L\o. 7-29. Woensdag 20 1895. 9e Jaarg,; Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sc Vlaanderen DIELEMAN. 'IJ is Herijk der maten en gewichten. FEUILLETON. Jk Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag'- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; Voor BelOiIS 80 cent. Afzondert, nurani, ct, DRUKKER UITGEVER Advertentievan tot regels 25 ofnt voor eiken regel meer cent, Groote letters worden naar plaatsruimte berekend, Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlp' tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren, Wij herinneren onzen lezers dat die herijk in dit iaar zal plaats hebben in do hiervolgende gemeenten op do daarbij aangegeven dagen; Axel, 26 en 27 Juli. Zaamslag28 Juli. Hulst, ook voor Clinge en St Jan steen 29, 30 Juli en Augustus. 'Rapenburg (gemeente Stoppeldijk) voor de gemeenten StoppeldijkHengstdijk en BosehkapelleAugustus. Graauiv, Augustus. Kloosterzande (gemeente Hontenisse) voor de gemeenten Hontenisse en Osse- nisse en Augustus. liet rekwest tot afschaffing; der tollen in de Provinciale Staten. Daar een groot deel onzer lezers tot de onderteekenaars van bovengenoemd verzoekschriitbehooien, kan het zijn nut hebben, dat zij het volledig verslag der behandeling van het rekwest te lezen krijgen, waarom wij het hieronder laten volgen. Het is overgenomen van het als bijvoegsel bij de Midd. Crt. gegeven ver slag. Voorstel tot afwijzing van het ver zoek van Staal om de tolheffing op de wegen in onderhoud bij de Pro vincie af te schaffen. Het voorstel luidt: In het hieronder afgedrukte adres vra gen Staal en een aantal andere inge zetenqn van het. land van Axel aan uwe vergadering om de heffing van tol op de wegen, in onderhoud bij de provincie, af te schaffen. Dat verzoek wordt on dersteund door de gemeenteraden van Axel, Terneuzen, Zaamslag, Hulst en Hontenisse, bij de adressen of brieven welke voor tor griffie ter inzage liggen. Door uwe vergadering is reeds meer malen beslist, dat de provincie de op brengst der tolheffing niet kan missen, het laatst nog in uwe vergadering van Juli 1888, toen besloten werd tot hef fing van tol op de bij de provincie in onderhoud zijnde wegen als provinciale belasting, ingevolge art. 116 der pro vinciale wet. In ons voorstel van 27 April 1888 no. 1662/63, dat als bijlage no. 9a achter de notulen van 1888 is afgedrukt, en waar van uw besluit van Juli 1888 een ge volg was, hebben wij de gronden uit eengezet, waarom behoud van tolheffing, naar ons inzien, wenschelijk is. Wij meenen ons thans daaraan te kunnen godragan. De adressanten gronden hun verzoek op do plannen der regeering tot afschaf iing der rijkstolien, doch daardoor worden de bezwaren niet opgelost, welke tegen de provinciale tollen in Zeeland bestaan. Door die afschaffing toch zou de provin- fieeene aanzienlijke bron van inkomsten missen, die op andere wijze zou moeten worden aangevuld. "Wij meenen dan ook de inwilliging van bet verzoek te moeten ontraden. Wilde men in Zeeuwsch-Ylaanderen, even als in Zuid-Beveland en Schouwen, tot afkoop van tolrechten overgaan, dan zou den vele bezwaren tegen de heffing ver vallen en de druk aanzienlijk verminde ren, door het vervallen van de vrij be langrijke kosten van'inning. Ten slotte meenen wij er nog op te moeten wijzen, dat de bewering in het adres, ais zoude noch door de gemeenten noch cloor polderbesturen tol worden ge heven, onjuist is. Zelfs de zich adres serende gemeente Hulst heft tol. Het adres luidt Geven met den meest verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, gezetenen van het land van Axel, dat zij met ingenomenheid hebben gezien, dat door de regeering aan de Tweede kamer der staten-generaai een wetsont werp is aangeboden, houdende het voor stel tot afschaffing der rijkstolien. Ongetwijfeld ziet de regeering in, dat zullen handel er. nijverheid zich naar behooren kunnen ontwikkelen, zfj van alle belemmeringen moeten worden ont heven. Reeds stond in 1875 het minis terie-Heemskerk op dit standpunt en om die reden bracht het dan ook, kort na zijn optreden, een wet tot stand, waarbij vuur ton- en bakengelden wer den afgeschaft. Na dien tijd is de scheepvaart met reuzenschreden vooruitgegaan en hoeveel miliioenen er ook aan de vei betering der waterwegen naar zee zijn besteed, toch heeft men er nimmer aan gedacht, tot den ouden toestand terug te keeren. Ook in bet naburige Belgie heeft men begrepen dat, met het oog op de uitge breidheid van het spoorwegverkeer, ook voor dion tak van landbouw, handel en nijverheid, die gebruik maakte van kunst wegen, alle belemmeringen moesten wor den opgeheven, om welke reden dan ook reeds lang de tollen aldaar zijn afge schaft Zelfs heeft men, ter bevordering van de scheepvaart op Antwerpen, den Scbel- detol afgekocht. Het valt niet te ontkennen, dat door het wegnemen van ql die belemmeringen landbouw, handel en nijverheid oene on gekende vlucht hebben genomen. Het is met het oog op het voi en- gaande, dat ondergeteekenden, telkens, wanneer de Provinciale staten waren vergaderd, den wensch hebben geuit, dat der leden ook in die vergadering de afschaffing der tollen op de provinciale wegen mocht ter sprake brengen, daar door aan landbouw, handel en nijverheid een' groeten dienst bewijzende. Ondergeteekenden hebben hunne raee- ning gegrond op het volgende De tollen op de provinciale wegen drukken hoofdzakelijk op zekere takken van landbouw, haudel en nijverheid. Tengevolge van het spoorwegverkeer wordt door „reizigers zeer zelden gebruik gemaakt van paard en rijtuig, zoodot- slechts zij, die het gebruik van die wegen uit der. aard van hun bedrijf niet kun nen missen, uitsluitend in het onderhoud daarvan bijdragenen dat die bijdragen drukkend zijn, zal uit het volgende blijken In de gemeente Axel zjjn voerlieden, die vijfmaal per week met een vierwie lig rijtuig met een paard bespannen Ter- neuzen bezoeken en daarvoor jaarlijks ruim 100 tolgeld betalt Een molenaar, die met paard en kar den tol passeert, ontvangt, zooals meer malen gebeurt, y2 II. tarwe ter be maling, waarvan het maalloon bedraagt de som van 0,30hiervoor moet h\j tweemaal, heen on terug, gebruik maken van den tol, zoodat hij aan tolgeld be taalt de som van 0.22, dat is ruim 40. NAAÉ. HET HOOGDU1TSCH VAN CIOÏ.O BAIMIISIi' DOOR Wat stuift gij op? De schijn is tegen haar, de stap ongerechtigd, vooral voor eene opvoedster. Ik gevoelde, dat ik moest zwijgen on ik veroorloofde mij al leen de hoop uit te spreken, dat de tijd opheldering brengen zou in deze geheim volle gebeurtenis en Magdaleoa's geschon den eer zou hersteilen. Wat ook kon ik meer zeggen als vrouw mag zij daar staan zonder smet, als opvoedster heeft zij misdreven. Ach, gij hebt vrees laten aanjagen, hernam Richard verwijtend, ik echter, ik zou andere voldoening vorderen, andere rekenschap vragen. Is dat waken over een jong onervaren schepsel, als men baar onbekommerd aan zichzelve en aan vreem den invloed overlaat. De kandidaat schudde glimlachend het /"hoofd. De hartstocht voert buiten de grenzen van bet verstand, mijn goede Ri- ebard en verduistert uw helder oordeel. Denk toch naMagdalena moest niet be schermd en opgevoed worden, zij zelve moest leiden en opvoeden. Mevrouw de gravin heeft,.'naar mijn weten, nooit den wensch geuit een jong meisje beschermend te bewaken. Zij heeft gezocht naar eene opvoedster voor hare dochter en Magdalena eene plaats aange- wezen in de familiemaar ten opzichte barer eigen persoonlijkheid de zelfstandig heid van haar verwacht, die men van ee ne opvoedster vorderen mag. Hoe men ook moge oordeelen over de familie en over hare grondstellingen, aan Magdalena heelt zij zich niet bezondigd, zélfs niet al heeft zij eene toenadering van den dokter tot haar toegestaan. Voor mevrouw de gravin bestonden gecne zichtbare, onover winnelijke hindernissen voor dit huwelijk. En welke grond zou de dame gehad heb ben, om Magdalena een verlof van veer tien dagen te weigeren of zelfs oin mij bericht te doen van dit verzoek Mij dunkt, dit verzoek was onschadelijk ge noeg Wat zoudt gij echter willen doen? Men zoude hoogmoedig afwijzen, gij zoudt niet eens houdbare verontschuldi gingen kunnen vinden voor den stap, dien Magdalena heeft gedaan, een stap, waarvan zjj zelve der giavin heelt /ken nis gegeven. De man, wien' Magdalena nu toebehoort en die dit plan met sluw heid heeft ontworpen, heelt het ook met bezonnenheid geleidhij heeft gezorgd, dat niet te vroeg alarm geslagen kou wor den Eerst op den dag voor het einde van clen verloftijd, verbreidde zich het ge rucht der gebeurtenis. Het paar had in tussehen tijd gewonnen, om zich aan alle nasporingen te onttrekken. Gij ziet, er valt niets uit te voeren met drift, in bet geheel niets. Zonder iets te winnen, doen wij onszelven schade door iedere onvoor zichtigheid, zooals ik reeds gelegenheid had te ondervinden. De kalme toespraak van den kandidaat deed de opbruisende heftigheid zijns jon geren broeders eenigzins bedaren. Alleen een brandende, onmetelijke smart bleef daar achter door de zekerheid, dat Mag dalena onherroepelijk voor hem verloren was dat al die zoete liefde, waaraan bij geloofd had, een dvogbeeld zijner eigen hoop was geweest. Gij zijt verstandiger dan ik, zeide^bij' bitter, men heeft ook het hart nief^Vaueen gereten en de hersenen uitgebraö'd, waar om zoudt gij niet knnnen /overleggen Zij heeft mij het recht ont domen, bm ver baar te waken, en da.fi, zij is geluk kig zoo gelukkig U'Maar als daax eene verstandige, gedachte opkomt in mijn hoofd dan is het de twijfel aan het bestaan van haar geluk, fu de ree) 'schapenheid vaii den man, djj haar Ieevue zoo te misleiden, Zi] kaïn^uj mag mijnegzorg niet geheel en aJUfoor immer ontvloden zijn, ik meet plaats keunen vanwaar wellicht haai hulpgeschrei 'weerklinkt, opdafj ik dit niet onachtzaam aan mjjne ooren iaat voorbij gaan. Verlaten moogt gjj mij niet in dit streven, Werner, verarmd en ellendig ais ik nu geworden ben. Zwjjgend drukte de kandidaat hem de hand. Meent gy, dat ik niet gezocht heb naar de plaats, die gij zoekt? Tegen den "raad van een ouden beproefden vriend, den procureur Ruben, die de noodige stap pen op de naastbijgelegen spoorwegstati ons en ook bjj het gezantschap te Parijs gedaan heeft, ging ik tot den oom van Wangen, die directeur van het consistorie is. Ik had den moed, om hem de ge schiedenis mede te deelen, alsook de loo- pende geruchten en verzocht hem vol ver trouwen, daar niets verder van mij .vas, dan Wangen openlijk te compromitteeren, of bij-"Tan zijne zijde aens in stilte be- richten wilde inwinnen betreffende het op onthoud en de betrekkingen van zijn neef* Ik meende bescheiden te werk gegaan te zijn, door de zaak zoo geheim te behan delen en ze zonder terughouding in han den van het hoofd der familie te geven. Maar de directeur bekeek de zaak van ee ne geheel andere zijdehij deed volstrekt geen moeite om zpne ontevredenheid over mijn verlangen en mijne bekomrneniisseu te verbergen, die ik hein op gelijke wijze als had geopenbaard. Met een scherpe verwijzing ging hij tegelijk over op mijne persoonlijke omstandigheden, weet Mag- daiena's gedrag .aan je verkeerde opvoe*

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1