
98,000 bunder tot bouwland aangelegd
en dat is natuurlijk niet alles heidegrond
geweest. De deskundigen beweren dan
ook tegenwoordig, dat heidegrond wel
met voordeel in cultuur kan worden ge
verliezen zal
Gij kunt zeggen wat gij wilt, hernam
de heer Von Zierel boosaardig. Fegen
het chassepot geweer en de mitrailleuzen
is het sündnadel geweer niet opgewassen
en tegen de Fransche dapperheid zal uwe
aapachtige dapperheid niets uitwerken.
Ditmaal zullen de heeren Pruisen 6t aan
moeten gelooven, wat ik hen van harte
gun-
Genoeg! riep Friedrich, toornig opstui
vend. Zulk een taal mag ik niet langer
dulden. En daarom moet ik u dringend
verzoeken
Matig u, hernam de heer Von Zierel.
Ik heb mijn vrjje meening en kan hier
zeggen wat ik wil
Maar niet in miine tegenwoordigheid
niet in het bijzijn van een Pruisisch offi
cier, die zulk een beleediging niet mag
aanhooren, zonder rekenschap te vorderen.
Bij deze woorden vetbleekte Martha,
terwijl haar moeder een smarteljjken kreet
uitstiet en, als door een onverwachten slag
getroffen, Friediich met sombere, bijna,
vijandige blikken aanstaarde, als had hij
haar doodelijk gekwetst, ofschoon hij zich
niet de geringste schuld bewust was. Het
geheele gezelschap scheen hem het volgend
oogenblik veranderd toe en zelfs de pro
fessor waagde het niet hom de hand te
reiken, toen hij, ontdaan door deze on
begrijpelijke verandering en het meest door
Martha's ïaadselachtig gedrag, het balkon
bracht, maar in den regel voor graan
bouw.
Er is natuurlijk geen enkele reden om
aan te nemen dat in vroegere jaren, bij
veel hooger graanprijzen, de menschen
vergeten hebben, dat er nog meer grond
met vrucht te bebouwen was. Maar hoe
kan men dan nu aannemen, dat onze
bebouwde gronden met 150,000 bunder
zullen worden vermeerden!, zoodra, en
dat nog wel op kunstmatige wijze, de
tarweprijs met 3 wordt verhoogd
Kan men op deze vragen een bevre
digend antwoord geven, gaarne deelen
wij het in ons blad mee Het is ons -
dit kan niet genoeg herhaald worden,
om aller welvaait te doen. Maar groote
maatregelen in te voeren, die niet eens
datgene bereiken, wat men er mee be
oogt, kan toch door Dkynand begeerd
worden- Daarom dringen wij op ernstig
en veelzijdig onderzoek aan.
De Fransche republiek beeft bij buar
nieuwen president nu ook een nieuw
ministerie. Het is als volgt samenge
steld president en financiën Ribot, jus-
litie Farieux, buitenlandsche zaken Hano
taux, binnenlandsche zaken Leygubs,
onderwijs Poincaréopenbare werken
Dupuy Dutemps, handel André Lebon,
landbouw Gadaud, koloniën Chautemps,
oorlog generaal Zurlinden en marine ad
miraal Besnard. Dat is dus weer in
orde.
Keizer Wilhelm is 36 jaar geworden.
In een kabinetsordei aan de armee her
innert hij er aan, dat het thans 25 jaar
geleden is, sedert het leger zijn scnitte-
in de grootste ontroering verliet.
Gekweld door de pijnljjkste gedachten
en gewaarwordingen, ijlde Friedrich naar
zijn kamer, va»t besloten, zijne reeds te
lang uitgestelde reis te gaan doen, en in
afwachting van den loop der staatkundige
gebeurtenissen, öf naar Italië te gaan, öf
naar Berlijn terug te keeren, om in ge
val van oorlog dadeljjk bij zjjn regiment
ingedeeld te kunnen worden.
Terwijl hij tot dit doel de noodige toe
bereidselen maakte, verscheen de professor
om hem af te halen tot hunne gewone
morgenwandeling naar het logement der
bekende zangersfamilie Rainer. waar zich
ook talrijke zomergasten ophielden.
Ik dacht, zei Friedrich onderweg, dat
gij niet meer tot mjj zoudt komen.
Hoe kunt ge zoo iets van mjj denken,
hernam de professor. Waarom zou ik niet
tot u komen
Daar heden allen mij als de pest ont
vlieden. Ik zou wel eens willen weten
wat ik misdaan heb.
Dat zal ik u zeggen. Mevrouw Huber
en Martha wisten niet, dat ge een Prui
sisch officier zjjt en gevoelen zich zeer on
gelukkig door deze onverwachte ontdek
king.
Het is toch geer. schande, een Pruisisch
officier te zjjD, maar een eer, waarop ik
trotscli ben. Wilt ge mij niet verklaren
'tls een treurige geschiedenis. Me
vrouw Huber heeft haar oudsten zoon.