JXo. 688.
Maart 1895.
Jaai
DE ZANGERES.
llf
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- laan de ren
DIELEHAN,
II
tl
Vocding en verpleging van liet
jonge vee.
2i FEUILLETON.
te'
AXEL.
tvl
JP
;;;ig
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag*- en Vrijdagavond,
ABONNEMENTSPRIJS:
per Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 5.ct.
DRUKKER UITGEVER
Ad ver tent iën van tot regels 25 cent-
voor eiken regel meer cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiè'n worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De heer Marlet uit Delft heeft
te Wagoningen over bovenstaand onder
werp eene lezing gehouden, waarvan de
Rott. Crt. het volgende verslag bevat:
De voeding en verpleging, zegt spie
ker, is aanmerkelijk verbeterd, doch nog
lang niet zoo als ze moeten zijn. In de
eerste plaats moet men zorgen, dat het
dier zich naar de eischen der natuur ge
regeld kan ontwikkeien, en vervolgens
moet het dier normaal doorgroeien naai
de eischen, die daarvoor worden gesteld.
Men moet het gewoon maken aan de om
standigheden, waaronder het later zal
moeten leven.
Er is geen jong dier, dat meer onna
tuurlijk wordt behandeld dan het kalf;
en daarom wil hij in de eerste plaats
spreken over voeding en verplegin van
het kalt. Het is een feit dat men met
geen dier meer zorg heeft dan met het
kalf. Zou dit niet hoofdzakelijk hieraan
liggen, dat wij aan andere dieren de moe
dermeigunnen Ook kan onverstandig
handelen daarvan de oorzaak zijn. Men
let dikwijls bij het geven van voedsel
niet op den noodigen warmtegraad en
evenmin iet men op den regel, dat het
jonge dier herhaalde malen voedsel moet
opnemen. Kon het dier tot de moeder
gaan, dan zou het dat herhaalde malen
doen, omdat maag in den beginne
slechts een liter kan inhouden.
Gaat men van do gemakkelijke ver
teerbare moedermelk af dan most men
den overgang zoo zacht mogelijk maken,
Na 14 dagen kan men beginnen, de moe
dermelk te verminderen en afgeroomde
melk of karnemelk te geven verder moet
men denken aan de ontwikkeling van
die deelen van de maag, welke door
vloeibaar voedsel niet genoeg tot ont
wikkeling komen. Het dier wijst ons
daarin van zelf den weg. Als bet tan-
NOVELLE UIT HET DÜITSCH.
Twee gerechtsdienaars brachten een
^man binnen in Turksche kleeding. Het
was de ongelukkige Ali Pacha van Ja-
niua een tulband bedekte bet jammer
lijke hoofd van den raadsheer Bolnau.-Al
len stonden verbaasd bij dit aanschouwen
"Vooral de kapelmeester scheeD zeer ver
legen. Beurtelings werd hij bleek en rooc
en hij wendde het gelaat af. Monsieur
De Planto, zei de directeur, kent gij de
zen man De zieke had de oogen geslo
ten, met moeite opende hij ze en sprak
Loop naar den duivel, ik ken hem niet.
I)e Turk zag de omstanders aan me
bekommeid gelaat. Ik wist wel, dat het
zóóver zou komen, zeide hij op droeven
toon ik heb het reeds lang gedacht. Maar,
mejuffrouw Fiametti, hoe kondt ge toch
eeu onschuldig man zoo in het ongeluk
brengen
Wat is er dan toch met dezen heer?
den krijgt, zoekt het zelf wat om optel
knabbelen. Men ga dan zachtjes aan
wat droog voer geven, te beginnen met
havermeel of gerstemeel later volgt
dan ook goed hooi. Dikwijls geeft men
het minder goede hooi, doch het kalf
moet het beste hebben, waarover wij
mnnen beschikken.
Hebben zij de eerste weken op stal
doorgebracht en komt Mei in het land,
dan brenge men ze zoo vroeg mogelijk in
eene goede wei. Het dier krijgt dan
vrijheid van beweging, wat zoo hoogst
nuttig is voor het beenderengestel Toch
is bijvoer dikwijls nog noodig. Niet al
leen bij oudere dieren, maai vooral bij
jongeie is een geleidelijke overgang het
best.
Als e6n voorbeeld uit de practijk, zon
der het aan te bevelen of af te raden,
zegt spreker, dat men, waar men met
eene hardnekkige diarrhee te doen heeft,
het kalf aan' de koe laat zuigen. Voeding
en verpleging moeten van het begin af
goed zijn en daarom resumeert spreker.*
waar hij biest aanbeveelt voor het jonge
kalf, daar moet men de hoeveelheid ge
ven die het noodig beeft en zooveel ma
len als het dier trek gevoelt, om zeker
te zijn dat bet niet in een hongertoe-
stand komt.
In den regel wordt echter de moeder
melk niet gegeven; men geeft karne
melk, en dan dikwijls van te hooge of
te lage temperatuur, in plaats van ge
regeld op 29 30 graden Celsius. Dik
wijls begint men ook niet tijdig genoeg
met hard voer, en daarom is het geen
wonder dat men met kalveren zooveel
sukkelt. Zaak is het, de dieren, die
voor melkvee bestemd zijn, niet door
overdreven voeding te vet te willen ma
ken. In den regel is de stalinrichting
niet voldoende dikwijls plaatst men te
veel kalveren in een hok, waardoor de
dieren te weinig beweging, hebben.
Bij dieren, waaraan de moedermelk
wordt gegeven zooals het behoort, is
vroeg de zangeres, Ik ken hem niet, heer
directeur, wat heeft hij dan toch gedaan?
Signora, sprak de directeur met diepen
ernst, voor het gerecht geldt geene toe
gevendheid of verschooning, welke dan
ook. Gij moet dezen heer kennen het
is de raadsheer Bolnau. Uw eigen ka
mermeisje heeft verklaard, dat gij bij den
moord zijn naam hebt uitgeroepen.
Ja waarlijk, klaagde de pacha, myn
jiaam genoemd onder zulke omstandig
heden!
De zangeres ontstelde, een diepe blos
kleurde haar schoon gelaat. Diep bewo
gen nam zij den kapelmeester bij de hand
Carlo, zeide zij, nu moet ik spreken, ik
kan niet meer zwijgen. Ja, heer directeur
ik zal dien dierbaren naam genoemd heb
ben; ik meende echter niet dezen heer,
maar
Mij riep de kapelmeester uit en trad
te voorschijn. Ik heet, als mijn beste
vader daar net mij veroorlooft, Kar! Bol
nau
Karlmuzikant, Amerikaan riep de
Turk uit en omarmde hem. Dat is het
eerste verstandige woord, dat ge in uw
minder zorg noodig. Toch moet er aan
het voedsel niets haperen. Ook aandra
gende zeugen geeft men niet altijd wat
ze noodig hebben. Havermeel en gerste
meel kunnen in de eerste dagen uitste
kende diensten bewijzen.
Wat de stal voeding van de eerste mor
rie betreft, dan is hooi met kracht voe
der gewenscht, en wel uitstekend hooi
en eene voldoende hoeveelheid gezonde
haver. Ruime hokken, om vrije bewe
ging te hebben, is voor de veulens ten
zeerste aan te bevelen. Krasse over
gangen van temperatuur dienen bij het
jonge dier. vermeden te worden.
Verder komt spreker tot de voeding
van het veulen als het niet meer zuigt.
Het spenen geschiedt gewoonlijk niet
met de vereischte zorg. Gedurende de
eerste weken, zoolang het tanden stelsel
niet genoegzaam is ontwikkeld, behoort
de haver gebroken; later levert de weide
goed voedsel voor de veulens, doch dan
is bijvoer ook nog dikwijls noodzakelijk^
liefst geve men dan krachtvoeder, dat
rijk is aan eiwit.
De denkwijzen over de vraag of het
goed is het veulen in het 2e jaar op stal
te houden, of in de wei te doen, loopen
nogal uiteen.Uit het oogpunt van zui
nigheid houdt men ze dikwijls op stal.
In West-Vlaanderen en op andereplaat
sen, waar men ze bij voorkeur winters
buiten houdtweet men dat er dan
krachtig moet bijgevoerd worden, doch,
ook dat de veulens dan veel meer ge
hard worden dan op stal. De waarde
van het paard, hetwelk buiten is opge
groeid, is hooger.
De voeding der jonge schapen is in
den regel beter dan bij andere dieren,
doch de jonge varkens krijgen dikwijls
geen voldoend voedsel. De leer dat men
eerst later flink moet gaan voeren, wan
neer men begint te mesten, is in lijn
rechten strijd met de resultaten. Geeft
men aan de jonge dieren weken achter
een onvoldoend voedsel en begint men
dan later met krachtvoer, dan werkt die
krasse overgang nadeelig, dan komt dat
krachtvoer niet onmiddellijk tot zijn
recht. Van, meet af aan de jonge var
kens krachtig voedsel te geven, is ge
wenscht:; men moet echter rekening hou
den bij de voeding met de Moffen, die
het dier voor zijne ontwikkeling noodig
heeft. Dikwijls hoort men de klacht dat
zo te slap zijn in de beenen. Het voe
ren van.tarwe- en roggezemelen vindt
hij beter dan het toedienen van kunst
matige; phosphaten. Hoofdzaak blijft ech
ter het ^verstrekken van vrije beweging.
Op het schoonhouden der hokken wordt
in den regel niet voldoende gelet; men
schijnt te meenen, dat vuil zijn bij de
varkens uitstekende resultaten oplevert;
stelden wij echter, het dier, dat behoeite
heeft aan afkoeling, in de gelegenheid in
schoon water te. gaan, dan zou het zich
niet in het vuil wentelen. Die vuilheid
is voor de varkens bepaald schadelijk,
De opvoeding van de jonge dieren
wordt in het algemeen te weinig behar
tigd. Bfj het africhten van jonge paar
den bijv. houdtlüienlite weinig, rekening
raet den leeftijd van het dier. Laat men
jonge paarden,- die men het draven wil
loeren, niet veelte lang draven Dikwijls
gaat er iemand op den rug van. het dier
zitten, en men bedenkt daarbij niet, dat
die rug op zoo jeugdigen leeftijd vaak
te zwak is om bereden te worden. Hard
draverijen verdienen, volgens spreker,
geen aanbevelingbeter is het, de dieren
te dresseeren in gezonden zin en zege-
schikt te maken voor den omgang met
des menscb. Nu geschiedt het dikwijls
beginselloos en onverstandig en krijgen
de veulens eigenschappen, welke latei-
zeer hinderlijk zijn. Dooi behoorlijke-
Óressuur op doelmatige wijze, niet ruw,
moeten wij het paard brengen tot wat
wij er van eischen. Wedstrijden in die
richting zouden misschien een uitstekend
middel zijn ter vervanging van de hard
draverijen.
IS
leven geproken hebt. Gij hebt mij ver
lost uit eene groote ellende.
Als de zaken zoo staan, zei de direc
teur, dau zijt ge vrij en, Lebben wij in
dezen slechts te doen met den hier tegen
woordigen heer chevalier De Planto; Hij
keek naar den kant van het bed. Daar
stond de dokter en hield de hand van den
moordenaar in de zijne. Ernstig en be
daard legde hij die op het deksel druk
te hem de strakke oogen toe. Directeur
zeide hij, die man staat op het oogenBJik
voör een hoogeren rechter.
Men begreep hem en verliet het ver
trek van den vreeselijken doode en trad
binnen bij den kapelmeester, den' .gelukkig
wedergevonden zoon van den pac ha. De
zangeres verborg het gelaat aan de? bórst
van den geliefde, hare tranen vloeiden
mild, maar het waren de laatste, die zij
weende om haar ongelukkig lot. Want
de pacha draaide lachend hetsclioone
paar en een groot besluit scheen in hom
tot rijpheid te komen. Hij sprak in he!t
geheim met den dokter en naderde toen
zijn zoon eu ^de zangeres. Lietste dame,
zeide hij, om" uwentwille heb ik veel
geleden. Gij hebt mijn naam op zóo
nadeeligen wijze genoemd, dat ik ver
zoek, hem tot straf met den uwen te ver-
wisselen. Gisteren hebt ge mijn punch
versmaad, zult ge mij nu opnieuw ver
stooten, als ik dén Lier tegen woordigen
Karl Bolnau, mijn murikalen zoon aanbied,
met het verzoek hem te huwen
De zangeres zeide niet neen met vreug
detranen kuste zij hem de hand. De ka
pelmeester sloot haar vol verrukking in
de armen en scheen ior ditmaal zijn ver
heven hoogdravendheid geheel vergeten
te zijD. De raadsheer greep de hand van
den dokterLange znrle hij, had ik kun
nen denken dal het zoo zou komen, toen
ge wij de dood op het lijf jaagdet, ken
ik de ruiten van het paieis telde en gij
tot mij zeidetHaar laatste woord as
Bolnau
Nu, wat wilt ge verder, antwoordde de
dokter. Toch was het goed, dat ik dit
toenmaals zeide. Wie weet, ot -lies zóo
gekomen zou zijn, zonder het laatst,* woord
der zangeres.
ft 11
*fi: