No. Zaterdag September 9e Jaarg feuilleton. Nieuws- en Advertentieblad voor sch aa de re DIELEMAN, Amendementen. AXEL. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yr ij dagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; \öor Belg 80 cent. Afzonder!, numm. ct. DRUKKER UITGEVER Advertentievan tot regels 25 cent; voor eiken regel meer cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De Rott. heeft een begin ge maakt met de bespreking der amende inenten op de kieswet. In haar eerste artikel spreekt zij ais bare meening uit „dat in ruime mate gemeen overleg zal noodig zijn, wil de wet den weg naar het Staatsblad bei ei ken," en dat het slagen van dit overleg voor een belangrijk deel zal afhangen van de houding die de minister zal aan- nemen. Zij verklaart niet te begrijpen hoe de minister zooveel gbwicht aan zijn zooge naamd kenteeken (het voorzien in eigen onderhoud en dat van hét g6zin) hecht, daar dit niets is dan een vlag en nog wel een valscbe. De strijd zal dan ook loopen over het zoogenaamd bewijs van het kenteeken, namelijk het voorkomen op de bevolkingsregisters en het met bedeeld zijn gedurende een jaar. De hierop betrekking hebbende amer: dementen worden daarna door de Rott. Ct. bespiokeD. Door het amendement-Boi gesius dat het minst van de wetsvoordracht afwijkt, acht zij de hoofdgrief niet wegge nomen. Noch in bet zijn van hoofd van eeD gezin, noch in het gedurende eenigen tijd behoord hebben tot hetzelfde gezin of gehuisvest zijn in dezelfde woning, voor zoover het niet afzonderlijk wonen de personen betreft, kunnen wij eenig kenteeken van welstand zien. De bepa ling dat onderstand, vanwege eene in stelling? van weldadigheid door een tus- schenpersoon verleend, ook als bedeeling zal gelden, kan wel misbruiken voorko men, maar neemt de grief tegen het aan nemen van het niet officieel bedeeld zijn als kenmerk van welstand niet weg, ook ai wordt die aangevuld door de toevoe ging dat men eveneens geen aanvrage om officieelen onderstand mag hebben ge daan. De niet opneming in het kiezers korps eindelijk van veroordeelden, land- loopers en bedelaars zal wel ten gevol ge hebben, dat althans enkele elementen zonder welstand uit het kiezerskorps ver- wydord worden, maar voor de overigen blijft het bezwaar bestaan van het ont breken van eiken reëelen eisch van wel stand. Het amendement-Tydeman, dat ook middellijk bedeelden wil uitsluiten, zoo mede, door uitbreiding van het reclame- recht, ook niet bedeelden die niet ei- gen onderhoud voorzien, kan de IV. Rott. evenmin bevredigen vooral omdat het begrip van voorzien in eigen onderhoud daarbij geheel in de lucht hangt. Het amendement Levy geeft de Rott. aanleiding te zinspelen op de kin derhand die gauw gevuld is. De voor steller had namelijk vroeger ernstige grondwettige bezwaren, waarover bij zelfs een nota schreef en zou nu tevreden zijn als de termijn van niet bedeeling op drie jaar wierd gesteld 'en ook aan bedoeling door instellingen ter voorkoming van ar moede, uitsluiting van kiesrecht wierd verbondenIn dit amendement kan echter de JSf. de oplossing der be zwaren niet zien, omdat het evenals de regeeringsvoordracbt slechts een deel van hen die geen welstand bezitten, uitsluit en de sischen van welstand zelve niet aanwijst. Het amendement Vermeulen dat een meervoudig kiesricht wil invoeren, acht de ook niet aannemelijk om dat het niet voor verwezenlijking vat baar is omdat het denkbeeld zelf vreemd is aan onze grondwet, die geen verschil in stemmental kent, omdat het bovendien de bezwaren Iaat bestaan ontleend aan het fictieve van het door de Regeering aangenomen welstandsken- merk. Voor de invoering van de verplichte stemming, mede door den heer Vermeu len met andere zijner vrienden voorge steld, acht de wel iets te zeggen, maar de wijze waarop dit denkbeeld in het amendement wordt toegepast, acht zij ten eenenmale verwerpelijk, omdat daarbij aan den kiezer de vrijheid wordt gelaten, zijn oproepingsbrief terug te be zorgen en dus eigenlijk straf wordt ge steld op het nalaten daarvan, in plaats van op het verzuimen van den kiesplicht. Het amendement— Eeltz, dat ook wil uitsluiten de nalatige belasting plichtigen, de bewoners van wagens en schapen beneden de 50 ton en perso nen. die in een jaar meer dan tweemaal zijn verhuisd, acht de IV. ook nog te zwak. Dit is eveneens het geval met het mendement Landvooral omdat het hootdzijn van een gezin zonder meer geen kenteeken van welstand is, evenmin als de stabiliteit der woning bij niet-hooiden van gezinnen. „De rede van den heer Beelaerts" toe gejuicht te zien in het Dagblad en zelfs in de Maasbode heeft de Standaard pijnlijk aangedaan. Maar toch wil het blad daaiom met voorbijzien, dat er in die rede ook veel goeds voorkwam waar onder in de eerste plaats de principieel# weerlegging van ministers staatsrech telijke theorie mag worden gerekend. De Standaard gelooft dat de heer Bee- laerts nog balanceert. Gaarne zou hij de finale kiesrechtuitbreiding tegen houden, maar kan dit niet, dan heeft hij zich den weg nog vrijgehouden om met Mackays amendement mee te gaan. Dit onzekere van zijn standpunt is oorzaak dat de heer soms een gekuntselde oppo sitie voerde b.v. tegen een finale kiesrecht uitbreiding, waarbij hij voorzag dat met deze uitdrukking niet anders werd be doeld dan finaal in den zin van zoover de Grondwet toelaat De hoofdgrief tegen Bee laerts re de ligt voor de Standaard echter in zijn spelen met het begrip van algemeen stem. recht. Wel is dit voor den anti-revolutio nair politiek vergift als het zich grondt op een beweerd natuurlijk recht van elk lid der staatsgemeenschap, maar die tho orie is even groot kwaad, al brengt zij bijv. slechts 150.000 kiezers in de wereld, terwijl men volgens anti revolutionair staatsrecht zeer wel tot een stemrecht zon kunnen komen dat, wat het aantal betreft, met het algemeen© gelijk staat. Het git schuilt niet in het cijfer maar in de theoriein het recht. Maar die ge wraakte theorie staat in het wetsvoorstel niet te lezen. Eer schuilt volgens de Standaard het kwaad nog in art. 80 der grondwet. "Wat de door den heer uit Groen geciteerde woorden betreft, gelooft de Standaard dat hij een geheel anderen indruk zou hebben teweeggebracht, wan neer hij ook eens de plaats geciteerd bad, waar Groen beaamt, dat het den be- 51. NAAR HET HOOGDUITSCII VAN etOLO BAIfflïJS» DOOR Zoo groeide de kleine Catkar.na op in Rome onder de oogen van eene vrouw, gevallen in haar eigen oog en ook in dat der wereld. Zij genoot weinig liefde en vrijheid. De schuld, welke de moeder drukte, lag zwaar op de, genoegens ha- rer jeugd en toch bad zij een zoo ont vanfeelijk gemoed vooral wat schoon was en goed, toch was daar geen teedeider, geen zachter wezen dan zij. Arme kleine, zeide Theresa ontroerd, maar gij, eerwaarde moeder, gij hebt baar toch liefgehad Innig, hernam de overste, God weet hoe gaarne ik mijn geluk zoude gegeven heb ben voor het hare, maar Hij nam dit niet aan, Hij wil eene reinere en meer vol maakte ziel dan de mijne. /Ongeloovig kuste het jongè meisje la- chend de band der non. En nu, eer- /waarde moeder, wat gebeurde er verder met haar? vroeg zij dringend. Wij groeiden samen op, Catharina maak te weinig kennis rnet wereldlijke genoe gens, deste meer met boete en vroomheids oefeningen, want bare moeder voedde den vurigen wensch, baar in het klooster te zien gaan, een wensch, waarmede de doch ter nooit volkomen instemde, Zij gedroeg zich te dezen opzichte steeds geheel lijd zaam vertrouwde zij op hare eigene geestkracht, rekende zij op de hulp haars vaders, of wilde zij dezen stap nog in overweging nemen, zelfs tegen mij, hare vertrouwde vriendin, sprak zij niet open hartig over het besluit, dat zij nemen zoude, een besluit, dat waarschijnlijk ook nog niet vast genomen was. Maar toen verscheen de dag, die haar de beslissing bracht met sterkeu drang, ten minste voor haar zwak hart. Zooals ieder jaar geschiedde, zoude zjj haren vader bezoeken, ditmaal te Nizza waar bij ziek lag en Catharina zoude rei zen onder de bescherming mijner ouders. Het was in den tijd, toen Karei Albert beproefde de banier der vrijheid te planten. Men leidde een veelbewogen, opgewekt leven in Öpper-Italie en ware Catharina's vader niet juist bedenkeliik ziek geweest, dan zoude hare moeder haar nauwelijks die reis vergund hebben. Den avond te voren verklaarde zij plot seling, als zoenoffer voor de schuld en de fouten baars levens, Catharina reeds se dert jaren stellig toegezegd te hebben aan het heilige hart van Jezus eu baar be stemd te hebben, om in het klooster der Lieve Vrouwen te gaan. Zij wist dit be sluit voor te stellen als Gode bijzonder welgevallig, daar uit eene erfenis een fa miliekapitaal voorhanden was, dat der eerst volgende bruid van Christus zoude mede- aecreven worden en dat het zeer beschei* den begiftigde klooster uiterst welgevallig zoude zijn. Lr was geen tijd meer tot onderzoek; als altijd, was de tegenstand van Catha rina tegenover hare moedei lijdelijk en de beslissing was ook niet dringend noo- dirr. Wij vertrokken en nu brak voor Catharina een korte, gelukkige tijd aan, een tijd, dien zij later betaalde met de rust baars levens. In Nizza aangekomen, vonden wij haren vader reeds herstellende. Hij was liefde vol verpleegd door een jong Duitscher, zekere graat Wangerloh, wiens gezelschap ook den genezende zeer weldadig was. Het was een schoon, begaafd, beminnens waardig man en wat meer zeggen ■wil, een voortreffelijk mensch, Hij kwam da gelijks bij ons aan huis en verkeerde vol komen ongedwongen met de familie en Catharina, niet onder den invloed van den somberen ernst harer moeder, toonde zich in hare volle bekoorlijke natuurlijkheid. De liefde tusscben hen beiden ontstond onder mijne oogen en toch was ik blind daarvoor, ging de non voort met een on derdrukten zucht, anders had ik Cathari na wellicht vooraf gewaarschuwd en haar herinderd aan hare bestemming, die be zegeld was door eene heilige gelofte ha rer moeder. Ik vernam het eerst lat zij beminde en weder bemind werd, toen baar vader haar aan ons voorstelde als de bruid des Duitscben graafs. Een kleine pauze volgde. De gedach ten der non schenen zich .niet te kunnen losrakken van dit beeld uit het verledene en Theresa raakte zachtkens hare hand aan, om baar aan te sporen verder te gaan. Ik weet niet, hoe dat alles zoo geko men is, ging de non voort, of twijfel en bezwaren bij haar verdwenen waren, of dat graaf Wangerloh's liefde die over winnend bad bestreden, want zelfzuchtig en verblind had ik mij slechts bezig ge houden, met mijzelven en met de verwach tingen, die het leven opwekte in mijn jong en toenmaals zoo wereldsgezind hart. Nu was ik de eerste, die Catharina opmerk zaam maakte op de zware verantwoorde lijkheid van den stap dien zij deed. Ik herinnerde haar aan hare moeder, hoe de berouwvolle vrouw de redding harer ziel alleen zag in de vrome toewijding van haar kind. Ik stelde haar voor, hoe zij den vrede terug zou brengen in de ver broken familiebetrekkingen en de Godde lijke genade zou verkrijgen, die zoo wel gevallig nederziet op het offer van een rein hart. Ik zeide haar te bedenken, AXELSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1