No. 755.
Woensdag 16 1895.
9e Jaarg,
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sc h-Viaa deren.
DIELEHM,
AXEL.
Vrijwillige oefening in den
Wapenhandel.
OGGEL.
Minister Tak aan woord.
48. FEIIILIjETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentievan tot regels 25 oent;
voor eiken regel meer cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
'De Burgemeester van AXEL maakt
bekend
dat jongelingen van 17, 18 en 19 jaar,
die zich gedurende den aanstaanden win
ter tot Maart 1894 in de gemeente
willen oefenen in den wapenhandel zich
daartoe dagelijks ter secretarie kunnen
aanmelden van heden tot en met den
laatsten dezer maand
dat het onderwijs aan de belangheb
benden kosteloos wordt gegeven.
Axel, den 14 Augustus 1893.
De Burgemeester voornoemd
De redevoering van den heer Tak van
Poortvliet, ter beantwoording van de 38
sprekers, die zich in algemeene beschou
wingen verdiept hadden, bleef niet bene
den de verwachting, zegt de Amst.
Niet minder dan twee uren lang stond
de minister met een onverstoorbare ge
lijkmoedigheid, zakelijk en eenvoudig, de
argumenten te weerleggen, die men tegen
het stelsel der regeering, in het kiesrecht
ontwerp belichaamd, had ingebracht. En
indien iets indruk kon maken, dan moest
het wel die kalme bedaardheid, dat ge
voel van zelfbewuste kracht zijn, door
Tak betoond, na zooveel woordengeklank
als er nu gedurende twee en een halve
week over zijn hoofd was heengegaan.
Heel die reeks van kiesrechtspeeches, die
daar achter hem lag, had, zoo scheen
het, slechts enkele punten ter overwe
ging overgelaten uit die woordenzee van
het parlement stak voor Tak hier en
daar een wit beschuimde golf op, waar
op hij het de moeite waard achtte te
wijzen, maar rustig stond hij met het
roer in de hand, met een vastberaden
heid op het gelaat, als wilde hij zeggeD:
daar ligt de haven, en als de storm niet
erger wordt, zal ik het scheepje er wel
binnenloodsen.
Niet nieuwsgierigheid om te hooren
wat de minister te zeggen had ter ver
dediging van de indiening dezer wet of
ter rechtvaardiging van de kenteekenen
van geschiktheid en van welstand, was
het wat de Katnei zoo voltallig en de
tribunes overvol had gemaakt, al be
greep men dat het een genot zou zijn
een betoog te volgen, waarbij eene zoo
langdurig en kunstmatig opgeblazen op
positie plat zou worden geslagenhet
was natuuriijk de belangstellenden er
meer om te doen te vernemen hoe de
regeering zich tegenover de pogingen om
de wet te ontzielen of te verminken zou
gedragen. Toen de minister dan ook
tot dat deel van zijn redevoering gena
derd was, staken de Kamerleden, die in
alle stilte hadden zitten luisteren, de
hoofden op, om zich geen syllabe te la
ten ontgaan daar lag het hait van
de kwestio. En zij, die op Tak's stand
vastigheid, als de eerste, zoo niet de
eenige, voorwaarde .voor het slagen der
wet, tot dusverre hadden gerekend, wer
den niet teleurgesteld. Door ironisch op
te merken, dat sommige kamerleden meer
van de in te dienen amendementen wis<
ten dan de minister, voor wien zij nog
verborgen gehouden werden, gaf de heer
Tak duidelijk te kennen, dat deze ge
heimzinnigheid een minder gunstigen in
druk op hem maakte, doch hij kon dan
nu ook volstaan met de verzekering, dat
de regeering beslist zou afwijzen alles,
wat het beginsel en de strekking van
het ontwerp trachtte te beleedigen en te
beperken terwijl zij, hoe kon anders,
zich bereid zoude toonen elke verbete
ring, van vorm en inhoud, niet in strijd
met bet wezen der wet dankbaar te aan
vaarden. Dat de heeren Van Houten,
Roëll, De Beaufort, Van der Kaay zich
dit voor gezegd kunnen houden, zullen
zij zelf wel het best begrijpen.
En toen de heer Tak ten slotte in
herinnering bracht, dat de voorgestelde
kiesrechtregeling slechts een navolging
was van het voorbeeld, door andere lan
den gegeven, en een luisteren naar de
lessen van Thorbecke, wist hij daaraan
een paar volzinnen te verbinden, welke
een zeer krachtige waarschuwing be
vatte voor hen, die den treurigen moed
mochten bezitten, door verwerping van
deze wet en aanvaarding van de regee
ring zonder kamerontbinding, het volk
en de Kroon tegenover elkander te plaat
sen. Thorbecke", zoo zeide de heer
Tak ongeveer: de „kalme staatsman,
pleitte als 'fc ware in zijn narede voor
uitgebreide deelneming des volks in de
regeering, in belang der dynastie, die
ons volk dierbaar is, die, samengeworteld
met ons volksbestaan, versterkt wordt
naar gelang de volksinvloed toeneemt.
Alleen toen liep zij gevaar, toen de re
genten in de vorige eeuw den volksin
vloed tegengingen. Gevaar zou weder
ontstaan als een partij zich dooi" de
NAAK HET HOOGDTJITSCH VAN
CiOJhC' KAIMIJS»
DOOR
Naar huis, naar huisDit verlangde
zij met de onstuimigheid van een bind
en tevergeefs noemde zij zichzelve een-
dwaas en zeiden dat het niet anders kon
noch mocht zijn.
Ook het genot om goede muziek te
hooren viel haar slechts eenmaal ten deel
Alleen kon zij de opera niet bezoeken en
het stond Herbert tegen, wat in dit ge
val toch gebeuren moest, om haar te ver
gezellen op een bescheiden, zoo goed mo
gelijk verborgen plaatsjeopdat zij
niet in het oog zouden vallen. Slechts
twee maal had zij met Richards vader
eene opera-voorstelling in Duitschland bij
gewoond, het genot was nog nieuw voor
haar en hare vreugdes bij het einde der
voorstelling, haar diep gevoel voor de
muziek, zou ieder ander verrukt hebben.
Herbert verveelde he.t, hij gevoelde er een
tegenzin in te zitten tusschen personen,
wier recht om zich in zijn gezelschap te
bevinden, hij loocluende. Beoordeelingen
Kroon wist te dekken tegenover de meer
derheid des volks. Evenmin als men in
'48 den wassenden stroom des tijds kon
tegengaan, mocht men thans verzuimen
rekening te houden met de nieuwe denk
beelden, die het geheel kunnen in stand
houden en versterken. Daartoe rekent
de regeering op de medewerking der
Kamer."
zoo wilde de beer Tak
zeggen Het besluit tot Kamer-ontbin
ding bij verwerping van de wet is niet
in mijn bezit. Het is mogelijk dat een
paitij de wet weet te doen verwerpen,
zich met het gezag van de Kroon zal
beproeven te dekken, en met deze zich
zal stellen tegenover het volk. Maar
zelfs die mogelijkheid zal de regeering niet,
verleiden water in den wijn te doen,
op het stuk van beginsel en strekking
der wet. De regeering laat de verant
woordelijkheid voor de verwerping, voor
de combinaties en voor de botsingen, die
daaruit kunnen vooitvloeien, aan hen
over, die den Staat hieraan zuilen willen
wagen. De wassende stroom des tijds
is evenmin als in 1848 te keeien, aller
minst door verraad te plegen aan de
Kroon en de natie.
Het slot van Taks redevoering was
buitengewoon sober aan woorden, maar
rijk in beteekenis. Het werpt een licht
op de vastberadenheid van de regeering,
ook een licht op het streven der opposi
tie, waarbij veel te denken valt.
Wat ons betreft, wij hebben de positie
van de regeenng tegenover de tegenstan
ders van de kieswet steeds uit dat oog
punt beschouwd. Hierin ligt haar kracht,
want wij durven niet aannemen, dat men
in conservatieve kringen, in hoogere en
en opmerkingen zijner buren, boe passend
en verstandig ook, schenen hem onvoege-
lijk toe, de lucht op den achtergrond der
bovenste loges drukkend. Hij miste het
bevallige lachen en praten tusschen de
bedrijven, het fonkelen der juweelen en
het schitteren van schoone oogbn, die at
mosfeer bezwangerd van parlumeriën en
bloemengeur en afgekoeld door het rui-
schen der waaiers.
Stil en verrukt zat Magdalena naast
hem Herbert vond den avond vermoei
end, het offer dat bij gebracht had te
gröot en nimmer deed hij bet weer.
Mei ging voorbij, de Londenaars keer
den terug naar hunne landgoederen, vreem
delingen vertrokken. Het verborgene en
langzaam verbleekende echtelijk geluk
had Herbert niet verhinderd, alle verma
ken die de winter aanbood, ten volle te
genieter) en overal was bij bevoorrecht en
met onderscheiding behandeld. Talrijke
uitnoodigingen op het land bewezen dit,
de aan dochters riike huizen deden vooral
hun best, menige rijke erfdochter lachte
hem veelbelovend tegen, menige moeder
moedigde hem op ondubbelzinnige wijze
aan.
Voor liet eerst werd hij zich bewüst,
dat hij zich boeien had aangelegd voor
zijn gansche leven, dat in lang nog geen
uitzicht beriond, om den vurigen droom
te verwezenlijken en Magdalena openlijk
als ziju.<3 gade te erkennen. Minder dan
ooit kon hij de toelage zijns ooms ont
beren niet alleen, maar in weerwil dier
toelage maakte hij nieuwe schulden. Hij
zelve leefde schitterender, dan de groot
moedigheid van graaf Wolf dit bedoeld
had er. Magdalena's huishouding, hoe be
scheiden zij ook was in hare eischen, vor
derde eveneens eene zekere som, waar niet
op gerekend was. Maar juist omdat het
einde dezer toestanden niet te voorzien
was, kwam het niet in hem op, Magda
lena's ontberingen te deelen of haar de
diepe eenzaamheid te verlevendigen en te
vervroolijken door veelvuldige bezoeken.
Wel liet hij baar de bedenkingen niet
merken die na de vervlogen betoovering
ontnuchterend op hem werkten eens bij
haar, .vas hij juist doordat hij haar zoo
weinig zag, nog immer onder den invloed
haver bekoorlijkheid. Maar ver van haar
verwijderd, was hij niet in staat, ook zelfs
eene enkele verzoeking te weerstaan.' Hij
nam de uitnoodigingen aan, voor zoover
zijn tijd Hem dit veroorloofde, hij 'ging
en liet haar alleen en zij zag hem na zon
der klagen, zij beproefde nog te lachen
al brak baar het harte van wee.
Nu verliep de eene dag na den ande
ren en hij kwam nietzij zocht al haar
geestkracht bij elkander, ernstig beproef
de zij de uren te korten door geestelijke
bezigheden, zich te vermoeien door licha
melijke werkzaamheden, want ook de slaap
werd haar ontrouw en in plaats'van dien
slaap kwamen gedachten, vreemdsoortig
en droevig en die gedachten hielden hare
oogen open en beklemden haar hart.
Vaker dan voorheen zocht zij nu een
voorwendsel om inkoopen te doen, zij had
het zoo gaarne gehad, dat zonder hare
schuld Constautijn, die trouwe vriend en
raadgever, haren weg eens gekruist had.
Daaruit kon niets kwaads ontslaan, hij was
hen beiden gegeven, haar en Herbert en
men kon zoo goed op hem rekenen
Maar geen vriendelijk toeval kwam
haar te hulpe en de belofte, door haar
gedaan, om in de verborgenheid af ie
wachten, werd zij niet ontrouw. Aan een
ding echter kon zij geen weerstand bie
den, zij nam de bloemen, die een kinder
handje over de tuin heg haar aanreikte en
vergrootte de opening in het bloeiende
boschje, opdat zij het kleine ding er door
zou kunnen trekken aan haar hart. Hoe
innig sloot zij het in de armen, hoe tee-
der kuste zij den kleinen mond.
Plotseling werd het haar duideljjfe, wat
haar hart verlangde. Een kind, een kind,
zoo weerklonk de kreet van baar verlan
gen en ik zal rijk zijn en gelukkig
Een goeddoend God had dien weuncli
gehoord, zij zoude niet geheel eenzaam
blijven.
Gij ziet er bleek uit, Magdalena, zeide
Herbert toen hij bij gelegenheid van een
kort verblijf in de stad tot haar kwam
gij moet meer op uzelven passen, op uwe
Jl
AXELSC
courant
ft ft ft