Buitenland.
Binnenland.
erkenden, voor een puiken toetssteen,
voor een door de hoogste rechtvaardig
heid geijkte weegschaal, waaraan geen
stofje mag kleven.!
Een arme kerel, die wel hulp gevraagd
heeft maar niet gekregen,' moet vol
gens hen zeer bepaald ongeschikt worden
verklaard om mede ter stembus op te
gaan, terwijl duizenden bij duizenden,
die gevraagd en ook gekregen hebben
van familieleden, van vrienden en be
kenden, op de kiezerslijst zullen worden
geplaatst
Heusch, daar was wel behoefte aan
zulk een amendement, in te dienen door
voorstanders van algemeen kiesrecht!
Zoo iets hadden deze heeren moeten
overlaten aan mr Levy; die met de in
diening daarvan zich zeker wel had wil
len belasten. Mr Levy heeft in zijn
nota verklaard dat uitbreiding van kies
recht *tot aan de grondioettelijke uiterste
grens", hem schijnt, «onafwijsbare eisch
des tijds." Om dit zeer duidelijk le doen
uitkomen, stelt hij voor. niet den 23jari-
gen leeftijddoor de Grondwet als uiter
ste grens aangewezen en dus door den
tijd onafwijsbaar geeischt, maar den 25
jarigen leeftijd te beschouwen, als een
begin der politieke mondigheid. Hierin
zou men alleen een profanie tegen de
igrondwet kunnen zien, wanneer mr Levy
niet nog iets hooger dan de Grondwet
zelve was.
Mr Levy kan vrede hebben met Tak's
••'„geschikljheidètówös^ vde' schrijfproef
mits „behoorlijk' in de wet,uitgewerkt''
hij schijnt daarin waarlijk iets verstan
digs te zien, het welstandsleeken, het
niet-bedeeld zijn echter, wekt bij hem
ontstemming. „Hier is", zoo schreef hij,
positieve eisch der Grondwet tot een
negatieve herleid, dus. naar de bescheiden
meeDing van den ondeigeteekende ge
weid aangedaan. Te beweren, dat in
eigen onderhoud voorziet, al wie van
yerheidswege of door een liefdadigheids-
instelling niet bedeeld wordt, is met de
meest elementaire waarneming in open
lijken strijd." Iédere.. gelegenheid tot
raateriale afhankelijkheid blijft hierbij
open," Deze laatste opmerking van mi
Levy is verpletterend juist. Er bestaat
geen vaststaand welstandskenteeken »dat
de materiéele afhankelijkheid ten volle
weert."
Reeds bij een betrekkelijk zoo gering
kiezerscorps, als wij bezitten, ja zelfs bi)
het klein elite korps, dat ons het genoe
gen heeft gedaan rcr Levy als wolksver
tegenwoordiger af te vaardigen, hadden
de welstandskenteekenen der bestaande
kieswet niet >de materieele afhankelijk
heid ten volle geweerd Elk welstand?»
teeken, al of niet grondwettelijk, is, waar
men met eenige honderdduizenden te
doen krijgt, niets dan een frase, een my
stificatie. een soort van wetgeversbluf.
Het is daarom niet weinig vermake
lijk mr Levy in hoogen ernst, ten op
zichte van Tak's welstands-kenteeken te
weest zijn, als hij ten minste de herin
nering aan een vrije vroolijke kindsheid,
aan een teeder en liefdevol verpleegde
jeugd had kunnen tnedenemen in de toe
komst, die zoo weinig verlokkend voor
hem lag. Eenzaam, hij, verbloemde dit
niet voor zichzelven, eenzaam scheidde hjj
van het grafelijk huis niemand miste hem
en niemand behoorde hij toe, een tehuis
was hem niet geworden. Hem bleef ook
niet eens de tijd over, om afscheid te ne
men van den opper jachtmeester en zjjne
gemalin. De nalatenschap zijns vader die
veel minder bedroeg, dan een ieder go-
dacht had, eischte eene spoedige regeling
voor zijn vertrek en daarna werd het tijd
vooi hem, dat hij naar Londen ging. Hetn,
die hem van de Wangerlob'sclie familie het
naaste stond, Herbert, hoopte hij in Lon
den aan te treffen om hem vaarwel te
zeggen voor langen tpd, want bij gevoel
de het, dat jaren zouden moeten voorbjj
gaan, .eer hij als een tevreden mensch in
duurzame betrekking zou wederkeeren.
Maar ook deze laatste hoop werd niet
vervuld; toen bjj in Londen aankwam,
had een brief van den opperjachtroeester
hooren uitroepen»Kan eene fictie, die
onmiddellijk in den steek laat, geacht
worden aan den grondwettelyken eisch
te voldoen
W\j, die mr Levy niet gaarne onbe
antwoord laten, geenszins ijl zijn vraag,
maar vooral omdat de vrager zelf in
onze oogen zooveel beteeksnt, geven hem
tot bescheid Meent ge dan inderdaad
dat er op dit gebied ooit een kenteeken
zal zijn aan te wijzen, dat geen fictie is,
die onmiddellijk in dep sleek laat Gij
slaat, als gij een formule zoekt, waar
mede gij de materieel afl.ankelijken"
zult wezen, steeds in het land der ficties
en komt er nimmer uit. Moet welstand
bewijs zijn van materieele onafhanke
lijkheid, en alleen als bewijs daarvan
kan het in uw stelsel eenige waarde
hebben, dan moet gij immers allereerst
onderzoeken op welke wijs die welstand
is verkregen en dat doet uw formule
nooit.
Opmerkelijk is dan ook dat mr Levy
na van Tak's welstandsteeken allo
mogelijke kwaads te hebben gesproken,
en na plechtig verklaard te hebben, dat
>eed en plicht niet gedoogen eene trans
actie met hetgeen, naar hij gaarne toe
geeft, gebrekkelijk persoonlijk inzicht als
stelligen grondwettelijken eisch hem heeft
leeren beschouwen", eindigt juist met
zuik eene transactie, dat wil zeggen, met
het in principe overnemen van Tak's
welstandsteeken. Hij zal tevreden zijn
wanneer bet niet-bedeeld zijn gedu
rende éen jaar wordt versterkt tot een
niet-bedeeld zijn gedurende drie jaren en
aan de weldadigheidsinstellingen, waar
van geen bedeeling mag worden genoten,
worde toegevoegdook die »tot voor
koming van ai moede."
Allerzonderlingst, dat de man, die tot
de uiterste grens wenscht le gaan, niet
slechts den 23 jarigen leeftijd door den
25jarigen wil vervangen zien, maar ook
hij, eenmaal genoegen nemende met het
niet bedeeld ziju, zich eerst voldaan acht
als een tijd van jaar, in plaats van
of jaar, van niet-bedeeld zijn gecon
stateerd zal zijó. Want dat dit niet-
bedeeld zijn gedurende drie jaar iets zou
bewijzen voor materieel© onafhankelijk-
hoid" zal alleen hij kunnen beweren, die
van het werkelijk leven, van de toestan
den in de arbeiderswereld, ja zelfs van
die onder de kieine burgerij absoiuut niets
afweet.
Legt men zich, gelijk mr Levy, bij
den eisch van niet-bedeeld zijn neer, en
wil men tevens tot de uiterste grens van
de grondwet gaan, dan raag men niet
drie jaar in plaats van jaar vragen.
De grondwet zondert bedeelden ex-
p'-esseliik uit blijk baai in de onderstel
ling dat de uiterste grens door de ken-
teekenec van welstand getrokkende
bedeelden niet zou behoeven buiten te
sluiten. En moest nu mr Levy, besef
fende, dat elk welstandsteeken doodeen
voudig fictie is en op de meest willekeurige
den jongen graaf opgeroepen tot eene
spoedige overkomst, naar Constantijn niet
ten onrechte vermoedde, tengevolge van
het bericht, dat graal Wolf na zijn lang
durig rondzwerven eene dochter en erf
gename mede naar huis zou brengen.
Constantijn aanvaardde die lange reis,
zonder een enkelen handdruk of een en
kelen wensch tot zijn gelukgeen oog
werd vochtig om hem, geen woord uit
een liefhebbenden mond klonk als afscheids
groet in zijne ooren. Te midden der reis-
genooten, die omringd door verwanten of
vrienden afscheid namen, stond hij alleen
en bij het meerder gewoel, dat heerseht
op een schip, hetwelk zich in zee begeeft,
bij de laatste drukte en bezielde aandoe
ningen om zieh heen, gevoelde hy zich
dubbel eenzaam.
Voor hem was deze afscheids ure eene
afsluiting van al wat daar vooibij was en,
terwjjl hjj zich daarvan bewust was, dron
gen die herinneringen uit vroeger tijden
zich nog eens allen te zaaien aan hem
op. Het eene beeld plaatste zich naast
het andere en aan zijne oogen vlogen ras
voorbij de spelen zjjner jeugd in Tannen-
wijs scheiding maakt tusschec arbeiders,
zonder op verstandelijke of zedelijke oht
wikkeling in het geringste te letten,
niet tegen zijn eigen amendement aan
voeren. wat hij zoo welsprekend in zyn
nota hoeft gezégd
»Op gansch ons Staatsgebied geldt de
regelieder wordt voor rechtgeaard ge
houden, tot het tegendeel bewezen zij. Op
welken grond, met welk recht onderscheidt
men, bij de toekenning van staatsburger
schap, deelgenooten en hulpbehoevenden,
volgerechtigden en mmgerechtigden, vaar'
willekeur Of is het vastknoopen van het
kiesrecht aan directe belasting, of in be
lasting aangeslagen woning, iets anders
dan willekeur Ook de indirecte belasting
is belasting, en weinigen ontgaan haar.
Bovenal echter wacht de vraag door Tlior-
becke eens gesteld »Wat heeft stem
recht met bezit te doeu nog steeds op
antwoord. Zijn zij, die in de belastingen
hetzij rechtstreeks, hetzij langs den omweg
der woning, niet zijn aangeslagen, zonder
mcor en met pennestreek onbekwaam
te achten?"
Wat heeft stemiccht met bezit te doen?
vroeg Tiiorbecko.
Niets, antwoorden wjj met Mr Levy.
Wat heeft stemrecht met welstand te
doen vragen wij.
Niets antwoordde Mr Levy met ons.
In dit licht, door Mr Levy zelf ont
stoken, bescbouwe men zijn eigen amen
dement en ook de amendementen door
anderen ingediend.
(Slot volgt.)
Historische Schetsen <deu Haag 1860) bladz. 84.
Veel wordt dezer dagen gesproken
ver de verzoening tusschen keizer Wil
helm en Bismarck.
De oude heer is ernstig ziek en nu
houdt men het er voor, dat de keizer
het gevaarlijke van Bismarck's toestand
vernemende, gevoeld heeft, dat hij on
der die omstandigheden den ouden die
naar van zijn grootvader een bijzondere
onderscheiding schuldig was. Daar het
hier echter niet alleen een persoonlijke
handeling betrof maar deze van politie
ke beteekenis waS, zoo is wel aan te
nemen, dat de rijkskanselier van het
voornemen des keizers onderricht was
en dit billijkte.
Keizer Wilhelm zond dan uit Guens,
waar hij met den keizer van Oostenrijk»
den koning van Saksen en den hertog
van Connaugbt de groote manoeuvres
van het Oostenrijksche leger bijwoonde,
een telegram aaa vorst Bismarck. De
keizer zeido daarin, met leedwezen te
hebben vernomen, dat de oud-rijkskan
selier ernstig ongesteld was geweest, en
gaarne een zijner kasteelen te zijner be
schikking te stellen, voor het geval dat,
zooals hij onderstelde, het klimaat van
Friedrichsruhe Varzin voor den her-,
stellende minder gunstig mocht weseD.
Vorst Bismarck antwoordde, ook in een
telegram, dat hij voor deze welwillend,
beid van den keizer hoogst dankbaar was,
maar dat zijn arts, Dr. Scbweningeiyin
zijn terugkeer naar Friedrichsruhe geen
bezwaar zag.
Het ijs is alzoo gebroken. Bismarck
heeft altijd gezegd, dat de keizer den
eersten stap tot toenadering moest doen.
Die eerste stap en voor den keizei' on
getwijfeld wel de zwaarste, is nu gedaan
en dan volgt de rest wel van zelve.
Men gelooft, dat vooral de invloed van
keizer Frans Jozef en den koning van
see, de schitterende feesten in de prach
tigé zalen van het grafelijk huis, het vroo
lijke, viije studentenleven en de vurige
hoop uit den tijd zijner liefde! Theresa,
Theresa, zoo klonk het in zijne gedachten,
maar het dierbare beeld knikte lachend
hem toe en wendde zich af
Geene dier gestalten behoorde zijne toe
komst, voor hem lag de wijde, oneindige
wereld.
(Wordt vervolgd.)
Saksen de laatste aarzeling bij keizer
Wilhelm heeft weggenomen. In Frank
rijk is de crisis nabij. Les enfants de la
patrie staan op het punt zoo maar par
does Russen te worden. Alser niet
gauw reactie komt zal nog treuriger
worden. De Parijsche gemeenteraad stel
de een crediet van 350.000 francs be
schikbaar voor de Russische feestelijk
heden.
Dit besluit werd echter niet met al-
gemeene stemmen genomen. De soci
alisten verzetten er zich hevig tegen. De
vevolutionnaire socialisten gelooven niet
in de mogelijkheid van een Fransch-
Russisch verdrag en zij verklaarden te
gen elk crediet voor de ontvangst dei-
officieren van het Russische smaldeel te
zullen stemmen. Dat hebben ze gedaan
ook, maar heeft niet geholpen.
Zuid Amerika levert nog steeds het
treurige tooneel van opstand en burger
oorlog. In Brazilië is een deel der vloot
in opstand. In het noorden des lands
maken de opstandelingen goede zakon,
in het zuiden evenwel gaat het hun niet
voor den wind. In Argentinië is het
nog erger gesteld. Telegrafisch en spoor
wegverkeer is in een deel des lands ver
broken De troepen van den gouverneur
hebben in last te vechten tot de laatste
man gevallen is,
Vrijdag heeft de minister van finan
ciën de Twe6de kamer de staatsbegroo-
ting voor 1894 aangeboden. Blijkens de
daarbij geleverde beschouwingen is onze
financieele toestand niet ongunstig.
Eene commissie uit de Eerste ka
mer bood Vrijdag H.M. de koningin-re
gentes het adres van antwoord dier ka
mer op de troonrede aan.
In de Vrijdag gehouden zitting van
de Tweede kamer hield de heer Van der
Schrieck, tijdelijk voorzitter, eene toe
spraak tot den als voorzitter benoemden
heer Gleichman.
Deze aanvaardde met eene toespraak
het voorzitterschap.
Het nader vastgesteld ontwerp-adres
van Antwoord van de Tweede Kamer
op de Troonrede luidt
»De Tweede kamer der Staten generaal
waardeert het hoogelijk Uwe Majesteit
wederom in het midden der volksvertegen
woordiging te hebben mogen zien, tot
opening der Statengeneraal in naam
der 'koningin.;
"Wij verheugen ons. dat de mededee
dingen omtrent den algemeenen toestand
des lands, die wij van Uwe Majesteit
mochten ontvangen,in menig opzicht
bevredigend konden zijn.
Aan den hoogst gewichtigen arbeid,
die ons gedurende dit zittingjaar wacht
en waaronder de verdere behandeling en
afdoening der wetsontwerpen tot regeling
van het kiesrecht voor Tweede Ka-,
nier der StatenGeneraal en voor de
Provinciale Staten eene eerste plaats in
neemt, zullen wij onzebeste krachten
wijden.
Erkentelijk voor het vertrouwen, waar
mede Uwe Majesteit opnieuw een beroep
doet op onzen ijver en onze toewijding,
hopen wij met Uwe Majesteit, dut onze
arbeid, onder Gods zegen, zal strekken
tot blijvend weizijn van ons dierbaar
vaderland."
Naar de Ct. uit Middelburg
verneemt, stellen burgemeester en wet
houders aan den raad voor, her, droogdok
Prins Hendrikdat voor.-;/ 26,000 is ge-
kocht door do koninklijke maatschappij
De Schelde te Vlissingen, voor dién prijs
te naasten ij."
AXEL, de» 20 September 1893.
Hulst. Gisteren had bij Fricot al
hier door de landbouw-vereeniging Voor
waarts te Kijkuit de aanbesteding'plaats
voor de levering van pl. 20 000 kilo
Superphosphaat.
Ingeschreven werd door de heeren
VJaeminck te Clinge voor 3.3478,
Adriaansen te Walzoorden voor 3.25,