No. 807. Woensdag 25 April 1894. 10e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sc h-Vlaanderen, F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. lis. FEUILLETON. Binnenland. AXELSCHE COIMNT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentien van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De werkstaking onder de steenbakkers aan den Ru pel heett zich uitgebreid tot de arbeiders van Hemixem, die 400 a 500 in aantal zijn. Lage loonen en gedwon gen winkelnering zijn de oorzaak van I de beele beweging. De loonen zijn overal even laag en de arbeiders moeten bij bunne patroons die winkel bouden, hunne waren inkoopen. Doen zjj het niet, dan worden zij een voudig ontslagen. Deze ongehoorde toe stand duurt al ongeveer 15 jaar. Daar de werkstakers vrij opgewonden waren, vielen eenige ongeregeldheden voor Zij verhinderden het lossen van I een vaartuig, waarop de troepen tusschen- beide kwamen. Sedert echter uit Ant werpen socialistische propagandisten zijn aangekomen is de orde hersteld en heb ben de werkstakers naar verstandigen raad geluisterd. Evenals hun kameraden van Boom en Rumpst verlangen de steenbakkers van Hemixem eene loonsverhooging van 2 francs. Ook op de andere plaatsen aan den l Rupel, waar onder de steenbakkers de ai beid stil ligt, bleef het in de laatste dagen rustig. Meer dan ooit zijn de i werkstakers besloten te volharden zoo lang hun geen loonsverhooging wordt Een goede hulp is hun geworden van de arbeidersveresniging de Werker te Antwerpen, die 10.000 francs beschik baar heeft gesteld ora meel te koopen, dat onder de werkstakers zal worden verdeeld. Met de uitdeeling van dit meel, een 59.000 kilo in het geheel, werd NA Alt. HET HOOGDUITSCH VAN (HOIiO BAIJIIJVD DOOR A. A. v. W. 't Was nog vroeg, toen hjj zich naar buiten begatzwijgend rustte de tuin in van dauw fonkelende pracht, een onbe schrijfelijke schoonheid lag daarover heen- gespreid en deed zijn gemoed geruststel lend aan. Hjj zonderde af en verbande, wat daar zelfzuchtig was in zijne gevoe lens van dien nacht, hij gat zich over aan bedaarde beschouwingen en overwegingen. De bekentenis, welke den dooden hun recht schonk en Herberts hart verlichtte, die bekentenis mocht zijn hart niet druk ken. Langzaam ging hij verder den weg langs, welke naar het meer leidde en zich in het wond kromde. De morgenwind krulde den helderen vloed en speelde in het gebladerte en zonnestralen schitterden op het vochtige mos Zooveel schoon frisch leven en zooveel schuld en smart op het l zelfde wereldrond Toen hij het smalle pad naderde, dal leidde naar Constantjjns graf, hield hij Donderdag een aanvang gemaakt. Dienzelfden dag is door den gouver neur der provincie de commissie van bemiddeling, bestaande behalve uit hem, uit drie leden der permanente deputatie, een arrondissements-commissaris enden griffier der provinciale griffie, met een rede geopend. Patroons en arbeiders moeten door deze commissie gehoord worden. Volgens latere berichten had een deel werkstakers weer tot het aan den arbeid gaan besloten. De patroons vleiden zich hiermede echter niet. Zij veronderstel den, dat het maar om wat centen te doen was. Te Weenen is het ook in den tijd der werkstakingen. Eerst heeft men daar het personeel der gasfabrieken gehad en nu zijn het de schrijnwerkers die sta ken. De beweging dreigt een grooten omvang aan te nemen. Reeds is het getal werkstakers tot 12,000 gestegen. De werkstakingskas telt 90,000 florijnen. De patroons zijn bereid loonsverhooging doch geen vermindering van werkuren toe te staan. De arbei ders verlangen echter vooral den acht uur-werkdag. Twaalf patroons deelden het comité der werkstaking mede, dat zij bereid waren de eischen der werklui in te wil ligen, waarop in hunne ateliers dadelijk het werk werd hervat. Het resultaat van deze grève der schrijnwerkers belooft van invloed te worden op een nog grootere werkstaking, welke te Weenen wordt voorbereid, na melijk die onder de arbeiders in het bouw vak, waarbij circa 50,000 personen zou den zijn betrokken, Vooreerst zijn ze dus in Weenen er nog niet mee door. De Franschen zullen voorzeker geen groote vreugde aan den dag leggen over de verloving van den Russischen troon opvolger met een Duitsche prinses, die nauw verwant is aan den Duitschen kei zer. Eerst kwam het Duitsch Russischehan- delsverdrag tot stand en nu weer deze ver loving van den czarevitch met prinses Alice van Hessen, waarlijk de Fran scben hebben reden zich te ergeren over de dingen die er met zijn Russischen vriend gebeuren. Natuurlijk zullon allen die den vrede liefhebben met blijdschap dit alles vernemen, maar het moet voor een Franschman toch zijn om uit zijn vel te springen, wanneer hij ziet, dat de Rus sische vriend de banden van vriendschap met den Duitscher nog nauwer toebaalt en de kans om revanche te nemen voor de Franschen steeds vermindert. Daar de prinses het Grieksche geloof moet aannemen, zullen de orthodoxe Duitschers natuurlijk ook niet zeer ge sticht zijn. Reeds lang is er van dit huwelijk spra ke geweest en telkens werd het weer opgehaald. Het is dan ook geen wonder, dat de verloving is tot stand gekomen, daar werkelijk de jongelui uit liefde elkander nemen. Het schijnt, dat keizer Wilhelm zijne toestemming een poos laDg ge weigerd heeft, omdat hij niet wilde, dat wederom een Duitsche prinses het ge loof barer vaderen zou afzweren om tot de Grieksche kerk over te gaaD. Keizerin Frederik en koningin Victo ria waren altijd gunstig gestemd voor zijn stap in een handschoen lag in het gras. Zonder zich rekenschap te kun nen geven waarom, begon zijn pols snel Ier te kloppen, hij ging verder en nader de het met bloemen doorvlochten hek wei k. Een donkere gestalte lag daar uitge strekt op den grafheuvel, de prachtige varens bedekten medeljjdend het aange zicht van hem die daar rustte en bescherm den het voor het daglicht en voor be spiedende menschenoogen. Maar op de bladeren wiegden zich schit terende bloeddroppelen, fonkelend als ro bijnen in de zonnestralen, welke op het graf speelden. Verschrikt trad graaf Wolf het een voudige hek binnen en boog de koele varens op zijde de doode, welke daar sliep na zoo lange rustelooze nachten die doode was Herbert. ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK Twee dagen nadat graaf Hei bert, in plaats van in het graf zijner vaderen, be graven was in de liefelijke eenzaamheid van het woud aan de zijde van zijn vriend, vinden wij in het prieel der pastorie van Ketteustein de gebroeders Lenz. Een bediende in de livrei van de gra ven van Wangerloh, welke den predikant een brief had gegeven, verliet juist den tuin en Richards hand strekte zich be- geerig uit naar dien brief, welks adres aan hem gericht was. Een dooreen vreemde hand beschreven blad papier viel daar uit en de schilder las met bewogen stem het opschrift Aan hen, welke de plaats van ouders vervulden bij Veronica Ja, zij is mijn kind en Magdalena was mijne wettige vrouw de stilte des grafs, welke mjj zoo verlokkend wenkt, zal niet meer gestooid worden door den logen, welke zooveel offers gekost heeft en mijne dagen vergiftigd. Deze bekentenis verlicht mij het hart, maar leven na die gedaan te hebben kan ik niet, leven niet meerIk gevoel mij getrokken tot de vrouw, welke met haar helderen lach mij nog riep in de uren vol kwelling die ik heb doorleefd, tot den vriend, die mij de hand reikt om een bekentenis, welke ik eindelijk doe. En al ware deze boop ij- del, al ware zij niets dan de waan van een krank hart, a! ware aan gene zpde van bet graf, dat ik nader, eeuwig zwij- gen en eeuwige rust. ook dat is zoet, als het nimmermeer wordt gestoord. Als ik zeg, dat ik slechts van lievet- lede mij al dieper en dieper verstrikte, dan wil ik biermede mij, zeiven niet ver schoonen, noch vergiffenis vragen. Ik ge loof, heden nog niet datgene te zijn, wat de wereld een verstokte zondaar noemt, wat berouw en vergiffenis bied ik aan en verlang ik aan een andere plaats. Toen ik Magdalena bewoog mjjne vrouw deze echtverbintenis. Eindelijk is dan de keizer voor de bemoeiingen zijner moeder en grootmoeder bezweken, maar in de streng orthodoxe protestantsche kringen van Pruisen zal men hem niet dankbaar zijn voor deze inschikkelijkheid Zoo'n op commando aangenomen ge loof kan niet diep zitten, dunkt ons. Maar er is dan toch aan den vorm vol daan. Donderdag is te Coburg het huwelijk ingezegend van den groothertog van Hes sen met prinses Victoria Melitta van SakseD-Coburg Gotha, dochter van den tegenwoordigen hertog van Coburg, den hertog van Edinburgh. De gehuwden zijn eigen neef en nicht. Een groote scha'-e vorstelijke personen was te Coburg bijeen. Behalve koningin Victoria en haar beide zoons, de prins van Wales en de prins van Connaught, waren er de czare vitch, keizer Wilhelm, keizerin Frederik, prins en prinses Heinrich, de erfprins en de erfprinses van Meiningen, de groot vorsten Sergius, Wladimir en Paul van Rusland en nog meer andere vorstelijke personer. Het geheel leverde een schil derachtig tooDeel. Men schrijft uit Woesp aan de Amst. (D. v. N.) Vrijdag avond heeft alhier op het ge bied der verkiezingen iets plaats gehad, dat zeker eenig mag heeten in do ge schiedenis van het zoo rustige Weesp. In de zaal „de Eensgezindheid" aan de Achtergracht sprak de heer Mr. Th. Baron Mackay. ZEd. werd ingeleid door te worden had ik haar lief, ik koesterde het plan en de hoop, haar gelukkig te maken en deze hoop werd eerst uitge- bluschf, toen het vooruitzicht voor mij verloren ging, erfgenaam mijDs ooms te worden. Ik was niet geschikt, noch op gevoed om te verkeeren in behoeftige en afhankelijke omstandigheden, evenals een boom niet gedijt in iederen grond. Toen de onweerswolken boven mijn hoofd dreig den los te barsten, meende ik Magdalena en mijzelven te kunnen reddeD alleen door een ontbinding van onzen echt en door een nieuw rijk huwelijk. Het geweld, waarmede ik dit zocht te dwingen, was erger nog dan de waan, daarin mijne redding te vinden. Daar Constantijn voor dood gehouden werd, beschouwde ik het niet als roof, Magdalena en ons kind zlj- nen naam, waarop niemand recht had, als bescherming en steun mede te geven in de wereld. Ik kon, noch wilde uitkomen voor een huwelijk met haar, dat nog niet was opgelost, toen ik van alle zijden be dreigd in mijn bestaan, reeds een nieuwe verloving had aangegaan. Wij beiden streden met vertwijfelde in spanning ik voor een zorgeloos bestaan voor stand, naam en weelderig genotzij voor hare zedelijke beschouwing en de aanspraken van haar kind. Nog in het graf heeft zij gezegevierd, waut aan hare zijde was het rechtde dooden kwamen weer en getuigden voor baar

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1894 | | pagina 1