ff
ri
rede over„Organisch verband of Ver-
eeDiging."
Na een kort inleidend woord van den
heer Luteijn begon spreker met er op te
wijzen, dat hij geene actueele politiek
wenschte te- behandelen, dus niet de
handelingen der ministers of de houding
der kamerleden bespreken zou. Met het
oog op eene gezonde politiek dient men
twee zaken wel le onderscheiden. Ge
plaatst voor de stembus legt men den
klemtoon meer op beginselen, is eenmaal
een kalmer tijd aangebroken zoo
dienen die beginselen nader ontvouwd
te worden. De gansche lij der beginselen
kon spreker in uur niet bepsreken,
hij deed slechts een greep daaruit. Staan
we niet voor brandende handelingen, des
le meer staan we voor brandende vraag
stukken. Er dient gelet te worden op
het positieve, wat men belijdt, op het
negatieve, wat men ontkent. Er was een
tijd,* waarin men vroeg: „Wat dunkt
van den Christus?" Al naar gelang die
vraag beantwoord werd, werd men aan
de rechter- of linkerzijde ingedeeld. Er
is een tijd gekomen, waarin men vraagt
„Wat dunkt van de menschelijke sa
menleving Daarbij lette* men cp „Or
ganisch verband" en „VereenigiDg." Wat
heeit men daaronder te verstaan B|j
organisch verband zijn de deel en niet bij
eengevoegd door wilsuiting, de macht tot
bijeenvoeging der deelen is bij Hooger
bestel in hel schepsel gelegd. Bij ver-
eeniging is het een zaak van den wil.
Rousseau heeft gezegd „Ieder mensch
is eene eenheid." Doch ook meer per
sonen kunnen zijnsamen kiezen
ze een persoon deze regeert. Achtereen
volgens besprak spreker een vijftal stel
lingen.
„Liberalisme, radicalisme en socia
lisme stoelen op wortel en staan
tegenover de beginselen in Gods woord
neergelegd." Dank zij de drukpers, in
het bijzonder door De Amsterdammer,
heeft men in de laatste tijden meer van
het radicalisme gehoord. Daardoor heeft
men niet alleen de beginselen leeren
kennen, maar vooral de resultaten beter
kunnen onderscheiden. De radicalen
hebben eene vereeniging, geen organisch
verband, hun gezag komt niet van Hooger,
doch zij hebben het verkoren, genood
zaakt door den drang der omstan
digheden. De liberale partij zoekt, zoo
als mr. Van Houten in de Vragen des
Tijds schreef, kracht in het individualis
me. Goeman Borgesius verkondigde te
Middelburg, dat de beginselen van het
staatsbeheer feitelijk steunen op egoïsme.
De Staats-Hoogescholen bevorderen de
eigenliefde, Schepsel, dat zichzelf be
mint, wil zichzelf allereerst helpendat
gaat niet zonder vereenigingmen ver
oenigt zich door eeo sterken band met
anderen en men oordeelt, dat, wanueei
men zichzelf vooruithelpt, men daardoor
ook alle anderen vooithelpt. Bediogen is
men uitgekomen. Dit kan ook niet anders.
Zoodra men anderen niet meer noodig
heeft tracht men zich boven die anderen
uit te werken. Zoo moet de sterkste
groep overmannen. Goud, geld staat bo*
von de arbeidskrachten, goud bn verstand
bekeerscht de arbeidskrachten. Spreker
wil geen strijd tegen het kapitaal, hij
acht het bezit van kapitaal geen zonde,
hij wil slechts nadeelige gevolgen ketsen.
Ti ouwens prof. Kort van de Linde heeft
zeil gezegd, dat egoïsme geen grondslag
kan zijn voor het staatkundige leven,
maar wel gemeenschapsgevoeldat het
ethische leven boven moet drijven. Waar
om? Wij menschen zijn uit ons zei ven
tot niets goeds in staat en kunnen zelve
goede in schepsel niet ontwikkelen.
Het egoïsme overdrijft. Had het schep
sel beter geleerd, zoo zou het ook beter
doen. Eene hoogere macht moet binden.
De wil moet omgezet worden in de be
geerte om meer te krijgen. Wees ver-
zekeid, aldus ging spreker voort,
men mag niet loopen op den weg, waar
men de politiek drijft ter wille van eene
macht, maar ieder regeeringspersoon moet
evenals een goed soldaat, den generaals-
staf in zijn ransel meedragen.
De socialisten geven voor belang te
zoeken in gemeenschap. Maar wal is
bun grondslag? Deze ligt niet in eene
Hoogere macht, maar in het schepsel.
Samenvattende, zijn de liberalen de man
nen van het kapitaal, geven de radicalen
niet wat ze beloven en achten de socia
listen geen goed beheer mogelijk, indien
het volk de macht niet rechtstreeks kan
uitvoeren. Alle drie zoeken ze veree
niging door menschen wil, in strijd
met Gods woord. Vraagt men waarom
de antijevolutionairen de radicalen steu
nen, omdat men van twee kwaden het
minst slechte dient te kiezen.
II. „Met het oog op de historie en
tot fnuiking van de macht, thans aan
de Volksvertegenwoordiging verleend ver
dient een uitgebreid kiesrecht aanbeve
ling." Spreker kan zich geene politieke
speech voorstellen, waarin niet over kies
recht gesproken wordt. Hij herinnert
aan den edelman, door Lodewijk XIV
ten eten gevraagd. Op de vraag van
den koning hoe bij gegeten had, ant
woordde hij„Sire ik heb smakelijk
gegeten, maar niet gedineerd." De hoofd-
spijsdier dagen, het brood, was namelijk
op dien maaltijd met voorgezet. Welnu,
een politiek diner zonder een enkel woord
over het kiesrecht zou niet bevallen.
Bestrijders maken zich beangst het kies
recht in banden te geven van bedelaars
en kwartjesvinders. Doch wat heeft de
historie geleerd? Dat nooit de opper
macht is tegengestaan door de laagste
kïassen maar wel, inzonderheid Oranje,
dooi de representanten. Johan van Ol-
denbarneveld stelde zich tegenover Oranje
en gebruikte de waardgelders tot steun
van zijn eigen gezag. Johan de Witt
met zijne overigens onbetaalbare begaafd
heden beging eene fout door niet te buk
ken voor Oranje, maar door zich tusschen
hem en het volk te stellen. Spreker
neemt hot niet op voor het grauw, dat
die twee om het leven bracht, doch het
bloed kruipt waar het niet gaan kan
hoe afschuwelijk de practijk was, groot
was de liefde voor Oranje.
Nog herinnert spreker aan de Acte
van Seclusie en het Eeuwig Edict, waarbij
Oranje door het denkend deel der natie
buiten de regeering werd gehouden. Hg
geeft Dr. Schaepman gelijk waar deze zegt,
dat Willem door de regenten werd ver
jaagd en door de vissehers op de schou
ders werd binnen gehaald. Welke macht
moet eindelijk gefnuikt worden De
macht die in strijd is met de rechten
der kroon. Spreker vMst er op, dat eene
begrooting zonder -ave van redenen
kan verworpen wor Heeft de kamei
het tegen den minister, zij verwerpt de
begrooting, ook al heeft zij daartegen
niets. De Eerste Kamer raasde indertijd
veel op Keuchenius, zij verwierp de be
grooting. De minister kon niet aan het
roer blijven. Een minister kan niet re
geerden zonder geld. Door eene dergelij
ke verwerping treft men niet enkel den
minister, doch ook de kroon, wat iu
stiijd ismet het constitutioneel gezag. Hoe
dit te voorkomen Door het kiesrecht
uit te breiden en te doen afdalen, zoodat
men rekenen kan op het practiscb be
leid van het volk. Prof. Buys zegt dat
feitelijk de kioon dient om het gezag
der kamer te bandhaven. Hij maakt het
nog erger dan mr. Van Houten, die de
kroon een goed ornament acht aan het
staatsgebouw. Neeneerbied voor de
kroon moet er zijn en wel een eerbied,
die zich niet enkel uit in een hoeraot
een Oranje boven maar zulk een, die
toepassing vindt in de practijk.
III. „Zonder het beginsel van het
particulier initiatief prijs te gev«<n, is
thans hulp van Overheidswege tot be
scherming van den arbeidsstand nood
zakelijk." Dit kind positief geboren,
heeft een negatief kaïakter. De socialis
ten willen den staat alles in handen ge
ven. Men zij niet le bang voor hen.
Is wiar hunne woorden zljd ruw. doch
hei is al vrij gelijk, of men betzelfde in
ruwe of in fijne bewoordingen hoost.
Het volk is nu eenmaal niet op zijn
mondje gevallen en geeft er al weinig
om of het zien niet pailementair
uitdrukt. Toch is hun beginsel gevaar
lijk. Spreker zegt dat er eerder met hot
arbeidersvraagstuk was moeten aange
vangen. Dit is verzuimd, doch men
is niet wakker geschud door de so
cialisten. Er is eene andere reden voor.
Waar het egoisme de groDd is onzer sa
menleving staat de machtige geiieel bo
ven den minder machtige, de fabrikant
boven den arbeider en is de laatste to
taal van den eerste afhankelijk. De ar
beider is gebonden. Vioeger maakte een
werkman een stuk werk in zijn geheel
af (bijv. een tafel) en bracht het zoo
naar de maikt, thans werkt hij enkel
aaü deelen (bijv, enkel aan talelpooten),
terwyl de fabrikant het geheel levert.
Tot het maken van een geheel is hij niet
meer in staat, zoodat bi) afhankelijk is
van zijn patroon. Natuurlijk heeft spr.
hier niet het oog op deze streken, maar
meer op de industrie, op de fabrieken.
Stonden vioeger de standen, heeft pater
gezegd, tot elkaar als peisonen op
een glooienden berg, waar de een met
den ander rekening en voeling heeft te
houden, nu is het als stond eene goud
kolom in het midden eeuer zandwoestijn.
Wie op de kolom staat doet zich te goed
wie beneden is kan wachten op de af-
vallende kruimkers. Daarom is ook be
scherming van verheidswege noodzake
lijk. Echter niet, zooals de socialisten
willen. Spreker zegt, dat er vrijheid
blijven moet en dat hij bedankt met al
len uit pot te eten. Ook versta men
goed, dat de overheid enkel beschermen
moet, zij mag den arbeid niet regelen. Het
is als meteen man, die gemolesteerd wordt
en zich tot de overheid wendt. Deze
moet hem beschermen, doch zegt zij
„Zie mant ga dien en dien weg, daar
kunt ge ongehinderd voortgaan" dan heeft
de man het recht om to zeggen»Dank
Overheid, den weg behoeft niet te
bepalen, ik vraag slechts bescheiming"
Spreker wijst op de wenscheiijkbeid van
Kamers van Arbeid.
IV. „De protectie aan den handel be
wezen en de hooge taiieven in bet bui
tenland geven aanleiding bij de Over
heid op beschermende rechten aan te
dringen." Men zij hier hoogst voorzich
tig. Van de 10 landbouwers willen 9Va
beschermende rechten. Waarom Om
dat het koren laag in prijs staat en het
stijgen zou Maar dat is egoïstisch Zoo
gaat men den weg der liberalen en so
cialen pp. Noen, de reden moet eene
andere zijn. De handel is geprotegeeid,
zoo zelfs, dat de binneclandsche scheep
vaart door den handel ondergaat. In
Brabant moest spreker om over een brug
te rijden 127a cent betalen, de schippers
die er doorvoeren, waren daarvan vrij.
Doch in een stad is bel juist andersom.
Daar betalen de schippers, alsof debiug
voor hen gelegd isMen heeft den lian-
dei alle vrijheid gegeven, wat ook niet
te verwonderen is, als men bedenkt, dat
onze grootste handelsteden (Amster*
dam) en (ttotierdam) afgevaardigden
zenden. De kamer had met dat vrijheid
geven geen kwade bedoelingen, doch werd
door genoemde afgevaardigden meege
sleept. Zij vormden een groot aantal
en cte' anderen volgden, want de liefde
gelooft geen kwaad en de aandacht richt
zich het meest Daar de persoonlijke om
geving. Men dacht waai lijk, dat van de
kostelijke gaven vaD Oost en West met
den vrijen handel ook door den arbeider
zou genoten worden, doch men vergat
dat hij daartoe geid moest hebben- Want
al kost een brood ook maar een cent,
men moet toch dien cent bezitten om
het te koopen. Alles is goedkoop ge-
woiden, doch de aroeicier is er niet be-
tei door. De accijns zijn afgeschaft, doch
de werkman eet nog geen ot het ge
ringste vleescb. Het antir. piogram wil
beschei mende echten als represaille-
rnaatiegel. Trekl een buurman zijnen
muur op, ons daardoor bet zonlicht be
nemende, zoo kunnen we hem dat niet
beletten, maar wel kunnen we bem om
eenige veigoeding vragen. Waren alle
havens op de gdueele wereld open, dan
was spieker eveneens voo; de vnjheid.
Waar geen wet voor do gansche wereld
te geven is en waar andere mogendhe
den maar steeds dGoigaande muren bun
ner grenzen hooger op te tiekken, daar
is bet hoog tijd als repiesailie maatregel
beschermende rechten te heffen.
„Afschaffen van privaat bezit is
in strijd rnet Gods woord en cnuitvoer-
baar." Spreker wijst er op, dat God de
aarde niet geschapen heeft, zooals een
horlogemaker een uurwerk vervaardigt,.
oüi gereed zijnde zijnen arbeid aan zich
zeiven over te laten. Neeu, God is de
vader, de ontwerper, maar tevens de
onderhouder, die alles wei kt, die niet iaat
doen, maar die doet, die de krachten der
Natuur onderhoudt en op Zijn bevel de
werking daarvan staakt. Van der Zwaag
zegt, dat arbeid de moeder is van het
kapitaal. Nooit is een kind geboren zon
der geslachtsgemeenschap van vacier ea
moeder. Zoo arbeid de moeder is, wie
is dan de vader? Dit zegt Van der
Zwaag niet. Al wat de mensch doet,
doet bij door God, al wat hij heeft, heeft
hij van God. De boer ploegt, egt, enz.
maar meer kan hij niet. Laat de onge
loovige zeggen de Natuur doet het graan
gloeien, in elk geval doet de boer het
zelf niet. Zoo men land krijgt moet men
de middelen hebben om het te bebouwen,
vooreen huis de middelen om het te
bewonen en te meubiloeren. Wat heeft
men aan twintig bunders land ais de op
brengst miDder is dan de grondbelasting?
Ebkel landbezit zonder meer geeft niets
En zoo gaat het bij afschaffing van pri
vaatbezit. Spreker wijst verder op de
onuitvoerbaarheid. Schaft men privaat!
bezit af, dan doet men het ook in het
huisgezin. Dan mag spreker geeo mooie
vrouw hebben, als anderen zich met eene
minder mooie moeten behelpen. Zoo
krijgt men het recht eens anders vrouw
weg te nemen.
Bovendien, wil ook hij, die den mees
ten aibeid vei richt, dezen niet omzetten
in andere producten?
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt.
Nadat do heer Luteijn de vergadering
met een woord van dank aan den spre
ker had gesloten, sprak deze nog een
opwekkend wooid tot de aanwezige anti
revolutionairen Hij maande aan om
toch bij verkiezingen niet thuis te blijven
ook niet daar, waar het verlies zeker is,
of niet, omdat de meerderheid niet aan
antirev. zijde is, of niet, omdat de anti
liberale regeering te weinig heeft kunnen
doen.
Spreker betreurt het zeker, dat die
regeering niet langer aan het roer is
kunnen blijven, doch men mag zich niet
laten ontmoedigen. Ook bij de stembus
legge men belijdenis af, daar behartige
men de belangen van bet vaderland voor
God. Nederland gaat verlorenaldus
eindigde spreker, omdat er geen kennis
is onder het volk, want waar kennis is,
daar vindt men de toepassing ervan. Wij
mogen niets doen om deD broode, doch
moeten doen wat God wil. De resultaten
van onzen arbeid kuunen we gerust aan
Hem overlaten. Hij zal ons uit vrije
genadegift geven, wat voor ons het best
is. Maar dan ook God niet enkel eikend
en gediend in kerk en huis, maar ook
in het staatkundige leven.
Het opgekomen publiek was talrijk.
Gisteren is door den brigadier der
mai echaussée aihier, bijgestaan door den
rijks-veearts Bauwens op de hofstede bij
den landbouwer Ed. de Moor e«D onder
zoek ingesteld naar de oorzaak van den
dood bij twee honden, die plotseling ge
storven waren, waardoor het vei moeden
was gerezen, dat de dieren stjn vergiftigd.
De knecht van den landbouwer had de
honden eenige oogenblikken te voren In
de nabijheid van twee personen in den
Catharinapolder gezien. Kort daarop kwa
men de honden schuimbekkende bij den
knecht en vielen, op het hof gekomen
plotseling dood neer.
In de maag is een vierkant stuk, ver
moedelijk lever, gevonden, hetwelk on-
gotwijleid rnet het vergil is gedrenkt ge
weest. Dit stuk is tot nader onderzoek
naar de ujks-veeartsenijschool te Utrecht
opgezonden.
Van hot goval is proces-verbaal opge
maakt.
De op/achter van de genie, 2e klas
se Ohlüiidtte Terneuzen ontving
jSffli
fff
r*f