gende wijze een einde gemaakt.
Zee- en landmacht gaan voort zich,
zoowel hier te lande als in de Koloniën,
op loffelijke wijze van hare taak te kwij
ten.
Van onze krijgsmacht in Nederlandsch
Indie worden opnieuw zware offers ge
vorderd, welke ik met diepen weemoed
hei denk. Ik vertrouw, dat de eer onzer
wapenen op Lombok, ook naden onder
vonden tegenspoed, -krachtig zal worden
gebandhaatd.
De algemeene gezondheidstoestand is
bevredigend voor eene ernstige uitbrei
ding der Aziatische cholera mochten wij
bewaard blijven.
De gunstige verwachtingen, die de te
veld staande oogst aanvankelijk opwekte,
zijn, tot mijn leedwezen, in onderschei
dene deelen des lands niet verwezenlijkt;
aanhoudende regons hebben daaraan veel
schade toegebracht.
Ofschoon de veestapel van ernstige
ziekten bevrijd bleet', heeft het daaron
der uitgebroken mond- en klauwzeer
aanleiding gegeven tot verbod van vee-
invoer in de aangrenzende rijken.
De toestand van handel en nijverheid
is overigens, in het algemeen, niet on
bevredigend.
Tot belangrijke werkzaamheden zult gij
worden geroepen.
Ontweipen tot regeling van het kies
recht alsmede tot herziening der perso-
ïeele belasting zullen iu dit zittingsjaar
bij u worden ingediend, terwijl met de
voorbereiding eener nadere regeling van
de gemeente financien inmiddels wordt
voortgegaan.
De Conferentie voor internationaal pri
vaatrecht, op mijne uitr.oodiging ook dit
jaai te 's Gravenhage bijeengekomen, zal,
naar ik grond heb te verwachten, leiden
tot verdragen, welke uwe goedkeuring
zullen behoeven.
Ontwerpen tot vaststelling van een
wetboek van militair strafrecht en van
eene wet op de krijgstucht zullen uwe
aaDdacbt vorderen
Omtrent onderscheidene onderwerpen
van handelsrecht en strafvordering zul
len u voorstellen tot aanvulling of wij
ziging der bestaande wetgeving worden
gedaan.
Wetsvoordrachten betreffende het land
en tuiDbouwomlerwijs, alsmede omtrent
liet subsidieeren van scholen van middel
baar onderwijs voor meisjes zijn in be
werking.
Tot vermeerdering van de weerbaar
heid des lands, door verdere vernieuwing
vaD het matei iaal der zeemacht, betere
bewapening der krijgsmacht te land en
te water en instelling eener herhalings
oefening voor de zeemilitie zult gij wor
den in de gelegenheid gesteid, terwijl
ontwerpen tot aanvulling der bepalingen
op de bevordering der officieren van de
landmacnt, betreffende den staat van oor
log en beleg en aangaande bet stellen van
militaire inundatiën u zullen bereiken.
weinige maanden dienst nemen bij een
l'ruissisch cavalerie-regiment, maar zal
mij echter vóór dien tijd in stilte ee-
nige dagen hier komen bezoeken en mij,
als de omstandigheden het toelaten, naar
Berlijn laten nakomen. Ik ben zoo blij
zoo dankbaar, zoo gelukkig, eindelijk zal'
ik na zoo langen tijd weder gevoelen hoe
de liefde zorgt en verkwikt, rasten aan
de eenige plaats, die de mjjne is op de
wereld, aan het trouwe teedere hart van
mijn echtgenoot.
De graaf was opgesprongen, hij had
,iöh ver voorover gebogen, zijn oogen
ïingen met een angstige uitdrukking aan
ïare lippen.
JSleenriep hij hevig en strekte de
landen afwerend uit, neen, het is niet
uogeljjk, het mag, het zal niet zijn, ik
an niet zoo onuitsprekelijk ellendig wor-
len.
Verschrikt zag zij hem aan.
Maar, waarde graaf, wat begint ge
prak zij en in hare stem weerklonk de
ngst, want haar hart fluisterde haar iets
oe van de kwelling, die hij ondervond,
dyne vriendschap bljjft u, mijne deelne
Tot verhooging der opbrengst van be
staande belastingen en tot herziening
der belastbare opbrengst van de gebouw*
de eigendommen zuilen u voorstellen wor
den aangeboden.
Wetsvoordrachten tot instelling van
kamers van arbeid, tot regeling van het
toezicht bij de op- en inrichting van fa
brieken en werkplaatsen met het oog op
de belangen der arbeiders en tot het ope
nen der gelegenheid om door het rijk ge
waarborgde lijfrenten te verkrijgen, wor
den in gereedheid gebracht.
De verplichte verzekering van werk
lieden door hunne werkgevers tegen de
gevolgen van ongelukken wordt voorbe
reid.
De toestand onzer overzeeache bezit
tingen geeft over het algemeen stof tot
tevredenheid.
Tot blijvende versterking dei midde
len door verhooging van het tarief dei
in- en uitvoerrechten in Nederlandsch-
Indië, alsmede tot maatregelen ter be
vordering van de welvaart in de kolonie
Suriname zal uwe medewerking worden
ingeroepen.
Op uwe toewijding ter vervulling u-
wer ernstige en moeilijke taak, doe ik
met verflouwen, bij vernieuwing een be
roep.
Moge uw arbeid onder Gods zegen
strekken tot het welzijn van ons dierbaar
vaderland
In naam der Koningin verklaar ik de
gewone zitting der Staten-Generaal te
zijn geopend."
De toespraak, waarmee de heer mr
A. van Naamen van Eemnes Dinsdag
de vergadering der Eerste kamer opende,
luidde
Mijne heeren 1
Opnieuw heelt het hooggewaardeerd
vertrouwen van H. M. de Kouingin-Re-
gentes mij geroepen uwe vergadering te
leiden. Ik vlei mij, dat ik gelijk tot dus
ver uwe medewerking voor de behoor
lijke vervulling mijner taak zal mogen
ondervinden.
In verband met de geopende vooruit
zichten kan deze zitting ook voor ons
belangrijk worden.
Moge Gods onmisbare zegen aan onzen
arbeid ion deel vallen tot heil van ons
dierbaar Vaderland en ons geliefd Vor
stenhuis."
Na onderzoek dei geloofsbrieven van
het nieuwbenoemde lid mr Bergsma werd
tot diens toelating besloten.
Bij koninklijk besluit van Woens
dag is de heer Gloichman benoemd tot
voorzitter der Tweede Kamer.
Bij de opening der vergadering van
de Tweede kamer hield de heer Van
der Schriek de volgende toespraak
»MijDe heeren 1
Tengevolge van het bepaalde in artikel 1 van
ons reglement van orde, valt mij, na een buiten
gewoon kort tijdsverloop, opnieuw de eer te beurt
de eerste werkzaamheden van het zittingsjaar te
mogen leiden. Oprecht gemeend heet ik u welkom.
tning, mijne wenschen, en ook gg zult
mij niet vergeten.
Vriendschap, deelneming, o mijn God
en ik bemin uriep hij uit op hartstoch
telijken toon. Uwe liefde heeft mijnhait
vergiftigd en het zal sterven, als gij niet
hoort, welke kwelling gij mij bereidt. O
Elizabeth, wees mg genadig, mgn moed,
mjjn hoop ontzinken mij, nu mij de laat
ste steun ontvalt, die ik door uwe nabij
heid gevoelde. Mgn leven vlood heen in
ontgoocheling en ontbering, zeg, dat gij
medeljjden met mij hebt, dat gg mgne
smart met mij gevoelt, dat ik niet alleen
blgf in den troosteloozen nacht, die zich
uitbreidt over mijn leven. Ik wilde deze
liefde bestrijden, ik kon het niet, maar
ter wille van dezen strijd vergeet mij deze
bekentenis.
Zij stond onbewegelijk, zijne liefde had
zij vermoed, maar niet dezen hartstocht
het deed haar ontzaglijke smart.
Elizabeth riep hij uit, spreek een
woord, een enkel woord uit uw hart, dat
ik u meer ben dan een vriend.
Hare schitterende oogen vulden zich
met tranen, hare gedachten werden ver-
Het op Lombok voorgevallene, dat ons even
onverwacht als smartvol trof, staat ons allen zoo
levendig voor den geest, dat ik daarop slechts
even behoef te wijzen. Het snoodst verraad is
aldaar op de meest afschuwelijke, meest barbaar-
sche wijze gepleegdonze brave soldaten geraak
ten daardoor gedurende eenigen tijd in de meest
hachelijke, meest afschrikwekkende, meest ramp
zalige toestanden. Vele onzer erkende dapperen
boetten geheel vruchteloos voor het vaderland
het leven er bij in.
Ik breng hulde aan de nagedachtenis dezer
slachtoffers. Ieder Nederlander is om het zeerst
verontwaardigd, maar dit woord is nog te zacht
voor de niet genoeg te brandmerken euveldaden
der sluipmoordenaars.
Haar laten wij ten volle vertrouwen, dat de
Regeering de aanleggers en uitvoerders dezer gru
welen en wandaden naar verdienste zal weten te
tuchtigen. Ik geloof niet te ver te gaan, wan-
neer ik haar nu reeds verzeker, dat zij de Volks
vertegenwoordiging alleszins bereid zal vinden
haar hierin te ondersteunen.
Overigens zijn wij met <le ons wachtende taak
m groote trekken bekend. Hoe deze ook zijn
moge, ons nimmer te vermoeien pogen moet uit-
sluitend en alleen strekken om door de uitkom-
sten van onzen arbeid zooveel als slechts eenigs-
zins mogelijk is, hij te dragen tot het wezenlijk
welzijn van het ons zoo innig dierbaar vaderland.
Onze eer, onze plicht vorderen zulks onafwijs
baar, doch tevens moeten wij steeds indachtig
zijn, dat de met onze medewerking tot stand te
brengen wetten niet alleen op onzen, het meest
nabijhggenden maatschappelijken toestand, maar
vooral op dien der toekomst den grootsten, den
machtigsten invloed kunnen en ook ongetwijfeld
zullen uitoefenen ja, dat die toestanden daardoor,
als het ware, geheel beheerscht worden.
Onbetwistbaar is het dus, dat wij voor een zeer
aanzienlijk deel verantwoordelijk zijn voor den
toekomstigen gang van ons Staatsbestuur. En
daarom moet bij het verrichten van dat werk alle
partijschap, hoe ook genaamd, noodwendig geheel
terzijde gesteld, ten zorgvuldigste vermeden wor
den.
De belangen van gansch Nederland moeten,
met de volmaaktste uitsluiting van alle andere
door ons voorgestaan, behartigd worden. Het be
vorderen van dit belang en liet ongekrenkt hand
haven onzer gemeenschappelijke rechten en vrij
heden, zijn en blijven onze leuzen.
De Alwijze ondersteune ons tot het behoorlijk
volbrengen van dien hoogen, gewichtigen en niet
minder moeilijken arbeid.
Volkomen begrijpt gij, mijne heeren, met mij,
hoe bezwaarlijk het is bij eene gelegenheid als
deze niet in herhalingen te vervallen, wanneer
men zooals bij mij het geval is gedurende
eenige achtereenvolgende jaren het geluk en voor
recht heeft, deze plaats te kunnen en te mogen
innemen.
Evenwel is er één wensch, welken wij Neder
landers niet ophouden uit den grond des harten
te herhalen, en deze isdat God behoede, be-
scherme en geleide Hare Majesteit onze zeer ge-
eerbiedigde Koningin-Weduwe, Regentes, en onze
jeugdige Koningin Wilhelmina, tot het wezenlijk
heil van het aan zijn Oranje-Vorstenhuis zoo hij
uitnemendheid gehecht en verknocht Nederland
(Bravo's).
Dezen wensch herhaal ik ten innigst."
De Kamer besloot de troonrede met
een adres te beantwoorden en tot. toe
lating van den heer Van Basten Baten
burg, lid voor Eist, die daarop in handen
des vooizitters de eedon aflegde en plaats
nam.
Ten slotte werden benoemd tot voor
zitters der afdeelingen de heeren De
Beaufort (Amsterdam), Viruly, Rutgeisj
Borgesius en Van Kaï nebeek tot onder
vooizitters de heeren Land, Conrad,
Smeenge, Seret en Michielsen tot leden
voor de redactie van het adres van ant
ward, zij gevoelde medeljjden met den
schoenen man, die, naar zij geloofde, haar
jarenlang bemind had in ootmoedig zwij
gen en zonder berekening, en die nu
slechts werd medege.-deept door den in
druk van het oogenblik. Hoorbaar klopte
haar hart in de rustige diepe stilte, die
haar omgaf, en met bevende stem zeide
zij Gij weet het, graaf Biihl. gg zgt mij
zeer, zeer dierbaar en nu, laat ons schei
den, ik gevoel, dat het tijd is na datge
ne, wat wij met elkander hebben gespro
ken.
Maar hij hield haar terug zijn vurige
blikken drongen diep door in haar klop
pend tegenstrevend hart, zij wilde hem
ontvlieden en stond toch a.'s vastgenageld.
Zwggend trok hij haar aan zjjne borst
- o, een oogenblik slechts, bad hij zacht
kens, een oogenblik slechts laat mij droo-
men dat gij de mgne zgt; in dit oogen-
blik berust mijn geheel toekomstig leven
En Elizabeth liet het geschieden, zij duld
de zijn kussen, hij sleepte haar méde in
zijn droom en zij droomden lang.
(Wordt vervolgd.)
woord de heeren De Beaufort (Amster
dam), Bool, Lohman, Van Alpheu en Van
Byland (Gouda).
De heer Pyttersen heeft bericht dat bij
in overleg met de regeering. het dooi hem
ingediend wetsontwerp tot instelling van
Kamers van Arbeid intrekt.
Bij de openingsplechtigheid der Staten
Generaal waren duizenden op de been,
die de Koningin Regentes voortdurend
toejuichten. De straten, waardoo; de
stoot trok, waren met vlaggen versierd
en sommige magazijnen met feestuit-
stallingen.
De vergaderzaal der Kamer zelve ver
toonde wederom het gewone beeld van
den luister by zoodanige gelegenheid duor
de schitterende statiekleeding der leden,
minister», generaals en aan de plechtig
heid deelnemende autoriteiten ten toon
gespreid
Alle tribunes waren eivol en de eer
ste rijen der zitplaatsen voor het publiek
waren gegarneerd met een schaar van
dames in keurige toiletten. De loges
voor de hooge staatslichamen waren be
zet deels door leden van de Rekenkamer
en den Hoogen Raad, deels door de ge
zanten en zaakgelastigden van ons hof,
met het personeel hunner legation
Bij het vertrek en de terugkomst der
Koningin Regentes bevond de jeugdige
Koningin zich met eenige dames aan een
der vensters van den linkervleugel van
het paleis en wuifde, haar moeder bij het
vertrek toe.
Toen de Regentes binnen het paleis
terug was verschenen de beide Vorst
innen voor het ïaam om de troepen -
zoowel de grenadiers als de troepen te
paard te zien voorbijtrekken.
De Koninginnen waaen tijdens zij zich
aan de menigte vertoonden, het voorwerp
eener haiteüjke begroeting van de zeer
velen, die op dezen zeldzaam mooien dag
voor het paleis waren samengestroomd.
Het door de Eerste kamer vastge
steld adres van antwoord op de troon
rede luidt als volgt:
Mevrouw 1
Met belangstelling ontving de eerste
kamer der Staten-Generaal van Uwe
Majesteit de mededeeling, dat de toestand
des iand^ en deroverzeesche bezittingen
in menig opzicht tot tevredenheid stemt.
Ook wij herdenken met diepen wee
moed de zware offers, die van onze
dappere krijgsmacht in Ned. Indie op
nieuw werden gevorderd. Met Uwe Ma
jesteit vertrouwen wij, dat, ook na on
dervonden tegenspoed, de eer onzer wa
penen op Lombok krachtig zal worden
gehandhaafd.
Belangrijk zijn de werkzaamheden, die
de vertegenwoordiging van het Neder-
landsche volk in het nieuwe zittingjaar
wachtenniet te vergeefs wordt door
Uwe Majesteit een beroep gedaan op onze
toewijding ter vervulling van onze ern
stige en moeilijke laak.
Moge, onder Gods zegen, onze arbeid
strekken tot het welzijn van het dier
baar vaderland
De heer Van der Schriek droeg
gisteren het presidentschap over aan den
heer J. G. Gleichman, die het presidium
met een korte rede aanvaardde.
In de des middags voortgezette ver
gadering heeft de minister van financien
de Staatsbegrooting voor 1895 ingediend.
Het tekort bedraagt 8 millioen. waar
onder 4 millioen voor spoorwegen en
waterwegen.
Rekenende op eene gewone besparing
van 3 millioenen, zal de gewone begroo
ting een tekprt van 1 millioen opleveren.
Eene betere bewapening van zee en
landmacht zal echter 97. millioen kosten
te verwerken in 4 jaar maar te verdoe
len over 15 jaar en te vinden door eene
leening.
In de noodige rente en aflossing ad
640,000 zal voorzien worden door een
in te dienen ontwerp tot betere verze
kering dei betaling aan invoerrecht naai
de waarde. Mocht de bedrijfsbelasting
nog meer tegenvallen, dan zouden an
dere maatregelen noodig zijn.
- De Gedeputeerde Staten van Zee-