No. 796.
Zaterdag 17 Maart 1894.
9e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sc h -Vlaanderen.
F. DIELEMAfl,
AXEL.
Landbouw.
De Pers en de intrekking der Kieswet.
107. FEPIliliETOS.
Hij is wsal
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De volgende week hopen we aan onze
abonné's ter kennismaking toetezenden
het eerste nummer van een nieuw week
blad De nieuwe LandbouwJcoener.
Dit weekblad, de naam duidt bet reeds
aan, is gewijd aan de belangen van land
en tuinbouw, boomkweekerij, bloemen
en bollencultuui, veeteelt, paarden- en
hondenfokkerij, hoender- en vogelteelt,
konijnenteelt, bijenteelt, jacht, zee en
riviervisschei ij.
Voor velen zal dit blad dus aantrekke
lijke en wetenswaardige lectuur bevatten.
We zijn instaat gesteld dezen Koerier
als bijvoegsel tot ons blad te geven te
gen een abonnementsprijs van 35 cent
per kwartaal fr. p p. Voor niet ge-
abonneerden bedraagt het abonnement
50 cent per 3 maanden fr. p. p.
We houden ons ten zeerste aanbevolen
voor het opnemen van abonnementen.
De Boodschapper bevat een zeer pittig
artikel, waarin het de liberale partij aan
wijst als de hoofdschuldige van de tegen
woordige crisis. Die crisis toch „is een
gevolg van de wijze, waarop de groote
liberale partij bij de verkiezingen in 1891
een anti-clericale meerderheid zocht bij
een te trommelen en dit ook inderdaad
gedaan heelt. Terwijl ieder kon weten
dat de heer Tak van Poortvliet de aan
gewezen man was om, gelijk hij het zeif
had uitgedrukt, de natie met de Volks
vertegenwoordiging door een finale kies
rechtregeling uit het moeras te halen
werden toch vooruitstrevende mannen
NAAK HET HOOGDUITSCH VAN
«tOL.O RAIMUSÏ1»
DOOK
A. A. v. W.
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Een dikke ijskorst bedekte het meer
van Tannenseede booten en de kleine
zeilvaartuigen, die het in den zomer be
volkten, hadden moeten wijken voor de
sleden, waarmede de bewoners van den
teger.overgestelden oever overkwamen.
In het vroege morgenuur, waarin wij
het in den winterzonneschijn voor ons
zien liggen, was de groote oppervlakte
nog ledig, de sneeuw, welke des nachts
in dichte massa daarop gevallen was, lag
nog in vlekkelooze reinheid er over uit
gespreid. Maar aan den oever waren
reeds versche wagensporen zichtbaar, wel
ke, van twee verschillende richtingen at
kotnstig. samenliepen en zich in het woud
verloren. Zij weken af zoowel van den
grooteu landweg als van het kleine kas
teel van Tannensee, dat tusschen zijne
met sneeuw beladen boomreuzen zijn win
terslaap hield. Goed ingepakt lag het in
als Kerdijk, VeogensRink Goeman
Borgesius naast conservatieven als Van
Karnebeek, Hintzen, Rooyaard van den
Ham en de Beaufort cp een en hetzelfde
lijstje canöidaat gesteld, ja werd zelfs de
hulp van Bronsveld en de zijnen niet
versmaad."
De leus was ook toen weerde cle-
ricalen moeten er uit. eene liberale meer
derheid, al bestond zij nog zoo zeer uit
vogels van diverse pluimage, al was ze
nog zoo dol saamgesteld een liberale
meerderheid zou de natie uit het moeras
halen. Helaasde Nemesis heeft gespro
ken. Wij zitten nog dieper in het moe
ras en dieper dan ooit te voren.
Wat de houding der anti-revolutio
nairen betreft, meent de Boodschapper
dat het stemmen van de meerderheid der
antirevolutionairen vóór het amendement
de Meijier is te wijten aaD een samen
loop van omstandigheden, maar niet be
wijst dat een finale kiesrechtuitbreiding
niet op hun krachtigen steun zou kun
nen rekenen.
Intusschen raadt De Boodschapper den
vooruitstrevend liberalen aan nu dan toch
eindehik allen onveibiddelijk aflestooten
die uit conservatisme finale kiesrecht
uitbreiding tegenstaan. Dan eerst zal de
toestand gezonder worden. Dan kunnen
de De Beauforts en de Van Karnebeeks
zich met alle Synodaal conservatieven
vereenigen en een conservatieve partij
vormen, waai van een man als jhr Bee-
laerts van Blokland, wiens houding bij
het kieswet-debat wij ten zeerste betrea
ren, een zeer gewenscht lid en steunpi
laar zal kunnen zijn.
Ten slotte constateert De Boodschap
per nogmaals, dat niet de anti revolutie
naire maar de liberale partij de verant
woordelijkheid draagt van de ernstige
crisis waarin ons land verkeert.
Dit laatste schijnt ons wel wat ver te
gaan want, al valt niet te ontkennen dat
de liberalen verdeeld waren, ontkend kan
evenmin worden dat de democratische
anti-revolutionairen zich ten slotte bij
het conservatieve gedeelte hebben aan
gesloten en daardoor de crisis hebben
bevorderd
Naar aanleiding van het verhaal dat
de minister Tak slechts enkele momen
ten vóór de zitting aan zijn ambtgenoo-
ten zijn voornemen zou hebben te ken
nen gegeven om de wet in te trekken,
schrijft het Dagblad
„Die enkele momenten waren meer
dan voldoende geweest voor den Pre
mier de eerste in naam althans
zoo hij zich tegen de terugneming van
't wetsvoorstel, wegens de eventueele
aannemng van 't amendement-De Meij
ier, verzette, om zijn ambtgenoot van
Binnenlandsche Zaken te verzoeken geen
gebruik van die machtiging te maken of
hem anders te verzekeren dat hij, mr Van
Tienhoven, het verschil van gevoelen,
openlijk zou constateeren.
Maar de heer Van Tienhoven zweeg
ieder moet dus aannemen, dat de Mi
nister Tak, ook bij de intrekking dei-
Wet, namens de Regeei ing had gespro
ken."
Dat de heer Tak buiten zijn collega's
om zou hebben gehandeld kan het Dag
blad niet aannemen van een man als
dezen minister die „niet vandaag of gis
ten" is, »zijn vollen parlementairen en
politieken leeftijd" heeft, van wien »al-
lerminst dolle sprongen zijn te wachten"
en die volstrekt »geen politieke losbol"
is, zooals de heer Mackay dezer dagen
beweerde.
Uit dit pleidooi voor de homogeniteit
van het kabinet en deze lofspraak op
een man die vroeger in hetzelfde blad
werd voorgesteld als een baarlijke poli
tieke duivel on de revolutionair bij uit
nemendheid d it het Dagblad nog niet
eens tevreden zou zijn met een conser
vatieve reconstructie van het kabinet
maar dat het em conservatief ministerie
van het zuvcrste water verlangt!
Naar aanleiding van het beweren der
Nieuwe Rott. dat de heer Tak slechts
eenige minuten voor de vergadering der
Kamer aan zijn ambtgenooten zou heb
ben gezegd, dat het amendement-de
Meijier voor hem onaannemelijk was en
dat de verklaring betreffende de intrek
king buiten medewerking zijner ambt
genooten door hem zou zijn gesteld,
schrijft hei; Vaderland
»Dat hjj van de (reeds den vorigen
zomer gevraagde) machtiging zou ge
bruik maken, moet hij eerst Vrijdagoch
tend voor de zitting in een ministerraad
hebben medegedeeld. Zijn collega's die
zich meermalen met hem homogeen heb
ben verklaard en die tijd hadden gehad
over het amendement De Meijier en de
stemming der verschillende partyen na
te denken, kunnen daardoor trouwens
niet zijn vei rast."
Het Vaderland breekt zeer beslist den
staf over het beleid vier Kamer
»De Kamer is niet populair en »het
testimonium paupertatis«lal zij zichzelf
nu heeft moeten uitreikon, nu z(j het
de hoede zijner gesloten vensters en den
ren. Slechts twee kamers waren van ha
re bekleedsels ontdaan en als heldere oo
gen blikten de groote spiegelruiten naar
buiten in den besneeuwden tuin.
De kamers waren ledig, het overschot
van een uauwelpks aangeroerd ontbijt op
tafel, verscheidene onordelijk neergewor
pen toiletartikelen bewezen dat hier ie
mand zijn dag begonnen was, begonnen
zonder die vroolijkheid en gemoedsrust,
welke de steeds zich vernieuwende zorgen
en plichten des dagelijkschen levens bet
beste doel gedijen.
Graaf Wolts oude kamerdienaar ruimde
op. Sedert lange jaren vertrouwd met de
gewoonten en met de levenswijze van zijn
heer, tot op zekere hoogte ingewijd in de
geheime geschiedenis van het huis, kun
hij toch volstrekt niet begrijpen, welke
leden graat Wangerloh in deze bittere
Januari koude gevöerd had uit zijn be
hagelijk huis naar Tannensee, en wat zelfs
hem met het aanbreken van den dag den
slaap ontrukt en naar den landweg ge
dreven had.
Niets kwam zijne vermoedens te hulp.
Dat hadden hoogstens de wagenspoien
kunnen doen, welke aan het meer hier
en daar het woud inliepen. Had de oude
Geerd zijn heer mogen volgen, dar. zoude
luj gezien hebben, dat het rijtuig met nog
twee andere bij elkander kwamen, welke
l alle stilhielden op een plaats iu het woud
vanwaar een voetpad leidde naar. een een
zaam gelegen open plek. De oude heer
verliet het rijtuig en ging het korte eind
te voet.
Hij was de laatste die aankwam. Reeds
vijf andere mannen waren er aanwezij
welke wij ten deele kennen. Constantijn,
aan zijne zijde Richard, en graaf Herbert
met een officier der cavalerie, benevens
een dokter.
Het was doodstil in het woud, het
scherpste oor vernam niets, dan somwij
len het kraken van een takje onder d<m
last der sneeuw. Ook de korte, noodzake
lijke gesprekken werden gevoerd op fluis
terenden toon. Constantijn stond daar,
bedaard wachtend, terwijl de secondanten
hunne toebereidselen maakten en zijne
oogen dwaalden over de open plek. Het
was een gezellig plekje, dat in den schoo
nen zomertijd steeds hem gelokt had, als
hem als knaap het jonge hart soms droef
werd in de vreemde omgeving een plekje
waar hij met Herbert en zijne gezellen
vroolijke uitgelaten spelen gespeeld, waar
hij eens hem het leven gered had. Dit
was geweest op een dag, toen een trot-
sche den geveld werd, over welke de hout
vester het doodvonnis had uitgesproken.
In stoute eigenwijsheid was Herbert tegen
hel verbod des houthakkers, te dicht ge
komen bij de plaats, waar de kolossus
moest vallen met eigen levensgevaar
rukte Constantijn hem weg en de arm
van den jeugdigen redder werd gekwetst
door den top des booms, welke hem nog
raakte.
Dachten beiden daaraan, toen hunne
oogen elkander ontmoetten, gevoelden zjj
het nog eenmaal, hoe innig zij verbonden
waren geweest, eer Herberts weg ver af
dwaalde van eer en deugd eer een klove
tusschen hen ontstond, veel dieper dan
het graf, dat gegraven zou worden voor
een van beiden
Volgens gebruik werd de laatste po
ging gedaan tot verzoening. Graat Wolf
die beiden na stond, den een door banden
des bloeds, den ander door geheime sym
pathie en het stille geloot aan zijn goed
recht, trad als bemiddelaar op. Maar de
poging mislukte de oude man wist bo
vendien, dat die bier niets beteekende,
dan een ledige vorm, en ei was kp^edig
genoeg aan voldaan.
Hij laadde de pistolen. Vervolgens wer
den de afstanden bepaald. Herbeits oog
volgde droumerig iedere schrede, hij bad
een lichte aanmaning van zijn secondant
noodig, om ontrukt te worden aan zjjne
gedachten.
Er waren vijltien schreden afstand ge
nomen op het gegeven teeken kwam
Hei bert vooruit en schoot. Had zijne
hand gebeetd, zonk zijn moed, toen hij
blikte in die trouwe eerljjke oogen, welke
zoo bedaard en doordringend op hem rust
ten De kogel miste.