No. 665.
Woensdag 7 December 1892.
8' Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
J voor Zeeuwsch-V laanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Uit de Pers.
FEUILLETON.
HET PORTRET.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Standaard schrijft onder het op
schrift Keer in de opinie het volgende
»De Amsterdammer is van oordeel, dat
Kiesvereenigingen het recht hebben, om
over een ingekomen ontwerp haar opi
nie te zeggen, en dat de Kamerleden die
op het initiatief van zulk een kiesver-
eeniging gekozen zijn, hun mandaat moe
ten nederleggen, zoo blijkt, dat ze niet
langer met hun kiesvereeniging homo
geen zijn.
In casudat nu de heeren Rutgers,
Gleichman en De Beaufort blijken niet
langer homogeen te zijn met Burgerplicht
deze heeren hun zetel ter beschikking
behooren te stellen.
Gaat dit op?
Ons dunkt, nederlegging van mandaat
is eerlijkheidshalve plicht bijaldien de ge
kozene, na zijn verkiezing, zeif op be
langrijke punten tot een ander inzicht
komt, dan waarop hij gekozen is.
Maar als de committenten van opinie
veranderen, wat gaat dit den mandan
taus aan
Vóór de stembus openging, konden zij
vragen wat hun goeddocht, en indien de
antwoorden onvoldoende bleken, een an
der candideeren.
Eens gekozen daarentegen, blijft men
gekozen, zoolang het mandaat loopt.
Maar bovendien, hier is geen keer in
de opinie.
I Burgerplicht is alleen zelf inconsequent
geweesi, en heeft, om succes te hebben
half om halt mannen gecandideerd, die
voor en die tegen waren.
Alzoo niet bij den mandaathouder, maar
bjj hen, die de candidaten stelden ligt de
NOVELLE VAN
OTTO GRINDT.
Goldbaum kwam lerstODd tot het ver
moeden, dat Asmus zich zeker, zoodra hij
zjju huis had verlaten, naar Reinwald had
begeven; hp wilde echter niet terugkeeren
maar trok aan de bel van de deur tegen
over de werkplaats.
Eene vriendelijke oude dame deed opeD,
maakte zich bekend als de vrouw des hui
zes en vroeg of zij de werkplaats wilde
openen. Dat zou ik gaarne willen 1 ant
woordde de bankier. De oude vrouw haast
te zich den sleutel te halen. Goldbaum
gat zich uit voor een vreemdeling, die
mijnheer Asmus reeds als knaap gekend
had, en vroeg haar, of zij met haren huur
der tevreden was.
0, hij is zulk een lief, voortreffelijk
menscb, die mjjnhbf-r Asmus gaf de ou
de dame ten antwoord. En zoo degelijk
In 't geheel niet lichtzinnig en buiten
sporig, zooals andere kunstenaarsNooit
blijft hij geheele nachten buitenshuis
Maar, mijne lieve hemel, hij heeft geen
geluk in'de wereld! Als hij maar meer
geluk had wenschte zij vol deelneming.
Goede vrouw troostte de raadsheer, het
geluk wordt soms in eens gevonden 1
fout.
Ec het gemis aan homogeniteit tus-
scheu Burgerplicht en zijn uitverkorenen
komt niet voor hun rekening, maar komt
te zijnen laste.
De Amsterdammer teebent hierbij aan
Dit schijnt ons een onjuiste opvatting
van de verhouding, waarin de afgevaar
digde tot zijn kiezers staat.
Als de committenten van opinie ver
anderen, wat gaat dit den mandataris
aan vraagt de Standaard.
Welnu dit zou hem niets aangaan, in
dien hij niet de vertegenwoordiger was van
hen die hem afvaardigden. En dezen
hebben niet met hem een over
eenkomst gesloten zoo iets van
een notarieel contract om in vier jaai
niet van opinie te veranderen, en ook
niet om, als zij van opinie veranderden,
hem met rust te laten. Zij hebben door
hem te kiezen, alleen te kennen gege
ven, dat zij op het oogenblik waarop zij
hem verkozen, erkenden in hem den man
hunner opinie te zien, en natuurlijk ook
door het feit der verkiezing hun ver
wachting uitgesproken, üai hij hun mee
ning gedurende het zilting&tijdvak zou
blijven verdedigen.
De Standaarddunkt ons, beschouwt
de betrekkingen die tusscheo de afge
vaardigden en de kiezers bestaat, te veel
als een die geregeld wordt bij huur- of
koopcontract
Vóór de stembus-opening konden de
kiezers vragen wat hun goeddachtvol
deden die antwoorden niet, het stond
aau hen een ander canöidaat te stellen,
eens gekozen daarentegen blyft ge
kozen
Op de paardenmarkt en bij de visch-
koopers zal men deze redeneering vol
maakt juist achten, maar dat zij op-
gaai onder ernstige menschen, die over
een zedelijke verplichting handelen, be
twijfelen wij ten zeerste.
De fout schuilt, naar de Standaard oor
deelt, bij Burgerplicht. Dat is juist. Maar
eikend moet toch ook door de Standaard
worden, dat er een fout is.
En hoe kan nu zulk een fout hersteld
worden Fouten nietwaar, moeten toch
hersteld worden,
En nu moeten de kiezers zeker niet
ter wille van hun vroeger gekozen af
gevaardigden weder eens van opinie ver
anderen. Maar de afgevaardigden kup
nen, zonder eenig bezwaar, hunne opinie
behouden en bedanken.
Dat schijnt ons zoo eenvoudig en lo
gisch, dat er moeilijk tegen te redenee
ren valt.
De afgevaardigden zitten toch niet vier
jaar achtereen om de kiezers van een,
twee of drie jaar geleden te vertegen
woordigen, maar de kiezers van het oo
genblik. Het „eens gekozen blijft geko
zen," naar de leer en de toelichting van
de Standaard toegepast, zou het verte-
genwoerdigend stelsel tot zoo iets leu
genachtigs kunnen maken, dar, het de
moeite der bespreking niet meer waard
was
Wij blijven dus bij onze meening
afgevaardigden als de heeren Levy, Rut
gers, De Beaufort en Gleichman, die
te weten zijn gekomen, dat zjj op het
allergewichtigst punt hun kiezers niet
langer vertegenwoordigen, schiet niets
anders over, dan ridderlijk hun mandaat
weder in handen van hen te stellen, die
hun te kwader ure dat hebben. De
verhouding tusschen kiezers en gekoze
nen voor het Kamerlidmaatschap is niet
van materieelen maar van moaeelen
aard, en moet uit dat oogpunt be
oordeeld worden.
Te Wapen
III.
Aux armes, citoyens
De schrijver eindigt zijn brochure met
een drietal stellingen, waarvan de eerste
is
Het recht rfln© vertegenwoordigers te kiezen is niet
een recht dat clkata&tsburger krachtens zjjn staats bur
gerschap bozit, maar een recht, dat uitdrukkelijk ge
geven wordt en dat alleen aan hem mag worden ge
geven, die geacht kan worden geschikt en genegen
te zün, het ten voordeele van het geheele volk te ge
bruiken.
De vraag zou gewettigd zijn wie is
geschikt en genegen het kiesrecht te ge
bruiken, ten voordeele van het geheele
volk
Hangt dit niet veel af van het zede
lijke standpunt dat de staatsburger in
neemt en niet van hoogeren of lageren
stand Zoolang nog bij allen veel te
veel de regel geldtohacun pour soi et
Dieu pour nous tous, zoolang het egoisme
nog de richtsnoer is bij's menschen ban
delingen, is het van de hoogere standen
volstrekt niet te verwachten, dat zij hun
macht zullen prijsgeven of hun finanti-
eelen toestand aanmerkelijk zullen ver
minderen terwille van de grootste massa,
die er treurig aan toe is of zelfs gebrek
lijdt.
Liefdadigheid wil men betrachten en
dat is tot zekere hoogte verdienstelijk,
maar wanneer die uitoefening der lief
dadigheid moet dienen om den weg af
te sluiten, waar langs men verwacht een
Als dat eens gebeurdezuchtte zij,
terwijl zjj de deur der werkplaats opende
Goldbaum ried haar aau zich niet iu
hare bezigheden te laten storen, hij en
zijn geleider zouden er wel voor zorgen,
dat er geen letsel kwam aan het werk
van den schilder. De oude dame geloof
de dat gaarne en verwijderde zich Daar
stond inderdaad het pas begonnen
nen borstbeeld eener vrouw ongedekt op
den schildersezelGoldbaum, die zich er
heen spoedde, verwonderde zioh, dat hij
hel den vorigen dag over het hoofd ge
zien had. Doch toen hij er nu dicht voor
stond, was zijne verbazing niet zeer groot.
Veel is er juist nog niet te zien, meende
hij, 't beteekent nog niets
Maar hier is wat te zienriep de
raadsheer, en haalde het spijkertje, dat
de potloodschets op het linnen bevestigde,
er uit. Deze omtrek is dat uwe doch
ter of is ze het niet
Zeker, riep de bankier verbaasd uit,
iedereen moet op het eerste gezicht de
sprekende gelijkenis erkennen
Ingermann klopte hem op den schouder
Hoor eens, Goldbaum, ge komt ten slotte
nog tot het inzicht, dat ge 'met betrek
king tot uwe schoonzonen geen offer ge
bracht hebt, maar dat ge uzelven met bei
den geluk kunt wenschen want dat Rein
wald naam zal maken en vooruit zal ko
men, daar sta i k u borg voor.
Ik moet toestemmen, hernam de ban
kier, dat hetgeen de vrouw des huizes
ons van den levenswandel van den schil
der gezegd heeft, me verheugt. En dat
ding hier, die potloodteekening
Geeft u een waarborg voor zijn aanleg
als kunstenaar? viel de raadsheer hem
in de rede, die reeds vaker geraden had
wat de ander wilde zeggen.
Dat papier neem ik mee voor mjjne
Luitgard, antwoordde Goldbaum en ver
volgde onmiddelijk. Me dunkt, mijn waar
de raadsheer, dat er hier niets meer voor
ons te halen is. Laten we tegen de huis
vrouw zeggen, dat we niet langer op ha
ren Asmus kunnen wachten, en dan naar
den dokter gaan, waar we ongetwijfeld
twee vliegen in één klap zullen vangen.
Zoo gedacht, zoo gedaan. Ingermann
zeide den koetsier, waar Reinwald woon
de, en „mooi zoo fluisterde Goldbaum
toen zij zich voor de kamerdeur van den
dokter bevonden want van binnen klonk
luid en verstaanbaar Paul's stem, zoodat
de heeren bleven staan en zich niet schaam
den, om voor luistervink te spelen.
liet scheen, dat de schilder razend be
gon te worden. Er kraakte iets in de
kamer, waarna men hem dnideljjk hoorde
zeggen Drommels, daar breek ik dan
stoel! Maar 't is uwe schuld, Robert!
Ge maakt me woedend, wanneer ge er
nog langer zoo gelaten onder blijftZiet
ge, ik ben tot over mijne ooren verliefd,
maar eer verstik ik die vlam eu stamp
mijn hart tot poeder, dan ik a 11 e e n le
vensgeluk verwerf en u ledig laat heen
gaan. Of wij bereiken beiden ons doel
of geen van beiden
Daar opende Ingermann snel, zonder
aan te kloppen, de deur Goeden morgen,
heeren 1
Reinwald sprong op van de sofa, waar
op hij als een zieke uitgestrekt lag. Ro
bert, uw raadsheer riep Paul.
Inge: man wees met zijne hand achter
zich Ik breng nog iemand mee
Alle goede geesten, de wereld valt in
klonk het uit den mond van den schilder;
Rein wald dam entegen stond sprakeloos.
Dokter, nam Goldbaum het woord, ge
weet wat ge gedaan hebt we willen er
echter geen n oord meer over spreken. Wat
zottdl ge evenwel zeggen, wanneer ik liet
spel, dat ge ii veroorloofd hebt met me
te spelen, u vergaf
Dat zou eene grootmoedige daad zjjn
riep Asmus.
Wordt u iets gevraagd wendde de
bankier zich tot den schilder, hoewel hem
diens opmerking innerlijk goed deed. Ant
woord toch, dokter Of hebt ge de spraak
verloren, evenals mjjne dochter Elvira,
toen ik haar de vraag voorgelegd had,
ot zij uwe vrouw zou willen worden
Wel verduiveld I Die uitroep kwam na-
tuurljjk weer van de zjjde van Asmus.
Wordt vervolgd.