No. 677. Zaterdag Januari 1895. 8e Jaarg. DE ZANGERES. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. DIELEMAN, De Nederlaiidsck-Belgiscbe overeenkomst. FEUILLETON. AXEL. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag1- en Vrijdagavond, IJ per Maanden 5G ent; franco per post 60 cent; voor 80 'cent. Afzonder!, nuuun. ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van tot regels 25 cent- voor eiken regel meer cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterliik tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE «ren. De nieuwe overeenkomst tusschen Belgie en Nederland gesloten, is waarlijk geen nieuwjaarsgeschenk voor onze grens boeven. Ook is het geen surprise, ten minste niet inde beteekenis welke men daaraan hecht. Het doel der beweging en van het petitionnement hoofdzakelijk gericht op bet verkrijgen van minder drukkende en belemmerende bepalingen tot weiding van vee en vervoer van mest wederzijds de grenzen. De grens boeren schijnen verkeerd begrepen te zijn, ten minste, zij roepen „ach en wee" over de nieuwe overeenkomst, die wel met toestemming van het veeartse mjkundig staatstoezicht van beide landen, doch in het geheel niet met instemming der landbouwers is tot stand gebracht. Immers, in plaats van Je bepalingen tot het weiden van vee en het vervoe ren van mest gemakkelijker te maken heeft men er nog etne aan toegevoegd, deze namelijk, dat de landbouwer de ka dastrale ligging der te beweiden percee len moet opgeven. De Belgische en ook de Nederlandsche grensbewoners verlangden een onzijdig rayon, kostelooze keuring en vergunnin gen wederzijds de grenzen. Aan dit verlangen is in zooverre voldaan, dat zij van dit alles niets krijgen en zich met het oude moeten tevreden stellen. Ge volg daarvanteleurstelling, wrevel, mis noegdheid Weliswaar is de termijn van vier maanden op 42 dagen gebracht voor mond en klauwzeer en afstand van 40 op 10. NOVELLE BIT HET DÜITSCH. Het geluk mijn vaders huis te kunnen verlaten, het geluk eer; oom te hebben, die. zich mijner ontfermde, het geluk naar Parijs te gaan, naar Parijs, dat ik mij voorstelde als de zetel van pracht en za ligheid, ik was verbluft door zooveel geluk. Zoo vaak een rijtuig aankwam, keek ik uit, of oom niet kwam om mij af te halen naar zijn rii!.. Eindelijk op een avond hield een rijtuig voor onze deur stil. Daar is uw oom. riep mijn vader; ik vloog naar heneden, ik breidde de ar men uit naar mijn redder gruwzame ontgoochelinghet was de man met de vijffrancstukken. Ik werd op dat oogenhlik bijna zinne loos, maar toch zal ik nooit de duivel achtige vreugde vergeten, die uit zijne grauwe oogen straalde, toen hli: mij zoo zeer veranderd terugvond nog altijd klinkt mij zipie krgschende stem in de ooren Nu zijt ge klaar, mijn duifie, thans zal ik in ite groote wereld brengen. Met de 'eene/hand vatte hij mij beet en met de ande're wierp hij eon grooten geldbuidel de tafel. De beurs ging open, en een schitterende regen van zilver- en goud- Wkkeu rolde op deu grond., De drie 20 kilometer, maar ook dan nog zal het voorkomen, zooals het vorige jaar nog het geval is geweest, dat de grenzen bijna eon geheel jaar zullen moeten ge sloten blijven. Een drietal gevallen reeds kunnen de grenzen een geruimen tijd gesloten houden en den grensboer veei schade berokkenen. Eon afstand van tien kilometer, zoo als voor mond- en klauwzeer door de meeste landen welke eene overeenkomst hebben gesloten is aangenomen, zou bij een goed toezicht meer dan voldoende zijn. De bepaling zegtDe ingevoerde dieren zullen met geen inlandsch vee in aanraking mogen komen, maar daarvan afgezonderd blijven op een afstand van 500 meter. Indien deze bepaling stipt moet wor den nageleefd, en waartoe zou zij anders gemaakt zijn, dan is het wei den van vee voor den grensboer totaal onmogelijk. "Wie za! dit alles evenwel conti öleeren Maar, wel beschouwd, is de bepaling op zichzelf reeds een vol ledig verbod. Dit artikel getuigt verder, dat men geene personen heeft geraad pleegd, die met de grenzen bekend zijn en, heeft men ze al geraadpleegd, dan heeft men eenvoudig op hunn8 wenken geen acht geslagenWaar is de weide, die 500 meter van een dijk of eene an dere weide gelegen is. Vele polders zijn op sommige plaatsen geen 1000 meter breed. En moge men op Nederlandsch grondgebied al weiden aantreffen, die 500 meter van elkander verwijderd zijn, in Belgie is dat niet aldus. In den zomer, treft men daar bijna achter iedere strook van elzenhout eeD paar koeien aan, als kinderen en mijn vader jubelden, en gin gen op den grond de geldstukken opra pen. Het was mijn koopprijs. Reeds den volgenden dag vertrokken wij naar Parijs. De magere man ik kon er niet toe komen hem „oom" te noemen predikte mij bestendig voor welk eene schitterende rol ik in zijne sa lons'zou spelen., Ik kon mij niét ver heugen, angst en onverklaarbare vrees waren getreden in de plaats var. mijne vreugde en van mijn geluk. Het 'rijtuig hield stil voor een groot verlicht huis, we waren in Parijs. Tien of twaalf schoo- ne allerliefste meisjes huppelden de bree de trappen af ons te gemoet. Zij drukten mij aan het hart, kusten mij en noemden mij zuster Giuzeppa. Ik vroeg deri ma- geren man: Zijn dit uwe dochters, mijn heer Ja, dat zijn dochters, riep hij lachende uit en de meisjes en al de bedien den stemden in met dezen ruwen, luid- klinkenden lach. Mooie kleeren, prachtige kamers gaven mij afleiding, Den volgenden avond wérd ik sierlijk aangekleed en leidde men mij in den .salon. De twaalf uieis;es zaten prachtig gekleed aan speeltafeltjes, op ca- napé's en aan piano's. Zij spraken zeer leveadig met jonge en met oudere beeren Toen ik binnentrad, stonden allen op, kwa men mij te gemoet en bekeken mij. De heer des huizes leidde mij naar een pia ne en ik moest zingen, Aigëmeëno bijval gevolg van de geringo uitgestrektheid der boerderijen. Het weiden van Hol landsch vee aldaar is dus, bij eene stipte naleving der bepalingen, totaal onmo gelijk. Nabij de grens ziet men het gebeuren dat Belgisch en Hollandsch vee loopt grazen, het oene aan den teen, bet ande re op de kruin van een dijk. Dit vee behoeft niet gekeurd te worden, daar het de grens niet overschrijdt, toch ko men de dieren zeer dicht bij elkaar. Waar om, indien het te doen is om besmetting te voorkomen, niet bepaald, dat het niet geoorloofd is, vee te weiden binnen de 500 meter van de gren3. De bepaling is enkel eene belemmering, en zal niets bijdragen tot het voorkomen van besmetting. Immers, het vee dat over de grenzen,wordt gedreven, komt over dijken waar ander vee graast, soms ge beurt het, dat de koeien te zamen naar huis of naar de weide worden gedreven iederen avond komen de koeien die over de grens geweest zijn, weer bij andere die op eigen grondgebied blijven. Een os, die de mest vervoert, zal toch ook wel eens in aanraking komen met in landsch vee. Wat helpt nu de bepaling, dat het vee 500 meter van inlandsch vee moet ver wijderd blijven? Eene dergelijke bepa iing is eenvoudig onzin, eene belemme ring en een maatregel die'geen doel treft De bepaling is ook een goed mid deltje om onzen boeren het pachten van land onmogelijk te maken. Een grens boer bijvoorbeeld legt eene weide aan, of heeft eene vliet gepacht, 500 meter van eene andere verwijderd Om hem het weiden van vee onmogelijk maken was mijn deel. Men mengde mij in het gesprek, mijne ongevormde, half Italiaan sche uitdrukkingen golden voor naïviteit. Men bewonderde mij en nu bloos ik nog over de woorden, waarin men die bewon dering uitdrukte. Zoo ging het verschei deno dagen lang, heerlijk en vreugdevol. Ik leefde vrij, ik had tevreden kunnen zijn, als ik mij niet hoogst onbehagelijk, bijna angstig gevoeld bad in dit huis en in dit gezelschap. In mijne naïve on schuld meende ik, dat de groote wereld nu eenmaal zoo was en dat men zich naar hare zeden moest schikken, Eén ding trok echter mijne aandacht. Toen ik op een avond toevallig de trap voorbijging, zag ik, dat de heeren die ons bezochten, den portier geld gaven, daaiv. voor blauwe of roode kaarten kregen en\ die. aan een bediende voor. den salon we der afgaven. Een jeugdig pronker, die mij tegenkwam, toonde mij niet teedere blikken eene dier roode kaarten. Tot /héden toe weet ik nog niet, waarom ik daarover bloosde. Maar hoor verder, wat er spoedig gebeurdeZie, waarde dokter, hier heb ik een klein verbleekt papiertje Daaraan heb ik mijne redding te danken Ik vond het op een morgen onder ïnjjn ontbijt. Ik weet niet, van welke goede band het afkomstig is; maar moge de hemel bet-hart beloonen, dat zich mijne ontfermde. Het luidt legt een ander eene weide aan op een paai honderd meter afstand en de grens boer kan met zijn vee inrukken. De grensboer gebruikt trouwens niet alleen zijne weide tot beweiding van vee, maar ook het najaar zijne klavers, bieten- land en slootkanten. Thans willen we omtrent punt der bepalingen een en andev in midden brengen. De belanghebbenden zullen bii hunne aanvraag voor toelating orr. mest in te vooien voor het bemesten der gronden de nabijheid van de grens, eene ver- aaring moeten voegen van den burge meester der aanpalende gemeente, dat ae mest uit zijne gemeente voortkomt, of we., indien de mest van elders inge voeld is, dat de mest ten minste gedu rende drie weken in zijné gemeente heeft gelegen. Indien het geldt akkerlanden te bemesten, moet de mest dadelijk in den grond ingewerkt worden en geldt het mest om weiden te bemesten, zoo is het verboden, daarop gedurende 14 dagen vee toe te laten. fo Burgemeesters dié weten of boeren binnen de drie weken mest uit andere gemeenten hebben ingevoerd, zullen wel met een lantaarn te zoeken zijn hetzelf de geldt van het rundvee. Bewijzen zul len worden afgegeven, dat is natuurlijk; maar een goede controle daarop is totaal onmogelijk. bepaling verschaft den boer een hoop moeite en loopen en leidt tot niets. (Slot volgt!) Mejuffrouw Het huis, dat ge bewoont, is een slecht huis, De dames, die gij om heen ziet zijn dames van slechte zeden. Zouden wij ons iri Giuzeppa vergist hebben Zou zij een korten schijn van geluk willen koopen raet een lang berouw Een verschrikkelijk licht ging mij op een liebt. dat dreigde mij geheel tever- blinden, want het verwoestte bijna te schielijk mijn onschuldigen kinderlijken zin en den droom van een onbezorgd gelukkig leven. Wat te doen Ik had nog niet geleerd, besluiten te nemen. De man, wien dit toebehoorde, was voor mij als een gevreesde toovenaar, die al mijpQ- gedachten kon Rzen, die nu reeds wist wat mjj was bekend gemaakt. En toch wilde fk liever sterven, dan nog een oo genhlik hier te blijven. Ik had een nieisje, dat recht over onze deur woonde, wel eens Italiaansch hooren sprekenik kende baar niet, maar kende ik dan iemand in deze ontzaggelijke stad? Die vaderlandsche klanken boezemden mij vertrouwen in. Tot haar wilde ik vlieden, haar wilde ik op de knieën smee ken mij te redden. Het was zeven uur-in den morgen. Ik was mijne landelijke gewoonte getrouw- gebléven, stond steeds'vrbeg open ont beet dan dadelijk. (Wordt' vervolgd) AXELSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1893 | | pagina 1