9e Jaarg.
No. 795.
Woensdag 7 Maart 1894.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -V laan deren.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Bertels Conip. Amsterdam,
Landbouw.
104. FEUILLETON.
AXELSCHE
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
IMPORTEURS
van
prima geklimatiseerde Zaaizaden (met de
grootst mogelijke kiemkracht voor den
Groenvoederbouw
„Systeem Bertels, van de Biezen,"
waardoor Mei- en andere grondenja zelfs
hooge zandgronden genoeg krachtvoeder
voor 3 4 koeien per Hectare kunnen
leveren.
Meerdere zaden kan men reeds begin
Maart uitzaaien om in Mei reeds 40,000
Kgr. Groenvoeder per Bunder te oogsten.
Szisna diwiezih. ®Wee»c-fu>o0detmeei,
gegarandeerd zuiver, in met loodjes merk
B. 4 C. gesloten zakjes van 50 Kgr.
„Vraagt overal merk B. 4 C. wijl ei-
veel vervalscht Vleeschvoedermeel in den
handel is."
Vleeschvoedermeel is onmisbaar ora Var
kens gezond te houden, voordeelig te
fokken en te mesten.
Alles ook
is breeder omschreven in het Boekwerk:
„SYSTEEM BERTELS, van de Biezen"
»Goudmijn voor het Landbouwbedrijf,"
te bekomen tegen 1,50, franco per post
1,60 bij den Uitgever van dit blad.
Op verzoek nemen wij de volgende
ingezonden stukken over uit de Bame-
vddsche courant van Vrijdag 2 Maart.
„In uwe Courant van 22 Febr. jl„ las
NAAK HET HOOGDUITSCH VAN
oolo BAiniJSin
DOOR
A. A. v. W.
Het pasgeboren kind was spoedig ge
scheiden van het leven, dat door geen
moederliefde werd verwarmd en had door
deze zelfstandige daad den vader eindelijk
gebracht tot het onbetwist bezit van dbn
rijkdom, waarnaar hij zoo achteloos had
gestreefd. Nu was lip vrij en onbeperkt
heervoor hem vertoonde zich het leven
vol helderen glans, eene overweging, wel
geschikt, om zijn borst te doen zwellen
en nochtans steeg een zwaie zucht daar
uit op. Die toon trof zijn eigen oor bjj
de diepe stilte, welke heerschte in den
kleinen netten spjjssalon. Hij was het
zoo gewoon op zichzelven te letten, dat
zijne zinnen nog waakten, al waren zijne
gedachten verrp. Hij keek op en wend
de zich omalleen de bediende stond ge
duldig op een wenk wachtend aan het
buffet en hij kwam tot zichzelven.
De wereld zou het rouw genoemd heb
ben, hijzelf, zijne lippen krulden verach
telijk, als hp der doode gedacht, die hem
ik eene beschouwing der landbouwleaing
van 14 Febr. jl. waarmede het moeilijk
iemand, die de lszing bijwoonde, geheel
eens kan zijn. Niet alleen de bijzaken
maar ook de hoofdstrekking dier lezing
werd met vrucht bestreden, waarop de
heer Dr. Prins tot aller verbazing telkens
antwoorddedat ZEd. de door hem be
sproken gewassen niet had aanbevolen,
en de daarvoor door mij in plaats ge
stelde gewassen - die op onze zand
gronden zekeren beter zijn ten slofte
ook de voorkeur gaf. Het wekte be
vreemding dat ZEd. gewassen had be
sproken die hij niet kon aanbevelen, dit
bleek echter eerst bij het debat. Wan
neer er dus geen debat was gevoerd,
waren de toehoorders hiermede naar huis
gegaan, en dan is het nut van zoo een
lezing op zijn minst twijfelachtig.
Ik ben dan ook daardoor in mijne
meening gesterkt dat de Heer Prof.
Hollemanen onlangs de Heer Heidema,
Rijkslandbouwieeraar te Groningen gelijk
hadden, toen zij beweerden
„De landbouwer heeft weinig heil van de
landbouwvoordrachten te verwachten."
Ik geef' gaarne toe dat het moeilijk is
de goede vruchtopvolging en de onder elk
ander te zaaien gewassen, te vinden ik
heb daarover ruim 4 jaren uitsluitend
gewerktdaarom laat zich ook verklaren
dat de Landbouwleeraar nog niet wist dat
men thans gemakkelijk 3 sneden Groen
voeder per jaar van bouwgrond kan ver
krijgen.
De goden schenken hunnegbeste gaven
niet. zelfs niet aan hunne gunstelingen,
tenzij als loon voor zwaren arbeid.
Wanneer het mogelijk is t.usschen
twéé gewassen nog één gewas tusschen
had willen bedriegen om den prijs van
zijnen strijd, hijzelf, hij zeide het zich met
onverbiddelijke scherpte, welk gevoel hem
vervulde. Een onbeschrijfelijke overver
zadiging was het, een leegte en een af
keer van het leven.
Het was een wilde vertwijfelende jacht
geweest en nu was hij moe, doodmoe en
wilde rusten. De geheime zorgen, welke
hem gekweld hadden er, voor den tijd be
roofd van zijne frischheid, zij waren ge
bannen berouw vo id geen plaats in zijne
ziel, het was iets anders, dat heden hem
aandeed. Uit zijn zak haalde hij een klein
voorwerp, dat hij op tafel legde en op
merkzaam beschouwde een der kristallen
karaffen wierp een schaduw daarop en
hij schoof die op zijde, ora beter te kun
nen zien. Hierdoor schoven de glazen
tegen elkander aan, wat een zachten klank
veroorzaakte, de jager kwam dralend
uit den hoek te voorschijn. Toevallig
dwaalden de blikken van den graaf zij
waarts en bliksemsnel bedekte hij het
voorwerp op de tafel met de handen stoof
gekrenkt op, toen hij de beweging van
den bediende bemerkte. Wat wilt ge,
waarom sluipt ge als een tijgerkat? beet
hij hem toe, ge weet het, ik kan die ver
vloekte kruiperij niet verdragen.
Ik dacht, dat mijnheer de graaf bevo
len had, verontschuldigde zich de bedien
de.
Ik dacht, ik dachtDat moet ge
te schuiven aldus beweerde de land
bouwleeraar dan zou een ongekende
bloei voor den landbouw kunnen intre
den dien bloei hoop ik dat den land
bouw bierdoor spoedig zal ondervinden!
Verder is toen o. a. door mij gezegd:
dat ,de wijze van persen door Dr. Prins
te Enschedé, Hengelo (O.) en hier aan
gegeven niet juist isdat ook het mid
del gevonden is, waardoor Diets meer
aan de zijvlakten verloren gaat en dat
een en ander door mij in de volgende ver
gadering zou worden behandelddat UW
verslaggever dit laatste dus ook wist of
kon weten, blijkt hieruit duidelijk
Bij de weêrlegging ia er door mij her
haaldelijk op gewezen dat de Voedings
waarde afhangt van de meer of mindere
rijpheid van het voederzoodat gras ge -
maaid voor 't bloeien b.v. betzij versch
of geperst nimmer op eene lijn kan ko
men te staan met het veel jongere weide
gras.
Dat verder Snijrogge, Snijhaver enz. te
min eiwit, daarentegen ZandwikkenSer-
radella en Oelrettig te veel eiwit bevatten
in verhouding tot het zetmeel en vet, en
dat men door deze gewassen gemengd
te vervoederen, de juiste Voederverhou
ding kan daarstbllen zonder verder kracht
voeder te behoeven, zoodat deze stelling
wel degelijk bewezen is. Het artinel van
den Heer C. Kramer Pz., in uw blad
en verder van de Heeren Costerus, Jan
zen, Ankersmit en zooveel anderen zijn
hiervoor ook afdoende en sprekende be
wijzen.
Wanneer men aan den eenen kant
opwekt om tot het persen van voeder
over te gaan en dan wederom zegt dat
een koe van een notaris in Geldeiland
weten. Ik begrijp bovendien niet, waarom
ge mij gezelschap houdt Als ik alleen
eet, en dat zal zeer dik wjjls het geval zjjn,
moet gij in de voorkamer naar de bel
luisteren.
De bediende, die de berisping in eeue
houding van plichtbesef aannam, wilde
zich verwijderen, maar de graat riep hem
weder terug.
Wacht nog even. Wie van de bedien
den heeft mjj gisteren met het rijtuig aan
het station afgewacht
Dat weet ik niet, heer graaf, ik heb,
toen wij het station verlieten, op uw be
vel alleen mevrouw bediend en daarop
niet gelet.
Zoo informeer daarnaar en zend mij
dien persoon in mijn kabinet.
Hij stond op, schoot zjjn stoel achter
uit begaf zich door een verlichte leeska
nier naar een daaraan grenzend vertrek.
Na weinige minuten verscheen een jong
opgeschoten bediende in de liverei van
het huis en bleef eerbiedig aan de deur
staan.
Waart gij bij het rijtuig, terwjjl Frans
met mij in Buchendorf was
Jawel, hepr graaf.
Kom nader, opdat ik uw gelaat kan
zieu.
Wien hebt gij de stoutheid gehad, daar
in vooraf te laten rijden
Ik, heer graaf, ik? stotterde de
verraste, dat weet ik uiet.
daarvan gestorven zou zijn zonderde
ware oorzaak te noemen dan breekt
men daardoor allicht af wat men wenscht
op te bouwen men gaat zoo al reeds
niet spoedig tot iets nieuws over.
Wanneer mij het persen van Groen
voeder dan ook aldus werd aanbevolen
en ik was niet zooals tbans van het
tegendeel van hetgeen zoo oppervlakkig
beweerd wordt overtuigd - zou ik er
ten minste hartelijk voor bedanken dit
zelf na te volgen of een ander ter na
volging aanbevelen Tot goed verstaan
der dingen wil ik daartegenover
slechts bemerken dat koeien b. v. uit
sluitend gevoederd met half of geheel be
dorven gras of hooi noodzakelijk moeten
vermageren en sterven.
De omstandigheid dus dat zoowel de
mogelijkheid om drie sneden groenvoeder
te kunnen verkrijgen, als het volmaakt
persen, voor den Heer Dr. Prins nog wat
nieuws was, mogen wij ZEd. geen ver
wijt maken ik ben overtuigd dat ZEd.
aan zijne voordracht zijne beste krach
ten heeft gewjjd, en alhoewel de con
clusie in uw blad van 16 Febr. volko
men juist is, willen wij bet met den
mantel der liefde bedekken, zooals onze
geachte Voorzittei dit wenscht te doen.
Of dit ecbt6r altijd goed is betwijfel
ik maar daartegenover staat dat men
zich helaasdikwijls vijanden maakt
door onverholen de waarheid te zeggen.
Den Heer Van Eeghen heb ik geant
woord dat door mij nooit of te nimmer
de strijd is aangebonden, maar ook, dat
bet niet mijn gewoonte is mij wat te
laten aanleunen en dat ik bet betreur
dat het soms bijna noodzadelijk wat te
heftig is toegegaan.
Dan zal Maurits uw geheugen te hulp
komen. Als hjj op den bok gezeten heeft,
zal hij wel weten, wie er ingestegen is.
Bedenk u toch, zulke gebreken van het
geheugen kosten bij mij den dienst.
Ach, heer graat, zei de bediende bjjna
weenend, ach ja, het valt rag in, vergeef
het rag toch. Ik was het op dit oogen*
blik vergeten, omdat ik alleen dacht aan
den laatsten rit. Het was gisterenmiddag,
toen wij mijnheer den graaf tevergeefs
met den trein wachtten. Opeens kwam
er eeue zeer zware sneeuwbui en op het
plein stond mijne zuster met een kind dat
zij droeg. Het was stellig uiet voor haar
heer graaf, wat weten wij ran sneeuw
vlagen, maar zij was bevreesd voor het
kind en Maurits stond toe, dat zjj insteeg.
Het dreigend gelaat van den graaf ver
rijd een lichte spanning. Welk kind,
waar woont uwe zuster Ik wil ten min
ste weten, wie het rjjtuig heeft gebruikt.
Bij den heer predikant van Kettenstein
die nu bij mijnheer den graat op het Mo-
ritzplein met de kleine Veronica op be
zoek is.
Herbert rilde onmerkbaar, zijn kind,
zjjn eigen kind was het geweest, dat ge
durende eenige minuten bescherming had
gevonden voor het slechte weder op de
zachte kussens van het rijtuig.
Voor ditmaal zal ik het over 't hoofd
zien, zeide hjj kalmer, omdat uwe vrij
postigheid toevallig een gast vau mjjn-