No. 755. Woensdag Augustus 1895 9e Ja ar ij ij is wtskss Nieuws- en Advertentieblad voor Zee sc -Vlaanderen DIELEMAN, FEUILLETON. AXEL. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. AB ORNEMENTPP RIJS; per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonder!.numm. ct. DRUKKER UITGEVER Adverientiën van tot regels 25 cent; voor eiken regel meer cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Het rekwest tot afschaffing der tollen in de Provinciale Staten. Daarop volgde overeenkomstig bet voor stel van den toenmaligen commissaris des konings, graaf Van Lijnden, het besluit tot algemeene verbetering van wegen in de provincie door middel van te verlee- nen rentelooze voorschotten en het ge volg daarvan was dat er een geheel net van kunstwegen ontstond. Maar allen die van dat middel gebruik maakten bleven zelf belast met de te ruggaaf der rentelooze voorschotten en met hét onderhoud der wegen. Aan de zoo even genoemde wegen was die last niet verbondenzij hadden hun ontstaan te danken aan een onwettig ge bleken besluitzij, die er door gebaat waren, hadden een voorrecht verkregen dat nooit bedoeld was. Nog tegen een andere bewering moet ik opkomen en wel tegen deze. dat tollen het verkeer zouden belemmeren. Als men den vroegeren toestand herdenkt, toen een groot gedeelte des jaars nage noeg alle verkeeer was uitgesloten, en vergelijkt met den tégenwoordigen, die met en door de tollen is mogelijk ge worden, is die stelling moeilijk vol te houden. De vele tonnen gouds, door de provincie aaD de verbetering der wegen besteed en gewoonlijk met grooien aan drang begeerd, zouden anders moeten geacht worden tot die belemmering te hebben aanleiding gegeven. "Werd de verbetering van wegen als van algemeen provinciaal belang geacht, dan zou de zorg der provincie zich ook tot alle wegen raoeteD uitstrekken en zou zjj alle daarvoor beuoodigde kosten NAAK. HET HOOGDUITSCH VAN CtOEiO KAlJliulI» DOOS, voor hare rekening moeten nemen. De beer Fruijber heeft gezegd dat de gemeenten in het 5e district den afkoop van tol niet zouden kunnen betalen en wil daarom het onderhoud der wegen ten laste der algemeene iias brengen. Dat zou zeker gemakkelijk zijn, maar aangenaam b.v. voor Walcheren, waar de landbouwende stand niet minder ge drukt is en voor zijn eigen wegen, wel ke voor een groot deel zonder hulp van de provincie zjjn aangelegd, te zorgen heeft.. De toestand der wegen was in Zee land niet oveial dezelfde. In Walche ren en Zuid Beveland bestonden reeds vele wegen toen hA, besluit tot het ver leenen van rentelooze voorschotten werd genomen en men heeft daar dus minder uit de algemeene kas getrokken dan el ders. Daarover beklaagt men zich niet, maar het gaat niet aan dit deel der provincie nog nieuwe lasten op te leggen ten ein de andere meer begunstigde deelen te kunnen ontheffen. Wil men van wege de provincie vergaan tot afschaffing der tollen, dan moet men zich niet bepalen tot de pro vinciale wegenwelke eene uitzonde ring op den regel vormen, maar den maatregel algemeen over geheel Zeeland en ten aanzien der overige wegen toe passen en hoeveel zou dat kosten De heeren van het 5e district, die be weren dat de provincie door de afschaf fing der tollen niet de volle 10.000 zou verliezen, zooals is voorgesteld, om dat het aandeel vau den wagendienst van Hulst naar Walzoorden gedeeltelijk in de kas terug vloeit, wil ik doen op merken, dat zij daarentegen vergeten re kening te houden met de ƒ1400 en 800, welke de wegen op Schouwen en die van Goes naar Gravenpolder op brengen. Nog een eDL^l woord naar aanleiding van hetgeen de heer Waesbergbe Jans sen heeft gesproken over den weg van Huist naar St Nicolaas. Ik geloof dat het beter ware geweest dien weg te la ten rusten. Het is waar, tegenwoordig wordt de opbrengst van den tol geheet ten behoeve van den weg besteed, maar dat is niet altijd zoo geweest. Ik zal er den heer Waesbergbe Janssens geen verwijt van maken, want het was vóór ziju tijd, doch in vroeger jaren höeft Hulsr. ontzettend van dien weg geprofiteerd. Toen stond er slechts éen post op de begrooting voor de straten in de stad en dezen weg. De toestand van den weg was toen ellendig en zeker veel minder dan die der straten in de stad. De ingeko men klachten gaven aanleiding voor het in het leven roepen der thans gevolgd© wijze van handelen. De heer Heijse. Terwijl ik mij geheel aansluit, mijnheer de voorzitter, bij het geen mijn ambtgenoot Snouck H-irgronje zoo even gezegd heeft, moet ik toch nog iets daaraan toevoegen. Beiden dehee ren Van Waesbergbe Janssens en Fruij- tier, hebben er nadruk op gelegd, dat bet door de provincie te lijden verlies bij afschaffing der tollen door Gedeputeerde staten al te hoog was voorgesteld; Dit is zoo weinig waar dat integendeel het cij fer nog wel iets te laag mag heeten zooals blijken zal, wanneer ik de nuchtere cijfers in het gediDg roep. Op de be grooting, die wij straks* in behandeling zullen nemen, komt aan opbrengs van verpachte tollen voor 10760. Wanneer men nu in oog houdt, dat de aftrek, dien de heeien willen toepassen, naar aanleiding der bepalingen voor het sub sidie aan den dienst Vlake-Walsooidea Huist, ruim 2200 bedraagt, en dat de tolopbrengst met 2200 te verhoogen is wegens jaarlijksche afkoopsom van tol rechten op Schouwen en Zuid-Beveland dan is het duidelijk, dat de lO.uOQ voorstel van Gedeputeerde staten niet te hoog, maar wel te iaag mogen heeten. Mede is door beide heeren gezegd, dat het Gedeputeerde colleg- ten onrechte van eene vroeger genomen beslissing sprak, daar die in hun tijd nóóit geval len was. Mij dunkt, dit is spelen met woorden. In 1888, toen door gewijzigde wetgeving de tolheffing op andere wijze als tot dusver moest geschieden, hebben Gedeputeerde staten in bun voorstel des betreffende, met vermijding van elk soort struisvogelpolitiek en om eiken schijn van verstoppertje spelen" te ontgaan, de Provinciale staten met zooveel woorden op de mogelijkheid van tol afschaffing ge wezen doch die hunnerzijds ontraden. Met welk gevolg De Provinciale staten hebben over de nieuwe regeling gesproken maar van de afschaffing, waarop zij als redmiddel gewezen waren, met geen en kel woord gerept. Ik zou zoo zeggen, dat dit toch wel iets van een beslissing heeft. Eindelijk heelt speciaal de heer Van Waesbergbe Janssens zich luide beklaagd, dat zoo nu en dan geheel valsclielijk hot beweren wordt geuit, als zouden onze lacdganooten aan de overzijde der Schei- Vleiend legde zij "het hoofd op zijn schouder. Wees weer goed, ik was dwaas ik leer het nog om de eenzaamheid lief te krijgen. De herinnering sleept mij vaak mede. Gij gelooft het niet, hoe zoet eene menschelijke stem klinkt, schooner dan de zang der vogelen en de klank der klokken ik heb zoo gaarne gepraat en geschertst. Nu denk ik alleen. Hij lachte, streek haar de gouden lok ken van de slapen terug en keek haar diep in de oogen. Bleek van het denken zeide bij en volgde de fijne lijn van haar schoon gelaat. Gij ziet er aangedaan uit, Magdaleua, ge kondt tusscbenbeide eens gaan rijden. Met vroeg zij snel. lylijn tijd zal dit nauwelijks toelaten, het Londensche leven verslindt meer levens kracht dan men denkt, daaraan zie ik, hoe braaf en solide ik in Duitsehland ge deeld heb. Als men na een diner nog een bal moet bezoeken en eerst tegen drie uur in zijn club komt, dan dankt men God, als men nog zooveel tijd vindt om te slapen, dat men met eenigszins versterk te hersens na het ontbijt naar het ge- zantsehapsbotei kan gaan en dan ver langt men ongeduldig naar het oogenblik, waarop men zich door een snellen rit kan opfrisschen. Een langzaam rijden in een halfgesloten rijtuig zou mijne zenuwen weinig opknappen. Dit zag zij in. Gij moet doen, wat lief en dienstig is, maar het zou toch zoo schoon geweest zijn, als mijne wenschen en uwe behoeften een geweest waren. Het is zeker verfrisschend te paard te rijden en ik zou zoo gaarne eens zien bij die schitterende cavalcade van heeren en da mes waarmede gij rijdt. Dit kunt ge, zeide bij toestemmend. Ik zal morgen een rijtuig zenden, de koet sier zal onderricht ziin waar hij moet rij den, Van vreugde sloeg zij de handen in elk ander, het was, als had bij haar tot deel genoote, niet tot toeschouwster van zijne genoegens gemaakt. Daarmede was dit gesprek over hare behoeften, om eene kleine afwisseling in haar eentonig leven te hebben, voor lan gen tijd afgeloopert en een ander, van meer gewicht, liet Magdaleua zelve mo gelijk onaangeroerd. Als ooit een vurig verlangen haar ver vulde, een verlang* ju, dat in het verlede- ne terugging, dan was het de begeerte om iets te hooren van de broeders, die zulk een sterken invloed uitgeoefend had den op haar vorig leven, wie zij eene ge luklrige jeugd en het beste deel harer geestelijke ontwikkeling te danken had. Driemaal had zij aan Werner geschre ven en steeds had Herbert middelen en wegen gevonden, om den brief door be middeling van vertrouwbare personen aan een adres te Parijs te zenden en den brief vandaar te doen vertrekken. Dit was de zekerste weg, om van Magdalena's spocr af te leiden, de bemoeiingen om haar in Parijs te vinden werden daardoor verij deld. Maar zij had het bij drie malen gelaten. Het was haar, in weerwil van hare opofferende liefde voor Herbert, pijn lijk, dat hij hare brieven aan eene con tröle onderwierp, zoogenaamd om te wa ken over mogelijke onvoorzichtigheden, Zij kon nu voor Werner den warenden keren toon niet vinden, een toon Idie zoo overtuigend werkt en om aan Ricbavd te schïjjveu, daartoe had zij. den moed niet. Drukte haar een duister gevoel van schuld, vreesde zij hem te verbitteren of meer nog, hem te bedroeven door de ver zekering van haar geluk steeds weder legde zij den begonnen brief ter zijde. Een voorgevoel bekroop haar, dat het geen broederlijke vriendschap, maar diepe gloei ende liefde gewéest was, die de man reeds voc'7 het kind had gevoeld, die hij zorg vuldig verborgen had en bewaard, tot haar hart instaat zoude zijn, om dit mach tige gevoel te begrijpen en te beantwoor den. Nu was dit gevoel ontwaakt en had zich geneigd tot een ander en eene diepe smart greep haar aan, als zij Ei» chard gedacht en de droefheid, die hjj moest gevoelen. Vroeger had Herbert haar overreed om te gelooven dat de lief de van den schilder de jonge Theresa toe behoorde en zij had heb gaarne geloofd, omdat zij het wenschtenu was het voor Herbert niet meer noodig, haar daarvan te overtuigen, het thema verveelde hem, zijne welsprekendheid hield op en haar twijfel ontwaakte. Ach, hoe smartelijk verlangde zij naar eene directe briefwisseling met Werner, maar hoe zij ook borg sprak voor diens zwjjgen, voer zijne vergiffenis, voor zijne toestemming in het onvermijdelijke, op dit punt. bleef Herbert onverbiddelijk. Eindelijk had zij een uitweg gevonden. Zij verzocht Weruer, den eersten dag van iedere maand in eene Duitsche courant haar zijne en Richards woonplaats op te geven en iedere verandering ir. hunne omstandigheden kort en alleen voor haar verstaanbaar, haar te melden. En l3\nrs dezen .veg vond zij vergiffenis en daar mede bevrediging. Zij hoorde daardoor ten minste, dat Riehard zich op reis be vond, dat Werner nog op eene aanstel ling wachtte, dat beiden gezond waxen 4XELSCHE »$=gt=j.g rj

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1