Ituitenland.
heid. De politie, die in een stad als de
onze den zangeis het zwijgen moet op
leggen, doet denken aan een man, die
met stok en mes gewapend, tegen een
muggenzwerm uit strijden wordt gezon
den.
Maar ik zal ze wel mores leeren, heett
de heer Meinesz - in magistraatstaai
gezegd. „De politie is zacht opgetreden,
treed ik echter eenmaal krachtig op, dan
ben ik ook van plan om door te zetten,"
en toen heeft de moerderheid van den
Raad hem toegejuicht, zelfs bravo ge
roepen. Wij herinneren ons den ge
meenteraad wel eens meer in deze soort
van extase te hebben gezien. O. a na
de beruchte demping van het het pa
lingoproer, toen ei' ruim zestig dooden
er. gewonden te betieuren waren, en
ook na tiet afschuwelijk tooneel in Café
Zincken.
Doch deze toejuichingen bewijzen wel,
dat de raadsleden zeiven rustige en vre
delievende burgers, maar geenszins, dat
de middelen die gekozen werden en
worden om de rust te bewaren, de juiste
zijn. Wil de heer Meinesz krachtig op
treden, op het oogenblik dat dit nood
zakelijk is, dan zal niemand, en zullen
ook wij niet, dat afkeurenalleen dit
teg doen, om de stad van zangers te
zuiveren het schijnt ons een al te
groot remedie vooreen zoo kleine kwaal.
De kiachi en macht van den beer Ve-
ning Meinesz, waarover wij Diet gering
denken, moest htj, dunkt ons, sparen tot
de tijd mocht aanbieken, waarop ze in
derdaad onmisbaar zijn. Ondanks het
bravo-geroep van de raadsledeu zijn we,
door hetgeen nu is voorgevallen en door
de verdediging van den politie aanval die
daarop is gevolgd, weer in een periode
gekomen van ontzettend veel straatru
moer en overdreven, zenuwachtigen po-
litierijver. Iets wat voor den rustigen
burger, voor winkelier en werkman ern
stig te betreuren is.
De Tribune van Zaterdag, 19 Nov.
bevat het volgend artikel
Te Wapen I
Aux armes, citoyens!
Schrik niet l6zer, als ge dezen revo
lutionairen titel leest. De titel lijkt
kwaadaardig, maar do inhoud der bro
chure is zeer mak. Een ongenoemde
schrijver uit het Haagje heeft gemeend
tegen het algemeen kiesrecht te velde
te moeten trekken en heeft bij den uit-
gever H. L. Smits te 's Hage een bro
chure het licht doen zien, die den titel
voert van Te wapen tegen het alge
meen KIESRECHT
Dat de. brochure nieuwe argumenten
bevat, kan ik niet zeggen er is trou
wens, ook moeilijk over deze kwestie iets
Dieuws meer te zeggen, na al hetgeeD
er reed» over geschreven is
Toch is het goe de zaak levend te
houden en als zoodanig heeft de brochu
re veel verdienste. De schrijver begint
met de bewering, dat het algemeeD kies
recht aan de lagere klassen alleen heer
schappij verleent en de hoogere tot on
macht doemt.
Hoe de schrijver aan deze zonderlinge
theorie komt. is mij een raadsel. Zij
druischt geheel iD tegen de geschiedenis
tegen het feit van heden. De fransche
revolutie heeft afdoende getoond, dat de
lagere klassen alleen niet regeeren kun
nen de maat-chappy loopt in 't honderd
en de »Sehnsucht" naar rust en orde
geeft het leven aan de tirannie.
Ook ae feiten van het heden bewijzen
het tegendeel. Waarom de ta'rijke werk
stakingen in Frankrijk, wanneer de alleen
heerschappij, onder vigeur van het alge
meen kiesrecht, bij da lagere klasse be
rust? Iemand toch, die de macht in
handen heeft, verzet zich niet tegen do
maatschappelijke toestanden, maar ver
andert deze dat is dunkt me nog al dui
del ijk.
Wanneer de lagere klassen door het
algemeen kiesrecht de alleenheerschappij
in handen hadden gekregen zou in Frank
rijk geen adel meer bestaan, geen bui
zen als Rothschild, geen opeenbooping
van kapitalen onder de alleenheerschap
pij der lagere klasse, zou de maatschap
pjj er inderdaad heel anders uitzien.
Denkt men dat de lagere klassen, de
massa, de heffe des volks, op wie de
schrijver doelt, de ontzettende rijkdom
men van sommige graven en baronnen
zou laten bestaan, als ze de macht had
den, ze geheel of gedeeltelijk zelf in te
palmen
Wordt Frankrijk soms geregeerd door
een stuk of wat volksmenners Ik heb
er nooit van gehoord.
De ooi zaak van die beweerde alleen
heerschappij vraagt de schrijvei en hij
antwoordt zelfDe onbeholpenheid en
het onverstand der hoogere klassen.
Mooidus men strijdt tegen algemeen
kiesrecht om de onbeholpenheid en het on
verstand der hoogere klassen te laten voort
regeeren
Als dat niet stout gedacht is, dan weet
ik het niet. Het argument der voor
standers van algemeen kiesrecht, dat er
eens nieuw bloed in onze volksvertegen
woordiging moet komen, door het vor
men van nieuwe kiezers, wordi door den
schrijver erkend, maar de conclusie is
die onbeholpen en onverstandige luidjes
meeten maar op 't kussen blijven.
Ik zeg niet, dat de hoogere klas
sen onbehoipen en onverstandig zijn,
maar de schrijverde tegenstander van al
gemeen kiesrecht.
„Liegen de feiten van den dag vraagt
de schrijver en hij beroept zich op de
talrijke republieken van Amerika, of de
ze voorwerpen van afgunst zijn voor de
monarchieën in Europa. Waarschijnlijk
bedoelt de schrijver de republieken van
Zuid-Amerika. Maar kent hij dan in 't
geheel geen geschiedenis en weet hij
niet, dat niet aan de demokratische in
stellingen, maar aan den aard en wor
ding dier republieken de schuld der voort
durende onlusten ligt.
Zuid Amerika is door verovering aan de
R. Cath. naties in handen gevallen, door
bekrachtiging van pauselijke bullen, door
de inquisitie ontvolkt, door onverzade-
lijke bloed- en gouddorst uitgemergeld,
door zwermen Jezuiten overstroomd.
De Z-Amerikaansche bevolking bestaat
al sinds een venher uit hebzuchtige plan
ters. woelige fortuin- en grondzoekers,
partijgangers, die elkaar een kortstondig
gezag betwisten en hun ridderlijken aard
vertoonen in bonte, fantastische uuifor-
men waardoor de Z Am. republieken in
een voortdurende crisis van anarchie en
despotisme verkeeren.
Van de Vereenigde Staten erkent de
schrijver dat die republiek bloeitmaar
voegt er bij niet doormaar in weerwil
van het algemeen kiesrecht.
Daargelaten de vraag hoe de senrij -
ver dit zoo maar weet, moet ik verkla
ren, dat indien dit waar is, het alge
meen kiesrecht dan toch al zeer weinig
iD vloed heeft, als eeD geheele staat in
weerwil daarvan kan bloeien en dat ik
dan dit bloeien liever heb, dan de arm
zalige toestand waarin Europa verkeert,
ten gevolge of in weerwil van de re-
geeiing dei onbeholpen en onverstandi
ge hoogere klassen. Armoede troef, ar
moede van de schatkist, armoede van de
meeste burgers, schulden by de vleet,
tot de tanden gewapendvoisien, die
reizen en trekken als dollen en tot over
de ooren in de beeren zitten en daar
tegenover de Vereenigde Staten met hun
innerlijke kracht zonder weerga, aan de
spits van industrie, van wetenschap en
ontdekkingen, met zijn groote mannen
als Washington, Parker, Franklin, Irving
Edison, Steinwan e a. een land dat het
oude demociatische Athene in herinne
ring brengt met zijn mannen als Aeschy
lus, Sophocles en Euripides, zijn Phi
dias, zijD Appel, zijn Perikles en zooveel
andereD.
Schaduwzijden Natuurlijk was ooit
een maatschappij volmaakt, bij de on
volkomenheid der menschelijke natuur
De zaak is eenvoudig deze, dat de
schaduwzijden in een domocratischen
staat meer in 't oog springen on de kui
perij, kruiperij en knoeierij minder aan
't daglicht komen in een staat, waar de
zoogenaamde hoogere klassen regeeren.
Of weet de schrijver niet hoe verrot Frank
rijk was onder het tweede keizerrijk?
Hoe in 1870 bleek dat de keizerlijke
ambtenaren hadden gestolen, dat 't een
liefhebberij was.
Weet de schrjjver niet, hoe schande
lijk de ambtenaren in Rusland huishou
den, het puikje van alle aristokratisch
despotisch geregeerde staten
Wie tegen de democratie vecht, moet
geeu feiten te berde breng6n, die in een
aiistokratischen staat evenzoo of erger
bestaan. (Wordt vervolgd
gevangenisstraf veroordeeld. Men hoopt
echter dat het Hooggerechtshof te Leip
zig wijzer zal zijn dan de Silezische
rechter.
De belastingvoorstellen er, plannen tot
iegeruitbreiding vinden, zooals te wach
ten was, oij den Duitschen Rijksdag geen
gunstig onthaal.
Te La Chesnaye, in een uithoek van
Berry, ver van de Fransche hoofdstad,
wordt le grand Francais met angst val
lige zorg door zijn gezin bewaakt. De
87 jarige Ferdinand de Lesseps, tot voor
korten tijd Dog ongebogen onder den last
der jaren, gaal thans diep gebukt onder
den druk van grievende teleurstelling en
verwijten. Zijne eerste reusachtige on
derneming, het Suez kanaal, is na eene
langdurige en heldhaftige woiste'ing een
schitterend succes geworden' een zegen
voor de gansche beschaafde wereld, een
bron van welvaart voor vele duizenden
Franschen, die geloofden in het gesternte
van hun landsman en hem, ten spijt
van tegenwerking en verdachtmaking,
niet eens, maar bij herhaling hunne zuur
verdiende spaarpenningen toevertrouw
den. Zijn tweede onderneming, de door
graving der landengte van Panama, is
zoowel technisch als financieel geëindigd
met een jammerlijk fiascohonderden
millioenen zijn reddeloos verloren gegaan
en de kans om een klein gedeelte van
het gestorte kapitaal te behouden is ui
terst gering.
Dat alles weet De Lessepsmaar dat
hij en zijn model istuuiders van de
Panama-kanaal maatschappij voor den
rechter zijn gedaagd, beschuldigd van
»bedriegelijke manoeuvres met het doel
om te doen gelooven aar, eer,e hersen
schimmige gebeurtenis en aan een denk
beeldig crediet", dat men bun verkwis
ting, oplichterij en valschheid in geschrif
te ten laste legt, dat weet de oude
man niet, evenmin als hij tot dusver iets
heeft vernomen van de schandalen, tot
welke de Panama quaestie in de Fran
sche Kamer aanleiding heeft gegeven.
Zijne vrouw en zijne kinderen zorgen,
dat couranten noch blieven hem berei
ken, en de geestestoestand van den door
leed en smart bijna wezenloos geworden
grijsaard maakt dit vroom bedrog maar
al te gemakkelijk.
Of De Lesseps schuldig is volgens de
wet, zal het hof van cassatie te Parijs
moeten uitmaken. In hun hart zuilen
de meesten zijner landgenooten niet den
moed hebben hem schuldig te verklaren.
Door de Libre Parole worden verschei
dene senatoren en afgevaardigden bij
naam genoemd, die van de Panama
maatschappij geld moeten hebben ont
vangen. Onder hen zouden behooren
de senator Berat en de afgevaardigde
Proust. De laatste zou 50000 francs
ontvangen hebben, de helft in eeD aan
wijzing op een bank te Niort.
Allerlei geruchten loopen over het
geen de Franschen met Dahomey zuilen
doen. Het meest geloof vindt het ge
rucht dat koning Behanzin zal ver van
gen worden door zijn neet Toffa.
Tofta is een neger van hooge gestalte
flink gespierd en met een streng uiter
lijk. Hij spreekt geen andere dan zijne
eigen taai. Met vele vrouwen bezit hij
tevens een groote schaar kinderen. Hij
heeft geen aangenaam karakter, is licht
geraakt en zeer eigenmachtig, maar men
hoopt dat zijne slechte eigenschappen
geneutraliseerd worden, als zijn macht
wordt beperkt.
Van menscheneterij schijnt Toffa geen
afkeer te hebben, maar hij heeft
Frankrijk en de Franschen zeer lief.
Bij een feest in Silezie stonden twee
socialisten op en verlieten met zekere
ostensarie de zaai, toen de voorzitter
een Hoch op den keizer instelde. Voor
dit feit aangeklaagd wegens majesteits
beleediging zijn zij tot 9 en 3 maanden
AVUL, den i» November
Wat gelukkig zeer zelden voorkomt,
gebeurde in den nacht van Zondag op
Maandag. De stappen van een paard en
het geroep van den daarop zittenden
boerenknecht stoorden onze inwoners in
den slaap. De knecht, wonende onder
de gemeente ZaamsJag kwam mededee
len dat aldaar 6en hevige brand was
uitgebroken en verzocht om de hulp on
zer brandweer. Spoedig werd alarm ge
blazen en de spuiten tot vertrek in ge
reedheid gebracht. Reeds hadden zich
inmiddels een aantal nieuwsgierigen naar
de plaats des onheils begeven, waar de
toestand van dien aard bleek te zijn,
dat de plaatselijke brandweer aldaai de
hulp van andere gemeenten gelukkig
niet behoefde.
0nz6 spuiten behoefden dus niet meer
uit te rukken en de gestoorde nachtrust
kon worden voortgezet door al wie daar
toe lust en gelegenheid had.
/aamslag 28 Nov. Heden nacht wer
den de bewoners van ons dorp op het
onverwachts uit hunnen slaap gewekt
door het aanhoudend luiden der brand
klok. Aanstonds was ieder op de been
en spoedde zich naar de plaats des on
heils, waar een treurig schouwspel elk
rechtschapen hart met innig medelijden
vervulde.
De werkplaats van den timmerman
J. Wisse alhier stond in een oogenblik in
lichte laaie en was weldra met haren
ganschen inhoud van verfwaren van be
werkt en onbewerkt timmerhout, enz,
een prooi der vlammen. Van de werk
plaats sloegen de vlammen over op de
belendende woning, waarvan het boven
gedeelte geheel door het vuur is verteerd,
terwijl er van het beueden huis niet
veel meer dan een vormelooze klomp is
overgebleven.
Zoo verrassend snel breidde de brand
zich uit, dat de kinderen nauwelijks tijd
hadden, zich te redden en sommigen hun
ner bijna half naakt het huis ontvluchten
moesten. Aan de flinke werking der
brandspuit, aan de krachtige hulp der
ingezetenen en aan het stille weder heeft
men het te dankeD, dat de brand geen
groeter afmetingen gekregen heeft.
De oorzaak er van is totaal onbekend
Alles is tegen brandschade verzekerd
en toch is best goed te begrijpen, dat
de geleden schade zeer aanzienlijk moet
zijn.
Zaamslag, 28 Nov. Gistermiddag hield
de weleerwaarde heer A. H. van Minnen,
predikant bij de Chr. Ger. gemeente al
hier, naar aanleiding van 1 Coll. 23,
zijne intree leerrede, nadat ZEerw. in
den voormiddag van dien dag op treffen
de wijze door zijnen vader tot het H.
dienstwerk was ingezegend met de woor-
deD, opgeteekend in 1 Cor. 16 10.
Bij beide gelegenheden was voor dit
doel, zoo van hier als van elders, een
talrijke schare opgekomen.
De collecte voor de school met den
bijbel bracht op te Nieuwvliot met Cad-
zand (Evang. lokaal) ƒ14. 137a
Gemeenteraad van Axel
Zitting van Dinsdag 29 November 1892.
Voorzitter de heer D. J. Oggel.
Behalve de heer Van Hoeve waren
alle leden tegenwoordig.
De notulen der vorige zitting woiden
gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is
I. Ingekomen stukken.
Terugontvangen liet kohier schoolgel
den en liet suppletoir kohier hoofdelijken
omslag.
II. Af en overschrijving van posten
op de begrooting van 1892.
De Voorzitter zegt, dat eene af- en
overschrijving noodzakelijk is voor do