No. 757. November 1895, üijie wedb© Nie ffs- en Advertentieblad voor Zeeiïwsch- laandere BIELEMAN, FEUILLETON. AXEL. Be gemee&te PMlippiise. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent, Afzonderl. numm. ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van tot regels 25 cent; voor eiken regel meer cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE ure*. UIT DE PERS. Van daar schrijft raen aan de M.Cu Door den aanleg van betere verkeers wegen is de mosselhandel van Philippine in laatste 25 jaren sterk vooruitge gaan. Het zij niet uitsluitend meer de omliggende gemeenten uit Zeeuwsch,rhaav vooral uit Belgisch Vlaanderen, waar de visschers hunne waar ter markt brengen; neen door geheel Belgie tot in Luxem burg toe, door het geheöle noorden van Frankrijk zijn de moules de Philippine doorgedrongen. Een eerste gevolg van die uitbreiding was, dat er meer mossels gevraagd wer den'dan in den Brakman konden geteeld worden. Onze energieke visschers wist en zich evenwel reeds spoedig van byna al de mosselbanken op de West er- en van een groot gedeelte op de Ooster-Schelde te verzekeren. Dat de huur daardoor aanmerkelijk steeg, is licht te verklaren. Banken, waarvoor vroeger 20 pacht betaald werd, brengen thans jaar lijks 500 en meer op. Daar zijn er, die beweren dat bet geld, door de regeerïng voor een kanaal uit te geven," niet genoeg rente zou opbrengen. Alleen aan huur van mosselbanken wordt jaarlijks door Philippine circa ƒ25.000 in rijks schatkist gestort met minstens van het kapitaal, benoödigd voor een kanaal. Zouden de mosselbanken in de Zeeuw sche wateren diezelfde waarde blijven behouden, als de Philippiensche handel vernietigd ofook maar geknakt wordt? Zouden zij niet veel sneller in waarde da- ■aa» 68. NAAR HET HQOGDUITSCH VAN II-AIMUN® DOOR ZESTIENDE HOOFDSTUK. Een nieuwe zomer was in bet iand ge komen, denz,elfden glans en bloementooi had hg Tannensee gebracht, maar niet dezelfde vreugde in de harten der tnenschen. De vensters van bet kasteel waren ge sloten en de vlag, die het wapen der Wan gerlobs droeg, hing halfstok, de opper- jachtmeester was dood. Ten eenenmale onvoorbereid was deze gebeurtenis der familie overvallen. Na een schitterend feest, op Tannensee ge vierd, had de nog krachtige en levenslus tige man den volgenden dag door eigen onvoorzichtigheid op de jacht een spoe dig einde gevonden. Zoo heette het in het publiek, nadat de jagers hem dood, met ontladen ge neer gevonden hadden; zoo was het ook der gravin gemeld en als daar in het hart van den zoon en van den broeder een ander vermoeden opkwam, zoo bleef dit len, dan ze allengs gestegen zijn En wie zal hiervan de nadeelen ondervin den? Ik geloof, dat de regeering in haar eigen belang zal handelen door het aan leggen vaneen kanaal,1 waardoor de han del niet alleen op dezelfde hoogte zal blijven, maar. zich ook nog uilbreiden kan. Ongetwijfeld zullen de mosselban ken nog meer in waardestijgen, als Phi lippine maar eens een kanaal heeft. Thans zal het geen visscher in zijn hoofd krijgen zijne handels-relaties uitte brei den, dus nog meer geld in eens zaak te stekenwaarvan hij niet weet of zij binnen een paar jaar nog bestaan zal. »Trots den zoo belangrijken mossel- handel telt Philippine zeer weinig wel varende ingezeten." Zoo werd uit Westel. Zeeuwsch Vlaanderen in dit blad van 11 October jl. geschreven. Dat begrip wel varend is zoo rekbaar als elastiek. Wat ik welvarend noem, zal door den schrijver, misschien als het tegenovergestelde be schouwd wordeD. Volgens scbrgver's opvatting, zal er dan wel niet veel wel vaart in ons land heerschen. Wat wel vaart aangaat, kan Philippine zich, vol gens mij, gerust met elke andere plaats, en meer bepaald landbouwdorpen in Zee land, meten. Elke schipper verdient hier gemiddeld 1,50 per dag en wel het geheele jaar door. Welk droevig figuur maakt, hiermee vergeleken, bet armoedig dagloontje van boerenknechts, zelfs van handwerkslieden, waarvan de meesten genoeg verdienen om in den zomer ventjes rond te komen en in den winter armoe te lijden Dit laatste is onder de schippers hier gelukkig onbe kend. Ondanks hun gewoonlijk talrijk kroost, verkeeren zij in een 'positie, die bun ieder ander werkman kan benijden. Of onder de andere ingezetenenveel wei varenden" voorkómenzooals de schrijver er gaarne zou hebben, weet ik niet. Couponnenknippers zullen hier1 wél witte raven zijn. Wat er verdiend wolrdt' komt bijna uitsluitend van dm mossel- handel. Onder de 144 aangeslageiien in den hoofdelijken omslag komen er maar 15 voor met een inkomen van boven ƒ1000 en 40 met een inkomen van ƒ600 tot 1000.. Ik weet niet dit zoo minnetjes is op 1000 inwoners. Wel is erin Philippine iets dat weinig bloeiend mag heeten, namelijk de ge meentekas. Die laboreert aan eene kwaal gewoonlijk geldarmoede geheeten. En dit is het tweede gevolg van den aanleg van betere verkeerswegen. Zoo werd voor een viertal jaren om iets van recenten datum te noemen door de gemeente eensteenweg van ruim een uur aangelegd dóór den Vergaert- polder naar het station tot aan den Drie- kwart. Van dien steenweg lag destijds nauwelijks 50 op Philippiensch grond gebied, na de nieuwe grensregeling van nog niet eens de helft. En toch onderhoudt de gemeente den geheelen weg. Dit is maar van de vele re denen, waarom Philippine noodlijdend is, gezwegen nog van de onkosten, die het zich getroost heeft om haven en Vaargeul open te houden. Bezat Philippine: een kanaal, dan zou men, in plaats van zooals du de ver zanding tegen te gaan, ze door het plaat sen van siikvangers in de hand te wer ken. Dan houd ik mij overtuigd, dat binnen toch daarin besloten. Het jaar, dat graaf Wolf niet zijne dochter te huis had doorgebracht, had niets veranderd in de betrekkingen, maar des te meer in de verwachtingen van den opperjachtmeester. Het feest, dat bestemd was, om de ver vulling te vieren zijner wenschen, werd de lijkdienst dier wenschen Theresa bad Herberts aanzoek beslist afgewezen. Na een tamelijk levendige briefwisse ling met zijne scboone nicht, meende Her- bert zoo groote vorderingen gemaakt te hebben in hare genegenheid, dat hij het wel wagen kon, om den beslissenden stap te doeneen stap, steeds dringender nóo- dig, temeer, daar de winter hem eene tal rijke menigte medeminnaars had geschon ken. Hij verscheen, op den raad zijns vaders zelve op Tannensee, want hij wist het uit ervaring, hoe groot eene macht daar lag in zijne persoonlijkheid, hoeveel meer invloed het levende woord heeft, dan het doode, geschrevene. Alles was met de juistheid van het koel overleg geregeld om de zinnen van het schoone meisje te betooveren en haar jong hart te openen voor het vleiende woord. De tocht op het meer in den helderen maneschijn, in de bontversierde boot roet haren lampentooi, de zachte muziek en de teedere, veelstemmige mannenzang, wa ren wel in staat om het gevoel te be dwelmen en op den terugtocht, in de stil Ie lanen van den tooverachtig verlichter, tuin sprak Herbert het jonge meisje van zijne verwachtingen. Het hart klopte hem, als ware het ech te liefde, waardoor het werd bewogen, de zenuwachtigheid, waarmede hij de be slissing afwachtte, sprak uit den diepen toon zijner stem, uit het lichte beven zij ner hand, waarmede hij de hare omsloten hield. Hoe schoon en bekoorlijk zij hem ook menigmaal toegeschenen had, op dit oogenblik zag hij niet de vrouw, hij zag alleen den rijkdom waarover zij gebood., Hij wist het nauwkeurig, dat nu zijn lot beslist moest worden het zijne en dat van vrouw en kind, die daar ginds op zijne trouw bouwden. Als de teerling gevallen zoude zjjn, had hij het spel verlopen. Het ruischte in zijne ooren, de lampi ons in de booraën wepielden als bonte, dansendé stipjes in een nevel voor zijne oogenmaar hij hoorde Theresa's woor den helder en duidelijk, toen zij liefdevol zeidéMijn goede Herbert, ik heb geen hart meer weg te schenken, maar wel een warme vriendschap neem die aan. Hij wist niet, wat bij geantwoord had, een of andere volzin, dacht bij naderhand, toen bij weder tot zichzelven gekomen was. Namelooze woede vervulde hem en bluschte met vollen straal het vlammetje^ uit van den hartstocht, die uit het schnim des eigen belangs der sluwe berekening een paar jaar bet. geheele zuidelijk ge deelte van dén Brakman geheel schor- grond zou zijn eij herschapen zou kun nen wórden in vruchtbare polders. Het zou; dab Ook niet lang meer duren, of men kon gaan denken, aan het leggeS van ee.i verbindingsweg tusschen het 4e en 5e district, waaraan zoo' groote be hoëfte bestaat. Eene verbinding van de bè:ae dèëlen van VI. per spoor zou dan ook niet lang op zich laten wachten. Als het zoover kómt, houden de onge gronde klachten der Belgische visschers vooi goed op want dan zal' hun Bon- cbautèche haven tot de geschiedenis be- hooreu. Dan zullen de Belgen meer reden iet klagen lx bhen over eene andere zaofc. EeL groot gedeelte van Vlaanderen loot zijn' overtollig water in dén Brakmoa door' de Isabellaëluis. Deze sluis, MQt hét afwateringskanaal isindertijd door de Belgische re^e^ing pp^NéderlaBdwh grondgebied aangelegd en wórdt natuur lijk ook door haar onderhouden. Dooi de sterke verzanding verkort dit euatie* kanaal in een toëfflahl^è-HringoBd ver betering behoeft. Nu reeds kan bet wa ter niet meer door' de sluis wegvloeien, maar blijft er ruim een'meter voorstaan. Herhaaldelijk moet dan ook reeds, naar ik hoor, in Belgie geklaagd zijn over de* last en de nadeelen, die velé Ylaaaischo dorpen van hetovertollige' water onder vinden. Gaarne zou de Belgische geering zich vóór deze zaak offers wiliea getroosten,1 zoo zij maar zékerheid had, dat het geen weggeworpen geld was., Zoolang evenwel de schorgronden rond om de Isabelia-sluis niet ingedijkt zijn, kan zij niets uitrichten. Is dit het g9- hier en daar was opgeflikkerd.' Voc. oogen vertoonde zich de oude afgrond, gouden brug stortte in, die brug, wei- zijpe hoogvliegende plannen daarover gëslagen had. Nu gold het een laatstea koenen vertwijfelden sprong, wilde hjj piet verzinken in de, diepte, waaruit een liefelijk vrouwengelaat bang naar boven keek, wilde hij den tegenoverliggenden oever bereiden, waar het leven lokte en lachte met nieuwen lust. In deze steunrning, ypnd^ijn vader h-ni, dié nauweljjks. minder opgewonden en mei evenveel 'yerw achting: debeslissing tege moet Is zij de uwe vraagde hijmet vrook Iijke stem De ,zoop ;8cWt<?rde?i, !hefc uit, hoe hoog taxeept gij hape vriendschap Lég mg;.niets op dtf pijnbankriep de ppperjachtmees,ter bijna sidderend, «at heeft zij gezegfél Hek. wpprd, ieneen, hflrnam de zoon op scherpen toon, enzjj Wits zoo genadig, mg hare ,vri;e:nflachap aan) te- bieden. De opporjachtmeester/: sloeg" zich voor het hopfd en. liet zich' in eene armstoel nederzinkpn. Is. bet iOpherroepëlgk vroeg hg na korte pauze. Kent ge haar zoo wéinig voer Her- i^ert .yqort, -ge. meent, zij zou zich la ten verbidden Denkt ge, dat een meisje in hare plaats en met haiar karakter dit ragratg.— we*«r» -At

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1