X<S. OS.
Zaterdag 29 April 1803.
aargi
ilt/weëfe
voor wsc 11 er
DÏELEMAlYj
Een droog voorjaar,
ie. BI L/Ïj'1
Buitenland.
AXEL.
C%&uo *vi
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertenfciën van tot regels 25 oent*
voor eiken regel meer cent. Gropte letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2
Advertentiën worden
maal.
Aaveiremnen woraen Jrancq ingewacht, uiterlnh
lot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWÉÉ Uren.i
Het buitengewone voorjaarsweer wordt
natuurlijk, zooals meest alle dingen te
genwoordig, druk besproken en beschre
ven. Het is weer nét oude vertelsel van
oude ménécben, die zich niet herinneren
kunnen ooit zoo iets beleefd te hebben,
net als bij eenigszins strenge winters.
Zeker is het, dat wij, die het droge
voorjaar van 1893 beleven, daarover het
best kunnen meepraten.
Aan de Midd. Crt. wordt het volgende
schetsje geschreven uit dat deel van Zee
land, waarin wy de eer hebben te wonen,
welk schetsje zoo juist den toestand
weergeeft, dat wij het hier willen laten
volgen; ten einde onze lezers te laten
lezen, wat zij dagelijks zien en onder
vinden./
Ziehier dan:
„Voor de zooveelste maal keek ik van
daag naar bet haantje van den toren in
de hoop dat het zijn kopje eens naar
mij;die aan den westkant woon, zou
draaien,maar telkens kijkt het een an
deren kant Uit alsof het zijn hennetjes
wacht uit het Noorden. Nöord Oosten of
Oosten. Steeds' word ik in mijne'hoop
teleurgesteld altijd blijft dezelfde schrale
wind waaien en de gevolgen" hiervan
blijven ook niet uit. De straatwegen
liggen" droog, dit wordt altijd gewenscht
wanneer meri tot over de ooren door het
slijk moet, maar alle& behalve aangenaam
is hétwanneer men, opgi ind- en zand
wegen zijndè, de handen voor de oogen
moet hóuden om ze te beschermen tégen
het overvloedige stof. /De lui die een
tuintje hebbén klagenmijn salade komt
niet op, de radijs staat er maar half,
Ontkennend schudde zij het hóófd. Neen
signor, er ligt waarheid in, hadden wjj
elkander anders hier gevonden Papa
wilde mg verwijderen, ver van de schouw
plaats mijner dwaasheid, gij keerdét mij
den rug toe en verliet het land, waar ik
mg bevond, en de geheime band stren
geit. zich zacht en vast om ons heen, zoo
dat de een noch de ander kan ontvluch
ten en hier staan wij tegenover elkander
oog in oog. Ik sta ./niet beter voor se
dert dien tijd, integendeel ik heb ge
biecht, dat ik een" dierbaar kleinood
rooven wilde, en gij zijt vriendelijker
gen mg, dan vóór die noodlottige ure, die
Uwe hardheid had doen geboren worden.
Weet hoe norsch gij waart in die da
gen, hoé gij mij vërmgdét, hoe ge heen-
gingt; bgna zonder /een groet Nu is
dat voorbij, alles, alles! Ik zal wachten
en wachten kunnen, tot uw hart zich wendt
tot mg.
Theresa, zeide hg met warmte,: ik heb
lief als een broeder, ik had dit (immer,
geloof dit vrij. Maar zeg mij nu eindelijk
eérisy wat uw papa bewogen heeft hier
heen te kómen en waar ik hem vinden
k^h."
enz. enz. De öoomgroei is voorspoedig,
niemand zal bet ontkennen, doch ook
hierbij komt een „maar." De vroegere
groei nl. heeft ook vroeg de bloesem te
voorschijn doen komen en deze heeft
door nachtvorsten nogal geleden bieren
daar.
Kwam er maar regen dit is de al-
gemeene verzuchting. De veehouder is
niet tevreden want in weerwil van het
betrekkelijk gunstige weder is het niet
mogelijk om met succes de bevolking
zijner stallen in de weiden te zenden en
de wintervoorraad is bij velen erg schraal
geworden. Ook de waterputten beginnen
bij sommigen den bodem te laten zien.
De landbouwer begint, en niet zonder
reden, eveneens te klagen. Het vlas, dat
niet vroeg gezaaid is, is bij sommigen
van zoo weinig waarde. dat de ploeg op
nieuw moet dienst doen het land voor
te bereiden tot bezaaiing met suikerbie
ten. Evenzoo gaat het vele partijen
erwten, en bij sommigen hét koolzaad.
Overigens is de verwachting wel middel
matig maar alles dorst naar regen.
Gebrek aan water voor tuin- en veld
gewassen en weilanden, gebrek aan wa
ter ook in de woniDgen. Zij, die niet
hot genot hebben van een flinben rui
men put moeten reeds bij buurvrouw
aankloppen om onderstand. Ook de re
genbakken van kerken en van de ge
meenten moeten dienst doen om den in
woners drinkwater te verschaffen.
Zoo ondervindt een ieder de schade
en den last van een te langdurige droogte
zooals in het voorjaar vanjl893
Met blijdschap zal zeker «ieder zien, dat
de Th?" meer en meer betrekt en de kans
op regen dus hoe langer hde.grootei wordt.
Op het oogenblik kan ik hem nietsto
ren, gij zult hero uiorgen zien. Wij zijn
hierheen gekomen, doordat de dokfer verv
andering van lucht en verstrooiing voor
schreef voor de wonde aan mijn hoofden
pater Innocentius en de goede zusters wa?
ren het met hem eens.. Venetie is zoo
heerlijk, ik geloot, dat ik dit eerst vol
komen begrijp, nu gij hier zijt.
Gij zijt zoo welvarend, Theresa,., ook
zijt gg gegroeid, als ik mij niet vergis;
mep. ziet het erge ongeval, dat nog
nauwelijks twee maanden geleden is,'niet
aan.
Dat zegt. een ieder, maar papa en tante
Löienza vei plegen en vertroetelde smij
nog steeds en dokter Wangen, die ons>
hierheen gevolgd is, heeft mg nog steeds
onder behaudeling.
Een ondeugend lachje speelde ooi den
mond van den longen man. Daarvoor
moet gij zeer, zeer dankbaar zijn, Theresa
en dat zal gemakkelijk vallen, want hij
is een zeer beminnenswaardig mensch.
Zg kniktp met onverschillig gelaat. Pa
pa zegt dat ook en toch houdt hij hem,
verwijderd. Die goede papa is zoo wat
kluizenaar en neemt ongeloöfelijk veel
werk op zich. Daarom is hij ook' niet
hier, maar binnen, een halt uur zal hij
komen en dan, nietwaar signor Ricardo,
dan gaat gij met ons naar de Lido
Smeekend en vertrouwelijk zag zij hem
aan; de zeldzame mengeling van unschul
Een uieii werwetsche we©? profeet heeft
een kietsnatten zomer en een niet min
der vochtig najaar' voorspeldLaat ons.
nopen, dat de man mis voor hóeft..
De groote Engelsche havenstad,;Huil
ondervi ndt nog steeds de schade, der
werkstaking van de dokwerkersZater
dag zijn ongeregeldheden! voorgevallen,:
waarbij twee politieagenten werden ge
kwetst. Een groote bra^d, ontstond waar
bij voor een waarde van ,66.000 pd; st.
door het vuur verloren ging.,. Een onder
zoek is ingesteld of deze brand door de
werkstakers is aangestoken. De leider
der werkstakers werpt vol veron waai di-
ging deze beschuldiging van zich. Hét-
ontstaan van den brand schrijft hij toe.
aan het feit, dat het den soldaten, vrijen
arbeiders en politie geoorloofd, is geweest
gedurende de werkstaking te rooken.
Het was bewezen, dat onlangs in. het
Albert Doek soldaten opbalenwolf ka
toen en kemelhaar haddenliggen'roo
ken en luciiers {tanstréken. De manhen
van Huil,1 de leiders der mannen 'van
Huil behoofen niet tot hen, die tot zulk/
eene dwaze, lichtzinnige'en lafhartige
handel wijze zouden aansporen; verzekert
de hoofdman. Thans is het weer rustig
Huil.
De aanneming in tweede lèzing van
Gladstone's Home Rule JBill heeft in Ier
land reeds ongeregeldheden ten gevolge
gehad, hetresultaat dei- agitatie door
lord Salisbury, lord Randolpb Churchill.
en Balfpur in hetleven geroepen.
Nabij ShankhillTroad, do Orangistische
wijk te Belfast, ligt Carrich Hill, waar
dige kinderlijkheid en teedere vrouwelijk
heid had iets bekoorlijks.
Dat kan ik niet, zeide hij met oprech
ten spijt, dezen avond niet. Ik heb mij
langer opgehouden, dan ik mocht, want
ik word verwacht bij eene familie waar
mede ik bevriend beu.
Maar morgenzeide Izg smeekend,
Ik hoop het, Theresa, in allen gevalle^
laat ons zeggentot wederzien'.
Tot wederzien, antwoordde zg met eén
vroolijken glans in de dónkere oogen en
reikte hem de band.
Toen de gondel een oogenblik later
met hem wegvloog over de stille water
vlakte, staarde zij hem na mét schitteren
de OOgen.:
Tot wederzien, zeide zij zacht tot zich-
zelven, welk een schoon, welk een geluk
kig woord Tot wèderzien ik heb geen
vrees.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Het paleis aan het groote kanaal;'waar
io Theresa haren vriend ontvangen had.
was eén dej oudste en prachtigste uit
den bloeitijd van Venetie.
Door het huwelijk eenei erfdochter
vergegaan in het bezit van een adellijk
Oosteurgksch geslacht, was het, in weer
wil van zgn schoonheid, reeds sedert ee
nige jaren onbewoond gebleven, tot yóor
omstreeks twee maanden eenei Duiiéche
familie er voor tijd en wijle haar intrek
,vo«o arkathóliéfeèn fvonen'. Zoodra
de'uitslag der stemming bekend was/'
èaf het volk in dè/e wijk op vrij leven-
digfe{doch'óhschulóigewgzè'zgn vreugde
te/kènnen De politie* belette de man!-
SS tajton een bepaaldenkriog
gaètr, daar zich verderop een grcote scha»
re OranjemaHtieh' had vërzaineld. Van1
tgd tot tgd vlogen er steenen van Shank-
hill-road naaf Carrick 'Hill, doch hier
aö^voordde men niet, behalve dat men
het gezang «der Oranjemannen van
Go& sam the Qucen aan deze zijde een
blijmoedig God save Ireland aanhief*;
Zaterdagavond staken, de bewoners
van Carrick Hill énkèle yreugdevuren
aan, wat^de^ politie oogluikend 'toeliet,
3a3ri ffi nationalisten, geenerlei kwaad
bedoelden. Tofc zoover gjng alles goed,
ipaar ten. slotte, trokken de Orangisten
tegen, katholieke .wijk ppi., Zij wier-
pen bier overatde glazen in en gouiilèn
mét/ steenen naaf dp politie, die de orde
tfachtte te herstèlléu. Een poging om
het' hüis vAneen b^thpliéken winbeliër
ip brand te stekeé/mislnkte door het tij-
dig óptfèdén 'der brand weer. Het was
een waar oproer.'De stratenbleven"'
Woelig 'tot drie uur in denmorgen,en
ayqn(l|l)egonnen.<leongé«
regeldheden, opnieuw. Men vreesde voor'
een herhaling, zoodat het hoofd der po-
litie te Cork order Had, gekregen, zijne'
manschappen geleed te houden om,
parate bevel naar Öelfast te vertrek
'ken.
Zondag bleef het échter rustig, doch
Maandagochtend ,werd eén klein/ aantal
(.kathöliék6.'arbeiders^ die op eene soheeps
timmerwerf' iuatig aan het work waren
oyervallën, mishandeld en ten slotte van
had genórhen.
Het was hén, die belang stélden in den
eigenaar van het jjaleié, niet duidelijk,
welke betrekking er bestond tusschen hem
en den vreemdeling." Het was niet aan
te nemen, dat de rjjke, Oostenrijksche
grateliike familie hét paleis'zou verhaurA
hebben en onverklaarbaar, dat zij hét den
vreemdeling uit vriendschap zouden laten
bewonen- Want nergens was hg békend'
hg/heètte eenvoudig mijnheer Stein^ had
noch betrekkingen, nochaanbévelingen,
dié hem toegang Vêrlëëndèntot dén Ve-
netiaans'éfiéC adelléefdé inet Üijne schoó
ne dochter, die, in weerwil harer Duit-
scbè af komst, geen woord Duifcséh sprak^
in strengste afzondering; Toen zij aan
kwamen waren zij alléén Vergezeld van
efue/Italiaan.Vchë dame van middelbaren
leeftijd en vón eén Duitschen bediende
eerst in Venetie 'werden de vrouwelijke
-bedienden gehuurd.
Maar de kastelein van het paleis werd
uit Weenen door zijn heer bevolen, den
Duitschen heer de grpotste oplettendheid
te bewijzen, in6t 'betrékking tót zijne wen
schen en behoeften, hem het paleis rot
ir, den/ kleinsten hoek ten dienste'te stel
len en hem in alles met raad, daad en
hulp bij staan.
Een groot veld voor zijne ''werkzaam-
heid vond de kastelein niet, nog /'minder
voor zijne nieuwsgierigheid: De?ï)uitscbé
lieer had hem nooit noodig, de bediend#
ot vil
M'i'ÏO
iO