713. Woensdag 31 Mei 1803. 9e Jaarg Nieuws- en Advertentieblad oor Zee wsch- aan er MELEMAN, Een Miseie SpootecMeieiiis. |,is,.4ë- wmk%l Pachtcoiityaci. si FEUILLETON. «oto nAinimD BS Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag*- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. numm. ct. DRUKKER UITGEVER Advertentie» vajn, tot. regels 25 oent' voor eiken regel meer eer Groote letters worden haar plaatsruimte berekend., Plaatsing maal. Adyertentiep //wórgejpi- Jrdfipoingedacht, uiterlijk tot Dinsdag;- en Vrljd^^mid^ag TWEE uren.j Men schrijft uit Batavia aan het Han delsblad: Ik moet m\jne lezers ditmaal bezig houden met een geheimzinnige geschie denis, waarvan zij zooveel mogen geloo- ven als zy willen ik kan alleen zeggen dat ze hiei* met veel stelligheid wordt verkondigd. Gij zult herinneren, dat e'enige weken geleden het bericht in de bladen de ronde deed,' dat een ambtenaar ergens den Oosthoek een heiligen wa ringinboom had doen omhakken, ondanks de; smeekbeden/de waarschuwingen enz. der bevolking. Als die boom viel, ,;nanti datang tjelaka": dan staan er groote on gelukken voor de deur. Maar de ambtenaar stoorde zich aan die waarschuwingen niet, en sedert heeft hij voortdurend last van onzicht bare wezens, die alles bji hem in huis vernielen. Onzichtbaar althans voor hem en vóór de meeste huisgenootenalleen niet voor zijn zoontje van een jaar of acht. Die ziet iemand aankomen, geheel in wit gekleed, met 6en tulband op, en roept: papa; daar is hij weer daar neemt hij die mooie vaas op De omstanders zien niets, maar een oo- genblik iater valt de vaas in duizend stukken op den grond. Hóe vindt gij die spookhistorie rmëbschen uit de buurt, zoo gaat het verhaal vérder, ziju zeer nieuws gierig/en komen b\j den ambtenaar lo geeren; om zich te overtuigen vanhet geyal,? zij kunnen niet anders dan feiten constateeren. Men zit aan tafel, plotseling worden alle vingerglazen DOOR Ai Het slaat aan Herbert, zoo had de opperjachtmeester zijne toespraak beslo ten* om mijne wenscher. dienaangaande tot uw eigen bestwil te vervullen. Ver- uit gij ze niet, uistert gij niet naar den raad, om mejuffrouw Göring niet anders dan met de vereischte hoffelijkheid te be bandelen, zoo dwingt gij mij, deze zaak voor het meisje beleedigend te maken en haar te verwijderen. Dat zou mij zwaar vallen, Herbert, want zy is ouderloos eu zonder steun, onbesproken, als ooit eene vrouw verdiende te zijn en zij woont ver trouwend onder mijn dak. Binnen kor ten tyd zal zij de yrouw worden vaneen geacht kunstenaar, wien hare schoonheid en vlekkeloosheid voldoende is als hu welijksgift overleg bij uzelven, ot gij hef zoudt kunneu verantwoorden, haar vppr zijn oogen dezen eenigen rijkdom te ontnemen en haar schuldeloos derar /moede, ja der verachting prijs te geven. "Want ik,, Herbert, ik zal niet grootmoe- Ht? door de onzichtbare hand omvergeworpen en stroomt het watér over den discta. Men ziet het evenbedoeld jongetje, als het maar even alleen gelaten is, als bet slaapt bevuild met „siri^-speeksel" en andere viezigheid. De gordijnen van de ledikanten gaan van zelf openeen anderen keer hoort men overal te gelgk schellen Maar hoe is het nu mogelijk, zeide, iemand, dat we daarvan niets in de' couranten lezen Wel „natuurlijk" wil de familie het liefst stil houdenwant als het officieel bekend is, dan zou ambtenaar „na tuurlijk" zijn ontslag thuis krijgen Maar dat alles waar is wat ik vertél, daar sta ik voor inbeeft er over geschre ven aan en bet zelf gezien Het verbaal vindt hier vrij wat geloof. Men kan praten wat men wil, dal; men schen zich toch niet onzichtbaar kunnen maken enz.. het antwoord luidt dat er veel is wat onbegrijpelijk is voor een mensch. „Het is eene repetitie zoo zeide mij eene achtenswaardige oude da me van die historie te Soemedang,, nu een 60 jaar geleden.; Ik herinner bet mij nog als den dag van gisteren,, hoé er toen eene commis sie van een twaalftal geloofwaardige mannen naar toe is geweest om de won-r, ;deren te ondeizoeken die daar geschied-? den, maar dal zg geen opheldering konden geven. De latere generaal Michiels was er ook bij. Hij spiak er niet gaarne ovei, doch moest erkennen, dat zijn ver stand daarbij ook had stilgestaan. He' is ook nooit opgehelderd, hoe daar, in een geheel gesloten kamer, steenen ge worpen werden..." diger zijn dan gijik kan niet. Hoe be- vispelijk dit ook zyn mag; hoe/zwaar het mij ook zal vallen, het arme kind te doen boeien voor uwe dwaasheid^ mg rest geen keuze. Ik zou in dit geval en uwe vooruitzichten slechts bunöen "reddenj" air ik haar niet erkende en als ik baar ruw en achteloos verwydér, staat zy voor de; wereld als de schuldige daar. ik had haar gaarne dadelyk weer laten heengaan, toen ik haar zag en daarbjj dacht aan uwe teugellooze dwaasheden^ de verzoekiug te besparen. Maar zg is voor een jaar aangenomen, heett geen tehuis, vrienden noch familie alleen de nood zou mg kunnen voeren tot een zoo on ridderlijken stap. Nochtans zal ik. dezen stap doen, als gy mg dwingt om te kie zen tusschen ons eigen voordeel het hare, daarop geef ik mijn woord. Op de hulp van mgnen broeder kunnen wij hiet rekenen, het schijnt, dat hij mij met Tannensee voorgoed voldaan heeft en bij zijn ondoorgrondelijk karakter is het to betwijfelen, of gy ooit iets van hem te wachten hebt. Tot uw geluk vermoedt niemand dat, gij weet, hoe geringe kaus^ een vrijer heeft zonder vooruitzichten. Eeöe verbintenis met een rijk meisje, reeds het gerucht eener aanstaande verbintenis, zou boven water houden; streef dus daarnaar. Daar hebt ge de dochter van gravin Hollerbeck, de hupsche, kleine Kattenbacb, Melauie Voitz, die roeds.be- Ik herinnerde mij; vaö' die: »histerié Soemedang" wél ééns iéts gelezen te hebben, eb, thuis komende; nyond ik hét geheelë verhaal bpgèteekend' in hëfe derde deel van Teth's iJava" bi. 249. Ëet komt vrijwel overéén met de overleve ring -gelijk ijoiij die thans Wérd niödegö; deeldalleen blijkt* déarpiét van hét zenden eener „commissie','maar zou, Michiels toevallig te Soemedang gekomen zijn, terwijl, vólgën3 bét; door den gehé raai Van Swieteh in 187^ gepubliceerd verslag, béhaïvë Michiels adsjstent/ resident, in wiens huis de tpoverty söhieddè, no& ëeh óud'iéspëétèürdër kéf- flecültuur, éöri Europeaan vén la^éréh rangj en een aantal inlahdschë hoofden getuigen van het geval waren geweest. Het zal Ri. evenals' mij, wel gaan als dien Franschman, aan wien neraal Van Swieten de Soemedarigscfié bovennatuurlijkheid mededeélde. t)ie Franschman antwoordde„Je; ne dirai pas que cela n'ë9t pas vrai, ihais je ne Ie croirai pas avant de d'avóir vu." De Rott. Crt. bespreekt de nood zakelijkheid het burgerlijk recht in zake het pachtcontract te herzien,'4 in verband met de toenemende werkloosheid. Want zelfs heX jaargetijde is in Friesland foenémëna gebrek aan werk. :r.v"r" De oorzaak daaryan, is verarming, die het gevolgis,van;,bét absenteïsme der landheëipn. Daardoor,,gpafc de.pkcm: fsom, in de provincie/gekweekt, naar buiten, en wordt/dus epn/grópt óoe) van. de opbrangst yari het land pnttrokken aan schikt over een onaf hankelijk vermogen jvan hare moeder en binnen kort de on jmetelgke bezitting van den ouden gene raal zal erven. Alleen de hand eener rij- ?ke vtouw kan redden uit alle verlegen jheid en behoeden voor™eerr otrvermijdG* dyken val grijp die gelegenheid aan, terwyl het' tgd is:! Haddende vóoistelfen van denr ópper- jachtmeester Herbert Pvertuigd/' Was het .de gedachte aan eigëri'! vóórdöël oi de achting voor Magdalena's hulpeloozen en bedreigden toestand' vlam, die zöo hoog was opgestegen, zonk even plotse ling ineen. De opper jachtmeester beken de aan zyne vróuw, dat bij het gevaar overschat had/- De jonge} graaf behandelde de gouver nante met beleefdheid, maar het zoude niemand, haar zelva het minst, in de ge dachte gekomen zijn1, dat hij haar mét onderscheiding behandelde of haar gezel schap zocht. De eerste kleine plageiSjën, dié de mannen zich tegenóver hem ver oorloofden, als zij spraken over hel be nijdenswaardige voorrecht, Magdatena zoo vrij to kunnen naderen in dagelijksch ver keer, verstomden weldra tegenóver zijn* bedaardheid, die veel te gematigd was onv gemaakt te zyn. Terwyl hij nooit de achting uit het oog verloor, was het toch nooit door zijn toedoen, dat Magdalena jn den gezellige» kring werd opgeuotro slechts zelden richtte hij liét woord tot. i'iv n;j.'Mr de. pfpyincié. Er'ióu; ;<l9 Friesphe lapdep mepy ^ërk wezen, wanneer er meer gold in dengrónd werd gestoken, indien er meer aan iptènfiieve cultuur werd gedaan. Doch patword|fc belet, doordat boeren, krach-, feps bun pachtcontract, te zware vast? lastpn zitten doordat de pacht onder all?; orpsjandighéden moet worden opgebracht, en ó/pórdat bovendien do onderlinge con«\ ScurröDtië ;die pachtsommen dikwjjls hoe-, reéeljjk is, jpaiarpijj zou veed^.yërbetering worden jaahgèpracht,', in dien: de boeren méér vrjj- hèid van beweging kfógóti vooreerst door een hun werzekörd i-écht/om in moeilijke tjiden remissielMmnièeèidéèl der pacht te erlangen en dan door de instelling van oiffvieple pachtcom missiën om by geschil uit,/te makenwat opgebracht moet worden., De Rott. herinnertdan aan het geen/reeds door prof,, Moltzer over „Land- bouwen, kapitaalbpléggjog" werd gezegd, iu zijn standaardwerk, en hoe hy daarin, aandrong op wettelijke regeling van het huurcontract en hoe ;deheer. Goeman Borgesius deze quaestie reeds in da Tweede Kamer ter,sprake heeft gebracht. DeRptt.; Ct. wijst; er verder op, dat da Regepring.. zichi. toen, piet over de zaak wilde uitlaten, doch dat enkele kamerlet Pen, de heeren Van der Feltz en de /Beaufort tegen overdrijving waar schuwden, Ton slotte doet het blad uitkomen, dat in de» laatsten tyd vele belangstellen den bezig zijn om pp den grondslag dep wet- telyke contractsvryheid, en dus door voor-' lichting, overreding en overtuiging van belanghebbenden, te doen wat zy kunnen, •haar:ëii dikwijls scheen hij nauwelyks jaicht te siaau hare tegenwoo/digheid, Evcnwp] wist hg toch, of zg tegen-/ woordig' was, wat zij zeide en wat zg deed^ waarheen zij ging en wie zich met haar jbeztg'hretd-F Niemand werd het gewaar, dat zgne .opmerkzaamheid met haar bezig was, al- jleèh Mdgdaleiia zelve óndervónd heime lijk' eii onophoudelijk zyne nabijheid jveral. Zij wist, dat hy haar gadesloeg, [want uitdiukkingeri' die hg bij gelegen- jheiddeed, toonden haar, hoe opmerkzaam hij ieder gesprek gevolgd had, dat zij ge- jvoerd had op oógenblikken, waarin zyne aandacht geheel door anderen scheen in- genomen en al vermeed hg het ook, zich jnaast haar te plaatsen, zoo wist hij toch pgne plaats zoo te kiezen, dat hg haar zien kon; zg het cok slechts in een der grootè spiegels, die de kamer versierden. jSteèds en overal, hg iedere beweging voelde zg zijn blik op baar rusten, harë: gedachten door hem nagegaan, als zijné Vragende oogen haar volgden. Hij kende de bloemen, die zij liefhad en die plekies in den tuin, waaraan zij |3e voorbeur gat, hij wist, welke compo sities haar vei rukten en welke dichters Z\j las, zonder dat zij met hem daarover gespróken had. Want het nieuwe, dat wekelijks zoowel op muzikaal als op let- Wkündig gebied verscheen en dóór Her- wrt' besteld weid, kwam geheel overeen. NA AU/HET HOOGDU1TSCH VAN T-rrr.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1