Liefdevreugd en Liefdeleed.
No. 851.
Zaterdag 29 September 1894.
10' Jnai'g.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w sc h - V I a a n d e r e n.
F. DIELEMArt,
AXEL.
14. FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagntmiiddag TWEE uren.
Uittreksel uit bet
Adres-debat.
Bij de paragraaf betrekkelijk den vee-
Uitvoer bespreekt de heer Pyttersen den
ziektetoestand onder het vee. Bij des
kundigen bestaat de overtuiging dat de
verbodsbepalingen omtrent den uitvoer
niet kunnen strekken om de ziekte tegen
te gaan. Die overtuiging veroorzaakt
onder de boeren eene groote ontevreden
heid over de toepassing van de maat
regelen die door het staatsgezag worden
voorgeschreven, in de eerste plaats over
de breede kringen die om nel atgezon
derd vee worden getrokken, waardoor
tal van stailen in den verboden kring
worden begrepen, waarin vee dat vol
strekt niet in aanraking is geweest met
ziek of aangetast vee. Hij wijst meer
bepaald op het Noordwestelijk gedeelte
van Udingeradeel, waar vele eigenaren
geen stuk vee mogen uitvoeren, zoodat
deze veehouders met November hunne
huur wellicht niet kunnen betalen. Daar
om is het dringend noodig den besmet
ten kring zoo eng mogelijk te trekken en
toe te laten dat het zieke vee worde
opgestald.
Bij koninklijk besluit of bij wet be
hoort ook te worden voorgeschreven dat
de kosten van opstalling van ziek of ver
dacht vee gedragen worden door het rijk.
Overigens herhaalt spreker dat bij de
boeren de overtuiging bestaat dat geen
wettelijke maatregel mogelijk zal zijn
om de heerschende ziekte uit te roeien.
Daarom is het althans zaak den veehan
del en de veehouders eenigszins tege
moet te komen en de ziekte overigens
haar natuurlijk verloop fe laten, z. i. het
beste middel om te komen tot weder-
VERTELLING VAN
«OLO BAIMIJND
UIT HET HOOGDÜITSCH DOOR
ANNA.
Maar zij versperde hem den weg hoog
opgelicht stond zij voor hem en haar
vlammende blik trof hem tot diep in het
snoode hart. zoodat hij de oogen neersloeg
voor haren trotscben toorn.
Ga, heer graaf, ge zijt vrij, al waart
gij ook aan mij verbonden met banden,
duizendmaal nauwer dan de natuur dit
deed. Maar een ding bid, neen beveel ik
u Ge zult niet tot mevrouw Von Me
ringen spreken van mijne schande. Ik beD
liet leerzaam en vertrouwend genoeg, om
van de meest ervaren vrouw te ge-
oven, dat ik mijn schuld zoen door ze
(verbergen, dat ik het geluk van mijn
man waarborg, door aan mijne ontrouw
leugen en bedrog toe te voegen, door
mijne schande te dekken met ziinen reinen
naam. Ik heb geen hulp, geen troost noo
dig, zij bestaat niet "oor mij, want ik
wierp de liefde van mij af, 6n gij ont
neemt mg het geloof aan alles, wat den
mensch staande houdt. Vrees niet, dat
openstelling van de grenzen. Doorzieken
is het eenig afdoend middel, gelijk de
ervaring in 1876 heeft geleerd. De re
geering behoort dus te onderzoeken in
hoever langs dien weg aan de bezwaren
kunnen worden tegemoet gekomen. Men
heeft beweerd dat afmaking het eenige
afdoende middel zou zijn, gelijk dit door
den minister Heemskerk met zooveel
vrucht in 1866 is geschied, waarvoor de
landbouw dien minister nog altijd dank
baar is. Andere beweren echter dat deze
kostbare maatregel hier niet zou baten.
Van die zijde meent men dat men met
zulk een maatregel tol het voorjaar zal
moeten wachten, als wanneer men het
eerste geval zou moeten afwachten om
tot de afmaking over te gaan. Spreker
beveelt de geoppeide denkbeelden in de
ernstige overweging der regeeriDg aan.
De heer Ferf erkent dat tegenover het
buitenland strenge verbodsbepalingen tot
keering van het mond- en klauwzeer
onder het vee onvermijdelijk zijn. De
ten vorigen jare genomen maatregelen
hebben dan ook inderdaad gunstig ge
werkt. Zij moeten zich regelen naar
den stand der ziekte en hare uitbreiding
Afmaking behoort te geschieden waar
geïsoleerde gevallen voorkomendoch
waar de ziekte zich uitbreidt, is mer,
terecht overgegaan tot het trekken van
verboden kringen, hetgeen noodig is om
den omtrek tegen besmetting te vrij
waren. Telkens komea nieuwe geval
len voor, zoodat hel juist in het belang
van den landbouw is de verboden krin
gen zoo breed mogelijk te trekken, om
dat daar bet gestadig toezicht van den
rgksveearts het best verzekerd is.
De minister van binnenlandsche zaken
ik opzien zal verwekken, voegde zij er
bij, toen zij bemerkte, dat de graaf haar
in de rede wilde vallen, mijn laatste krach
ten, mijn laatste gedachten zal ik aan
wenden, om voor de wereld den naam van
ragnen echtgenoot voor schande te bewa
ren. Ook zal ik den dood niet zoeken, ik
ben te diep gevallen, te hopeloos, te ver
twijfeld, om zoo voor God te kunnen
treden.
De graaf sidderde, zoo wilde hij niet
van haar scheiden, het laatste overschot
van zijn beter gevoel en zijn mannelijk
heid kwamen daar tegen op. Maar haar
blik verlamde zijne tong, verwarden zijne
gedachten.
Laat mij zorg dragen voor u en voor
het kind, laat mij ten minste weten, wat
ge besluit, bad hij, ge zijt zoo jong, ge
kunt in uwen toestand niet blijven zonder
bescherming of middelen.
Hij wilde haar naderen, maar zij week
schuw terug.
Ik ben niet baug, zeide zij, een mensch,
dat niets meer te verliezen heeft, vreest
ook niets. En nu, ga heer graaf, en voor
altijd. Ik wensch niet, dat wij elkander
ooit wederzien.
Met gebogen hoofd en langzamen tred
wendde hij zich naar de deur. Besluite
loos bleef hij staan maar een zoo trot-
sche blik vol van de innigste verachting
trof hem, dat hij zich afwendde. Dat
was niet ineer de schuchtere vrouw, zacht
(de beer Van Houten) staat in deze op
een volmaakt onbevooroordeeld stand
punt. Hij is geroepen- geworden de maat
regelen toe te passen die de wet hem
aan de hand geeft, zonder zich partij te
stellen omirent de volkomen doelmatig
heid of het afdoende van de maatrege
len. Hij is te rade gegaan met hetgeeD
de ervaring geleerd heeft. Dal echter
de maatregelen in het algemeen zooveel
afkeuring verdienen als de heei Pyttersen
meent, zou de minister niet durven be
amen, De afzondering de opstalling,
het beletten van het vervoer zijn in
bet vorige en het begin van dit jaar
doeltreffend bevonden. In Limburg heeft
reen de uitbreiding der ziekte er door
bel6t. Zoo ook in Maart in den Haar
lemmermeer. In Mei en Juni was eene
uitbieiding waar te nemen in Gelder
land en Noord Brabant maar heeft men
ze weten te keeren. Alleen in Zuid-
Holland slaagden de maatregelen min
der goed in die provincie zijn in Au
gustus 18350 stuks vee aangetast en
baaiten de verbodsmaa'regelen dus niet.
Komen er nu in Augustus en September
nog 20000 bij, dan komt men tot éene
verhouding van 50000 stuks op l1/» cr.il-
lioen stuks vee. Dii is nog zoo erg niet
en het schijnt dus niet onraadzaam met
de tegenwoordige wijze van bestrijding
voort te gaan nadat de poging tot in-
dividueele onderdrukking niet is geslaagd.
De groote kringen zijn ook juist in het
belang van den veehouder getrokken door
wien over het trekken van kleine ver
dachte kringen bij de regeering is ge
klaagd. Nu zijr. er in Fiiesland ook
kleine kringen getrokken, die geen last
veroorzakenhoewel de minister niet
en meegaande met kinderlijk vertrouwen,
het was een trotsche zelfbewuste vrouw.
Het ongeluk, haar overkomen, had haren
geest doen rijpen en sterken en had haar
hart gepantserd tegen ieder zachter gevoel,
tegen de zoete herinneringen van voor
bijgegane vreugden, tegen de dreigende
nadering van komende smart.
De dag waarop Melbach komen moest
was eindelijk daar. Reeds daags te voren
had mevrouw Von Meringen aanstalten
gemaakt, om haar huis te versieren tot
zijne ontvangst, die door den inmiddels
ingetreden wapenstilstand niet meer ge
heim behoefde te zijn. Zij bestuurde gaar
ne zulke familiefeestjes, nimmer verloor
zij den veieischten vorm uit het oog en
haar goede smaak kwam haar bij deze
schikkingen te hulp. Zij had den tuin
als 't ware geplunderd, Elizabeths kamer
was veisierd, als die eener bruid en me
vrouw Von Meringen wenschte haar schert
send geluk met het voori echt, haar boven
rnillioenen vrouwen ten deel gevallen, dat
zij tweemaal de bruidsweken vierde en
dat zij ditmaal schooner en bekoorlijker
nog was, dan de eerste maal. Elizabeth
beproetde er om te lachen maar haar
lach was zoo onbeschrijfelijk treurig, dat
mevrouw Von Meringen verwonderd het
hootd schudde, 's Avonds zeide zij, dat zij
plan had, haren echtgenoot tegemoet te
rijden, omdat zij behoefte had hem eerst
voorbg ziet dat in de lijden, waarin
het vee verkocht moet worden, strikte
handhaving van groote kringen nadeel
zou kunnen veroorzaken, weshalve men
er dan ook op bedacht is tegen dien tijd
het toelaten van het vervoor buiten de
kringen in overweging te nemen en de
maatregelen te beperken tot onmiddel
lijke opstalling, Wat betreft de verlang
de schadeloosstelling, de wet. zooals die
daar thans ligt, laat die niet toe bij op
stalling, maar de regeering was altijd
van gevoelen, dal, waar de afzondering
te onbillijke gevolgen mocht hebben, ver
goeding zal kunnen plaats hebben. Dit
iigt in het voornemen der regeering,
doch zij zal daarvoor suppletoirs aan
vragen bij de Staten Generaal moeten
doen, terwijl eventueele algemeen9 af
making natuurlijk ook niet zonder me
dewerking van de wet zal kunnen ge
schieden.
Voor het overige heeft de minister tot
dusver zich strikt gehouden aan de ad
viezen van de deskundige ambtenaren
en daarnaar zal de regeering zich moeten
gedragen.
De heer Hennequin wijst op den toe
stand van het vee in Zeeland, waar en
kele deelen besmet, andere geheel vrij
zijn Zal de minister nu niet kannen
bevorderen dat waar de ziekte niet
heerscht bet vervoer worde toegelaten
Vooral in het belang van den veehandel
met Belgie zou dit zeer gewenscht zijn.
Welke is de zienswijze van den minis
ter daaromtrent
De heer Pyttersen, repliceerende, wijst
den minister op de noodzakelijkheid om
den door hem toegezogden vrijgevigen
maatregel niet langer uit te stellen dan
alleen te zien, zonder getuigen, zonder
het gejubel eener feestelijke ontvangst.
Mevrouw Von Meringen bood haar haar
rijtuig aan, maar Elizabeth wees dit af,
bijna met eigenzinnige hevigheidzij
wilde extra-post. nemen. Hare vriendin
gaf toe, zij was eene te bescheiden vrouw
om ooit iemands wenschen in den weg te
staan, en beide vrouwen scheidden en
wenschten elkander goeden nacht.
Eindelijk was Elizabeth alleen maar
geen slaap kwam verkwikking brengen
aan hare vermoeide oogen en bevende le
den, zp zocht haar bed in het geheel niet
op in dezen nacht. In haast pakte zjj
het noodzakelijkste bij elkander en schreef
toen tot de morgen daagde. Hoeveel tra
nen waren gevloeid op dezen brief, hoe
veel stomme klachten tot God omhoog
gestegen Elizabeth deed het licht uit
en opende het vensterfrissehe geurige
lucht stroomde haar tegemoet en verkoel
de haar brandend voorhoofd. In deze die
pe heilige morgenstilte, nu gevoelde zij
het meer dan te voren, wat zij verloren
had, hos alleen zij was. Het rollen
van een rijtuig, dat op de steeneu der
nog stille straat in hare ooren klonk,
bracht haar tot zichzelve nu moest zij
scheiden. Mevrouw Von Menngen was
nog niet opgestaan, alteeu een bediende
was gereed, om haar behulpzaam te zijn
en op zijn gelaat was groote verwoudering
te Jezeu, toen hij een koffer buiten moest