No. 880.
Zaterdag I Januari 1895.
I0e J aar o'.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee uw sc h- Vlaanderen.
F. IHELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
De overwinning der liefde
Binnenland.
AXELSCHE
OIRANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden Jranco ingewacht uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Zooals met een paar woorden is me
degedeeld, vond Zaterdag de degradatie
van kapitein Dreyfus plaats. Den dag
te voren verkeerde hij in zeer zenuw
achtigen toestand. Hij kon niet werken
en raakte de hem voorgezette spijzen
bijna niet aan.
Zaterdagochtend te 5 uur, toen hij in
diepen slaap lag, kwam men hem wek
ken en berichten, dat het uur voor de
degradatie was aangebrokenhij legd6
hoegenaamd geene verwondering aan den
dag.
Hij werd evenwel doodsbleek, toen hij
zijn uniform van kapitein der artillerie
aantrok, gereed gelegd voor de degra
datie.
Dreyfus werd naar het bureel der ge
vangenis gebracht om daar het register
te teekenen
Twee gendarmen met geladen revol
ver voerden hem per rijtuig naar de E-
cole militaire.
Het rijtuig werd geëscorteerd door
ruiters met. getrokken sabel. Twee gen
darmen reden voor het rijtuig, dat met
versnelden pas en tusschen een talrijke
menigte naar de militaire school reed.
Om 8 ure 10 werd Dieyfus, nog altijd
tusschen twee gendarmen, naar het bin
nendeel der Fontenoyplaats gevoerd.
Van af half 9 begonnen de troepen
zich te verzamelen.
Te 9 uur precies begon de degradatie.
Op het oogenblik dat de adjudant op
hem toetrad om de knoopen en al de
eereteekenen van zijn uniform af te
trekken, riep Dreyfus uit»Ik zweer
onschuldig te zijn 1 Leve Frankrijk
vertelling van MAX RING
UIT HET HOOGDUITSCH DOOB
a ar at a.
I.
Op een warmen Junidag van het jaar
1870 had zich aan den oever van het
heerlijke Achen-meer voor het hotel van
den Pertisau een groot gezelschap ver-
eenigd, voor het rueerendeel bestaande
uit Oostenrijkers en Beijerschen, om we
der te keeren naar het tegenoverliggende
pension, waar deze gasten sedert eenigen
tpd de zoogenaamde zomerkoelte genoten.
Op eenigen afstand van de met elkan
der bekende en bevriende heeren en da
mes, die klaarblijkelijk jtot de hoogere
standen behooiden, stond een jonge man
van ongeveer dertig iaar, die niet scheen
te behooren tot dezen uitgezochten kring
en hier geheel vreemd scheen te zijn.
Zjjn flink uiteilijk verried op den eer
sten aanblik den Nooid-Duitschereen
slanke, maar krachtige figuur met een
sterk gewelfd voorhoofd, helder blauwe
oogen, krachtige mannelijke trekken, om
geven door rossig blonde lokken en een
dichten baard, eenvoudig gekleed in een
Het volk dat buiten stond en ver
moedde wat er omging, brulde meer dan
het riep: »Dood aan den landverrader!"
Toen de adjudant den degen van den
vroegeren officier doorbraken destukken
op den grond wier, riep Dreyfus nog
eens: »Ik ben onschuldig! Leve Fiank
rijk 1"
Met zijn verscheurd uniform, bloots
hoofds, werd hij voorbij de troepen ge-
voei d.
Toen hij voorbij de talrijke groep jour
nalisten ging, keerde hij zich tot ben en
riep„Zegt aan geheel Frankrijk dat ik
onschuldig ben
Eenige officieren der reserve gaven ten
antwoord »Weg met den Judas Zwijg,
landverrader
Dreyfus keerde zich met een dreigend
gebaar om, maar een artillerist sleurde
hem voort.
Te half 10 was de droeve plechtigheid
afgeloopen.
Vóór de strafoefening moet Dreyfus
aan eer, der wachthebbende officieren be
kend hebben, geheime stukken te heb
ben weggegeven, maar met geen ander
doel, dan om nog belangrijker mededee
lingen terug te ontvangen. »En de ellen
delingen hebben mij veroordeeld."
Blijkens een mededeeling van den pro
cureur van St Petersburg aan de recht
bank van Luik, heeft Jaholkowsky, alias
baron Sternberg, die beschuldigd wordt
de hoofdrol gespeeld te hebben in de
anarchistische aauslagen te Luik in het
jaar 1893, getracht zich van kant tema
ken. Hij had vernomen, dat men hem
in staat van beschuldiging zou stellen
wegens een staatkundig misdrijf, inder
tijd dour hem in Rusland gepleegd en
lichten zomerjas en het hoofd bedekt met
een bruinen strooien hoed, in de eene
hand den tezameugerolden plaid in een
lederen riem, in de andere een grooten
bergstok met ijzeren punt.
Zoo leunde hjj onverschillig op een der
houten palen, die aan den oever stonden
en dienden om de bootjes aan vast te
maken. Onopgemerkt door het gezelschap,
nam hij er ook geen notitie van, ofschoon
hij er zoo dicht bij stond, dat hij het luid
gevoerde gesprek duidelijk hooren kon.
Maar noch hun lachen, noch de afgebro
ken woorden die de wind hem toevoerde,
vermochten hem te ontrukken aan zijn
beschouwingen of belang in te boezemen,
daar de betooveriug der hem tot dusverre
onbekende en voor de eerste maal door
hem bezochte bei gen al zijn opmerkzaam
heid tot zich trokken.
Vol verrukking dwaalden zijn blikken
over het zeegroene water, dat aan zijn
voeten zich uitbreidde als een schitterende
kristallen spiegel, over de blauwe bergen
en de groene weiden, waarvan hij de won
dervolle wisseling van licht en schaduw
beschouwde, al naardat een gouden zon
nestraal of een donkere wolfc meer en
oever verlichtte of verduisteide.
De schoone heldere morgen had beter
weer beloofd dan de avond scheen te bren
gen. Zooals zoo vaak in het gebergte,
was een plotselinge verandering gekomen.
Wel schitterde de zon nog in gloeiende
wist welke straf hem bjj veroordeeling
wachtte, namelijk verbanning naar Sibe
rië. Naar men zegt is zijn toestand ge
vaarlijk.
Uit Kaïro is bericht ontvangen, dat
volgens een gerucht bij Kassala een hard
nekkig gevecht heeft plaats gehad tus
schen de Italianen en de Derwiscben,
waarbij de Italianen zouden zijn terug
geslagen. Het verlies moet aan weers
kanten zeer groot zijn. De Italiaanscbe
regeeriDg laat echter officieus dit bericht
tegenspreken.
Telegrammen uit Seoul melden, dat de
onafhankelijkheid van Korea plechtig is
afgekondigd. De koning verklaarde dat
Korea voortaan van geen staat meer af
hankeljjk is.
Tusschen president Cleveland en den
senator Hill, den leider der democrati
sche partij in den staat New York, heeft
een verzoening plaats gevonden. Sedert
1888, toen Cleveland in New-York viel
en zijn aanhangers den senator Hill van
verraad beschuldigden, bestreden de beide
voornaamste mannen der democratische
partij elkander met groote verbittering.
In Februari 1893 kwam bet zelfs tot
een scheuring binnen de partij. Wie
nu toegegeven heeft en welke concessies
er gedaan zij is nog niet bekend. Waar
schijnlijk heeft de presidentsverkiezing in
1896 te houden den doorslag voor de
vei zoening gegeven.
De heer H. J. Lenderink, directeur van
het Instituut tot onderwijs van blinden
te Amsterdam, zond ons het volgende
ter plaatsing
pracht en onbedekt, maar de hemel was
niet meer zoo helder en blauw als kort
te voren.
Van de toppen en uit de diepten der
nabij zijnde bergen steeg nu en dan een
lichte nevel op, die zich steeds meer ver
dichtte en dieper neerzonk. Verdachte,
geelachtig witte wolken hoopten zich aan
den horizon te zaraen en de toenemende
electrische spanning deed zich gevoelen
in een drukkende zwoelte.
Van zijn vrij standpunt at kon de vreem
de toerist deze dreigende veranderingen
beter en gemakkeljjker waarnemen, dan
het overige gezelschap, die afscheid namen
van hun bekenden in Pertisau en derhalve
de verandering van het weer Diet be
merkten.
Des te ineer boeide het ongewone
schouwspel den Noord Duitschen reiziger,
die een geestdriftvol natuurvriend was.
Het bekoorlijk uitzciht was wel met een
gioenen nevel omtogen, maar de sluier
was niet zoo dicht, om de nog krachtige
zonnestralen te kunnen bedekken.
Waar deze doordrongen, werd de nevel
vaneengereten en liet het daarachter ver
borgen landschap zien in dubbel verras
sende schoonheid. Evenals uit een gol-
vende zee, hier en daar een eiland, zoo
kwam hier een frissche groene weide te
voorschijn, daar weder een zwart dennen
woud of een bruine trotsche rotspunt, dan
weer een schilderachtige bocht, sohitte-
Eene nieuwe ichrijfmachine voor blinden.
Elke nieuwe uitvinding, ten bate on
zer natuurgenooten die een der edelste
organen, het gezichtsvermogen missen
gedaan, wordt zeker door ons allen met
groote ingenomenheid begroethoeveel
te meer moet dit het geval zijn, zoo de
uitvinding, na herhaalde proefnemin
gen bleek practisch en degelijk te zijn.
Het pleit voor het begrip van groote
humaniteit, dat zoo velen trachten aller
loi hulpmiddelen uit te denken om hun
ne medemenschen het gemis een hun
ner organen zoo min mogelijk te doen
gevoelen, doch velen ook bezield met
dit humaniteits begrip werden in de
praktijk hunner uitvinding teleurgesteld.
- Dit is bij deze nieuwe schrijfmachi
ne, de Skotograph - afgeleid van 't Griek
sche „Skotos" duisternis en „Graphein"
schrijven van den uitvinder Dr.
Julius Nord, officier van gezondheid, té
Amsterdam niet het geval.
Bij de behandeling van een zijner pa-
tienten, die hij van lieverlede totaal blind
zag worden, gebracht tot uiterste in-
spapning om hem het gemis van zijn
gezicntsvermogen zoo weinig mogelijk
te doen gevoelen, gelukte het hem een
toestel uit te denken, dat na herhaalde
hervormingen en verbeteringen volkomen
aan de eischen voldoet om de blinden
in staat te stellen met de buitenwereld
schriftelijk hunne relaties te onderhouden.
Het is niet uoodig uit te weiden over
het grootste nut eener degelijke schrijf
machine voor hen, die op zekeren leef
tijd het licht hunner oogen moeten mis
sen, eu daardoor uit hunne dagelijksche
bezigheden weggerukt worden, bezighe
den waarbij het schrijven meestal de
rend in den vurigen zonnegloed.
Snel evenwel als de bliksem of als het
bedriegelgk spel eener dichterlijke fantazie
verdwenen deze lachende beelden, onj te
wijken voor de voorafgaande duisternis.
Steeds zwakker werd de macht van het
licht, steeds zeldzamer zijn overwinning
over de grauwe nevelen, die spookachtig
verder kropen en weldra een zwarten
muur vormden, die als een reusachtig
doodkleed den ganschen omtrek bedekten.
Deze geheele verandering, deze toover-
achtige verwisseling was zoo snel geko
men. dat het overige gezelschap nauwe
lijks een vermoeden had van het naderend
onweer dat dreigend boven hunne hoofden
samentrok.
Terwijl de tegenoverliggende oever ge
heel in den nevel lag begraven en de
Tyroler bergen niet meer zichtbaar waren,
schitterde nog de goudeu zonneschijn over
den Pertisau en zijne zeldzaam gevormde
scbildeiachtige rotsen.
Evenals zoo vaak in het leven het trou
weloos geluk het schoonste lacht, als het
zich gereedmaakt ons te verlaten, zoo
schitterden ook nu de meest nabijzijnde
punten in verblindend huichelenden schijn,
in tooveracbtige verlichting, die de voor
werpen en personen gezamenlijk bescheen
en omgaf met een bovenaardschen glans.
Was het toeval of de onverklaarbare
macht van het noodlot, wat juist in dezen
oogenblik den vreemdeling bewoog of