No. 668.
Zaterdag 17December 1862.
8(' Jaar».
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e ii wsch - V I aa n d e re n.
F. DIELEMAA,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
DE ZANGERES.
AXELSCHE
101 ISAM.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag'- en Vrijdagavond.
ABONNEMENT S-P RIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKK ER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
1 Het ziet er in de groote stoden maar
treurig uit, daar de wiDter onder zeer
slechte voorteekenen aanvangt. Overal
heeischt gebrek aan werk. Het in ons
vorig nummer vermelde opstootje was
ook al het gevolg van werkeloosheid aan
de Gentsche fabrieken. Zoodra de werk
zaamheden ophouden begint voor de mees
te huisgezinnen de armoede. In den
werktijd wordt gewoonlijk niet zooveel
verdiend, dat daarvan nog voor den kwa
den dag kan worden overgelegd, van
daar het spoedig intreden van gebrek.
Velen zijn wel niet van zorgeloosheid
vrij te pleiten, maar, als men de loonen
nagaat, die door de meesten verdiend
worden, dan staat men nog dikwijls ver
wonderd hoe de menschen er mee rond
scharrelen.
Op het platteland, waar men over het
algemeen elkander goed kent en met de
toestanden haarfijn bekend iswordt
nooit zooveel gebrek geleden, nooit zoo
veel ellende gezien als in de steden. De
Weener correspondent van de N. R. Ct.
hangt het volgende tafreel op van den
huidigen toestand daar ter stede. Geda
teeru van den lOden dezer schrijft hij
„De 8ste December is eene stille dag,
i waarop geen couranten verschijnen, de
post beperkten dienst heeft, de winkels
gesloten zijn en de openbare vermake-
lijkheden des avonds op een dankbaar
publiek kunnen rekenen. Gedurende ee-
nige jaren geeft die datum, in zekeren
zin eer. heilige althans een bededag,
aan de bladen stof tot .weemoedige be
schouwingen, want elf jaar geleden ver-
biandde op dien datum het Ringtheater
NOVELLE UIT HET DUITSCH.
I.
Dit is eene zonderlinge geschiedenis,
zeide de raadsheer Bolnau tot een kennis,
dien hij op de heirbaan te B. tegenkwam;
vindt ge ook niet, dat we in een boozen
tijd ltven
Meent ge de geschiedenis in het Noor
den, hernam de aangesprokene. Hebt ge
berichten betreffende den handel, raads
heer Heeft de minister van buitenland
8cbe zaken u uit oude vriendschap iets
naders gezegd V
Ach, loop heen met staatkunde en staats
papieren Mijnentwege mag er gebeuren
wat er wil. Neen, ik meen de geschie
denis met Fiametti.
Met de zangeres Heeft ze zich op
nieuw verbonden Men zei dat de kapel
meester met haar gebroken had
Maar om 's hemels wil riep de raads
heer uit en bleef verwonderd staan, in
welke spelonken houdt ge u toch op, dat
niet weet wat er in de stad voorvaltGe
weet dus niet wat Fiametti overkwam
Ik weet er niets van, op mijne eer; wat
is er dan met haar gebeurd
Niets meer of minder dan dat ze dezen
nacht doorstoken is.
en eiscbte die ramp honderden slacht
offers.
Dit jaar echter heeft men de dooden
laten rusten en zich des te meer met
de levenden bezig gehouden. Er zijn bier
wel 60.000 menschen zoDder werk en de
verwachting dat nog dezen winter op
groote schaal met de Weener spoorweg
en kanaalwerken een begin gemaakt zou
worden, is, blijkens eene ambtelijke ver
klaring, vervlogen. Wel is er een be
gin gemaakt met de aard en graafwer
ken voor het goederenstation van den
gordelspoorweg, maar bet verschil tus-
schen vraag en aanbod van werkkrach
ten is zoo groot, dat dit werk weinig
tot het lenigen van den grooten nood
zal kunnen bijdragen. Uit een rapport
der politie blijkt, dat alleen in de laatste
maanden 25.000 personen, als dakloozen
van de straat zijn opgenomen, onder
welke 2.000 dienstboden zonder plaats,
ruim 9.000 daglooners en 5.000 werk
lieden. Al deze ongelukkigen, die we
geus gebrek aan werk nood en gebrek
lijden en door de politie opgepakt zijn
geworden zonder iets misdreven te heb
ben, zijn, na eenige dageD in een vunzig
hok te hebben doorgebracht, toch weer
op straat gejaagd moeten worden. De
werkhuizen, de toevluchtsoorden en an
dere soortgelijke inrichtingen, waar in
gewone omstandigheden dez6 ongeluk
kigen een onderkomen zouden kunnen
vinden, zijn zóo overvuld, dat van die
zijde er niet op hulp te ïekenen valt.
Onder de armenzorg gaat het bestuur
der hoofdstad gebukt en het kwaad is
nog toegenomen sedert de door den klei
nen man bewoonde buitengemeenten bij
Weenen zijn ingelijfd, omdat gedurende
de overgansperiode, waarin we thans
verkeeren, het leven wel duurder is ge
worden, maar de in het vooruitzicht ge
stelde voordeelen op zich laten wachten.
Vooraleer de vereeDiging met de buiten
gemeenten' was tot stand gekomen, be
liepen de kosten der armenzorg 67« mil-
lioen florijnen, waarvan 57« millioen uit
openbare middelen en stedelijke fondsen
gevonden werden en ruim 1 millioen
door de particuliere weldadigneid werd
opgebracht. Vooral zijn de kinderen te
beklagen. Zoo moeten van de 13.000
kinderen, die in de wijk Favoriten naar
school gaan, er 7000 door de gemeente
geholpen worden, daar zij te arm zijD
om da noodige leermiddelen te bekosti
gen. Bij het uitgaan van de school ben
ik er getuige van geweest, hoe de kin
deren in dunne, half versleten kleeding
en hoogst gebrekkig schoeisel aan den
uadeeligen invloed van het gure weer
blootstaan. Des winters worden de scho
len reeds 's ochtends 87« uur geopend
om de kinderen, als vader en moeder
naar het werk gegaan zijn, in de gele
genheid te stellen zich in het warmge-
stookte schoollokaal te koesteren in die
buitengemeenten is de weg naar de school
dikwijls zeer lang en de wandeling daar
heen in het vroege ochtenduur, vaak
langs besneeuwde velden en paden, zeer
vermoeiend. Hoewel er in de behoeftige
huisgezinnen aan brood, hout en kleeren,
in éen woord aan alles gebrek is, moe
ten de kinderen toch naar school, omdat
hier wettelijke leerplicht bestaat. Wat
er onder zulke omstandigheden van het
onderwijs terecht komt, is niet moeilijk
le raden, en waren er niet weldadige
menschen, die dagelijks in de spyskokerij
De raadsheer ging onder zjjne kennissen
door voor een spotvogel, die, als hy van
's morgens elf tot twaalf uur de heiibaan
op een neer wandelde, de lieden gaarne
bezighield om bun iets wijs te maken.
Zijn vriend schrok daarom niet erg van
dit bericht, maar antwoordde Weet ge
heden anders niets, Bolnau Ge moet nu
toch wel zoo tamelijk uitgeput zijn, dat
ge zoo iets opdischt. Als ge mij voert-
aan weder aan den praat houdt, verzin dan
iets verstandigers, anders zal ik genood
zaakt zijn, om een omweg te maken als
ik van de kanselarij huiswaarts keer.
Hij geloott het weer niet, riep de wan
delaar uit. Waarlijk hij gelooft het weer
nietAls ik gezegd had, dat de keizer
van Marokko doorstoken was, zou hij het
bericht in dank aangenomen en verder
verteld hebben, omdat zoo iets meer ge
beurd is. Maar als eene zangeres hier in
B. doodgestoken is, wil niemand het ge-
looven, eer men den lijkstoet ziet. Maar
mijn vriend, ditmaal spreek ik de waar
heid, zoo waar als ik een eerlijk man ben!
Mensch, bedenk wat ge zegt, riep zijn
vriend met ontzetting uit. De zangeres
doorstokenDood, zegt ge Fiametti
doodgestoken
Voor een uur was zij nog niet dood,
maar zooveel is toch zeker, dat ze op
sterven ligt.
Maar vertel me dan toch, hoe is het
mogelijk, dat men eene zaDgeres dood-
voor de armste kinderen warm voelsel
lieten beieiden, de Schulzwang zou in
den barren winteriijd onuitvoerbaar we
zen.
In alle bladen, zonder onderscheid van
partij of denkwijze, wordt dan ook een
beroep gedaan op de harten en beurzen
der burgerij, ten einde tot leniging van
den grooten nood de handen ineen te
slaan."
Aldus is het du te Weenen gesteld.
En zooals het in Weenen is, zoo zal het
in meer, zoo niet in de meeste groote
steden zijnin Londen moet het nog
erger wezen. Waar moet dat geduren
de den langen winter heen
Naar aanleiding van de verontrusten
de geruchten, die herhaaldelijk den laat-
sten tijd over den gezondtieidstoestand
van den paus liepen, deelt de Romein-
sche correspondent van den Temp» het
volgende mede.
Hoewel Leo XIII weldra zijn drie en
tachtigste jaar zal hebben afgelegd, kan
hij nog vele jaren regeeren. Hij heeft een
nerveus temparement doch zulk een taai
gestel dat hij veel vermoeienis kan door
staan. De H. vader is buitengewoon
matig, vleesch eet hij weinig, daarentegen
veel soep, terwij) groenten en visch zijn
voornaamste voeding uitmaken. Hij
heeft een vasten levensregel, waarvan
hij nimmer afwijkt.
De koude is zijn gevaarlijkste vijand.
Te warm is het hem nooit. Daar hij
echter niet gaarne vuur in zijn aparte-
rnenten heeft, kleedt hij zich iu het
koudere jaargetijde zeer warm, geheel in
wol, en laat zich na audiënties enz. in
een goed gesloten draagstoel naar en uit
zijn apartementen dragen. Ook slechts
steekt Leven we dan in Italië Waar
voor hebben we dan een welgeordende
politie Hoe droeg de zaak zich toe
Doodgestoken
Schreeuw toch zoo hard niet, hernam
Bolnau, de menschen steken het hoofd
reeds uit de vensters om naar het straat
alarm te luisteren. Ge kunt met luider
stemme zooveel jammeren als ge maar
wilt. Hoe het zich toedroeg Ja, dat
is het juist, dat weet niemand. Verleden
nacht was het gelietde kind nog op het
gemaskerd bal, beminnenswaardig, betoove-
rend als altijd en dezen nacht om twaalf
uur werd dokter Lange uit bed gehaald,
omdat ze op sterven lagze had een
steek in het hart gekregen. De gaDsche stad
spreekt er over, maar natuurlijk den groot
sten onzin. Er komen omstandighen by,
waardoor men onmogelijk achter de waar
heid kan geraken. Zos mag bijvoorbeeld
niemand in huis komen dan de dokter en
de huisgenooten die haar helpen. Ook
aan hof was het reeds bekend en de wacht
kreeg het bevel niet voorbjj het huis te
trekken, het geheele bataillon moest een
omweg oves de markt maken.
Wat ge zegtMaar weet men dan in
't geheel niet hoe het toeging Heett
men niet het minste spoor
Het valt moeilijk, uit de onderscheidene
berichten de waarheid te vinden. Fiametti
is ontegenzeggelijk een zeer fatsoenlijk
meisje, op wie niet het uiinste is aan te
merken. Maar, zooals de meeste menschen
en vooral de vrouwen zijn, als men spreekt
van den ïeineD levenswandel van het arme
meisje, trekt men de schouders op en
meent alles te weten van haar vroeger
leven Van haar vroeger leven En ze
is nauwelijks zeventien jaar en reeds an
derhalf jaar hierWat is dat voor een
vroeger leven
Houd u niet zoo lang op by de inlei
ding, viel zijn vriend hem in de reden,
maar kom ter zakeWeet men niet
wie haar doorstak
Neen, dat heb ik u al gezegd. Het zal
wel een afgewezen en jaloersch minnaar
zijn die haar vermoordde' De omstandig
heden zijn erg zonderling. Gisteren op
het gemaskerd hal moet ze met een mas
ker, dat niemand kent, tamelijk lang alleen
gesproken hebben. Daarop ging zy spoe
dig heen en sommigen meenen gezien te
hebben dat hetzelfde masker met haar in
het rijtuig ging. Verder weet niemand
iets met zekerheid te zeggen, maar ik zal
spoedig weten, hoe de zaak in elkander zit.
Ik weet, dat ge uwe eigen bronnen
hebt, en gewis hebt ge ook bij Fiametti
ook een gedienstige geest. Er zijn lieden,
die u de stadskroniek noemen.
Te veel eer, te veel eer, sprak de raads*
hear lachend en scheen zich een weinig ge
vleid te gevoelen. Ditmaal heb ik echter
geen anderen spion dan den dokter zelf.
(Wordt vervolgd.)