No. 701.
Zaterdag 15 1895
9e Jaarg
Aankondiging.
is
voor Zee uwsch- laan de ren.
DIELEMAN,
Nieuws- en Advertentieblad
AXEL.
WDgcit en voetpaden met de
kunstwerken.
Be Grenskwestie.
Buitenland.
13. FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonder!, numm. ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van tot regels 25 cent;
voor eiken regel meer cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente AXEL, brengen ter kennis van
belanghebbende dat, te beginnen op 27
April 1893, van wege de gemeente eene
algemeene opneming zal worden gehou
den van de
Axel, 14 April 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
OGGEL, Burgemeester.
VAN VESSEM, Secretaris.
De* voorwaarde^ onder wblke de Com
missaris der Koningin in Zeeland, ver
gunning verleent om Belgisch vee over de
grenzen te laten grazen enz. luiden als
volgt
dat bet vee vóórdat van deze
vergunning gebruik gemaakt wordt, door
den plaatsvervangend en districts-veearts
of door een ander gediplomeerd veearts
en ca gezondbevinding geme rijn: het
volwassen rundvee op den linker hoorn,
de kalveren op den linkerboef de schapen
op den kop, met de letter (in schrijf
vorm), welk merk bij de rundereu door
middel van een brandijzer (zooveel mo
gelijk aan de buitenzijde) en bij de scha
pen met menie of aniline-vert wordt
aangebracht;
2o. dat de dieren, welke dagelijks of
op gezette tijden heen en weder worden
gevoerd, zoo noodig maandelijks aan een
hernieuw veeartsenijkundig onderzoek
worden onderworpen
3o- dat, in geval van vaste beweiding,
de dieren vóór den terugvoer naar Ne
derland andermaal worden gekeurd
4o. dat de dieren niet in aanraking
komen met inlandsch in Neder
land te huis- behoorend vee, maar op
een afstand van ten minste 500 daar
van verwijderd blijven
5o. dat, wanneer zich tijdens het ver
blijf van het vee op Belgisch grondgebied,
bij een stuk vee ziekteverschijnselen van
welken aard ook mochten voordoen, de
eigenaar dit vee niet op Nederlandsch
grondgebied terugbienge,
6o. dat het op Belgisch grondgebied
gestorven vee, onder geen voorwendsel,
in Nederland worde teruggebracht;
7o. dat het vervoer over de grenzen
alleen plaats hebbe tusschen zon sop- en
ondergang
8o. dat de belanghebbende öesgevor-
derd deze vergunning, bij het vervoer
van het vee over de grenzen, aan do
beambten van Rijks middelen vertoone
en zich verder stipt gedrage naar de door
of van wege de admiüistratie dei invoer
rechten en accijnzen te geven voorschrif
ten
9o. dat deze ontheffing geacht wordt
van rechtswege te zijn ingetrokken:
wanneer in de Belgische gemeente
of op 20 KM in den omtrek daarvan be
smettelijke longziekte, mond-en klauw
zeer of schaapspokken voorkomen
wanneer de voorschriften van dit
besluit niet stipt mochten worden nage
ieetd, of daarmede in strijd mocht wor
den gehandeld.
VIERDE HOOFDSTUK.
Het algemeen stemrecht is door de
Belgische kamer met zeer groote meer
derheid verworpen, wat de ontevreden
heid van het reeds zoolang op de proef
gestelde volk in niet geringe mate,heeft
vergroot, zoozeer zelfs, dat men zou kun
nen zeggen dat de ontevredenheid tot
bitterheid dreigt over te slaan.
Nauwelijks was onder de talrijke me
nigte die buiten het Palais de laNation
stond te wachten het besluit bekend ge-
woiden, ot er ontstond groote opschud
ding, waarbij de politie van de sabel
moest gebruik maken en verscheidene
raanifesteerenden werden in hechtenis
genomen.
Toen van het besluit algemeen was
kennis genomen, werd het nog rumoeri
ger in het sohoene Brussel en moesten
schutterij en jagers onder de wapenen
worden geroepen bm de orde te helpen
handhaven.
Do algemeepe^raad der werkliedenpar
tij heeft onmiddellijk eene algemeene werk
staking uitgeschreven en een oproeping
tot het volk gericht, van den volgenden
inhoud
„De kamer heeft het algemeen stem
recht verworpen.
»Het volk kan zich echter niet bij de
ze beslissing neerleggen.
„De algemeene raad der werklieden
partij, de vioeger genomen besluiten be
vestigende, verklaart, dat er nu aanlei
ding bestaat, zijne toevlucht te nemen
tot eene onmiddellijke algemeene werk
staking."
Men betwijfelt of de werkstaking wel
algemeen zal worden; maar toch hebben
in de Borinage reeds 8500 mijnwerkers
den arbeid neergelegd en hun getal groeit
nog aan. Alleen te Frameries en Dour
werkt men nog, overigens is in de ge-
heele Borinage het werk gestaakt.
Wat zullen de arbeiders bij deze ver-
topr.ing winnen, is men geneigd te vra
gen. Het is niet te denken, dat de ka
mer op haar besluit zal terugkomen bo
vendien is bet zeer de vraag, of van het
algemeen stemrecht wel zooveel heil te
wachten is, als de arbeiders zich voor
stellen of laten wijsmaken. Dat zij hun
ne ontevredenheid aan den dag leggen,
daarin hebben zij gelijk en daartoe heb
ben zij ook recht; maar zeker is het,
dat een werkstaking toch altijd eene
schadelijke manier van protesteeren is.
Voor het oogenblik is alles nog rus
tig zal dit echter zoo blijven De toe
stand in Belgie is in ieder geval ernstig
te noemen en wie weet aan welke be
roeringen het jeugdige koninkrijk nog
ten prooi zal zijn.
Tusschen de dokwerkers en de scheeps
reeders te Huil zit het ook heelemaal
scheef. Reeds eenige dagen staat ook
daar d9 arbeid stil en, daar bij beide
partijen de toege«flijkheid verre te zoe
ken is, raken de twistenden steeds ver
der van elkander af en wordt de ver
houding meer en meer gespannen.
Wel wordt door eenige ploegen onder
bescherming eener sterke gevvapende
macht gewerkt, maar toch dreigt de han
del der schoone havenstad geheel te ver-
loopen, indien men niet spoedig tot een
schikking komt.
In Spanje openbaart zich nog steeds
eene gisting door bet geheele land. En
kele voorbeelden. Te Villafranca vond
De gloeiende zon, die op den middag
de levendigheid van bet Markusplein te
Venetie in de koele schaduw zijner palei
zen terugdry ft, begon te dalen en vanlie
verlede Vulde zich hefc prachtige plein met
eéne naar lucht en koelte smachtende me
nigte, die bewonderend, pratend en ge
nietend ot voor de koffiehuizen zat, ot in
bonte rijen zich door elkander heen be-
woog.
Schoone bloemenmeisjes met donkere
smachtende oogen, talrijke kooplieden in
met schelpen versierde of kleine uit ivoor
gesneden voorwerpen en gesuikerde vruch
ten, zangers en zangeressen, die om een
liefdegift vroegen, zij allen erkenden met
zekeren blik de op wandelen beluste
menigte, den vreemdeling, die verrukt en
en vervuld door de heerlijke omgeving
minder afdingt en lichter geneigd is tot
geven, dan de ingezetene, voor wie die
pracht een dagelijksche gewoonte is.
Uit een der winkels onder de boog
vormige openingen, kwamen twee vrou
wen, die naar de Piazetta gingen. De oud
ste, wier jeugd reeds lang voorbij was,
verried in de scherpe maar goedaardige
trekken het Romeinsche type. Boven den
adelaarsneus schitterden een paar door
dringende zwarte oogen en het door grij
ze haren omlijste gelaat had de bijna
houtbruine kleur, die de tint der Romein
sche vrouwen in den ouderdom aanneemt.
De jongste had de giens der kindsheid
bereikt, een half ontloken bloem. Op ha
re zachte trekken lag een verrukkelijke
gloed en frisehheid, die iederen ontvangen
indruk trouw en onbewimpeld in de don
ker gloeiende oogen weerkaatste.
De Piazetta was tamelijk ledig, de la
chende blikken van het jonge meisje volg
den het spel, of wat het spoedig werd,
de kloppartij van twee knapen, die, vech
tend om het bezit van een stuk waterme
loen, een goed onderwerp voor een schilderij
van Murillo zouden geweest ziju. Einde
lijk overwon de sterkste der beide knapen;
hij ontnam met een krachtigen ruk aan
de bruine hand van zijn kameraad de ver-
bodene vrucht, maar liet daarbij een ver
zegelden brief vallen, zonder bij de haas
tige vlucht daarop acht te slaan.
Buiten zichzelven van woede raapte dt?
beroofde dien op, rukte hem bliksemsnel
uit elkander en trommelde hem ineen als
een bal, dien hij zijnen aanvaller nawierp
zonder hem te treffen. Met het verscheur
de couvert in de hand, schoot hij de vrou
wen voorbij, zijnen aanvaller na in het
menschengewoel op het Markusplein en
was weldra verdwenen voor de oogen van
hen die hem nastaarden.
Het jonge meisie stiet in het voortgaan
met den voet tegen den in elkander ge-
frommelden brief en raapte dien op.
Hoe jammer, zeide zij met eene klank'
volle melodieuze stem. hoe jammerWel
licht wordt naar dezen brief reikhalzend
verlargd en nu komt hij nooit terecht.
En hoe groot voegde zij er met kin
derlijke verbazing bij, drie, vier vellen
Da schrijver heeft zich zooveel moeite ge
geven
Werp het papier weg, Theresa, zeide
de oudste dame, wat wilt gij toch doen
met dien vreemden brief?
Het is Duitsch schrift, ging het jonge
meisje voort zonder acht te slaan op deze
vraag, juist zooals de brieven, die papa
van signor Ricardo ontvangt. Ik zal
hein medenemen, tante Lorenza, wellicht
kan papa er in zien voor wie hij bestemd
is.
De dame trok de schouders op en ging
verderzij wenkte een gondelier en be
steeg met hare jonge gezellin het slanke
zwarte vaartuig, dat op haar gewacht had
Rechts en links vlogen de gondels voorbij
in pijlsnelle vaart, maar niet zoo snel, of
hier en daar tiof een bewonderende blik
het jonge meisje, waarop zij zelve geen
acht sloeg, maar die niet verloren gingen
voor de oudere dame. Na korte vaart
legde de gondel aan voor een der palei
zen, die zich in tooverachtige schoonheid
weerspiegelden in het stille water.
Terzelfdertijd verscheen een bediende
in eenvoudige livrei op de hooge stoep
en hielp het ionge meisje uit den gondel
waarbij zij met een hoofdknik aïscheid
nam van hare gezellin, die verder voer.
Toen de zware deur achter haar gesloten
was, besteeg zij de marmeren trappen,
die naar de eerste verdieping leidden en
klopte aan een hooge, met eikenhout in
gelegde deur.
Een zware stem riep op gedempten
toonBinnenen de jonge dame stond
tegenover een oudachtig man, die gezeten
was aan eene met papieren en schriften
bedekte tafel, Hij kon omstreeks vijftig
jaar oud zijn en de trotsche houding der
statige gestalte, die zich oprichtte bjj het
binnentreden van het jonge meisje, kwam
volkomen overeen met de uitdrukking van
het fijnbesneden gelaat. Haar en baard
begonnen reeds te grijzen, maar onder de
zware wenkbrauwen schitterden een paar
blauwe oogen vol vuur en gloed en toen
die oogen zich wendden naar het jeugdig
schoone schepsel, verhelderde een vriende
lijk lachje die ernstige trekken.
Zij vloog naar hem toe en drukte harts
tochtelijk twee, drie kussen op zijne lip
pen, hief vervolgens zijn gelaat op en
zag hem hoofdschuddend aan.
Altoos schrijven, altoos studeeren,
woidt gig dat dan nooit moede papa, vroeg
AXELSCHE
COURANT
Hf