i\o. 800.
Woensdag 2 Mei 1804.
10' Jaargi
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sc h- Vlaanderen.
drukker uitgever
F. DlELEMAiV,
AXEL.
Rnitciiland.
120. FEUILLETON.
De Grenskwestie.
AXELSCHË
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Parijsche politie heeft de vorige
week naar zij meent een goede vangst
gedaan, met de arrestatip van den anar
chist Matha. Deze is een goed vriend
van Henry en werd sedert de ontplof
fing in hel café Terminus op 12 Fehru
ari jl. ijverig door de politie gezocht.
Matha wordt voor een gevaarlijk persoon
gehouden. Hij werd reeds eenige malen
wegens aanhitsing tot moord of aanspo
ring van militairen tot ongehoorzaamheid
veroordeeld.
Sedert na den aanslag in het café
Terminus zijn beide kameraden Ortez en
Chiericotti waren gearresteerd, zocht
Matha, die wist dat hij vervolgd werd,
steeds de politie op een dwaalspoor te
brengen. Dit gelukte hem tot Dinsdag
avond, toen politieagenten hem zagen
binnengaan bij den advocaat van Emile
Henry, den heer Hornbostel. Bij het
verlaten van diens woning werd hij door
de politie gesnapt. Matha Dood niet den
minsten tegenstand, hij zei alleen„Mijn
God hoe dom om zich te laten vatten."
De politie gelooft dat hij te voren be
kend is geweest met den aanslag op het
café TermimM, maar men weet niet, of
hij de man is geweest, die beproefd heeft
Henry, toen deze na de ontploffing met
de menigte handgemeen was, te doen
ontsnappen. Misschien ook heeft Matha
in Henry's woning de gevaarlijke papie
ren 6n werktuigen opgeruimd. De politie
meent in Matha den anarchist Rabardy
in handen te hebbou. Tengevolge van
de in Matha's woning gevonden geschrif
ten werd besloten nog meerdere personen
in hechtenis te nemen. Woensdagavond
NA AH HET HOOGDÜITSCH VAN
«OLO H AITI I VII
DOOR
A. A. v. W.
Ge wilt heen, gravin, zeide hij, haar
alleen begroetend met een eerbiedige hoofd
buiging. Dit bericht kwam zoo onver
wacht, dat het mij hierheen brengt op
een ongewoon uur.
Zij was dapper als altijd, zij beproefde
te lachen.
Er zijn aangelegenheden en gevoelens,
waarbij ik mij niet scheid van papa. zei
de zij, hij heeft het naaste recht op mij.
Onmerkbaar rilde Richard.
Het naaste recht ge zegt mjj dit
zoo bedaard en koel, Theresa, dit is wreed,
na mij zoo lang verwend te hebben. Maar
ge hebt gelpk, ik heb den tijd verzuimd
en verdroomd, ik moet van voren af aan
beginnen.
Zij keek hem aan, zij verstond hem
niet. geheel, wilde dit niet om zich niet
opnieuw bedrogen te zien als zoo me
nigmaal.
En waarmede wilt ge beginnen, vraag
de zjj.
werd nog een persoon in verzekerde be
waring genomen, doch de politie weiger
de bijzonderheden mede te deelen uit
vrees dat zij daardoor in hare verdere
handelingen zou belemmerd worden. Er
is echter uitgelekt dat de gearresteerde
een jong ambtenaar aan het departement
van oorlog, Fénéon is genaamd.
Er moeten in zijn bureau aan het mi
nisterie verdachte brieven in beslag zijn
genomen.
Fénéon is een bekend schrijverhij
werkte reeds lang mede aan verschillen
de oproer predikende bladen en in den
laatsten tijd werkte hij uitsluitend voor
de anarchistische pers.
Zijn arrestatie wordt in verband ge
bracht met de ontploffing in 't restaurant
Foyot.
Vrijdag begon voor het hof van assi
sen te Parijs de behandeling van het
proces tegen den anarchist Emile Henry,
den bedrijver van de dynamietaanslagen,
den 8 November 1892 in de rue des
bons Enfants en den 12 Februari jl in
het café Terminus.
Bij het verhoor legde Henry groote
kalmte aan den dag. Hij zeide, eerst
verscheidene andere voorname café's voor
zijn aanslag bestemd te hebben, doch
daar het etensuur van de „heeren" voor
bij was, besliste hij ten slotte voor het
café Terminus. Hij verhaalde, hoe hij
de lont van de bom, die hij by zich
droeg, met zijn sigaar heeft aangestoken
en haar daarop wierp.
Op de vraag van den voorzitter of hij
het leven van anderen minacht antwoord
de Henry„Ik veracht het leven van
den bourgeois."
De aangeklaagde ontkende geen van
Hiermede, hernam hij, terwijl hij Her
berts bekentenis uit zijn borstzak nam
en verscheurde. Neem mij mede, The
resa, waarheen gij ook gaatlaat mij de
laatste zijn, opdat ik eens de eerste wor
de. Ik heb u mijne wraak opgeofferd,
opdat ik u mijne liefde bieden kan
slechts een rein hart mag zich tot u ver
heffen.
Eindelijkzeide zjj diep ademhalend,
en verder niets.
Het was een enkel armzalig woord,
maar wat lag niet in den klank! Jubel,
triomf en dank, gloeiende liefde en zoete
toewijding, alles, wat het hart var. den
man betoovert en bedwingt.
Eindelijk, zeide ook hij en sloot het
schoone schepsel in zijne armen, en nu
eerst, toen zij bevend van geluk aan zijn
borst rustte, nu eerst gevoelde zij hoe
lang de strijd geweest was en hoe hard.
Nu zijt gij de mijne voor eeuwig
zeido hij teeder en kuste de heldere drop
pelen weg, die aan hare lange wimpers
hingen. Nu geef ik ze de vrijheid, die
zoete gevoelens van liefde en verlangen,
waartegen ik zoo lang, o zoo lang reeds
gestreden heb in misplaatste trouw en
welke zooveel machtiger waren dan ik.
Zp hief zich op, in hare schoone oogen
gloeide het vuur van vroeger dagen en
met lichten triomf zeide zij
Gij wildet het niet gelooven, Ricardo,
ik echter, ik wist het immer, dat gij mij
de zware besqjauldigingen, tegen hem
ingebracht en zocht zich door niets te
ontlasten.
In tegenstelling met hetgeen Vailiant
terzelfde plaatse had verklaard die zeide,
slechts te hebben willen kwetsen, niet
te dooden, verzekerde Henry met de
grootste onverschilligheid, dat het niet
in zijne bedoeling gelegen had te willen
kwetsen, wel te dooden. Bij deze woor
den lachte hij en sloeg zegevierende
blikken naar het publiek.
Na een korte pauze werd tot het ge
tuigenverboor overgegaan. Henry bleef
geheel onverschillig, ook bij de verkla
ringen door de bij den aanslag in het
café Terminus gewonden afgelegd.
In Londen is een anarchist gearres
teerd, Farnara genaamd, die met een
bom de effectenbeurs in de lucht wilde
laten springen. Hij zou dit gedaan heb
ben op het drukste van der beurstijd.
Voor zijn eigen leven had hij geen vrees
als de aanslag maar goed gelukte, was
het hem onverschillig of hy er al dan
niet het hachje bij ittsctioot.
De Parijsche beurs moet ook altijd
bewaakt worden voor mogelijke aansla-
De volgende stukken zijn op het bu
reel van de 'oelgische kamers nederge-
legd, en,- geen twijfel, .dat is ook 't ge
val in de kamers van Nederland. Drin
gend is de stemming voor de beide lan
den. In Belgie bestaat daartoe geen be
letsel in Nederland, daarentegen, dreigt
het stemmen over het wetsvoorstel nog
eenigon tijd te moeten onderblijven.
zoudt toebehooren.
Bruiloftsklokken - zoete klank I Zjj
weerklonken in het dal en vervulden de
lucht met jubeltonen. In de kleine slot
kapel van Kettenstein, bij den tooi harer
bloemen en kaarsen, in bet bijzijn van
een schitterend gezelschap, gaf graat Wan
gerloh zijn kind aan den man, dien zjj
zoo vnrig en zoo trouw bemind had se
dert hare kinderjaren.
Het ontbrak der joDge bruid niet aan
zegen en liefdebewjjzen achter haar stond
vol moederlijken triomf signora Lorenza,
de trouwe beschermster harei kindsheid
en bet gebedenboek met kostbaar borduur
werk, met het takje uit den kloostertuin,
had de overste van het klooster van Onze
Lieve Vrouwen gezonden, wie Theresa
een dankbare weldoenster gebleven was.
Vorstelijke praal omstraalde haar, maar
het wondervol schitteren, dat hare schoon
heid een zoo geheimvolle bekoorljjkheid
verleende, kwam voort uit de diepte van
haar gelukkig hart en wierp een helderen
glans op het kleine blonde meisje, dat
aandachtig achter haar geknield lag en
wier lippen haar den eersten gelukwensch
toevoegden.
De jonge vrouw boog zich teeder tot
haar neerschitterender dan de diaman -
ten, die aan hare borst fonkelden, waten
de tranen die vielen in de gouden lokken
van het kind en zachtkens zeide zj|Mjjti
In Nederland is de wetgevende zittijd
opgeschorst; en de ministerieele krisis,
gepaaid met den uitslag van de kiezin
gen. die deze week aldaar hebben plaats
gehad, laat niet toe bet tijdstip van het
hernemen der parlementaire werkzaam
heden en dus ook niet het votum over
de grenskwestie te voorzien.
Intusscben is het toch van groote aan
gelegenheid voor de wederzijdsohe grens
boeren den boofdelijken inhoud te ken
nen van de stukken waarin zoo nauw
hunne belangen betrokken zijn.
Goedkeuring van de overeenkomst den 30
maart 1894 tusschen Belgie en Nederland
gesloten over de veeweiding en het mestver
voer in de grensstreek tusschen heide landen.
Inleiding.
Op de klachten van de grensbewoners,
bad het staatsbestuur onderhandelingen
met de nederlandsche regaering aange-
gegaan, ten einde op wederzijdschen bo
dem voorwaaruelijk de veeweiding toe
te laten. Dat is gelukt. De overeen
komst is aan een reglement onderge
schikt.
De Minister van Buitenlandse he Zaken
(Geteekend) Gr. de Merode-Westerloo.
Wetsontwerp.
Leopold II, Koning der Belgen enz.,
hebben besloten en besluiten
Onze Minister van Buitenlandsche
Zaken is geiast in onzen Naam de Kamers
het wetsontwerp aan te bieden waarvan
de inhoud volgt
1. De overeenkomst van 30 Maart
1894 tusschen Belgie en Nederland we
gens weireeht en het mestvervoer in de
grensstreek van heide landen zal haar
volle uitwerksel hebben.
2. Het staatsbestuur is gemachtigd,
ja geldt ook haar, Ricardo, nu heeft zjj
vader en moeder
Een zonderling bljjtt hjj toch, graaf
Wolf, zeide bjj het bruiloftsmaal een oud
adellijk grondbezitter tot zijn tafelbuur
man. Dit verrukkeljjk wezeu, zijn eenig
kind, de ertgename van vorstelijke rijk
dommen, schenkt hjj aan een man, die
niets heeft, dan zjjn burgerljjken kunste-
naarsnaam, en dat zoo bedaard en zoo
onbekommerd, als deed de schoone gra
vin de eerste partij des lands.
Weet gij het dan niet, vroeg de ande
re weder. Nu, ik mag het u wei rnede-
deelen, daar het binnen een uur publiek
wordt. Het was zijner majesteit te smar
leljjk, den beroemden naam Wangerloh
uitgestorven te zien hjj heeft hem den
jongen echtgenoot als bruiloftsgeschenk
geschonken. Dit is inderdaad een xeer aan
zienljjk geschenk meer nog voor graaf
Wolf, dan voor het pasgehuwde paar, dat
op dit oogenblik het nog niet naar waarde
weet te schatten.
Neen - zjj dachten aan het grootere
geluk, dat hen verleend was maar toen
bij den eersten toost graat Wolf zijnen
schoonzoon aansprak met den disrbaren
naam en de jonge mau zijn glas ophief
toen lag in zjjn blik de stomme verze
kering, dat aan den ouden glans ook de
oude eer en trouw zich weder pareu zou
de.
Nu bloeit in Kettensteui een nieuw ge