No. 721. Woensdag 28 1893. 9e Jaarg, Als premie Het geheimzinnig steenwerpen op Java. Hij ie Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsclaanderen. MELEMAN. FEUILLETON. AXEL. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-avontl, ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. nuram. ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van tot regels 25 oenfc voor eiken regel meer cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 .maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlgk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. staan wij aan onze lezers, volgens ach terstaande advertentie af een exemplaar van een boeiend fraai boekwerk tegen de zeer geringe vergoeding van slechts 50 cent. DE UITGEVER. Generaal van Swieten, die dit rapport in het Tijdschrift voor (1872 II 495) mededeelt, laat dit voorafgaan door verschillende bijzonderheden, die hij uit den mond van Generaal Michiels had vernomen. Hieraan en aan het verhaal van den ooggetuige Dornseiff in het tijd schrift Brang Lala (II 183) en andere Indische bronnen zijn de volgende bij zonderheden ontleend. In den geheelen Indischen Aichipel be staat het geloof aan zekere aan de gees tenwereld toegeschreven verschijnselen, die bestaan in het werpen van steenen, kiezelzand enz., zoowel in afgesloten ruimten als in de open lucht. Onder de Sundaneezen, Javanen en op de Moluk- ken noemt men het Gandaroewa en de inboorlingen zijn er zeer goed mede be kend. Het meisje was bijna altijd bij den heer von Kessinger aan huis. Haar vader diende hem als kok. Het huis was een soliede dienstwoning, een hou ten gebouw van een verdieping met pan nen gedekt. Op Februari 1831 speelde het In dische meisje bij Mevrouw von Kessin ger, een in Indiegeboren dame, in de kamer. Von Kessinger was, gelijk we 32. NAAR HET HOOGDUITSCH VAN «OLO iixmiAn DOOR Daarentegen verzocht hij om voorge steld te worden aan de jonge gouvernan te, aan welke hij groeten had over te brengen en men liet haar ijlings verzoe ken uit de leerkamer te komen. Met zichtbare vreugde hoorde zij iets van Werner, ofschoon zij plotseling met een zacht zelfver wijt gevoelde, hoepelden zij in den laatsten tjjd nog gedacht had aan den broederlijken vriend, welke eene scheiding het nieuwe geluk tusschen hen had doen ontstaan en hoe zij voor de eer ste maal haar best had gedaan, om iets te verbergen. In maagdelijke schaamte had zij het niet van zich kunnen verkrij gen, Herberts naam te noemen, terwijl zij, dien van Constanten vrij en menig vuldig met ongehuichelde Warmte had uitgesproken, en langzamerhand waren /hare brieven karig geworden en hadden /hun vertrouwelijk karakter verloren. Maar de geoefende blik van den ouden rechtsgeleerde," die gewoon was gedachten reeds vernamen, op een inspectiereis. Plotseling springt het meisje op en toont Mevrouw haar witte kabaai, een in- landsch kleedingstuk, dat eensklaps met roodo sirih-vlekken bespuwd bleek. Het sirih kauwen is zooals men weet, in Indie algemeen. De dame dacht aan boosaardigheid of baldadigheid van een der bedienden. Het meisje kreeg een schoone Kabaai en men beschouwde de zaak als afgedaan. Een oogenblik daar" na herhaalde zich het verschijnsel en te gelijkertijd valt een steen ter grootte van een ei voor de voeten van Mevrouw von Kessinger. Deze zonderlinge verschijn selen herhalen zich nu meermalen, zoo dat Mevr. een bediende zendt naar den tegenover haar wonenden regent, Raden Adi Pathé Ari Soeria NattoKoe somo, met verzoek even bij haar te ko men. Deze regent was een persoon van beproefde bekwaamheid en trouw. Hij snelt de woning binnen en overtuigt zich van de waarheid van het verhaalde. Hij laat het huis door zijn gevolg bezetten en verwijdert alle aanwezigen. Desiiih vlekken vertoonen zich telkens opnieuw op het kleed van het meisje. Nu en dan valt ook een steen en het is niet mo gelijk de zaak te verklaren of een oor zaak te ontdekken. Men besluit een in- landschen priester te ontbieden »om den geest te bezweren." Deze komt in de schemering, spreidt zijn mat uit en gaat daarop zitten. Nauwelijks heeft hij bij een lamp zijn koran opengeslagen of hij ontvangt van een ontzichtbare hand zulk een geweldigen slag, dat het heilige boek rechts en de lamp links weg vliegt. Mevr, vreesde nu den nacht in het huis door te brengen en begaf zich uit te vorschen en woorden te verklaren vulde in stilte alle gapingen aan hij be merkte spoedig, dat andere, meer mach tige indrukken de herinnering aan de eer ste ieugd hadden doen verflauwen, dat Richards beeld verbleekt was voor de kleurenpracht van het nieuwe leven, of voor den gloed eener werkelijke liefde. Dit laatste was in Rubens oogen wel licht het meest te verontschuldigen ge weest, het hart laat zich niet dwingen en Magdalena had, voor zoover hij uit graat Wolfs aanduidingen verstaan had, geen verbindende belofte gegeven. Maar had hij den ontwikkelingsgang van haar hart juist beoordeeld, zoo dwaalde hij toch in de keuze van dat hart en liet, wat hem anders zelden gebeurde, de openbare meening invloed op hem uitoefenen. Dat Herbert, de zoon des huizes, die bovendien door ziekte aan zijne kamer gekluisterd was, zijn oponthoud op Tan- nensee verlengde, was niet meer dan na tuurlijk dat echter Constantijn zijne af reis zonder grond steeds opnieuw uitstel de, moest in het oog vallen, en zooals hij nu aan Magdalena's zijde zat en zoo be daard, bijna met meerderheid tot haar op zag, scheen het Ruben toe, ais erkende zij reeds zijne heerschappij. Een gevoel van medelijden overviel hem als hij eraan dacht, dat zij, die bestemd was geweest, om het kleinood van een edel mannen hart te zijn, de speelbal zou worden van tot den volgenden dag met heb meisje naar de echfcgenoote van den Regent dien nacht bleef alias rustig. Zoodra is Mevr. den anderen dag weder met het meisje in haar woning of het steenwerpen begint opnieuw tot aan de thuiskomst van den hoer Kessinger. Enkele malen viel ook gedurende den nacht een steen. Het bespuwen met sirih had alleen des daags plaats en trof nooit iemand anders dan het Indisch meisje. Het verhaal van 'het gebeurde ver breidt zich en de heer Michiels wordt door den Gouverneur Generaal officieel belast met een onderzoek in loco als bo ven is verhaald. Dezo nam alle denkbare maatregelen te gen bedrog, liet het huis ontruimen en om singelen en posteerde zelfs lieden op het dak en in de nabijheid zijnde boomen. De kamer, waarin Michiels zich bevond werd geheel met wit linnen bespannen in een tent herschapen. De steenen blijven vallen en het bespuwen houdt aan, terwijl aPes is afgezet en hij met het kind alleen in de afgesloten ruimte zit. De steenen waren van die soort, die men overal op de wegen vindt. Niemand kreeg letsel door het werpen. Als de zon scheen waren de sftenen warm, regende hef, dan waren zij voch tig. Gewoonlijk vie'en er vijf of zes snel na elkander en dan ontstond er een pau- ze in het werpen. Nergens kwam een opening in bet Urnen, waarmede de ka mer bespannen was. De steenen vielen meestal loodrecht neder eerst voet boven den grond zichtbaar. Mpn verza melde er kisten vol van. een gewetenloozen dwaas, want graaf Wolf had immers beweerd, dat Constantijn ver bonden was door zijn hart of door zijne eer. Ruben had mogen waarschuwen of heipen, hij nam zich vpor, ten minste ronduit met Werner te spreken. Gij waart mij niet geheel vreemd, zeide hij bij het atscheid nempn, toen Magda lena hem bekende, hoezeer het vertrou welijk uurtje pratens haar verheugd had, waardoor zij teruggevoerd was in een dierbaar verleden, neen, gij waart mij niet vreemd. Uw persoon kwam mij be kend voor door den heer Lenz, die veel en gaarne over spreektuwe trekken kende ik reeds lang door een prachtige schilderij, die de heer opper jachtmeester naar Kattenstein gezonden heeft. Ariad ne haar lot was eigenlijk te treurig, dan dat zij aan uwe levenslustige hoop volle trekken zou mogen ontieenen eene Ariadoe rnag men van niet ma ken. Zij is er ook geene zij is eene Mag dalena, zeide de kleine Hortense, die me de binnengekomen was. Magdalena lachte. Gij ziet, men heeft geen gelukkigen naam voor mij gekozen zeide zij, gelukkig ben ik niet bijgeloo- vig. En al ware ik het Riehard Lenz heeft het voorteekeu weggenomen, dat aan dien naam zou kunnen verbonden zijn hij noemde mij zijne muze en als zooda nig ben ik gelukkig en onsterfelijk. Eens viel er ook een papaya-vrucht bij onderzoek bleek die afgebroken van een in de nabijheid zeer hooge boom uit den steel vloeiden nog droppels sap. Een andermaal viel een stuk kalk in de kamer, dat door passen bleek uit den keukenmuur buiten het vertrek gebroken te zijn. Nog werden somtijds stoelen, glazen en borden bewogen, zonder dat iemand die aanraakte. Eindelijk zag men zeer duidelijk den afdruk van een voch tige hand langs den spiegel, die aan den wand hing, glijden. Michiels bleef verscheidene dagen te Samadang* Ook hij zond een rapport in dat uit de archieven vei wenen is. Op de plaats waar het behoorde lag een blaadje papier waarop letterlijk deze woor* den„door den Heer Band naar Neder land medegenomen." Wellicht bezit de familie van dien Gouverneur Generaal dat stuk nog. Waar schijnlijk was het de heer Band die later Koning Willem II op het geheimzinnig voorval te Soemadang opmerkzaam maak te. Dien ten gevolge kwam in Indie het bevel nogmaals te beproeven of het mo* gelijk was achter de zaak te komen. Gerstacker zegt in de Gartenlaube, dat hij toen ter tijd te Soemadang woonde en wel in hetzelfde huis, dat von Kes singer bewoond had en dat er toen nog wel veertig ooggetuigen leefden van de verhaalde gebeurtenissen. De meesten waren inboorlingen, maar er bevonden zich ook twee Europeanen bij, deheeren Dijkhuis en Dornseiff en aan hnn ver- Toen de zaakwaarnemer zich verwij derd had, ai eed men geen moeite meer om de blijdschap te verbergen, waarmede graaf Wolfs grootmoedige boodschap de geheele familie vervuld had. Magdalena bleef aan zicbzelve overgelaten bij de ver rukking der vreugde, die de anderen ver- eenigde de rust van haar geluk was een klein weiiaigje verstoord. Het broe® derpaar was haar weder zoodanig voor den geest gekomen, dat zij zicbzelve af vroeg, of zij wel bet recht had, zoo zelf standig over haar peisoon te beschikken daar toch haar geheele leven beschermd was geworden door de liefde dier beiden, of het dankbaar w«.ris, hun broederlijk ver trouwen met stilzwijgendheid te beloonen. De gewoonte van vrceger dagen, toen zij met Riehard haar geluk, met Werner haar leed pleegde te deelen, veranderde zij zoude voor niets ter wereld den jongeren broeder hebben toevertrouwd wat haar het hart zoo vol maakte en zoo ruim, veel eerder zou zij' aan Werner ee ne volledige bekentenis ebben afgelegd. Richards terugkeer was nret ver meer af, iedere brief sprak er overmaar had zij vroeger dit oogenblik toegej uicht, zoo was zij nu volstrekt niet meer in' staat, zich voor te stellen, hoe het we'derzien zijn zoude, hoe de toekomstige vei 'houding tot hem. Vreemdsoortige gedachten verduister den haar geluk geen schubt, maar on rustzij zoude een gedeelte vatt. hare jon ge zaligheid gegeven hebben voor de ze kerheid, dat Ricbard gelukkig was. (Wojrdt verradgd.) AXELSCHE COURAIMT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1