Jaarg. Liefdevreugd en Liefdeleed. i\o. 849. Zaterdag 22 September 1894 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sc h- Vlaanderen. F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. Lombok. Binnenland. feuilleton. 4XELSCHE Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlph tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Volgens in Europa ontvangen be rich ten hebben de Japanners bij Pingjang een schitterende overwinning op deChi neezen behaald. Langzamerhand waren te Pingjang de Chineesche troepen geconcentreerd, die in de laatste weken Korea zrjn binnen gevoerd. Het was bekend, dat de Ja panners van drie zijden op dat legerkamp aanrukten en van dag tot dag verwacht te men de tijding van een treffen. Volgens bericht uit Seoul is de over winning op de Cbineezen beslissend ge weest. De sterkte Pingjang, noordoosle lijk van Seoul, viel in handen na een verwoed gevecht, dat eindigde met den volledigen aftocht der Chineesche troepen. Donderdag maakte een Japansche ko- lonne een verkenning naar den kant van Pingjang. Zij werd door het geschut van het fort ontvangen en trok daarop in goede orde af. Vrijdag verzamelden zich alle Japan sche strjjdki achten om een gecombineer- den aanval te doen. De Chineezen be schouwden hunne positie als onneembaar. Zaterdagmorgen bij het aanbreken van den dag werd het vuren geopend de canonnade duurde tot 's namiddags 2 uur. Toen kwam de Japansche infanterie in actie, 's Avonds hadden de Japan ners terrein gewonnen en aan de ver dedigingswerken der Chineezen groote schade toegebracht. De nacht maakte geen einde aan het gevecht. Nog in het duister zette men het geweervuur voort. Zondagmorgen zeer vroeg begonnen de Japanners bun eigenlijken aanval. De Chineesche voorhoede vocht met leeuwen moed, doch de achterhoede was zwak en gedecentraliseerd, Ten slotte werden de Chineezen van alle kanten omsingeld en duizenden van hen neergesabeld. En kele troepen afdeelingen, door Europee- sche officieren aangevoerd, hielden zich dapper en vochten tot de laatste man vielandere ging9n als een ordelooze hoop op de vlucht. Gebruik makend van de wanoide on der de Chineesche troepen richtten de Japanners hunne aanvallen op de ver sterking Pingjang en maakten zich bin nen een halfuur meester van deze plaats. De Chineesche troepen, bij en in Pmg- jang saamgetrokkenschat men op 20,000 man. Bijna ongelooielijk klinkt het bericht dat de Chineezen aan dooden, gekwetsten en gevangenen 16,000 man zouden verloren hebben, terwijl de ver liezen der Japannors slechts zouden be staan in 30 dooden en 370 gewonden. Onder de gevangen gemaakte Chineesche officieren bevindt zich generaal Tso-Fonk, commandant van de kolonne uit Mand- zjoerije. Hij verdedigde zich dapper en gat zich eerst over nadat hij doodelijk was gekwetst. Wanneer het bericht van deze schit terende overwinning waarheid bevat, dan bestaat er kans op een spoedig einde van den oorlog, wijl Japan met het be zit van Pingjang feitelijk meester is van Korea. Volgens later ontvangen berichten zou het verlies der Chineezen ongeveer 6600 man bedragen. Intusschon is weder een zeeslag gele verd in eene baai van Korea. Bij dit gevecht moeten de Cbineezen de baas zijn geweest. De Chineezen zouden vier kruisers en de Japanners drie kruisers bij dit gevecht verloren hebben. De Chineesche admiraal Ting en de Duit- sche majoor Von Hanneke zouden ge sneuveld zijn. Het bericht ziet er zeer vaag uit, dus is het maar wijselijk, er niet te veel geloof aan te hechten. Blijkens telegraphisch bericht van den Gouverneur-generaal van Nederlandsch Indie zijn aan hunne op Lombok beko men wonden overleden fourier R Th. A. Göricke, fuselier C. B. Walker. Dinsdag ontving het N. v. d. Dhet volgende telegram over Lombok uit Ba tavia Pegasangan is, na hevigen tegenstand, veroverd. Repeteergeweren en een ka non vermeesteid. De Baliërs hadden zware verliezen. Wij maakten acht gevangenen. Onzerzijds acht gewonden. De heer D. den Beer Poitugael deelt mee dat 290 personen aan zijne oproe ping gehoor gaven en dat, toen er zich 23C hadden opgegeven, hij een lijst met huDne namen enz. aan den minister van koloniën op diens verzoek, heeft aange boden, terwijl deze, na het aanbod in overweging genomen te hebben, aan hem op den 15den September heeft medege deeld dat hij, bet aanbod zeer op prijs stellende, dit op het oogenblik nog niet behoeft te aanvaarden met het oog op de gunstiger berichten omtrent den oor logstoestand op Lombok en het voorloo- pige resultaat der koloniale werving. Volgens bericht uit Soerabaja aan de Loc. zijn der. 11 Augustus aldaar van Boelelang aangebracht de beide Engel- schen Hol mus en Pagie en de Deen Da- nielsen, die betrapt zijn op heimelijken invoer van wapenen op Lombok hun schoener is vergaan en daarbij is de Deen Hansen omgekomen. De twee Engel- schen zijn onder politietoezicht gesteld en zullen te Soerabaja terechtstaan de Deen Danielsen is den 12en Augustus in het hospitaal overleden. Op de wa penen is door den officier van justitie beslag gelegd. 12. VERTELLING VAN OOI.O BAimilS» UIT HET HOOGDTJITSCH DOOR ANNA. Nadat H. M. de Koningin regentes Dinsdag op de gebruikelijke wijze zich te een uur naar de vergaderzaal dei Twee de kamer had begeven, waar H. M. werd ontvangen door een commissie uit leden der Eerste en Tweede kamer, die aldaar onder voorzitterschap van den heer rar A van Naamen van Eemnes waren ver gaderd, plaatste H M. zich op den troon en sprak het volgende Mijne heeren 1 het is mij aangenaam mij wederom to bevinden in het midden der vertegenwoordigers van het Neder- landsche volk, gereed om hunnen gewich- tigen arbeid te hervatten. Met erkentelijkheid mag ik er op wij zen, dat de toestand des lands in menig opzicht tot tevredenheid stemt. De betrekkingen tot alle buitenlandsche mogendheden zijn van den meest vriend- schappelijken aard. Aan de sedert 1875 tusschen Nedeiland eh de Vereenigde staten van Venezuela bestaande geschil len is, tot mijne voldoening, op bevredi- Intusschen gingen herlst en winter voor bij en de vriendschap tusschen hen beiden werd hoe langer hoe inniger. Elizabeth beproefde den graaf op te beuren en op te vroolijken en bemerkte niet, hoe het te zatnen zijn met hem haar langzamer hand werd tot een behoefte. Waren ook de brieven van haren echtgenoot steeds nog een gelukkige gebeurtenis in haar leven, bad zij ook eiken avond met. een rein en innig hart voor zjjn welzijn en dacht zij ook met een zalig gevoel aan het wederzien, toch rekende zij de uren van haar eigenlijk leven hier bij mevrouw Von Meriugen tiaar het komen en gaan van den graaf. Door het dagelijksch sa menzijn, door de voortdurende uiting hun lier innigste gedachten en gevoelens was een vertrouwelijkheid tusschen hen ont staan, waarvan Elizabeth het gevaar niet vermoedde en dat mevrouw Von Meringen ten minste niet boog schatte. Het was deze te aangenaam, den graaf aan haar huis verbonden te zien, en Elizabeth hing nog steeds te zeer aan haren echtgenoot, dan dat mevrouw Von Meringen het ook maar in 't minst voor noodzakelijk zou gehouden hebben, hare nicht aan dezen gevaarlijken omgang te onttrekken. De graat kwam meer dan ooit en vieernd 1 hij vond steeds meer gelegenheid Elizabeth alleen te zien. En dit alleen zijn was het, dat langzameihand beangs - tigend op haar werkte het ontbrak hen aan stof tot onderhoud, wat vroeger niet gebeurde en toch was, juist als Elizabeth alleen met hem was, haar hart zwaar en gedrukt, als moest zij een centenaarslast er at wentelen. Maar hij kwam haar niet te hulpehij zweeg en keek haar aan, zoo strak, dat zij hare oogen neersloeg en kuste haar de blanke handen en gmg heen. En dan klopte haar het hart van onstuiinigen angst en ijlde zij naar het portret ,ran haren echtgenoot, om uit zijne trekken geruststelling te putten en vrede. En vrede kwam er over haar, als zij blikte in die trouwe oogen, die niet eindelooze liefde waarschuwend en zacht haar aanschouwden. Nog was zjj de zijne, en zij gevoelde het, het geluk woonde toch slechts bij hem alleen. Intusschen werden deze aandoeningen menigvuldiger en heviger; zij werd treu rig en onrustig, zonder zich de oorzaak te"hekentien, haar rein hart gevoelde de nabjjheid der zoude, evenals de natuur de nadering gevoelt van het onweder. Daar om juichte zjj van vreugde, toen in Mei van'het jaar 1813, na vierjarige scheiding van haren echtgenoot, de tijding kwam, dat hij besloten had gehoor te geven aan de roepstem, die Friedrich Wilhelm van Pruisen zijn volk had doen hooren. Hij schreef haar, dat hij door bemiddeling van den prins-regent uit Engelsche dienst zou ontslagen worden en als majoor in dienst treden bij een Pruisisch cavalerie-regiment. Hij deelde haar mede, dat hij zijn weg wilde nenjen o vei Engeland en Duitschland en dat hij onmogelijk kon nalaten, eerst eenige dagen te komen rusten in hare armen, eer hij opnieuw ten strijde trok. Wel gedenk ik het mogelijk gevaar, schreef hij, dat mij omgeeft in het land, waarin gij nu woont, dat zoo nauw aan Napoleon is verbonden. Maar ik heb grootere gevaren getrotseerd, ik heb ik kan dit met vreugde zeggen - het vaderland gediend met mijne beste krach ten, met geheel mijn hart. Nu doet de liefde haar recht gelden met onweerstaan bare krachtik moet u wederzien, wil ik opgeruimd blijven. Mij kent ginds nie mand, en onder een vreemden naam en met vreemde papieren zal ik eenige da gen in stilte bij u zijn, om mij te ver- sterken en te verjongen door een lang ontbeerd geluk. Ik zou u medenemen naar Berlijn; maar dat zou hetzelfde zjjn, als u opnieuw overgeven aan een weer- looze onzekerheid, daar de strjjd mjj wel licht ver vandaar zal voeren. Maar dez» strijd heeft een schoon doel, Elizabeth, en is dit bereikt, dan zult gij nimmer, nim mer ineei scheiden van mjjn hart. Nooit had hij geklaagd in zijne brieven, nooit haar hart verontrust door de schil deringen zijner moeiten en ontberingen door het verlangen, dat hij gevoelde naai haarsteeds had hij haar moed ingespro ken en eindelooze liefde had haar toege- klonken uit ieder woord. Maar de vreugd* de zaligheid die ditmaal sprak uit zijl brief, toonden haar wat hij zwijgend ont beerd had en geleden, onthulden haar a het onstuimig verlanj en, dat hp gevoeldi om haar weer te zien. Mevrouw Von Meringen was voor ee nige dagen opreis. De geheimraad leefd ot hij niet in huis was, en Elizabeth wa blijde toen 's avonds graaf Büh! kwanl opdat zij hare blijdschap kon uitstorte: in een deelnemend hart.. De graat zaï er droever uit aan ooit en een oogenblil verstomde Elizabeths vreugde voor de zor| om hem. Het was ,en warme dag ge weest, zij hoopte, dat de avondkoelte het zon verfmschen en ging met hem in de tuin, die schitterde in al de geurige prach der lente. Ik heb u een blijde lijding mede t deelen, waarde graaf, zeide zij het zwij gen afbrekend, toen hij aan hare zijde za miju mau. komt terug. Hjj zal hinue

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1894 | | pagina 1