i\o. 716= Zaterdag 16 1865, 6e Jaarg». Mij is. 4m wrake Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. ÖIELEMAN, axel. De Grenskwestie. FEUILLETON. Buitenland. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzondert, numm, ct. DRUKKER UITGEVER Reeds meermalen is in ons blad de grenskwestie besproken en hebben wij gewezen op de onzinnige bepalingen, die de overeenkomst betreffende het weiden van vee en het bemesten van landerijen -wederzijds de grenzen bevatte. De 500 meter afstand noemden wij totalen on zin en een volledig verbod. Het duurde niet lang, of ook dit werd door de re geering ingezien en die bepaling is dan ook geschrapt. Er zijn in de nieuwe overeenkomst nog vele belemmerende bepalingen, waar om het onzes inziens niet alleen de plicht is van de bladen in Zeeuwscb- Vlaanderen, maar ook van geheel Neder land en in het bijzonder van de Zeeuwcshe pers, de grenskwestie, waardoor onze veehandel zoozeer wordt belemmerd tot groole schade van alle Nederlandsche veefokkers, te helpen oplossen en aan den onhoudbaren toestand een einde te helpen maken. Toen de Belgische regeering nog bijna geene maatregelen nam tegen het over brengen van besmettelijke ziekten uit Nederland naar Belgie en ook het vee- artsenijkundig staatstoezicht op de be smettelijke ziekten heel wat te wenschen overliet, hebben wij wel eens in couran ten gelezen, »in Belgie is een verrotte boel het veeartsenij kundig staatstoezicht is er geen pupe toebak waard; dat zij zich ook vrij maken van longziekte, mond- en klauwzeer, dan mogen ze ook met hun vee komen weiden" en verder meer. Zélfs rijksveeartsen lieten zich in dienzelfden zin over het veeartsen ij kun dig staatstoezicht uit. tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE «ren. 27. NAAR ^HET FOOGDUITSCH VAN Cl'OÊO DOOR Een tweevoudige kreet weerklonk door de lucht en-was het eerste bewijs dat bei den leefden. Maar doodsbleek, met gesloten pogen en onbekwaam om antwoord te geven op zijne vragen, hing het meisje in Herberts armen. Hij hield haar hoofd met zijne handen vast en streek hare lokken achter uit, hield haar van zich af, om te zien of zjj ongedeerd was en nam haar iiefkoo- zend in zijne armen, bij de snelle wending van schrik en geluk. Eerst toen hij zag, dat er geen reden tot bezorgdheid was, dat zij zich slechts moest herstellen van den schrik, legde hij haar'hoofd op zijnen schouder om haar te Jaten rusten. Zij bleef zwijgen, de schoone oogen ge sloten, maar plotseling sprong zij op een warme droppel viel langs hare wang en de hand, die hem wilde wegwiaschen, werd rood gekleurd. Gij zijt gekwetst, mijn God gij bloedt, riep zij uit, buiten zichzelt van schrik, gij Daar wij vrij waren van besmettelijke ziekten en het heerschen dier ziekten in de nabijheid onzer grenzen ook een soort hinderpaal was voor het levend op de Emgelsche markt brengen van ons vee, wérd ook van ónze zijde op beter toe- zicht aangedrongen en sloot Nederland met Belgie eene overeenkomst om alle besmettelijke ziekten, die in beide landen voorkomen, te rapporteeren. Het gevolg van dat aandringen op beter toezicht op de besmettelijke ziekten door couranten door rijks veeartsen is geweest, dat Belgie begonnen is met zijn veeartsenijkundig staatstoezicht te organiseeren. Er werden inspecteurs- vétérinaires aangesteld en het veearts© mjbundig staatstoezicht werd op Neder landsche leest geschoeid. Nu er beter toezicht was, kwamen er strengere maatregelen. Niet zoodra was het mond- en klauwzeer in Nederland voorgekomen, of de Belgische regeering sloot de grenzen, iets, wat zij sedert bijna dertig jaren, toen wij volop in de longziekte zaten, niet gedaan had. Het was een represaille, omdat onze regee- ing de Nederlandsche grenzen sloot voor het weiden van Belgisch vee, toen het mond- en klauwzeer nog veertig kilo meter van de grenzen verwijderd was. Toen de Nedei landsche grenzen voor het weiden van vee en het invoeren van mest gesloten werden, rees er een al- gemeene klacht op van de gvensboeren iedereen zal zich nog herinneren hoe er aoor vele bladen op aangedrongen werd, de Belgische grens voor den invoer van Nederlandsch vee te sluiten, wat dan ook is geschied. Sedert dien tijd hebben wij voortdurend een grenskwestie met zorgt slechts voor mg en bemoeit al leen met mij en ik laat dit toe, waar aij hulp behoeft! Herberts lichte grauwe jachtvest toonde aan den schouder een donkere vlek en toen hij zijn zakdoek daartegen drukte, was die in korten tijd druipnat van het bloed. Hij had de lichte pijn niet geacht bij zjjne bezoigdheid voor Magdalena en ook nu nog verloochende hij zichzelve om haar gerust te stellen. Zoo trotsch en schuchter had zij het jonkvrouwelijk geheim bewaard en wat verlangen noch begeerte gedaan hadden, dat deed de angst dezer ure. Onbelem merd als een krachtige stroom, kwam de liefde te voorschijn en overtrof Herberts stoutste hoop. Niet sterven, niet sterven riep zg uit terwijl zij op de knieën viel, nu niet ter wijl de dag aanbreekt. Ik was niet trotsoh, noch koudterwjjl ik mg van afwendde, vlood mijn hart tegemoet, want ik was steeds de uwe en ik begeer niets, dan uwe liefde! Als een duizeling greep hem aan, toen hg met den gezonden arm het schoone schepsel ophiefmaar weldra viel heU koude, bedaarde licht der beradenheid in de gouden nevelen, die zjjne zinnen om floersten, Hjj was in weerwil van zijne gloeiend vlammende hartstocht een koude, berekenende natuurdie haar voordeel waarneemt. De overwinning was hem Nu eens is Belgie gesloten, dan weder open, nu eens is dife kantoor, dan weder een ander opengesteld maar zijn de kantoren open, dan nog zijn aan den invoer belemmeringen verbonden, 'die zeer ten nadeele zijn niet alleen van onze grensbewoners, maar van alle Neder landsche veefokkende landbouwers. Zn die ruóenen, dat de drukkende bepaling, die zegt, dat ons vee in Belgie li dagen quarantaine moet staan, tot nadeel werkt van de Belgische kooplui, schijnen met te weten dat het een axioma is, dat met de kooper, maar de verkooper de onkosten moet betalen. De Holland- scne boeren zijn gedwongen hun vee uit sluitend aan Belgische kooplui te ver- koopen. De Belgische koopman bebeerscht alzoo de geheele markt. Wil hij niet met verlies verkoopen, dan moet hij bij den Koop met alle onkosten, ook die der quarantaine, rekening houden. Ergo: de verkoopers, dat wil zeggen onze boeren, betalen de onkosten. 9.°k in Belgie rijzen klachten over de hinderlijke bepalingen, doch die komen meest uit den mond van kleine kooplui de groote koopman klaagt niet. De Belgische landbouwers verlangen nog steeds geheele sluiting der Nederlandsche grenzen, het staat dus niet gunstig op dit oogenblik om met veel succes op tempering van de bezwarende bepalingen aan te dringen. Wat de quarantaine overigens betreft, wij hebben het bier in Nederland van nabij gezien, hoeveel mazen er in het net zijn om door te kruipen. Men moet met de kooplui ge- spioken hebben en de toestanden kennen om over al die dingen te kunnen oor- deelen. Had men eenvoudig bet veeartsenii- undig staatstoezicht in Belgie *een verrotte boel en geen pupe toebak waard" gelaten, zooals redacteurs van couranten en rijks veeartsen het noemden, bad men de grensboeren stilletjes bun vee laten weiden tot er besmettelijke ziekte in de grensgemeente zelve heerschte zooals het vroeger was, dan had men evenmin een verbod van invoer van vee in Belgie ge kregen als vroeger, toen wij de long ziekte hadden. In ons volgeed nummer meer over de kwestie. In alle aangelegenheden in Belgie wordt de politiek gemengd, dit weten we reeds zoo dikwijls bij ondervinding, dat het wonder zou mogen beeten indien het eens niet zoo ware. Zoo ook de nieuwe soort postzegels, Zondagszegels genaamd, welke den eer sten dezer maand zijn ingevoerd, tot be vordering van de Zondagsrust voor het postpersoneel. Op eene strook aan den postzegel staat in het Fransch en in her. Nederlandsch: vniet bestellen op Zon dag. Wenscht de afzender de bestelling wel op Zondag dan scheurt hij eenvou dig de stiook af. Sommige liberale bladen beweren nu, dat deze „bezorgdheid" der clericale re geering voor het postpersoneel niets dan een pohtieke manoeuvre is. Velen zul len, raeenen zij, de strook verzuimen Jf,-fauch-!uren uit Matigheid, onver schilligheid of vergeetachtigheid en dan zal de officieele statistiek worden te hulp gemakkelijker gevallen dan hij gehoopt had, du kwam het er slechts op aan er partij van te trekken. Het doet geen pijn, zeide bijen al veroorzaakte het mijnen dood, na deze bekentenis geeft bet mij het leven. Ik zal heengaan en de wonde door Constan ten laten onderzoeken, het is gewis maar een licht schampschot. Maar ware het een paar duim dieper geweest en had het dit onstuimige hart doen stilstaan zou het dan uwe liefde hebben medegenomen, Magdalena Voor immer, zeide zij. En zal de liefde mij bijblijven, ook al verlaat mg het geluk, zal zij niet twjjfe- len, waar zij niet begrijpt, zal zij volgen, ook waar zjj weg «ent noch doel vroeg hij ernstig. Altijd, klonk het bevend van bare kui- scbe lippen, altjjd, want ik ben de uwe. Maar ga nu, sprak zij dringend en lapt. uwe wonde onderzoeken, want mij verteelt de angst. Hij lachte, men kon het" hem aanzien, hce goed die bezorgdheid hem deed En zal het geheim niet in onze oogen te lezen staan vroeg hij. neen, antwoordde zij verschrikt, wij zullen het goed bewaren. Geen antwoord had hem meer ge wenscht kunnen voorkomen. En gij zult. geen rozen meer laten'verwelken, als iii ze vindt? bJ Nu lachte zij. Nooit meer, maar doe nu ook wat ik verzoek, het is de eerste maal. Ga heen en kat verbinden. tig keerde zich om tot het heengaan en zg wilde de roos uit haar ceintuur ne men, om die aan hem te geven. Maar in Herberts omstuimige omarming was zij van den stengel gebroken, zg viel geknakt voor hare voeten neder. Die ai me bloem, zeide Magdalena, is reeds dood en heeft zoo kort geleefd Ja, hernam hjj ierwgl hjj zich verwij. derde, maar zg leefde in glans en licht, ZEVENDE HOOFDSTUK. De geregelde weiktijd van den notaris en procureur Ruben was onderbroken, di werkzame rechtsgeleerde had zijne werk kamer reeds verlaten, in weerwil van het vroege voormiddaguur en bevond zich in zgn bgzonder vertrek Niettegenstaande deze kamer uiterst netjes was, ontbrak haar toch die vriendelijke, fooi, welke ee- nige zorgende en verfraaiende vrouwen hand zoo gaarne daaraan schenkt. De ontzachljjke boekenkasten, de groote, met groene kleeden bedekte tafels en de hoo^e lederen stoelen gaven haar een eemgszins plechtig aanzienmen kon niet nalaten te gelooven, dat vele van de gedachten en vragen, die den met werkzaamheden overstelpten man vervulden, zich ook hier tehuis gevoelden. Aan eene der heden inderdaad met- werk AXELSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1